• No results found

Kader 2: Gemeentelijke herindeling en ontstaan medialandschap

8. Kwaliteitsverbetering van het medialandschap

8.2. Vormen van versterking

De nood voor versterking blijkt hoog te zijn. Er werd in de interviews gevraagd welke vormen van versterking er mogelijk geacht worden. Drie vormen kwamen naar voren, waarvan er één met kop en schouders bovenuit stak: samenwerking, met name in de vorm van de streekomroep.

8.2.1. Samenwerking

Samenwerking werd vaak als eerste oplossing genoemd, vaak nog voordat er specifiek om vormen van versterking was gevraagd. De problematische ontwikkelingen in het medialandschap als versnippering en discontinuïteit zijn volgens velen op te lossen door samen te werken. Dit kan binnen een streekomroep, middels onderlinge samenwerking, lokaal-regionale samenwerking of een samenwerking tussen printmedia en radio- en televisieomroepen.

o “Als je een goede lokale omroep wilt hebben, dan moeten ze samenwerken. Dan moeten ze een geheel, een front vormen. Rekening houden met elk dorp, met de gewoontes. Niet zeggen: in De Heurne hebben ze kermis, maar voor de kermis in De Heurne hebben we geen tijd. Daar heb ik het meest moeite mee, binnen heel Nederland, ik kom aardig wat rond. Het is niet alleen in Aalten en Dinxperlo.” (Henk Jan Freriks, Dinxper FM)

o “De kansen liggen in samenwerking denk ik. Als je over je eigen schaduw heen springt, zoals ze dat zo mooi noemen, van je eigen dorp. Dat je echt samen iets nieuws doet.” (Anton Stapelkamp, burgemeester gemeente Aalten)

o “Oud zeer… Daar moet je gewoon een keer boven gaan staan met elkaar en zeggen: ‘Wat kan het ons brengen?’” (Erik Luiten, Aladna FM)

o “Haal die versnippering weg. Gewoon zonde. Bundel de kracht. Dat is natuurlijk hoe wij hier zitten, als samenwerkingsverband, dat is helemaal ons motto ook.” (Suzan Heimplaetzer, Achterhoek Ambassadeurs)

o “Kijk, je moet het evenwicht vinden. (…) Als je überhaupt een goed product wilt neerzetten, heb je wat body nodig, waarin je ook op een leuke manier dingen met elkaar kunt delen en waarin je gezamenlijk dingen kunt oppakken. Als het je lukt om dat te doen met gevoel voor de luisteraar, de kijker en de lezer, want ik ben als Winterswijker niet altijd geïnteresseerd in wat er in Montferland gebeurt. (…) Maar dan heb je ook een laagje nodig die wat steviger is dan een optelsom van die omroepen bij elkaar.” (Jan Bart Wilschut, procesbegeleider streekomroepvorming Achterhoek)

Uit een aantal interviews kwam naar voren dat het belangrijk is dat de neuzen dezelfde kant op staan, hoewel dat ook een knelpunt is.

o “Ik denk dat de wil om met z’n allen toch een heel nieuwe, nieuwe toekomst in te stappen, dat is best wel angstig denk ik voor een aantal mensen die dat al dertig jaar doen.” (Toos Bastiaanse, NLPO)

o “Wat is er belangrijk om die streekomroep professioneel in te zetten? Wat heb ik daarvoor nodig? Overeenstemming. Hoe we het gaan inrichten. Als die er niet is, kan er ook nooit een eenheid uit voort komen.” (Peter Berendsen, REGIO8)

o “Ik denk dat wij in dat medialandschap mogelijkerwijs het samengaan van lokaal met streek, he dus dat je daar iets mee moet doen, om de journalistiek te borgen, daar zie ik in de nabije toekomst wel iets mee gebeuren. Maar ik zie ook wel dat dat nog best een behoorlijke hobbel is, omdat je daar financiën voor nodig hebt van bijvoorbeeld de overheden. En lukt het ons om dat al die gemeenten er op dezelfde manier in gaan staan? Dat is best een dingetje.” (Jan Bart Wilschut, procesbegeleider streekomroepvorming Achterhoek)

Zoals net al aangegeven werd, is de streekomroep een veelbesproken oplossing. De NLPO is opgericht vanuit de OLON om deze samenwerking in gang te zetten. De samenwerkingsvorm is al in een gevorderd stadium en is dan ook voor de hand liggend. Op de vraag of de streekomroep er gaat komen, antwoordde Joost Jonker van REGIO8:

o “Ja, 100 procent. Met heel veel tijd en moeite en praten en bloed, zweet en tranen. Maar het gaat er wel komen. Het is ten eerste ook gewoon opgelegd. Ten tweede is het onvermijdelijk. (…) Andere gemeenten zien ook steeds meer in van: ‘Hé, wat gebeurt daar, weet je wel? Daar worden

video’s gemaakt en daar wordt journalistiek bedreven en bij ons zitten ze plaatjes te draaien.’ Daarentegen merken ook de besturen van die media: ‘Wacht eens even, ze willen helemaal niet de boel overnemen.’” (Joost Jonker, REGIO8)

De NLPO is de afgelopen jaren met omroepen en gemeenten in de Achterhoek in gesprek geweest om iedereen op een lijn te kregen. Echter, het gevorderde proces “hangt een beetje nu,” vertelt Toos Bastiaanse (NLPO). Bij de vragen over dit proces komt de term ‘paraplu-omroep’ veel terug. Hierbij wordt er samengewerkt door de lokale omroepen onder een koepelorganisatie die de professionele aansturing verzorgt. Er komt bijvoorbeeld één centrale redactie die het nieuws uit de streek verzamelt en redigeert. Daarnaast kan deze koepel scholing verzorgt. Het geeft de lokale omroepen “een professioneel haakje”, waar ze zich aan kunnen optrekken (Toos Bastiaanse, NLPO).

Een andere optie, de fusieomroep, wordt vrijwel meteen afgeschoten: men ziet niet waarom vrijwilligers twintig kilometer “op het fietsje naar Ulft” zouden gaan (Henk Jan Freriks, Dinxper FM). Een dergelijke omroep wordt ook wel omschreven als een “mini-Omroep Gelderland” (Erik Luiten, Aladna FM).

Freek Kempink (RTV Achterhoek) prefereert het oprichten van een nieuwe stichting die de rol van koepelorganisatie op zich neemt, terwijl anderen REGIO8 als geschikte kandidaat zien. De voordelen van een dergelijke paraplu-omroep worden door velen benoemd: Enerzijds is er één professionele basis waar alle lokale omroepen bij aan kunnen haken, anderzijds blijft daarbij de lokaliteit behouden.

o “De voordelen van de streekomroep zijn dat je professioneel kunt werken, omdat je als het goed is dan meer middelen hebt, waardoor je ook mensen kunt aannemen die professioneel zijn. Daardoor gaat je kwaliteit ook omhoog. Als de kwaliteit van de streekomroep omhoog gaat, dan heb je goede kans dat de spin-off naar beneden toe, naar de lokale omroepen, ook beter wordt. Je kunt ook met de streekomroep interessante items maken voor iedereen. De wereld houdt niet op bij je gemeentegrens en mensen kunnen daarnaast gewoon hun eigen venster houden, hun eigen uitzendinkje.” (Domien Esselink, freelancer voor Omroep Gelderland)

o “Je moet bij de dynamiek van opschaling en het meer body krijgen van de streekomroep kijken of je dingen kunt verankeren, waardoor dat niet loskomt van elkaar. Waardoor het wel verbonden blijft zodat hier in Winterswijk het corso heel belangrijk is, terwijl ze het in Doetinchem helemaal niet zo interessant vinden dat wij hier een bloemencorso hebben.” (Jan Bart Wilschut, procesbegeleider streekomroepvorming Achterhoek)

o “Het kan werken door echt een redactie op te gaan zetten die dan over de regio en over de verschillende gemeenten zou gaan werken, waarbij je aansturing geeft binnen de gemeente.” (Erik Luiten, Aladna FM)

o “Je zult al heel gauw merken dat er in die kleine plaatsen in één keer weer meer nieuws is. In elke plaats is er nieuws. Hoe klein die ook is, er is nieuws.” (Toos Bastiaanse, NLPO)

Daarnaast is een streekomroep ook kostenefficiënt.

o “Een streekomroep heeft wel een toegevoegde waarde, dat wel. Om de bezetting efficiënt te kunnen verdelen. Het gaat, denk ik, niet werken, het wordt onbetaalbaar als elke omroep voor zichzelf een of twee betaalde krachten zou moeten neerzetten.” (Erik Luiten, Aladna FM)

o “Als je dus een centrale redactie hebt, dan zou het ideale plaatje zijn: Oké, we hebben hier drie gemeenten, we voegen bij elke gemeente een redacteur toe. Dan kunnen we dit met Omroep Gelderland ook uitbreiden, dan kunnen we een veel groter spectrum bedienen. Als je overal redacties moet gaan neerzetten? Dat kost toch veel meer?” (Peter Berendsen, REGIO8)

De voorstanders van een streekomroep blijven echter voor een aantal uitdagingen staan. Ondanks dat het bewustzijn is gecreëerd, blijft de angst voor de streekomroepvorming bestaan bij sommige lokale omroepen. De geringe bereidheid tot samenwerking blijkt een hobbel in het proces.

o “Lokale omroepen die moeten gaan samenwerken kijken niet naar de behoeften van de burger, die kijken naar de buurman en denken van: nou, die vind ik niet leuk en die wel. Of ja, daar zit een grotere plaats, laat mij maar samenwerken die kant op, want dan… Die denken vanuit de organisatie, die denken niet vanuit de functie die ze gaan vervullen binnen die plaats.” (Toos Bastiaanse, NLPO)

o “Hoeveel strijd wij al wel niet hebben gehad met een RTV Slingeland, met een Aladna, noem het maar op. Terwijl wij zoiets hadden van: ‘we willen samen gaan.’ Dan kan het zijn dat onze methodes niet goed aansloegen of te agressief waren of wat dan ook. Maar er is ook nul bereidheid om te veranderen. Pas als het echt op het aller-, allerlaatst, want anders wordt het opgedoekt, pas dan wordt er over gesproken. We zijn nu eindelijk in een wat verder stadium, maar het heeft ons vijf jaar gekost en zo ongelooflijk veel geld. Terwijl de intentie was: laten we samen gaan, samen staan we sterk.” (Joost Jonker, REGIO8)

Het verlies van lokale identiteit – volgens sommigen het bestaansrecht van de lokale omroep – is een angst die veel aangekaart wordt in de interviews. Deze angst is volgens een aantal niet reëel.

o “Ze zijn allemaal bang voor hun eigen vijvertje. Ze zijn bang dat ze dan niks meer te vertellen hebben en dat op hun zender ook de sportuitslagen van Doetinchem komen, dan hebben ze niks meer. Ze willen alleen maar de lokale omroep en lokale dingen uitzenden. Ze willen geen regionale nieuwszender, ze zijn een lokale zender. Ze vergeten alleen één ding, ze kunnen een lokale zender blijven.” (Domien Esselink, freelancer voor Omroep Gelderland)

o “Je hebt het hier in de Achterhoek over naoberschap, maar die is er helemaal niet. Het is alleen maar naoberschap als het mezelf beter maakt. En dat is juist niet het idee van hoe het hoort. Dat merk je dus ook in het hele lokale medialandschap. We moeten bundelen, maar niemand wil, want ze zijn bang dat ze zichzelf kwijt raken.” (Joost Jonker, REGIO8)

o “Sommige omroepen roepen tegen ons, sinds dit plan: ‘Maar m’n eigenlijk identiteit is belangrijk, jullie maken de identiteit dood.’ Nou, dan denk ik: Wat is die identiteit? Gaat het om je eigen zendmast? Gaat het wellicht om je eigen kanaal of gaat het om de informatie of de content die iets heeft wat heel eigens is? En als je dan heel vaak kijkt naar die clubs wat nou de output is, dan is dat heel weinig. Als je echt gewoon zo gaat kijken en dan denkt, waarom ga je dat dan niet verzamelen op een kanaal, met z’n allen. Je ondersteunt elkaar, maakt een redactie waarbij je in elk geval zorgt dat er in alle kernen nieuws wordt opgehaald en hoe je het uitstuurt kan je altijd nog gaan zeggen van: Oké, we maken een aparte app.” (Toos Bastiaanse, NLPO)

Waar aan de ene kant de angst bestaat voor het verlies van de lokale identiteit, is er aan de andere kant een druk om die lokale gebondenheid te behouden.

o “Dat is het grote gevaar, als je je lokaliteit op gaat geven, dan ben je eigenlijk je bestaansrecht kwijt. Dan gooi je eigenlijk het kind met het badwater weg.” (Erik Luiten, Aladna FM)

o “Ik denk ook dat we een hele hoop programma’s die nu door de lokale omroepen gemaakt worden geen informatieve of culturele of wat voor functie ook hebben, maar die wel aansluiten bij de cultuur van de streek, dat die gewoon uitgezonden moeten blijven worden.” (Toos Bastiaanse, NLPO)

o “Of schaalverbreding nu ook een verbreding is voor de mensen, dat moet je je wel afvragen.” (Henk Jan Freriks, Dinxper FM)

o “We kijken ook bij de streekomroep naar hoe kun je het zo doen dat er vanuit de verschillende gebieden die we kennen in de Achterhoek mensen zijn die geen politieke binding hebben of die niet in een bestuur zitten, hoe die daar naar kijken en zeggen: ‘Hé, dit is in het belang van het gebied of de luisteraar of de kijker.’” (Jan Bart Wilschut, procesbegeleider streekomroepvorming Achterhoek)

De identiteit van de lokale omroep kan binnen een parapluvorm behouden blijven door nieuwe technieken. Hierbij kan er gedacht worden aan editionering van het nieuws, waarbij streeknieuws op alle frequenties wordt uitgezonden en lokaal nieuws op lokale frequenties te horen is. Dit idee wordt gedragen door zowel regionale als lokale geïnterviewden.

o “Wij willen juist dat die streekomroep niet een streek toereikend media aanbod moet gaan brengen. Nee, die moet voor elke kern in het gebied van de streek een lokaal toereikend media aanbod gaan brengen. Dat betekent dat je nog weleens kan variëren, dat sommige dingen inderdaad voor de één niet interessant zijn en voor de ander wel. De technische mogelijkheden zijn tegenwoordig dusdanig aanwezig om daar van alles mee te kunnen. Je kan internetkanalen, en radiokanalen gebruiken. DAB (Digital Audio Broadcasting, red.) komt eraan en er bestaan nog allemaal digitale FM-zenders. Die kun je koppelen, die kun je afkoppelen. Je kan er van alles mee doen, dus ik denk dat dat stuk van het verhaal niet het moeilijkste stuk is.” (Toos Bastiaanse, NLPO) o “Je zou kunnen zeggen dat op het nieuwsblok dat op de frequentie die in dit gebied ontvangen wordt, dat daar het nieuws op komt dat in dit gebied speelt. Je zet een nieuwsitem klaarzet waarbij de onderwerpen die hier spelen aan bod komen. En dat horen ze dan achter Doetinchem niet, want daar horen ze dan weer wat daar speelt. (…) Waar we in het verleden zeiden: ‘Opschalen naar een groter gebied geeft alleen maar afstand,’ kun je het nu door de techniek dichterbij brengen.” (Erik Luiten, Aladna FM)

o “Wat nog mooier zou zijn is dat je op een gegeven moment een nieuwshub hebt, waar je in al die gemeente journalisten hebt zitten, die professionele journalistiek maken. Dat je een soort site hub hebt waarop mensen op hun telefoon of in de app kunnen aanvinken: ‘Ik wil alleen het nieuws in Aalten zien,’ dan krijg je alleen het nieuws uit Aalten.” (Joost Jonker, REGIO8)

Behalve over de waarborging van de lokaliteit van omroepen is er ook onenigheid over de organisatie van een dergelijke streekomroep. Enkele partijen prefereren een bottom up-structuur, terwijl sommigen weer heil zien in een top down-structuur.

zou denken: ‘Oh, is goed, we nemen het van jou aan’? Die is er niet. Anders zouden ze het al wel doen.” (Joost Jonker, REGIO8)

o “Het moet wel van onderaf komen. Het moet gevoeld worden dat je daar ook beter door kunt worden met elkaar. Als het namelijk opgelegd gaat worden, dan weet ik één ding, dan gaat het niet gebeuren. Dan gaan de hakken in het zand. “Wij motten dit en we motten dat, nou, wij motten helemaal niks.” En dan gebeurt er ook helemaal niks. Dus als dit gevoel er is dat je met elkaar voelt dat je er beter van kunt worden, dan heeft het een kans van slagen.” (Erik Luiten, Aladna FM) o “Ze proberen het iedereen naar de zin te maken, (…) maar als je geld vanuit het ministerie wilt

hebben, dan past dat niet in de zienswijze . Dan kun je op de korte termijn regelen, maar dan heb je het op de lange termijn niet geregeld. Want je wilt uiteindelijk geld van het Rijk hebben. En het Rijk heeft kaders gesteld en als je niet voldoet aan die kaders, krijg je het geld ook niet. (…) We moeten het niet overlaten aan lokale bestuurders, maar aan landelijke bestuurders. Er moet een landelijke wet gemaakt worden. Er is nu geen wet. Er is nu geen richtlijn. Dadelijk is er wel een richtlijn en is er geld en hebben we een construct gemaakt dat niet in die richtlijn past. En dan moeten we weer terug naar de tekentafel. Dat is jammer tijd.” (Peter Berendsen, REGIO8)

REGIO8 wordt als grote kanshebber gezien, onder andere door hun professionaliteit en visie vergeleken met de andere lokale omroepen.

o “Ik ben meer een voorstander van een streekomroep, REGIO8, met daaronder al die lokale zenders die wel hun eigen lokale nieuws kunnen brengen, maar voor het bovenregionale nieuws dat ze dan terugvallen op REGIO8 en dat je hier een fatsoenlijke nieuwsredactie neerzet. Maar dan moet er wel geld komen en dat is het probleem.” (Domien Esselink, freelancer voor Omroep Gelderland) o “Ik denk dat REGIO8 de basis heel goed heeft staan. Hoewel op een aantal onderdelen de zaken

nog verbeterd kan worden. Ik denk dat je op die manier de lokale omroepen gewoon in de gemeenten kunt laten zitten en dat je de lokale omroepen op de infrastructuur van REGIO8 kunt aansluiten.” (Peter Berendsen, REGIO8)

o “Daar zou zo een REGIO8 een rol in kunnen spelen, als je dat echt goed van de grond krijgt en echt iedereen eraan meedoet. Los van wie het nou is, maar als er echt een goede club is die dat voor de regio doet, zorgt dat voor een stukje verbinding en die mis je nu wel.” (Anton Stapelkamp, burgemeester gemeente Aalten)

Echter, ook voor een streekomroep is geld nodig. Zonder bekostiging wordt deze oplossingsmogelijkheid als onmogelijk ingeschat.

o “We zien ook, weet je, dat als er geen geld bij komt, van welke kant dan ook, dan is het een onmogelijke opgave. De stand van de lokale omroep was toen niet voor niks zo bedroevend.” (Toos Bastiaanse, NLPO)

Bekostiging kan als een stimulering werken, betoogt onder meer Henk Jan Freriks. Een stick-or-carrot- methode kan hierbij helpen.

o “Willen jullie samenwerken? Mooi, dan gaan we jullie ondersteunen. Niet samenwerken? Jammer dan. Het is geld van de gemeenschap namelijk.” (Henk Jan Freriks, Dinxper FM)

Een andere vorm van samenwerking is onderlinge samenwerking. Dit gebeurt mondjesmaat in de gemeente. Zo wisselen bijvoorbeeld Aladna FM en Dinxper FM programma’s uit en heeft RTV Achterhoek met Regio Internet TV Winterswijk een maandelijkse live-uitzending, genaamd ‘Over de grens.’ Ook bestaan er samenwerkingen zoals ANN, wat eigenlijk lijkt op de streekomroep. Dit soort samenwerkingen zijn wenselijk, maar men geeft ook aan dat het erg lastig is om ze te vormen en in stand te houden.

o “Zoveel uren in de week draaien ze eigenlijk alleen maar muziek ja, of dat nou uit de computer in Dinxperlo komt of in de computer uit Aalten, ja, wat maakt dat uit? Hoeveel kan je wel niet besparen aan tijd en geld als je die energie dus ook inhoudelijk doet, inhoudelijke verdieping.” (Anton Stapelkamp, burgemeester gemeente Aalten)

o “Ze hebben iets opgezet om samen te werken, maar vervolgens is dat er wel, maar iedereen blijft er mooi rond omheen draaien. Dat gaat ‘m niet worden zo.” (Freek Kempink, RTV Achterhoek) o “Het is heel simpel. Ik ben Ajax-fan, dus ik ga de berichtgeving alleen maar over Ajax doen, maar

ik noem het berichtgeving over voetballen. Dat kan niet. En daar zit de fout, in mijn ogen. Ik ben ook maar een leek hè, maar in mijn ogen zit daar de fout. Dat ze niet met elkaar willen en elkaar