• No results found

Voorwaarden voor de kwalitatieve selectie

2. ALGEMENE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN PLAATSING

2.3. Voorwaarden voor de kwalitatieve selectie

De inschrijver moet voldoen aan de voorwaarden voor de kwalitatieve selectie, hetgeen wordt bewezen door de volgende bij de offerte te voegen documenten:

2.3.1. Toegangsrecht

Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden zoals bedoeld in artikel 61 en 62 van het K.B. van 15.07.2011.

In te dienen bewijsstukken:

 Attest van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid

Voor onderstaande stukken kan in het kader van de administratieve vereenvoudiging een verklaring op eer worden ingediend. De weerhouden inschrijver moet deze stukken voor de sluiting van de opdracht bezorgen aan de opdrachtgever.

 Attest 276C2 van de directe belastingen & BTW

 Bewijs van niet-faling of gerechtelijk akkoord

 Uittreksel uit het strafregister

Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich eveneens niet in een toestand

Bij de gunningsbeslissing kan de opdrachtgever de selectie van een reeds geselecteerde herzien, indien zijn persoonlijke situatie of bekwaamheid alsdan niet meer beantwoorden aan de op grond van artikel 58, § 1 van het KB van 15.07.2011 bepaalde selectievoorwaarden.

2.3.2. Financiële en economische draagkracht

Overeenkomstig artikel 67 van het KB van 15.07.2011 dient de financiële en economische draagkracht van de opdrachtnemer(s) te worden aangetoond. De financiële draagkracht van de kandidaat wordt beoordeeld aan de hand van de volgende verhoudingscijfers:

 Financiële onafhankelijkheid = eigen vermogen – oprichtingskosten

Passiva

 Zelffinancieringsindex = kasstroom (nettoresultaat van het boekjaar na belastingen + afschrijvingen + voorzieningen) Financiële schulden (op korte en lange termijn) De punten die voor de 2 afgelopen boekjaren aan elk verhoudingscijfer worden toegekend, worden opgeteld en de financiële draagkracht wordt als volgt beoordeeld:

Beoordeling van de financiële draagkracht Zwak Voldoende Goed

Totaalaantal punten 2-7 8-10 11-16

Teneinde het niveau van de financiële draagkracht naar bovenstaande categorie in te delen, wordt de volgende weging toegepast:

Indexcijfer waarmee rekening wordt gehouden Resultaten punten

Financiële onafhankelijkheid (FI) Hoger dan 50%

40% < FI < 50%

Zelffinancieringsindex (SFI) 40% < SFI

15% < SFI < 40%

Indien de economische en financiële draagkracht als onvoldoende wordt beschouwd door de opdrachtgever, kan deze alsnog besluiten om de inschrijver te weren.

De inschrijver gebruikt hiervoor het bijgevoegde formulier (zie hoofdstuk 5.4.).

Indien de inschrijver om redenen die hij moet verantwoorden, niet in staat is de gevraagde referenties voor te leggen, kan hij zijn economische en financiële draagkracht aantonen met andere documenten die de aanbestedende vennootschap geschikt acht.

Indien de inschrijver om redenen die hij moet verantwoorden, niet in staat is de gevraagde referenties voor te leggen, kan hij zijn economische en financiële draagkracht aantonen met andere documenten die de aanbestedende vennootschap geschikt acht.

2.3.3. Technische bekwaamheid

Overeenkomstig artikelen 68 en 69 van het KB van 15.07.2011 dient de technische bekwaamheid of de beroepsbekwaamheid van de aannemer te worden beoordeeld aan de hand van zijn vakkundigheid, doeltreffendheid, ervaring en betrouwbaarheid.

De inschrijver toont die aan door het voorleggen van:

Voor perceel 1 tem 6:

1. aan de hand van een lijst met de drie belangrijkste werken die de afgelopen drie jaar werden verricht waarmee de aannemer zijn vakmanschap aantoont. De werken zijn volgens de regels van de kunst uitgevoerd en tot een goed einde gebracht. Deze lijst vermeld de datum en het bedrag waarvoor de werken werden uitgevoerd alsook de contactgegevens van de opdrachtgever.

2. door opgave van het perceel dat de aannemer desgevallend voornemens is in onderaanneming te geven. Desbetreffende aangewezen aannemer zal voorzien in een lijst zoals hierboven in punt één werd besproken.

Overeenkomstig artikel 70 van het KB van 15.07.2011 dient de technische bekwaamheid of de beroepsbekwaamheid van de aannemer te worden beoordeeld aan de hand van zijn erkenning van aannemers van werken of het bewijs hebben geleverd dat zij voldoen aan de bij of krachtens deze wet bepaalde voorwaarden om te worden erkend, vermeldt de aankondiging van opdracht de vereiste erkenning overeenkomstig genoemde wet en haar uitvoeringsbesluiten.

Voor perceel 7:

Om de aanbestedende overheid in staat te stellen de technische of beroepsbekwaamheid van de kandidaat/inschrijver na te gaan, worden volgende gegevens/documenten bij de offerte gevoegd:

1. een bewijs van erkenning: de kandidaat/inschrijver moet voldoen aan de Wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken.

De aannemer moet erkend zijn in de (onder-)categorie: D1 en D8 of D1 en C5 De werken behoren tot klasse: 1

2. Indien de aannemer desgevallend voornemens dit perceel in onderaanneming te geven zal desbetreffende aannemer voorzien in het bewijs van erkenning van de onderaannemer zoals hierboven beschreven.

Voor perceel 8:

Om de aanbestedende overheid in staat te stellen de technische of beroepsbekwaamheid van de kandidaat/inschrijver na te gaan, worden volgende gegevens/documenten bij de offerte gevoegd:

1. een bewijs van erkenning: de kandidaat/inschrijver moet voldoen aan de Wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken.

De aannemer moet erkend zijn in de (onder-)categorie: D21 De werken behoren tot klasse: 1

2. Indien de aannemer desgevallend voornemens dit perceel in onderaanneming te geven zal desbetreffende aannemer voorzien in het bewijs van erkenning van de onderaannemer zoals hierboven beschreven.

De referentielijsten moeten in het Nederlands opgesteld zijn of de inschrijver voegt een correcte Nederlandstalige vertaling in bijlage.

De opdrachtgever behoudt zich het recht voor om voormalige opdrachtgevers te contacteren en indien nodig verduidelijking te vragen over de aangeleverde attesten en hun bevindingen mee te nemen in de beoordeling.