• No results found

3. PLANBESCHRIJVING

3.2. Voornemen

Het plan bestaat naast 26 zorgwonignen uit de bouw van een apotheek, praktijk fysiotherapie, huisartsenpraktijk en andere (para)medische voorzieningen zoals psychologenpraktijk, cesartherapie en een

zorgkantoor . De toegang tot de verschillende functies gebeurt middels een centrale entree, midden in het gebouw aan de zijde van de

Stationsstraat. Aan de westzijde (zijde Molenstraat) zijn de

publieksfuncties gesitueerd op de begane grond en eerste verdieping van het complex. Hierboven liggen nog twee woonlagen met

zorgappartementen. Ten oosten van de entree liggen zorgappartementen met bijbehorende ondersteunende ruimtes.

De vier bouwlagen aan de westzijde zorgen voor een accent op de hoek Stationsstraat – Molenstraat. Richting het oosten loopt het aantal bouwlagen af van vier naar drie bouwlagen. De centraal gelegen entree kent een hoogte accent. Het gehele complex is plat afgedekt.

In het gevelbeeld onderscheiden de publieke functies zich van de zorgwoningen, door het gebruik van veel glas. De woningen zijn herkenbaar aan de balkons.

gebiedsontsluitngsweg en kent een maximale toegestane snelheid van 50 km/u. Aan deze zijde is ook een halteplaats voor de bus gelegen.

Aan de westzijde ligt de Molenstraat (erftoegangsweg), wat een verblijfsgebied is waar een toegestane maximum snelheid geldt van 30 km/u.

Ten aanzien van het benodigd aantal parkeren worden de kengetallen conform de CROW-ASVV (publicatie 182) gehanteerd. Voor het plangebied geldt dat het valt in het weinig stedelijk gebied in

schil/overloopgebied centrum. Gebaseerd op deze uitgangspunten is een parkeerbalans gemaakt voor de ontwikkeling.

kencijfer parkeerbehoefte

functie aantal eenheid min max per min max

huisarts 10 behandelruimte 1,5 2,0 behandelruimte 15,0 20,0

zorgwoningen 26 woning 0,3 0,6 woning 7,8 15,6

ontmoetingsruimte 168,4 m2bvo 2,0 4,0 100 m2bvo 3,4 6,7 kantoor met balie 63,0 m2bvo 2,8 3,3 100 m2bvo 1,8 2,1 psycholoog 2 behandelruimte 1,5 2,0 behandelruimte 3,0 4,0 caesartherapie 1 behandelruimte 1,5 2,0 behandelruimte 1,5 2,0

rivas 2 behandelruimte 1,5 2,0 behandelruimte 3,0 4,0

fysiotherapie 6 behandelruimte 1,5 2,0 behandelruimte 9,0 12,0

apotheek 266,6 m2bvo 1,7 2,7 100 m2bvo 4,5 7,2

TOTAAL 49,0 73,6

afgerond 49 74

De ruimtebehoefte voor het totaal benodigd aantal parkeerplaatsen is circa 1.800 m2. Deze ruimtebehoefte is groter dan beschikbaar is op de kavel aan de zuidzijde van de Stationsstraat. Daarom is als uitgangspunt genomen dat circa 45% van het parkeren op maaiveld op het voorterrein van de kavel word opgelost. De overige 55% zal plaatsvinden op

loopafstaand aan de overzijde van de Stationstraat (circa 750 m2), in het verlengde van de reeds bestaande parkeervoorziening (t.b.v. het station’.

Het plan voorziet in 31 parkeerplaatsen voor het complex, 2 tot 3 extra parkeerplaatsen aan de Molenstraat en 35 parkeerplaatsen aan de overzijde van de Stationsstraat. De in totaal 71 parkeerplaatsen worden door de gemeente als noodzakelijk geacht, waarmee het initiatief voldoet aan de normering.

3.4. Bezonning

Om de impact van de nieuwbouw op de omgeving te kunnen beoordelen is een bezonningstudie door de architect gemaakt. Hieruit blijkt dat de omgeving geen vermindering van zonlicht heeft ten opzichte van de oude situatie.

De volgende tijdstippen zijn voor de bestaande en nieuwe toestand uitgewerkt (zie de volgende pagina's):

1. 21 maart om 11:00 uur en om 15:00 uur.

2. 21 juni om 11:00 uur en om 15:00 uur.

3. 21 september om 11:00 uur en om 15:00 uur.

4. 21 december om 11:00 uur en om 15:00 uur.

21 maart 11:00 uur – bestaand 21 maart 11:00 uur - nieuw

21 maart 15:00 uur – bestaand 21 maart 15:00 uur - nieuw

21 juni 11:00 uur – bestaand 21 juni 11:00 uur - nieuw

21 juni 15:00 uur – bestaand 21 juni 15:00 uur - nieuw

21 september 11:00 uur – bestaand 21 september 11:00 uur - nieuw

21 september 15:00 uur – bestaand 21 september 15:00 uur - nieuw

21 december 15:00 uur – bestaand

21 december 15:00 uur - nieuw

21 december 11:00 uur – bestaand 21 december 11:00 uur - nieuw

4. BELEIDSKADER

In dit hoofdstuk worden de ruimtelijk relevante beleidskaders beschreven waarbinnen de ruimtelijke ontwikkeling zijn plek krijgt.

4.1. Nationaal beleid

Nota Ruimte

Hoofddoel van het nationale ruimtelijke beleid is om ruimte te scheppen voor verschillende ruimtevragende functies. Het beperkte oppervlak dat Nederland ter beschikking staat, maakt het nodig dit op een efficiënte en duurzame wijze te doen en niet alleen in kwantitatieve, maar ook in kwalitatieve zin. Bundeling van verstedelijking is een beleidsstrategie die het Rijk hierbij hanteert. Het is van belang dat ook de komende jaren wordt vastgehouden aan de ambitie om een flink deel van de

woningproductie binnenstedelijk te realiseren. Er wordt op deze manier optimaal gebruik gemaakt van de ruimte die in het bestaande bebouwde gebied aanwezig is. Daarbij wordt aangesloten bij de bestaande

ruimtelijke structuren.

Het is hierbij in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van provincies en (samenwerkende) gemeenten om het generieke bundelingsbeleid uit te werken en uit te voeren met het oog op specifieke problemen en uitdagingen. Het Rijk focust zich op de ruimtelijke hoofdstructuur (RHS) van Nederland.

Nota Belvedere

De nota Belvedère (1999) geeft cultuurhistorie van bebouwing en landschap een centrale plaats. Gevraagd wordt om bij planvorming rekening te houden met cultuurhistorische waarden. In de nota zijn verschillende gebieden aangewezen als cultuurhistorisch waardevol. De waarden in de beschreven gebieden dienen beschermd te worden in de ruimtelijke ordening, maar ook bij landinrichtingsprojecten.

Het landschap van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden heeft de typische kenmerken van de laagveenontginningen met een open

veenweidelandschap. De Alblasserwaard is doorsneden door zeer lange lintvormige ontginningsassen. Het plangebied is echter niet gelegen in een dergelijk lint, maar maakt onderdeel uit van een planmatig opgezette uitbreiding van de kern.

algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld omtrent de inhoud van bestemmingsplannen.

In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), beter bekend als de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Ruimte, zijn 13

nationale belangen opgenomen die juridische borging vereisen. Het Barro is gericht op doorwerking van de nationale belangen in gemeentelijke bestemmingsplannen en is deels opgebouwd uit

hoofdstukken afkomstig van de 'oude' ontwerp AMvB Ruimte die in 2009 al aan inspraak is onderworpen, en deels uit nieuwe onderwerpen.

Het Barro is op 30 december 2011 in werking getreden. Het betreft alleen die regels uit het eerdere ontwerp van de AMvB Ruimte (d.d. 2 juni 2009), die als nationaal belang in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) zijn herbevestigd: 2) Project Mainportontwikkeling Rotterdam, 3) Kustfundament, 4) Grote Rivieren (exclusief

reserveringsgebieden Maas), 5) Waddenzee en waddengebied, 6) Defensie en 13) Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde.

Bepalingen die betrekking hebben op provinciaal medebewind en op ontheffingsmogelijkheden zijn hiervan uitgezonderd en kunnen pas in werking treden op het moment waarop is voorzien in een wettelijke grondslag voor provinciaal medebewind en de mogelijkheid tot afwijking van algemene regels. Dit betekent tevens dat de artikelen ten behoeve van nationaal belang 13) 'Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde' van inwerkingtreding uitgezonderd zijn.

De overige in de SVIR opgenomen nationale belangen, behalve die voor belang 9) buisleidingen, worden neergelegd in een ontwerpwijziging van het Barro. De wijziging van het Barro treedt op een nader te bepalen tijdstip in werking.

In het plangebied zijn geen nationale belangen in het geding.

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 vastgesteld. De SVIR vervangt de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040, de Nota Mobiliteit, de MobiliteitsAanpak en de

Structuurvisie voor de Snelwegomgeving en vervangt enkele ruimtelijke doelen en uitspraken uit andere documenten. In deze visie schetst het Rijk de ambities tot 2040 en de doelen, belangen en opgaven tot 2028.

Daarmee moet Nederland concurrerend, bereikbaar en veilig worden.

Anders dan in de Nota Ruimte gaat de structuurvisie uit van het adagium 'decentraal, tenzij'. Het rijk kiest voor een selectievere inzet van

rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid.

Afspraken over verstedelijking, groene ruimte en landschap laat het Rijk over aan de provincies en gemeenten. Gemeenten krijgen ruimte voor kleinschalige natuurlijke groei en voor het bouwen van huizen die aansluiten bij de woonwensen van mensen. Bij het beheren en ontwikkelen van natuur krijgen boeren en particulieren in het landelijk gebied een grotere rol.

4.2. Provinciaal beleid

Structuurvisie Zuid Holland vastgesteld 2 juli 2010

De provincie Zuid-Holland heeft ervoor gekozen één integrale ruimtelijke structuurvisie voor haar hele grondgebied op te stellen. Deze

structuurvisie bevat de ambities van provinciaal belang voor de periode tot 2020 met een doorkijk naar 2040.

Bundeling van verstedelijking

Het uitgangspunt voor de leef-, werk- en woonomgeving in 2020 is bundeling van verstedelijking. Dit is meer dan het concentreren van wonen in steden. Zuid-Holland richt zich op een betere relatie tussen infrastructuur en verstedelijking, het onderling afstemmen van de verschillende voorzieningen en intensivering van het stedelijk gebied, vooral in de invloedssfeer van hoogwaardig openbaar vervoer, zoals de Merwede-Lingelijn.

Intensief benutten, meervoudig ruimtegebruik, herstructurering &

transformatie

Zuid-Holland wil dat voor alle stedelijke ontwikkelingen het principe geldt:

eerst intensiveren van bestaand gebruik, vervolgens nagaan of door herstructureren de beschikbare ruimte in het bestaand bebouwd gebied beter benut kan worden en pas dan uitbreiden. Dit geldt ook buiten het stedelijk netwerk.

Bebouwingscontouren

De provincie kiest ervoor om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren. Hiermee worden investeringen in de gebouwde omgeving gebundeld, waardoor de kwaliteit van het bebouwde gebied behouden blijft en versterkt wordt. Alle kernen in de provincie zijn omgeven door bebouwingscontouren. Deze geven de grens van de

Het plangebied is op de functiekaart gelegen binnen het bestaand bebouwd gebied van Giessendam/ Neder-Hardinxveld met de nadere aanduiding ‘stads- en dorpsgebied met hoogwaardig openbaar vervoer’.

Hiermee is het voornemen tot de bouw van maatschappelijke functies en zorgwoningen passend binnen het provinciale beleidskader.

Verordening Ruimte Provincie Zuid Holland

Sinds de inwerkingtreding van de Wro beschikt de provincie over een nieuw instrument: de provinciale ruimtelijke verordening. Met deze verordening kan de provincie zijn provinciale belangen veilig stellen. Ze kunnen gemeenten verplichten hun bestemmingsplannen binnen een bepaalde periode aan te passen. Een verordening geeft niet alleen regels over de inhoud van het plan, maar ook over de toelichting of de

onderbouwing. Een verordening is met name geschikt om zaken te borgen die relevant zijn voor alle gemeenten of een bepaalde groep gemeenten en in eerste instantie vooral een werend of beperkend karakter hebben. De Verordening Ruimte Provincie Zuid-Holland is evenals de Structuurvisie Zuid-Holland vastgesteld op 2 juli 2010 en op onderdelen geactualiseerd op 23 februari 2011 en 29 februari 2012.

In artikel 2 lid 1 ‘Bebouwingscontouren’ is opgenomen dat er geen verstedelijking buiten de bebouwingscontouren mag plaatsvinden.

Bestemmingsplannen voor gronden buiten de bebouwingscontouren (zoals op de hiernaast afgebeelde kaart) sluiten bestemmingen uit die nieuwvestiging of uitbreiding van stedelijke functies, intensieve

recreatieve functies of bebouwing voor extensieve recreatieve functies mogelijk maken.

Het plangebied is gelegen binnen de bebouwingscontour van Giessendam/Neder-Hardinxveld zoals opgenomen op nevenstaande kaartuitsnede. Hiermee is het voornemen tot de bouw van

maatschappelijke functies en zorgwoningen passend binnen het provinciale beleidskader.

Uitsnede functiekaart 2020 met globale aanduiding plangebied (rode ster)

Uitsnede kaart 1:

Bebouwingscontouren behorende bij de provinciale verordening met globale aanduiding plangebied

4.3. Regionaal beleid

Regionale visie 2030

In 2030 vormt de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden een sterke regio, in zichzelf en in relatie met haar omgeving. Uitgangspunt is de leefbaarheid in de vele van elkaar verschillende kernen, klein en groot. De lokale gemeenschap wordt in staat gesteld zelf inhoud te geven aan die leefbaarheid; de overheid is faciliterend, benut de kracht van mens en landschap en geeft ruimte aan initiatieven. De overheid is zo

georganiseerd dat beleidsmatig gesproken kan worden van één Alblasserwaard-Vijfheerenlanden terwijl de uitvoering “kernachtig” is.

Dienstverlening is regionaal georganiseerd en wordt kleinschalig aangeboden.

De regio neemt deel aan, en speelt in op, de economische

ontwikkelingen: mondiaal, nationaal en meer specifiek in de Zuidvleugel.

In 2030 is de regio een kenniscentrum van duurzaamheid en innovatie op terrein van met name de agrarische, toeristische en maritieme sector. De regio geeft hiermee een antwoord op trends in de samenleving,

waaronder de wijzigingen in de bevolkingssamenstelling (o.a.

ontgroening en vergrijzing) en de veranderingen in de arbeidsmarkt.

Zorg en welzijn

In 2030 is leefbaarheid in de vele van elkaar verschillende kernen, klein en groot het uitgangspunt.

Dit houdt in dat:

 De regio randvoorwaarden gaat bieden voor de zorgconsument om binnen een netwerk van zorgverleners zijn of haar zorg te organiseren. Voor degene die niet zelf in staat zijn de zorg te organiseren biedt de overheid een vangnet. Met het oog op de toekomst zet de regio ook in op innovatie en nieuwe concepten voor wonen en leven.

 Iedereen mee kan doen in de samenleving. Mensen worden hierin gestimuleerd en gefaciliteerd.

 De intramurale (specialistische) zorg zich gaat concentreren op strategische plaatsen waardoor deze zorg op bereikbare afstand voor onze inwoners blijft.

 De dienstverlening regionaal wordt georganiseerd en kleinschalig

verband zijn en meer losse en nieuwe vormen gaan kennen.

Centrale voorzieningen worden waar mogelijk geconcentreerd.

Structuurvisie Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

De regio benoemt in haar structuurvisie een aantal strategische

beleidslijnen voor de ruimtelijke ontwikkeling van de regio. Voor de lange termijn zijn per thema een aantal hoofdlijnen van beleid geformuleerd.

Voor het thema ‘Wonen’ gelden de volgende speerpunten:

 zorg voor voldoende huisvesting van aan de regio gebonden inwoners, met een woningbouwprogramma waarmee in ieder geval 90% van de natuurlijke aanwas kan worden gehuisvest;

 extra aandacht geven aan geschikte huisvesting van speciale doelgroepen als ouderen en startende huishoudens;

 naast een forse regionale opgave voor herstructurering zal tijdig de capaciteit binnen de bebouwingscontouren worden benut;

daarbij is opstelling van een meerjarig gedifferentieerd woningbouwprogramma gewenst.

Voor het thema ‘Zorg’ gelden de volgende speerpunten:

 vernieuwing en versterking van de zorgfunctie in de meest brede zin voor met name ouderen, door intensieve samenwerking tussen alle betrokkenen;

 streven naar het totstandkomen van een levensloopbestendige regio waarbij voldoende ruimte is voor ouderen in

woonzorgzones en een adequate zorgsteunpuntenstructuur aanhakend op de kernenprofilering.

Voor Hardinxveld-Giessendam is het uitgangspunt dat inhoud kan worden gegeven aan de zogenaamde ‘knooppuntfunctie’. De aanwezigheid van het station, de ligging aan de rijksweg en de

Strategische visie lange termijn met globale aanduiding plangebied (rode ster)

aanwezigheid van fysieke ruimte ten zuiden van de Betuweroute bieden goede kansen. Er ligt een belangrijke opgave voor herstructurering en vernieuwing van het bestaand stedelijk gebied. onder andere

herstructurering en woningbouw op bedrijfslocatie Peulen-Oost, de locatie IJzergieterij en diverse kleinere locaties. Oplossing van de stedelijke waterproblematiek maakt onderdeel uit van deze opgave. De Regionale Structuurvisie houdt rekening met de volgende nieuwe stedelijke ontwikkelingen van formaat:

 locatie voor wonen en voorzieningen Giessendam-West;

 intensivering van bebouwing rondom station;

 bedrijventerrein met regionale functie ten noorden van het spoor en ontsloten op de A15.

De regio denkt bij de invulling van bebouwing rondom het station in Sliedrecht en Hardinxveld-Giessendam aan appartementen en (kleinschalige) kantoorontwikkelingen.

Regionale woonvisie

In de regionale woonvisie geven de deelnemende gemeenten aan waar ze met elkaar voor willen staan en gaan. Er is meer oog voor kwalitatieve veranderingen en er wordt meer gekeken naar het wonen in brede zin; de vergrijzing en vermaatschappelijking van de zorg. Dit tegen het licht van de veranderende vraag naar (aantallen) woningen.

Ouderen en mensen met een zorgvraag:

 In het kader van wonen met zorg voor ouderen en mensen met een zorgvraag is een gedifferentieerd woningaanbod nodig.

 Op basis van de gegevens en aanbevelingen bij de ontwikkeling van het Pact van Bleskensgraaf, is tot 2015 de volgende netto toename gewenst:

- beschermd wonen: 130 à 300 plus ombouw plaatsen verzorgingshuizen;

- verzorgd/beschut wonen: 1.100 à 1.750;

- toegankelijke en aangepaste woningen: 1.000 à 2.500

 De regio streeft ernaar om de nieuwbouw als

evensloopbestendige woningen te realiseren (keurmerk WoonKeur) en stimuleren dit ook actief in de marktsector.

 Om tot 2.500 bestaande huur- en koopwoningen in de regio op te plussen en geschikt te maken voor zorgleverantie aan huis - met voldoende accent op de kernen in middengebied en noordrand –

 De regio wil wonen met zorg zo mogelijk (wat betreft de woonvorm ‘verzorgd wonen’ bij voorkeur) koppelen aan

steunpunten en aan de beschikbaarheid van vervoer. De ambitie is om verzorgd en beschermd wonen in zoveel mogelijk kernen te krijgen.

 Uitwisselen van ervaringen en successen tussen gemeenten, corporaties en zorginstellingen bij het vormgeven van

steunpunten en woonzorgzones.

Op basis van de Woningbouwmonitor 2010 mag de gemeente

Hardinxveld-Giessendam nog 630 woningen toevoegen, gebaseerd op 4.500 regionaal. Regionaal zijn afspraken gemaakt om niet meer dan 3.500 woningen toe te voegen.

De realisatie van een gezondheidscentrum (‘AF-HOED’) met zorgappartementen voorziet de zorgfunctie binnen

Hardinxveld-Giessendam van een kwalitatieve impuls. De vestiging van een variëteit aan (para)medische voorzieningen ‘onder één dak’ leidt tot synergie en kruisbestuiving tussen gebruikers en biedt een toekomstvast zorgaanbod.

Dit alles op een centraal (binnenstedelijk) gelegen, goed bereikbare locatie tegenover het station (woonzorgzone).

In totaal wordt één particuliere woning gesloopt en worden 26

zorgappartementen toegevoegd. De doelgroep (toewijzing geschiedt via zorgpartijen) is ouderen vanaf 65 jaar of met een lichamelijke beperking.

De indicaties om voor een dergelijke zorgwoning in aanmerking te komen zijn AWBZ-indicatie en/of WMO-indicatie, leeftijd boven 65 jaar of jonger met een chronische ziekte of lichamelijke beperking met een AWBZ indicatie. De vorm is zelfstandig wonen met zorg die 24 uur per dag beschikbaar is. Met de fasering van verschillende projecten, waaronder De Blauwe Zoom, wordt de toevoeging van deze zorgwoningen mogelijk gemaakt. De ontwikkeling past binnen de regionale beleidskaders en afspraken.

4.4. Gemeentelijk beleid

Structuurvisie

Mits ook stevig wordt geïnvesteerd in de intensivering en herstructurering van het bestaande stedelijk gebied, laat het ruimtelijk kader een

bevolkingsontwikkeling - en een daaruit voortvloeiende

woningbouwbehoefte - toe met een bovengrens die bepaald wordt door de prognose op basis van migratiesaldo 0. Deze prognose laat een behoefte zien van ruim 1.064 woningen tot 2015 (1.697 woningen tot 2024). Door uitbreiding te combineren met herstructurering is in de structuurvisie getracht tegemoet te komen aan de wens zowel ‘kwaliteit van leven’ als ‘ruimtelijke kwaliteit’ te realiseren.

Programmatisch betekent dit dat de binding aan de gemeente/regio van de gewenste bevolkings- en leeftijdsgroepen door kwalitatief

hoogwaardige woningbouw gerealiseerd zal moeten worden. Dat betekent het bouwen van hoogwaardige, op individuele woonwensen geënte woningen, die passen bij het karakter van de omgeving waarin ze gerealiseerd worden.

Om woningen binnen de bestaande voorraad vrij te krijgen wordt

doorstroming bevorderd door strategische nieuwbouw (bijvoorbeeld voor ouderen).

Een deel van het bouwprogramma wordt ingezet in de bestaande voorraad ten behoeve van verdichting, vervanging, herstructurering, aanpassing, verbouw en renovatie. Hierdoor wordt een ruimtelijke context geschapen voor woonmilieus waarin een variëteit van leeftijds- en

bevolkingsgroepen zich thuis kan voelen. Deze kwalitatieve versterking van de woonmilieus draagt bij aan een evenwichtige leeftijdsopbouw, sociale infrastructuur en vitaliteit.

Het kwalitatieve bouwprogramma dient eveneens ruimte te geven voor mogelijkheden om te komen tot de gewenste modernisering van (met name) de ouderenzorg in de zin van extramuralisering, integratie, vermaatschappelijking en zelfstandigheidhandhaving.

In dit kader wordt voorgesteld voldoende levensloopbestendige woningen met bijbehorende welzijnsvoorzieningen en ruimte voor extramurale zorgvoorzieningen te implementeren. Deze woningen kunnen

beschikbaar komen door herstructurering van de bestaande voorraad of door nieuwbouw. Een deel van de woningbehoefte zal dan ook kwalitatief

Plankaart structuurvisie met globale aanduiding plangebied (rode cirkel)

Een belangrijke doelstelling is dus het bereiken van een hoge integrale kwaliteit. Meervoudig gebruik van de ruimte heeft het primaat in het denken over ontwikkeling: verschillende functies maken gebruik van dezelfde ruimte. Het gaat om een duurzaam ruimtelijk beleid waarin water, natuur, landbouw èn stedelijke ontwikkeling samengaan en duurzame voorwaarden bieden voor de bewoners van de gemeente. Een belangrijke opgave is de herstructurering en vernieuwing van het

bestaande stedelijk gebied. Het saneren van hinderlijke bedrijvigheid in de woonomgeving, de verbetering van de beeldkwaliteit, de typologische vernieuwing van woningen en het oplossen van problemen in het

bestaande stedelijk gebied. Het saneren van hinderlijke bedrijvigheid in de woonomgeving, de verbetering van de beeldkwaliteit, de typologische vernieuwing van woningen en het oplossen van problemen in het

In document GEMEENTE HARDINXVELD- GIESSENDAM (pagina 11-0)