• No results found

Hoofdstuk 6 Achilles en Hector

7.2 De verwoesting van een stad en de gruwelijkheden van de oorlog

De drie behandelde episoden gaan allemaal over de verwoesting van Troje en de uitroeiing van de ‘floris flos’ van het Trojaanse koningshuis. Zoals in H.3.3 gezegd, zagen de Atheners parallellen tussen de val van Troje en de (dreiging van de) inname van hun eigen stad door de Perzen. Vóór 499 was deze connectie er niet en nam men het heroïsche, mythische en gewelddadige verleden als onderwerp voor vaasschilderingen. Toen de Perzen eenmaal op weg naar Athene de Griekse steden innamen of aan zich verbonden en uiteindelijk Athene zelf innamen en verwoestten, lijkt de behoefte van vaasschilders en hun clientèle aan schilderingen van deze episoden afgenomen te zijn. De schilders die zich nog wel met deze episoden uit de val van Troje bezig hielden, creëerden originele schilderingen met meer focus op de slachtoffers (H.4.5.1, 5.6.1 en 6.5.1). Atheners zagen zichzelf, zeker na de inname van Athene, als slachtoffers die te vergelijken waren met de Trojanen en deze ervaringen werden in de vaasschilderingen weergegeven door een sterke focus op de slachtoffers van de val van Troje (H.3.3). Toch was er hoop: in de periode 499-479 figureert Athene prominent in het duel tussen Achilles en Hector, de Griekse winnaar is duidelijk superieur aan de Trojaanse verliezer (H.6.5.2) en door middel van het weergeven van heilige voorwerpen die de wraak van de goden voor de op de schildering begane misdaden aangeven wordt verwezen naar de hulp van de goden bij het nemen van gerechtvaardigde wraak op de agressor (H.1.1, H.4.5.4). De schilderingen van de moord op Priamus van de drie grote schilders uit de periode 499-479, Onesimos, de Kleophadesschilder en de Brygosschilder (resp. afb. 7b, 8a-b en 9a, H.4.3), zijn echter onderdeel van een groter geheel, waarin deze specifieke scène het toppunt van gruwelijkheid representeert. Daaraan gekoppeld zijn echter scènes die redding en vrede symboliseren, zoals bv. de redding van Antenor op de schildering van Onesimos en de vlucht van Aeneas op die van de Kleophradesschilder. Hiermee wilden zij hun afwijzing van geweld en een verlangen naar vrede laten blijken.

De populariteit van deze episoden is na 479 nog minder geworden. Zo neemt de frequentie van de schilderingen met de hinderlaag en achtervolging van Troilus door Achilles vanaf 499 significant af (H.5.6, tabel 2.1) en komt het schilderen van de lijksleep van Hector al vanaf 499 in het geheel niet meer voor (H.6.5.1, tabel 4). De Atheners hadden geen behoefte aan schilderingen van de moord op een jongen of het onteren van een lijk en richtten zich op vrede, hetgeen geïllustreerd kan worden met de vaasschilderingen van de Kleophradesschilder, de Brygosschilder en Onesimos, die een verhaal over oorlog en vrede vertellen (H.4.5.3). De Atheners wilden zich na de Perzische Oorlogen richten op een correcte lijkbezorging, waar de schilderingen van het loskopen van het lichaam van Hector, met een uiterst waardige en beheerste Priamus, in de periode 499-479 een uiting van zijn (H.6.5.3).

7.3 Pathos

Van psychologisering, zoals ik in mijn hypothese schreef, lijkt geen sprake te zijn. De vaasschilders kozen echter wel voor episoden uit de Trojaanse Oorlog die de Atheense ervaringen en wensen het beste weerspiegelden. Op de schilderingen van alle drie de episoden is in de periode 499-479 een sterke toename van pathos te zien, die vanaf 479 weer verdwijnt. Priamus, Astyanax, Troilus en Hector worden in 499-479 buitengewoon meelijwekkend weergeven (H.4.5.1, H.5.6.1, H.5.6.3 en H.6.5.1) door hen de beschouwer aan te laten kijken en, in het geval van Astyanax en Hector, kwetsbaar en relatief groot in verhouding tot de periodes vóór 499 en 479-445 te schilderen. Neoptolemus en Achilles worden daarentegen als woeste krijgers weergegeven (H.4.5.2 en H.5.6.3). Ook de toevoeging van bepaalde motieven, zoals de familie van Priamus op de schilderingen van de Kleophradesschilder en Onesimos (H.4.5.3) zorgt voor pathos.

54 De verklaring hiervoor is zeer vergelijkbaar als die in H.7.2. De Atheners kregen door hun ervaringen in de Perzische Oorlogen meer oog voor de ellende van de oorlog en vergeleken de val van Troje met die van Athene, waarbij zij zich identificeerden met de Trojanen en hun treurige lot in plaats van met de overwinnaar. Toen Athene weer tot bloei kwam en een dominante positie in de Griekse wereld kreeg, was er geen behoefte meer aan schilderingen met een dergelijk pathos. De Atheners merkten dat zij een superieure positie t.o.v. de andere poleis hadden en de Atheense vaasschilders richtten zich, in het kader van de wederopbouw, meer op het weergeven van alledaagse scènes uit hun eigen stad.

55

Bibliografie

I. Primaire bronnen

Aristoteles, The Athenian Constitution, the Eudemian Ethics, On Virtues and Vices, trans. ed. H. Rackham, Cambridge 1971

Aeschylus, Persae, ed. A.F. Garvie, Oxford 2009

Diodorus Siculus, Diodorus of Sicily in Ten Volumes, vol. IV, trans. ed. C.H. Oldfather, Cambridge 1946

Diodorus Siculus, Diodorus of Sicily in Ten Volumes, vol. V, trans. ed. C.H. Oldfather, Cambridge 1950

Euripides, Euripidis Fabulae, vol. II, ed. G. Murray, Oxford 1913 Herodotus, The Persian Wars, trans. A.D. Godley, Cambridge 1925 Herodotus, Historiae, ed. C. Hude, Oxford 1951

Homerus, Homeri Opera in five volumes, ed. D.B. Monro en T.W. Allen, Oxford 1920 Lycophron, Alexandra, in Callimachus and Lycophron, trans. ed. E. Capps, T.E. Page en

W.H.D. Rouse, Cambridge 1921

Pausanias, Description of Greece, vol. I: Books I-II, trans. W.H.S. Jones, Cambridge 1918 Plato, Platonis Opera vol. IV, ed. J. Burnet, Oxford 1962

Plutarchus, Lives, in eleven volumes, trans. B. Perrin, New York 1914-1926 Thucydides, Historiae, vol. I: libri I-II, ed. O. Luschnat, Leipzig 1954 West, M.L. (ed. trans.), Greek Epic Fragments, Cambridge 2003

II. Secundaire literatuur

Anderson, M.J., ‘Onesimos and the Interpretation of Ilioupersis Iconography’, in The Journal

of Hellenistic Studies 115 (1995), pp. 130-135

---, The Fall of Troy in Early Greek Poetry and Art, Oxford 1997 Beard, M., The Parthenon, Londen 2010

Beazley, J.D., Attic Black-figure Vase Painters, Oxford 1956 ---, Attic Red-figure Vase-painters, Oxford 1963

Blösch, H., Greek Vases from the Hirschmann Collection, Zürich 1982 Boardman, J., Athenian black figure vases: a handbook, Londen 1974

---, Athenian red figure vases, the archaic period: a handbook, Londen 1975 ---, ‘The Kleophrades Painter at Troy’, in Antike Kunst 19, no. 1 (1976), pp. 3-18 ---, The History of Greek Vases, Londen 2001

Boersma, J.S., Athenian Building Policy from 561/0 to 405/4 B.C., Groningen 1970

Bothmer, D. von, The Amasis Painter and his World: Vase-Painting in Sixth-Century Athens, Malibu 1985

Brunt, P.A., ‘The Hellenic League against Persia’, in Historia 2 (1953-1954), pp. 135-168 Burgess, J.S., ‘The Non-Homeric Cypria’, in Transactions of the American Philological

Association 126 (1996), pp. 77-99

---, ‘Performance and the Epic Cycle’, in The Classical Journal 100, no. 1 (2004), pp. 1-23

---, ‘The Hypertext of Astyanax’, in Trends in Classics 2 (2010), pp. 209-224

Burns, A., ‘Athenian Literacy in the Fifth Century B.C.’, in Journal of the History of Ideas 42, no. 3 (1981), pp. 371-387

Buitron-Olivier, D., Douris: a master paiunter of red-figure vases, Mainz am Rhein 1995

CAH: Lewis, D.M. et al. (ed.), The Cambridge Ancient History, vol.V: the fifth century B.C.,

Cambridge 1992

Carpenter, T.H., Art and Myth in Ancient Greece, Londen 1991

Cartledge, P., After Thermopylae: the Oath of Plataea and the End of the Greco-Persian

Wars, Oxford 2013

Castriota, D., Myth, Ethos, and Actuality: Official Art in Fifth-Century B.C. Athens, Madison 1992

56 Childs, W.A.P., ‘A New Representation of a City on an Attic Red-Figured Kylix’, in Greek

Vases in the J. Paul Getty Museum vol. 5, Malibu 1991, pp. 27-40

Else, G.F., ‘Greek Tragedy and the Political Process’, in Soundings: An Interdisciplinary

Journal 58 no. 1 (1975), pp. 39-53

Favorini, A., ‘History, Collective Memory and Aeschylus’ “The Persians” ’, in Theatre

Journal 55, no. 1 (2003), pp. 99-111

Ferrari, G., ‘The Ilioupersis in Athens’, in Harvard Studies in Classical Philology 100 (2000), pp. 119-150

---, ‘Myth and Genre on Athenian Vases’, in Classical Antiquity 22, no. 1 (2003), pp. 37- 54

Frontisi-Ducroux, F., ‘La mort en face’, in Metis. Anthropologie des mondes grecs anciens 1 no. 2 (1986), pp. 197-217

Frost, F.J., Plutarch’s ‘Themistocles’: a historical commentary, Princeton 1980 Gantz, T., Early Greek Myth: a guide to literary and artistic sources, Baltimore 1993 Gibert, J., ‘Apollo’s Sacrifice: The Limits of a Metaphor in Greek Tragedy’, in Harvard

Studies in Classical Philology 101 (2003), pp. 159-206

Gillis, D., ‘Marathon and the Alcmaeonids’, in Greek, Roman and Byzantine Studies 101 no. 2, (1969), p.133-145

Giuliani, L., Bild und Mythos: Geschichte der Bilderzählung in der griechischen Kunst, München 2003

Green, P., The Greco-Persian Wars, Berkeley 1996 ---, Diodorus Siculus, books 11-12.37.1, Austin 2006

Gurd, S., ‘Aeschylus terrorist’, in Journal of Human Rights 3, no. 1 (2004), pp. 99-114 Hall, J.M., A History of the Archaic Greek World, ca. 1200-479 BC, Malden 2007

Hargis, D., ‘The Rhapsode’, in Quarterly Journal of Speech 56, no. 4 (1970), pp. 388-397 Hemelrijk, J.M., ‘Review of Nikolaus Himmelmann-Wildschütz: Erzählungen und Figur in

der archaischen Kunst, etc.’, in Gnomon 42, bd. H.2 (1970), pp. 166-171

---, ‘Mythologie op Griekse vazen en reliëfs’, in De Bie, J. (ed.), Griekse mythologie en

Europese cultuur, Kapellen 1979, pp. 63-96

---, Makron en zijn makkers: vaasschilders in Athene 525-475 v.Chr., Wanneperveen 2009

---, Makron en zijn makkers 2: vaasschilders in Athene 525-475 v.Chr., Wanneperveen 2014

---, brief d.d. 22 juli 2015 n.a.v. vragen van de auteur (beide appendix 3), Wanneperveen 2015

Holladay, J., ‘Medism in Athens, 508-480 B.C.’, in Greece & Rome vol. 25 (1978), pp. 174- 191

Hornblower, S., A Commentary on Thucydices vol. I: books I-III, Oxford 1991 ---, The Greek World 479-323 BC, Londen 2002

van Hooff, A., Athene: het leven van de eerste democratie, Amsterdam 2011 How, W.W. en Wells, J., A commentary on Herodotus vol. II, Oxford 1928 Hupperts, Ch.A.M., Eros Dikaios dl. 1, Amsterdam 2000

Jameson, M.H., ‘Waiting for the Barbarian: New Light on the Persian Wars’, in Greece &

Rome 8 no. 1 (1961), pp. 5-18

de Jong, I.J.F., ‘ “Many tales go of that city’s fall”: het thema van de val van Troje in de Ilias’, in Lampas 42 (2009), pp. 279-298

---, Homer: Iliad book XXII, Cambridge 2012

Knittlmayer, B., Die Attische Aristokratie und ihre Helden, Heidelberg 1997 Kraft, K. ‘Bemerkungen zu den Perserkriegen’, in Hermes 92 (1964), pp. 144-171 Lazenby, J.F., The defence of Greece, 490-479 B.C., Warminster 1993

LIMC: Ackermann, H.C., et.al. (red.) Lexicon Iconographicum Mythologiae Classicae

57 Lowenstam, S., ‘Talking Vases: the Relationship between the Homeric Poems and Archaic

Representations of Epic Myth’, in Transactions of the American Philological

Association 127 (1997), pp. 21-76

LSJ: Liddell, H.G., Scott, R. en Jones, H.S., A Greek-English Lexicon, Oxford 1996

MacLeod, C.W., Homer: Iliad book XXIV, Cambridge 1982

Mangold, M., Kassandra in Athen: die Eroberung Trojas auf attischen Vasenbildern, Berlijn 2000

Marrou, H.-I., Histoire de l’éducation dans l’Antiquité: I. Le monde grec, Parijs 1948 Matheson, S.B., Polygnotos and vase painting in classical Athens, Madison 1995 Mattingly, J.B., The Athenian Empire Restored, Ann Arbor 1996

Michelakis, P., Achilles in Greek Tragedy, Cambridge 2002

Morgan, T.J., ‘Literate Education in Classical Athens’, in The Classical Quarterly 49, no. 1 (1999), pp. 46-61

Mota, C., ‘Sur les Répresentations de la Mort de Troïlos et de la Mort d’Astyanax', in Revue

Archéologique 6, no. 50 (1957), pp. 25-44

Neer, R.T., Style And Politics in Athenian Vase-Painting, Cambridge 2002

Oakley, J.H., ‘Greek Vase Painting’, in American Journal of Archaeology 113, no. 4 (2009), pp. 599-627

Ober, J., Mass and elite in democratic Athens: rhetoric, ideology and the power of the people, Princeton 1989

O’Neill, E., ‘Note on Phrynichus’ Phoenissae and Aeschylus’ Persae’, in Classical Philology 37, no. 4 (1942), pp. 425-427

Osborne, R., Greece in the making, 1200-479 BC, New York 1996 Pollitt, J.J., Art and Experience in Classical Greece, Cambridge 1972 Pottier, E., Douris et les peintres de vases grecs, Parijs 1905

Pritchard, D.M., ‘Sport, War and Democracy in Classical Athens’, in The International

Journal of the History of Sport 26 no. 2 (2009), pp. 213-245

Raduloviç, I., ‘Citizenship in Ancient Greece – Athens and Sparta: Terms and Sources’, in

Citizenship in historical perspective, edd. Ellis, S.G., Hálfdanarson, G., en Isaacs,

A.K., Pisa 2006, pp. 25-33

Richardson, N., The Iliad: a commentary vol. VI, books 21-24, Cambridge 1985

Rhodes, P.J., ‘The Impact of the Persian Wars on Classical Greece’, in Cultural responses to

the Persian Wars: antiquity to the third millennium, edd. Bridges, E. Hall, P. en

Rhodes, P.J., Oxford 2007, pp. 31-46

---, ‘Ancient Athens: Democracy and Empire’, in European Review of History /

Revue européenne d’histoire 16, no. 2 (2009), pp. 201-215

Robb, K., Literacy and Paideia in Ancient Greece, Oxford 1994

Robertson, M., ‘Troilus and Polyxene: Notes on a Changing Legend’, in Desœudres, J.-P. (ed.), ΕΥΜΟΥΣΙΑ: Ceramic and Iconographic Studies in Honour of Alexander

Cambitoglou, Sydney 1990, pp. 63-70

---, The art of vase painting in classical Athens, Cambridge 1992

Roscher, W.H. (ed.), Ausführliches Lexikon der griechischen und römischen Mythologie bd. I-VI, Leipzig 1937

Samons, L.J. (ed.), The Cambridge Companion to the Age of Pericles, Cambridge 2007 Scaife, R., ‘The Kypria and Its Early Reception’, in Classical Antiquity 14, no. 1 (1995), pp.

164-192

Schefold, K., Götter- und Heldensagen der Griechen in der spätarchaischen Kunst, München 1978

---, Die Sagen von den Argonauten, von Theben und Troja, München 1989 Scott, L. Historical Commentary on Herodotus book 6, Leiden 2005

Scullion, S., Tragic Dates, in Classical Quarterly 52, no. 1 (2002), pp. 81-101

Séchan, L., Études sur la tragédie grecque dans ses rapports avec la céramique, Parijs 1926 Shapiro, H.A., ‘Courtship Scenes in Attic Vase-Painting’, in American Journal of

Archaeology 85 no. 2 (1981), pp. 133-143

58 Shoe Meritt, L., ‘The Stoa Poikile’, in Hesperia: The Journal of the American School of

Classical Studies at Athens 39, no. 4 (1970), pp. 233-264

Sider, D., ‘Greek verse on a vase by Douris’, in Hesperia: the Journal of the American School

of Classical Studies at Athens 79, no. 4 (2010), pp. 541-554

Sinclair, R.K., Democracy and participation in Athens, Cambridge 1988 Small, J.P., The Parallel Worlds of Classical Art and Text, Cambridge 2003

Smith, R.R.R., en Hallett, C.H., ‘Troilus and Achilles: A Monumental Statue Group from Aphrodisias’, in Journal of Roman Studies 105 (2015), pp. 124-182

Sommerstein, A.H. (trans. ed.), Aeschylus, fragments, Cambridge 2008

Sparkes, B.A., ‘Potters, Painters, And Clients’, in New Surveys in the Classics 40 (2010), pp. 95-123

Stadter, P.A., A Commentary on Plutarch’s Pericles, Chapel Hill 1989

Stähler, K.P., Grab und Psyche des Patroklos: eind schwarzfiguriges Vasenbild, Münster 1972 Stissi, V.V. Pottery to the people, Amsterdam 2002

West, M.L., ‘Simonides Redivivus’, in Zeitschrift für Papyrologie und Epigraphik 98 (1993), p.1-14

Wiencke, M.I., ‘An Epic Theme in Greek Art’, in American Journal of Archaeology 58, no. 4 (1954), pp. 285-306

Willcock, M.M., The Iliad of Homer: books XIII-XXIV, Londen 1984

Woodbury, L., ‘Neoptolemus at Delphi: Pindar, “Nem.” 7.30 ff.’, in Phoenix 33, no.2 (1979), pp. 95-133

Woodford, S., The Trojan War in Ancient Art, Londen 1993 ---, Images of Myths in Classical Antiquity, Cambridge 2003

59

Appendix 1: tabellen 1-5

zonder Astyanax met Astyanax Tot.

Voor 499 ZF: Priamus 87-93 RF: Priamus 94 8 exemplaren ZF: Priamus 115-119 RF: Priamus 120, 121, 123 8 exemplaren 16 499-479 - 0 exemplaren RF: Priamus 122, 124, 125 3 exemplaren 3 479-445 RF: Priamus 95, 96 2 exemplaren RF: Priamus 126-130 5 exemplaren 7 Na 445 RF: Priamus 97 1 exemplaar - 0 exemplaren 1 Tot. 11 16 27

Tabel 1: overgeleverde vaasschilderingen van de dood van Priamus, zonder en met Astyanax, per periode verdeeld. ZF: zwartfigurig; RF: roodfigurig.

Hinderlaag, zonder Polyxena Hinderlaag, met Polyxena Achtervolging, zonder Polyxena Achtervolging, met Polyxena Tot. Voor 499 ZF: Achilles 240 1 exemplaar ZF: Achilles 214, 216, 218, 223-227, 230, 232,352 234, 236, 238, 239, 241- 243, 247, 248 19 exemplaren ZF: Achilles 282, 302, 304, 305, 314, 315, 324-327 10 exemplaren ZF: Achilles 283, 285-298, 300, 301, 303, 306-308,352 309- 313, 316, 317, 319- 323, 329 RF: Achilles 342 35 exemplaren 65 499-479 - 0 exemplaren ZF: Achilles 208 1 exemplaar ZF: Achilles 284 1 exemplaar ZF: Achilles 299, 318, 328, Troilus 10 RF: Achilles 341,352 344 6 exemplaren 8 479-445 - 0 exemplaren - 0 exemplaren RF: Achilles 338, 339, 343, 346 4 exemplaren RF: Achilles 337,352 345, 347, 348 4 exemplaren 8 Na 445 - 0 exemplaren - 0 exemplaren - 0 exemplaren - 0 exemplaren 0 Tot. 1 20 15 45 81

Tabel 2.1: overgeleverde vaasschilderingen van Achilles en Troilus, met en zonder Polyxena, met Achilles in hinderlaag of achtervolgend, per periode verdeeld. ZF: zwartfigurig; RF: roodfigurig.

352 Achilles is niet op deze vaasschildering afgebeeld, maar de andere motieven (bv. twee paarden, een jonge

60

Moord op Troilus en gevecht om lichaam, zonder Polyxena

Moord op Troilus en gevecht om lichaam, met Polyxena

Tot.

Voor 499 ZF: Achilles 359, 359a, 360, 362-364, 382 RF: Achilles 369 8 exemplaren - 0 exemplaren 8 499-479 ZF: Achilles 361 RF: Achilles 368, 370 3 exemplaren - 0 exemplaren 3 479-445 RF: Achilles 367 1 exemplaar - 0 exemplaren 1 Na 445 - 0 exemplaren - 0 exemplaren 0 Tot. 12 0 12

Totaal aantal vaasschilderingen 93

Tabel 2.2: overgeleverde vaasschilderingen van Achilles en Troilus, met en zonder Polyxena, met Achilles Troilus vermoordend en met Trojanen in gevecht om het lichaam van Troilus, per periode verdeeld. ZF: zwartfigurig; RF: roodfigurig.

hydriai lekythoi overig Tot.

Voor 499 24 9 40 73

499-479 1 6 4 11

479-445 1 1 7 9

Na 445 0 0 0 0

Tot. 26 16 51 93

61

duel met Hector Achilles sleept Hector loskoping door Priamus Tot.

Voor 499 ZF: Achilles 559, 563 RF: Achilles 567 3 exemplaren ZF: Achilles 585-600 16 exemplaren ZF: Achilles 643-646, 648-650 RF: Achilles 655, 656 9 exemplaren 28 499-479 ZF: Achilles 561 RF: Achilles 564- 566, 568-570 Hector 60, 61 9 exemplaren - 0 exemplaren ZF: Achilles 652 RF: Achilles 654, 657- 659, 661 6 exemplaren 15 479-445 ZF: Hector 62 1 exemplaar - 0 exemplaren 0 exemplaren 1 Na 445 - 0 exemplaren - 0 exemplaren - 0 exemplaren 0 Tot. 13 16 15 44

Tabel 4: overgeleverde vaasschilderingen van Achilles en Hector, de laatste achtervolgd en in duel, dan wel voortgesleept, of losgekocht door Priamus, per periode verdeeld. ZF: zwartfigurig; RF: roodfigurig.

Neoptolemus en Priamus Achilles en Troilus Achilles en Hector Tot.

Voor 499 16 73 28 117

499-479 3 11 15 29

479-445 7 9 1 17

Na 445 1 0 0 1

Tot. 27 93 44 164

62

Appendix 2: afbeeldingen

NB: de notering van de vazen is als volgt: afb. [nr.], [plaats], [museum] [inventarisnr.], [vaasschilder],

[datering], ([trefwoord en nr. in de LIMC])353

NB2: alle afbeeldingen zijn afkomstig uit The Beazley Archive op de website van de Oxford

University (www.beazley.ox.ac.uk), de Art & Archeology Artifact Browser van de Perseus Digital Library (http://www.perseus.tufts.edu/hopper/artifactBrowser?object=Vase) of uit het privé-archief van de auteur, tenzij anders vermeld.

Afbeelding 1: diverse vaasvormen en hun namen354

Afbeelding 2: Parijs, Louvre G117, Douris, ca. 490 (ARV 433.62)

353 Afb. 2 en 77, alsmede de afbeelding op het voorblad, zijn niet in de LIMC te vinden. Hiervoor heb ik de

notering zoals in Beazley 1963 (ARV) en Beazley 1956 (ABV) gebruikt.

354

63

Afbeelding 3: Berlijn, Staatliche Museen F3996, zgn. Drie-Lijngroep, ca. 520 (Priamus 88)

64

Afbeelding 5: Cincinnati, Art Museum 1951.1, Schommelschilder, ca. 530 (Busiris 10)

Afbeelding 6a: New York, Metropolitan Museum of Arts 06.1021.99, Nikoxenosschilder, ca. 500, kant A (Priamus 94)

65

Afbeelding 6b: idem, kant B

()

66

Afbeelding 7b: idem, gehele kylix met omringende episoden

67

Afbeelding 8b: idem, kant B

68

Afbeelding 8d: idem, detail kant A

Afbeelding 9a: Napels, Museo Archeologico Nazionale di Napoli 2422, Kleophradesschilder, ca. 480 (Priamus 125)

69

Afbeelding 9b: idem, detail

70

Afbeelding 11: Rome, Villa Giulia 3578, Tyszkiewicz-schilder, 475-450 (Priamus 127)

Afbeelding 12: Florence, Museo Archeologico Etrusco 73140, anonieme vroege Maniërist, 475-450 (Priamus 128)

71

Afbeelding 13: Bologna, Museo Civico Archeologico 268, Niobidenschilder, 470-460 (Priamus 129)

72

Afbeelding 15: Boston, Museum of Fine Arts 1959.178, Altamuraschilder, ca. 465 (Priamus 130)

73

Afbeelding 17: Parijs, Louvre G152 (tondo), Brygosschilder, 490-480 (Briseis 52)

74

Afbeelding 19: Berlijn, F1694 (verloren), Edinburghschilder, ca. 530 (Achilles 214)

75

Afbeelding 21: Parijs, Louvre G18, Oltos, 520-510 (Achilles 369)

76

Afbeelding 23: München, Museum antiker Kleinkunst 1426, Timiadesschilder, ca. 570 (Achilles 364)

77

Afb. 25a: Athene, Εθνικό Αρχαιολογικό Μουσείο 12481, Haimonschilder, ca. 490, kant A (Achilles 208)

78

Afbeelding 26: Athene, Agoramuseum P7826, Haimonschilder, ca. 490 (Achilles 284)

79

Afbeelding 27b: idem, kant B

Afbeelding 28: Palermo, privé-collectie (Collisani) 172, Leagrosgroep, begin 5e eeuw (Troilus 10)355

355

80

Afbeelding 29: Parijs, Cabinet des Médailles 330, anoniem, 500-490 (Achilles 318)

81

82

83

Afbeelding 33: Kopenhagen, Nationaal Museum B97, anoniem, 500-490 (Achilles 361)

Afbeelding 34: Vaticaanstad, Museo Gregoriano Etrusco Vaticano 16557, Hectorschilder, 450-440 (Achilles 347)

84

Afbeelding 35: Madrid, Museo Arquelógico Nacional 11101, Alkimachosschilder, 470-460 (Achilles 367)

85

Afbeelding 37: Parijs, Louvre G231, Schilder van Louvre G231, ca. 470 (Achilles 345)

86

Afbeelding 39: Palermo, privécollectie (Mormino) 674, Nikonschilder, 470-460 (Achilles 343)

87

Afbeelding 41: Athene, Nationaal Museum 11050, anoniem, ca. 500 (Priamus 119)

88

Afbeelding 43: Parijs, Louvre CA 6113, C-Schilder, 570-560 (Achilles 310)

89

Afbeelding 45: Windsor Castle 435, Schilder van Cambridge 51, ca. 520 (Achilles 563)

90

Afbeelding 47: New York, MMA 25.70.2, Diosphosschilder, ca. 500 (Achilles 598)

Afbeelding 48: Berlijn, Staatliche Museen F1867, Leagrosgroep, ca. 510 (Achilles 585)

91

Afbeelding 49: Delos, Αρχαιολογικό Μουσείο B6137 546, Leagrosgroep, ca. 510 (Achilles 588)

Afbeelding 50a-b: Krakau, Museum Czartoryski 1245, Leagrosgroep, ca. 510 (Achilles 590)

92

Afbeelding 51a-b: Londen, BM B543, Gelaschilder, ca. 510 (Achilles 594)

93

Afbeelding 53: Cambridge, Fitzwilliam Museum, Leagrosgroep, ca. 510 (Achilles 587)

94

Afbeelding 55: Boston, MFA 63.473, Leagrosgroep, ca. 510 (Achilles 586)

95

Afbeelding 57: Cambridge, Fogg Art Museum 1972, anoniem (kring van Euthymides), ca. 510 (Achilles 655)

96

Afbeelding 59: Würzburg, Wagnermuseum ZA63, Goluchowschilder, 500-490 (Hector 60)

Afbeelding 60a: Londen, British Museum E468, Berlijnschilder, ca. 490, kant A (Achilles 565)

97

Afbeelding 61: München, Museum antiker Kleinkunst 2406, Berlijnschilder, ca. 490 (Achilles 566)

98

Afbeelding 62b: idem, kant B

Afbeelding 63a: Vaticaanstad, Museo Gregoriano Etrusco Vaticano (voorm. privé-verzameling Astarita 131), Douris, ca. 490, fragment 1 (Achilles 569)

99

Afbeelding 64: Vaticaanstad, Museo Gregoriano Etrusco Vaticano H545, volgens Douris, ca. 480 (Achilles 570)

Afbeelding 65: Vaticaanstad, Museo Gregoriano Etrusco Vaticano H502, Eucharidesschilder, 500-490 (Achilles 568)

100

Afbeelding 66a: onbekend, Berlijnschilder, ca. 480, kant A (Hector 61)356

Afbeelding 66b: idem, kant B

356 Deze amfoor is in 2010 bij veilinghuis Christie’s verkocht aan een anonieme koper.

http://www.christies.com/lotfinder/ancient-art-antiquities/an-attic-red-figured-neck-amphora-attributed-to-the- 5321788-details.aspx. Bron afbeeldingen: scan uit Blösch 1982, pp. 60-61

101

Afbeelding 67: Athene, Kerameikos 1977a-g, Kleophradesschilder, ca. 490 (Achilles 654)

102

Afbeelding 69: onbekend (kunsthandel Rome), Sapphoschilder, ca. 490 (Achilles 652)357

Afbeelding 70: Parijs, Louvre G153, Makron, ca. 480 (Achilles 658)

357

103

Afbeelding 71: Wenen, Kunsthistorisches Museum 3710, Brygosschilder, ca. 490 (Achilles 659)

Afbeelding 72a: Zwitserland, locatie onbekend, privé-bezit, Schilder van de 14e Brygosschaal, ca. 490, kant A (Achilles 661)

104

Afbeelding 72b: idem, kant B

105

Afbeelding 73: Barcelona, Museo d’Arqueología de Catalunya 589, Providenceschilder, 475-465 (Hector 62)