• No results found

Hoofdstuk 6 Achilles en Hector

6.2 Achilles en Hector, vóór

6.5.1 Spanning, pathos en vervreemding

Net als in H.4 en 5 speelt pathos een grote rol op vaasschilderingen van deze episode, vooral in de periode 499-445. Mogelijk is dit mede te verklaren door de tragedies die door Aeschylus over deze episode zijn geschreven.338 De keuze voor een bepaalde scène uit de episode speelt, net als bij de episode van Neoptolemus en Priamus en die van Achilles en Troilus een grote rol in het creëren van pathos. De schilderingen uit categorie 1 zijn in de periode 499-479 zeer verschillend van die van vóór 499. In de schilderingen in de 6e eeuw worden Achilles en Hector vrijwel altijd als gelijkwaardige strijders afgebeeld. Hun poses zijn vrijwel identiek: Hector staat, net als Achilles, op twee benen en lijkt net zo strijdvaardig als Achilles. In de periode 499-479 echter wordt Hector zonder uitzondering als verslagen krijger afgebeeld: hij rent weg van Achilles (afb. 62a) of valt naar achteren.

Opvallend genoeg kiezen de schilders in de periode 499-479 niet voor schilderingen uit categorie 2, waarbij toch legio mogelijkheden voor het bewerkstelligen van pathos zijn. Deze scène was tijdens de Perzische Oorlogen kennelijk minder geliefd vanwege zijn gewelddadige karakter en, belangrijker, het feit dat er zeer respectloos wordt omgegaan met een lijk (zie H.6.1).

Ook de schilderingen uit categorie 3 lenen zich bij uitstek voor het creëren van spanning en pathos. Al in de 6e eeuw beperken de vaasschilders zich tot de essentiële elementen uit de Ilias. Zij laten de twee Myrmidonen die als aanwezigen bij de maaltijd genoemd worden weg en incorporeren het belangrijkste element, het lichaam van Hector, prominent in hun schilderingen door het onder het aanligbed van Achilles te schilderen.339 Volgens de Ilias ligt het lichaam van Hector buiten de tent bij de grafheuvel van Patroclus. Giuliani ziet hierin een teken van barbarij, waarbij Achilles Hector niet meer als mens ziet maar zelf als een beest handelt.340 Ik denk dat dit niet klopt, maar ben van mening dat de vaasschilders extra pathos wilden creëren door het onderwerp van de scène, namelijk het lichaam van Hector dat losgekocht moet worden, toe te voegen: ook helpt het met het identificeren van de scène. Het feit dat bij symposiumscènes meestal een hond wordt afgebeeld op de plaats waar Hector nu ligt, bijvoorbeeld op een schildering van een schilder uit de Klasse van Vaticaan G49 uit 525-475 (afb. 77), is een mooie bijkomstigheid:341 honden aten bij symposia de restjes eten op, maar op deze schilderingen is dit voer voor honden vervangen door het lichaam van Hector. Dit doet natuurlijk denken aan de woorden van Achilles na het duel342 en zelfs aan de woorden van Priamus343 bij de aanvang van het duel met Hector, waarin zij allebei verwijzen naar de verliezer als ‘voor honden en vogels’.

337 Zie voor een uitwerking van deze vermenging van mythe en realiteit Ferrari 2003, p. 40. 338

Séchan 1926, pp. 114-120

339 De vaasschilders kunnen deze keuze ook simpelweg gebaseerd hebben op de beperkte schilderruimte. 340 Giuliani 2003, p. 176, pp. 179-182. Het mes dat Achilles in zijn hand heeft is volgens Giuliani een vreemd

element bij een dinerscène, aangezien het vlees al van tevoren gesneden is. Het is meer een instrument dat bij offers wordt gebruikt (zie ook H.4.3 en afb. 9b). Een dergelijk psychologisering klinkt aannemelijk, maar ik ben van mening dat de verklaring voor het mes van praktische aard is: het vlees is nog niet in hapklare porties gesneden.

341 Giuliani 2003, p. 182 342 Hom. Il X 335-336, 354 343

49 De vaasschilders uit de periode 499-479 bewerkstelligen spanning en pathos op verschillende manieren. Een manier is de keuze voor het moment in de scène. In de 6e eeuw schilderen de vaasschilders allemaal een zich richting Achilles haastende Priamus, terwijl hij zijn handen uitstrekt. In de periode 499-479 experimenteren de schilders met het creëren van spanning in hun schilderingen. Op de schildering van de Brygosschilder (afb. 71) is dit m.i. het beste gelukt. Hij schildert het moment waarop Priamus al in de tent is, maar Achilles hem nog niet heeft opgemerkt. Priamus ziet kennelijk ook het lichaam van Hector niet, of negeert het, en wacht af tot Achilles hem opmerkt. Hemelrijk noemt dit echter een synoptische weergave, zonder logisch tijdsverloop.344 In deze ben ik het niet eens met Hemelrijk, aangezien ik van mening ben dat de Brygosschilder goed in staat was om dergelijke spanningsverhogende mogelijkheden in een schildering te onderkennen en te benutten. Zie ter vergelijking de kylix van dezelfde schilder die in H.4.3 besproken is (afb. 8a): op deze schildering wordt de brute moord op Priamus vlak naast het wegvoeren van Polyxena, die naar Priamus omkijkt, geschilderd. Naast pathos levert dit spanning op, aangezien de toeschouwer van beide Trojanen het lot al kent.

Er zijn geen vaasschilderingen bekend waarop het meest dramatische moment uit de loskoping van Hectors lichaam staat afgebeeld, het moment waarop Priamus de handen van Achilles kust. In later tijden wordt deze scène wel afgebeeld.345 Ik denk dat de verklaring de volgende is: hoewel deze scène een krachtig beeld oplevert, was het afbeelden ervan ongebruikelijk in de vaasschilderkunst. Een verklaring hiervoor is dat vaasschilders het dramatische moment van het allereerste begin van de confrontatie tussen Achilles en Priamus wilden schilderen, maar het is ook goed mogelijk dat het beeld van een slachtoffer dat zich zó vernedert voor Grieken van de 5e eeuw te ver ging.

Extra pathos wordt bereikt door Hector wél met bloedige wonden af te beelden, in tegenstelling tot wat de Ilias vertelt, namelijk dat Afrodite en Apollo zijn lichaam tegen verwonding beschermen na zijn dood. Wellicht is dit afkomstig uit conventies binnen de vaasschilderkunst: op een meesterwerk van Euphronios, te dateren tussen 550 en 500, waarop Slaap en Dood de gevallen Trojaanse held Sarpedon wegdragen (afb. 76), zijn bloedende wonden in overvloed op het lichaam van Sarpedon geschilderd. De schildering van de anonieme schildering uit de kring van Euthymides (afb. 57) staan ook bloedende wonden, maar in de periode 499-479 kiest alleen de Brygosschilder ervoor om ook bloedende wonden te schilderen. Dit vergroot de spanning in de schildering en creëert, zeker in combinatie met de grote hoeveelheid rood vlees op de bijzettafel, het beeld van een nietsontziende Achilles.346

In de periode 499-479 hebben de vaasschilders, zoals in H.2.2 beschreven, waarschijnlijk meegevochten in de oorlogen: zij hebben de bloederige werkelijkheid van de strijd van dichtbij meegemaakt. Ik acht het waarschijnlijk dat zij de gevolgen van de strijd in hun vaasschilderingen hebben verwerkt, zoals de Brygosschilder dat heeft gedaan (afb. 71), maar dat er na 479 geen behoefte meer was aan de weergave van deze episode omdat de vaasschilders en hun opdrachtgevers genoeg hadden van geweld.

344

Hemelrijk 2009, p. 156

345 Bijvoorbeeld op een zilveren skyphos uit de Augusteïsche periode (afb. 74) en in moderne tijden, zoals het

reliëf van Bertel Thorvaldsen (afb. 75).

346 Giuliani 2003, p. 178. Het vlees komt, in vrijwel exact dezelfde vorm, ook voor op symposiumscènes

50