• No results found

Verschillen tussen scripts, geslacht verkoper en geslacht kind Tabel 21 geeft een overzicht van de verschillen die er waren tussen de drie

Kijkwijzer en PEG

7 Adviesfunctie verkopers

7.2.2 Verschillen tussen scripts, geslacht verkoper en geslacht kind Tabel 21 geeft een overzicht van de verschillen die er waren tussen de drie

scripts die in dit onderzoek zijn gebruikt. De getallen vertegenwoordigen het uiteindelijke advies dat de verkopers gaven (dus nadat de ouder bij verkopers die aanvankelijk geen antwoord gaven, nogmaals hadden aan- gedrongen op een uitspraak). De hiermee corresponderende antwoord- schema’s zijn opgenomen in bijlage 11.

118Horen, zien en verkrijgen

Tabel 21 Beantwoording hoofdvraag per script (in %)

Script

Antwoord hoofdvraag

(mag kind game/dvd/film spelen/kijken?)

Ja Nee Geen uitspraak Zelf uitzoeken

11 jaar – classificatie 12 jaar 50 24 4 22

11 jaar – classificatie 16 jaar 18 59 0 24

15 jaar – classificatie 16 jaar 38 21 2 40

Uit de tabel blijkt dat de verkopers anders omgingen met het script waarin de afstand tussen de leeftijd van het kind en de leeftijdsclassificatie het grootst was. Dit resultaat is in lijn met de resultaten van de mysterybezoe- ken (hoofdstuk 5). Alleen in het script met een 11-jarig kind en een dvd of game met de classificatie 16 jaar volgde de meerderheid van de verkopers de Kijkwijzer- of PEGI-classificatie. Een Kruskal-Wallis test wijst uit dat het gaat om een significant verschil tussen de drie scripts: in het script met een 11-jarig kind en een dvd of game met classificatie 16 jaar waren de verkopers significant strenger dan in de overige twee scripts (p<0,001). Overigens is het ook hier opvallend dat zelfs in dit extreme script nog steeds 18% van de verkopers een positief advies gaf. In het script met de 15-jarige jongere waren er relatief veel verkopers die vonden dat de ouders maar zelf moesten beslissen.

In tabel 22 wordt een beeld gegeven van de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke verkopers bij het beantwoorden van de vraag. Ook hier is weer uitgegaan van de uiteindelijke adviezen die ze gaven.

Tabel 22 Beantwoording hoofdvraag naar geslacht verkoper (in %)

Geslacht verkoper

Antwoord hoofdvraag

(mag kind game/dvd/film spelen/kijken?)

Ja Nee Geen uitspraak Zelf uitzoeken

Man 44 31 0 25

Vrouw 27 38 4 31

Met behulp van een Mann-Whitney U test is nagegaan of er verschillen waren tussen mannelijke en vrouwelijke verkopers in hun beantwoording van de adviesvraag. Er lijkt weliswaar sprake te zijn van een tendens dat mannelijke verkopers minder streng adviseerden dan vrouwelijke verko- pers, maar dit verschil was niet significant (p<0,10).

Tot slot is nagegaan of het geslacht van het kind waarop de vraag betrek- king had, van invloed was op het advies van de verkoper. De resultaten van deze analyse staan in tabel 23.

119

Adviesfunctie verkopers

Tabel 23 Beantwoording hoofdvraag naar geslacht kind (in %)

Geslacht kind Antwoord hoofdvraag

(mag kind game/dvd/film spelen/kijken?)

Ja Nee Geen uitspraak Zelf uitzoeken

Jongen 38 33 3 26

Meisje 32 37 1 30

Uit deze tabel blijkt dat er geen grote verschillen waren tussen de adviezen voor een zoon en de adviezen voor een dochter. Uit een Mann-Whitney U test blijkt dan ook dat de verschillen niet significant zijn.

7.3 Conclusies

De resultaten van de mysterycalls bevestigen in grote lijnen de bevin- dingen in de eerder beschreven mysterybezoeken (zie hoofdstuk 5). De systemen Kijkwijzer en PEGI lijken, ook wanneer het gaat om het advi- seren van ouders, voor verkopers weinig gewicht in de schaal te leggen. Slechts 35% van de telefoongesprekken eindigde in een advies conform de Kijkwijzer- of PEGI-classificaties. Van deze negatieve adviezen werd slechts iets meer dan de helft expliciet gebaseerd op de Kijkwijzer- of PEGI-leeftijdsclassificaties. In de andere gevallen werd het advies gegeven op grond van andere overwegingen. Wel blijkt dat de verkopers anders omgingen met de situatie waarin de afstand tussen de leeftijd van het kind en de leeftijdsclassificatie het grootst was. Alleen in het script met een 11-jarig kind en een dvd of game met de classificatie 16 jaar volgde de meerderheid van de verkopers de Kijkwijzer- of PEGI-classificatie.

Deze resultaten zijn opmerkelijk omdat de drempel om de Kijkwijzer- of PEGI-classificaties te volgen in dit onderzoek om twee redenen aanmer- kelijk lager was dan in het mysteryshoponderzoek. Ten eerste werden de verkopers hier niet geconfronteerd met een jongere die zelf een dvd of game wilde kopen (en daarmee de verkoper wilde aanzetten tot het over- treden van de leeftijdsclassificaties), maar met een bezorgde ouder die in principe niet onwelwillend tegenover de Kijkwijzer- of PEGI-classificaties stond. Deze classificaties waren immers de aanleiding voor het telefoon- tje en bovendien werden de verkopers in dit onderzoek, in tegenstelling tot bij de mysterybezoeken, door de vraag van de ouders gewezen op de Kijkwijzer- of PEGI-classificatie. Ook in deze situatie bleken verkopers niet geneigd om veel aandacht te schenken aan de Kijkwijzer- of PEGI-classifi- caties. Ten tweede zou naleving van de leeftijdsgrenzen van Kijkwijzer en PEGI bij de advisering aan ouders niet tot een directe inkomstenderving leiden.

In de overwegingen van verkopers lijken de eigen kennis over de inhoud met films en games zeker zo belangrijk als de leeftijdsclassificaties van

120Horen, zien en verkrijgen

Kijkwijzer en PEGI. Ook gaan verkopers vaak uit van de eigen verantwoor- delijkheid van ouders, zelfs als die ouders hun om hulp vragen. Ze veron- derstellen daarmee dat de richtlijnen van Kijkwijzer en PEGI te rigide zijn en dat de eindverantwoordelijkheid voor blootstelling bij de ouders blijft liggen. Feitelijk gaan ze hier voorbij aan hun maatschappelijke verant- woordelijkheid daar waar ouders die verantwoordelijkheid niet (kunnen of willen) nemen.

In een beperkt aantal gevallen bleken de verkopers niet goed op de hoogte van de betekenis van de leeftijdsclassificaties van Kijkwijzer of PEGI. Ze zagen de leeftijdsclassificaties bijvoorbeeld meer als classificatie van de moeilijkheid dan als classificatie van schadelijke inhouden. Zowel voor films als voor games is die veronderstelling onjuist.

8 Kennis van en draagvlak voor