• No results found

Doelen, doelgroepen en normadressaten, rol van de branches Onderzoek naar het functioneren van een co-reguleringssysteem vereist

Kijkwijzer en PEG

4.1.1 Doelen, doelgroepen en normadressaten, rol van de branches Onderzoek naar het functioneren van een co-reguleringssysteem vereist

een beschrijving van de relevante doelen, de doelgroep(en) en de norm- adressaten. Effectiviteit wordt immers gedefinieerd als de mate waarin de beleidsdoelen dankzij de middelen worden bereikt.

54 Horen, zien en verkrijgen

Doelen Kijkwijzer

Bij de introductie van een systeem van co-regulering stond het kabinet als doel voor ogen ‘dat elk audiovisueel product onder verantwoordelijkheid van de branche die het desbetreffende product in eerste instantie op de markt brengt, wordt geclassificeerd met als criterium de mogelijke scha- delijkheid voor vertoning aan jeugdigen’ (Kamerstukken II, 1999-2000, 26 841, nr. 3). In de statuten van het NICAM is dit in artikel 3.1 verwoord als:

‘Het bevorderen dat audiovisuele producten door de audiovisuele bran- che zelf door middel van classificeren worden voorzien van informatie over hun mogelijke schadelijkheid voor jeugdigen, alsmede het verrich- ten van alle verdere handelingen die met het vorenstaande in de ruim- ste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.' Volgens artikel 3.2c tracht het NICAM haar doel onder meer te bereiken door ‘het operationaliseren van productinformatie per branche – in samen- werking met de betrokken branche – en de algemene voorlichting’. Het classificeren van audiovisuele media is een eerste stap in de bescher- ming van jongeren tegen schadelijk beeldmateriaal. Bij een daadwerkelijke bescherming van de jeugd spelen meerdere partijen een rol. Enerzijds kan Kijkwijzer fungeren als informatie voor ouders over de mogelijke scha- delijkheid van audiovisuele producten voor hun kinderen. Uit de hand- leiding en verantwoording van Kijkwijzer blijkt dat het NICAM deze taak nadrukkelijk voor ogen heeft. ‘Uitgangspunt van Kijkwijzer: consumen- teninformatie’, meldt de titel van hoofdstuk 1. Anderzijds fungeert Kijk- wijzer als informatie voor de aanbieders van audiovisuele media, opdat zij geen schadelijk beeldmateriaal verstekken, aanbieden of vertonen aan een minderjarige jonger dan 16 jaar. Dit laatste is van belang voor de naleving van (inter)nationale bepalingen, zoals de VN-Conventie over de Rechten van het Kind, de EU-richtlijn Audiovisuele Mediadiensten, artikel 52d van de Mediawet en artikel 240a van het Wetboek van Strafrecht.

Doelgroepen en normadressaten Kijkwijzer

Jongeren gelden als de primaire doelgroep van Kijkwijzer. Zij dienen vol- gens internationale en nationale wetgeving beschermd te worden tegen beeldmateriaal dat op hen een schadelijke uitwerking kan hebben. Ouders en leraren kunnen als secundaire doelgroep worden beschouwd. De classificatie biedt hun de mogelijkheid zich ervan te verzekeren dat hun kinderen en leerlingen geen ongeschikt beeldmateriaal krijgen aangebo- den. Op deze wijze beschikken zij over een instrument om kinderen te beschermen. Beide groepen worden in de statuten en reglementen van het NICAM niet als doelgroep geëxpliciteerd.

De statuten en reglementen richten zich tot de aanbieders van audovisue le media. Dit zijn de primaire normadressaten. De aanbieders zijn: televi-

55

Kijkwijzer en PEGI

sieomroepen, bioscopen, videotheken, warenhuizen, speelgoedwinkels, cd/dvd-winkels en bibliotheken. Andere normadressaten zijn de branche- organisaties, het Algemeen Bestuur en Bureau van het NICAM, de Weten- schapscommissie, de Klachtencommissie en de Commissie van Beroep. Belangrijk hierbij is dat de toepassing van de regels kan verschillen per type aanbieder.

Rol van de branches

Met betrekking tot de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de nale- ving van de leeftijdsgrenzen op het transactiemoment bestaat een essen- tieel verschil tussen de televisieomroepen en de overige aanbieders. Voor de televisieomroepen zijn de regels grotendeels vastgelegd in het Deelreglement Televisie van het NICAM en is slechts de uitvoering hier- van de rol van de televisieomroepen zelf. Dit in tegenstelling tot de overige organisaties zoals bibliotheken, bioscopen, videotheken, muziekwin- kels, warenhuizen en winkels. In de deelreglementen Dvd/Videofilm en Filmwerk wordt de verantwoordelijkheid volledig bij de ondernemer zelf gelegd, onder vermelding van volledige toepassing van artikel 240a van het Wetboek van Strafrecht. De ondernemers bepalen hierbij zelf de regels die tijdens het transactiemoment moeten worden toegepast om te voldoen aan dit artikel. De brancheorganisaties en het NICAM hebben slechts een faciliterende rol in de zin dat zij worden geacht de ondernemers van vol- doende informatie en materialen te voorzien.

In de interviews is aan de branchevertegenwoordigers gevraagd welke rol zij voor zichzelf zien weggelegd. Alle vertegenwoordigers zeggen de eigen branche te informeren naar aanleiding van de actualiteiten. Deze functie heeft met name bij de introductie van Kijkwijzer een grote rol gespeeld bij de informatieverspreiding en kennismaking van de branche met Kijkwij- zer. De verdere invulling van deze informerende rol verschilt vervolgens per branche. De NPO en Vestra fungeren bijvoorbeeld als een platform om actuele problemen die zich voordoen op te kunnen lossen. Andere brancheorganisaties, zoals de filmdistributeurs (NVF) en de producenten (NVPI), behartigen ook de belangen van hun leden wanneer het NICAM hen ‘aanklaagt’ of hun een sanctie oplegt. De brancheorganisaties van de bioscopen (NVB), videotheken (NVDO) en muziekwinkels (NVGD) informeren wel en ondersteunen waar ze kunnen, maar ondernemen geen verdere activiteiten. De informatievoorziening binnen de branches geschiedt voornamelijk naar aanleiding van incidenten (bijvoorbeeld na de constatering van het NICAM dat prijsstickers door ondernemers over de Kijkwijzerpictogrammen worden geplakt) en is niet structureel. Bovendien wordt het voorlichtingsmateriaal zelden tot nooit nabesteld door ondernemers. Eén vertegenwoordiger geeft daarnaast aan dat onder- nemers in de praktijk worden overspoeld met kassastickers, kassabordjes en displays en dat daardoor de kans aanwezig is dat voorlichtingsmate- riaal (ook van het NICAM) in de prullenbak verdwijnt. De geïnterview-

56 Horen, zien en verkrijgen

den zijn het erover eens dat verkooppunten zelf de grootste rol (moeten) vervullen bij het bevorderen van de naleving. De ondernemers bepalen zelf op welke manier ze hieraan invulling geven.