• No results found

Kijkwijzer en PEG

6 Naleving van de leeftijdsgrenzen televisie

In het vorige hoofdstuk is het eerste deel van het nalevingsonderzoek gepresenteerd. De naleving van de verkoop van audiovisuele media is onderzocht met behulp van mysteryshopping in bibliotheken, videothe- ken, bioscopen en diverse verkooppunten. Bij het uitzenden van televisie- programmering is de naleving door een andere branche relevant, namelijk de televisieomroepen.

Het Commissariaat voor de Media is belast met het metatoezicht op de kwaliteit van de NICAM-classificaties op het gebied van zowel televisie als film, video en dvd. Ten behoeve hiervan worden door het NICAM-bureau jaarlijks kwaliteitsrapportages verzorgd. In die rapportages staan onder andere de resultaten van steekproefsgewijs onderzoek naar de juistheid van Kijkwijzerclassificaties bij televisieprogramma’s, televisiepromo’s, videoclips, bioscoopfilms en trailers van bioscoopfilms en de vermelding van de pictogrammen bij filmladders, in omroepbladen en op teletekstpa- gina 282. Ook komen de resultaten van verschillende betrouwbaarheids- testen onder codeurs aan bod.

De omroepen zien niet wie ze allemaal blootstellen aan bepaalde

programma’s – de beslissing wie waarnaar kijkt, wordt immers in de huis- kamer genomen – maar ze hebben wel de plicht om jongeren en ouders te waarschuwen voor uitzendingen die voor bepaalde leeftijdsgroepen schadelijk zijn. Ook dienen ze zich te houden aan de uitzendtijden, zoals bepaald in artikel 3 van het Deelreglement Televisie van het NICAM. Om deze naleving van de leeftijdsgrenzen door omroepen te onderzoeken zijn twee deelstudies uitgevoerd die in dit hoofdstuk gepresenteerd worden. In de eerste plaats is een inhoudsanalyse uitgevoerd die tot doel had de dekking (aard en omvang) van Kijkwijzer op televisie in kaart te brengen (paragraaf 6.1). Het tweede deelonderzoek bestond uit een additionele coderingsronde waarin leeftijdsclassificaties en waarschuwingspicto- grammen van Kijkwijzer werden toegekend aan televisieprogramma’s die niet voorzien waren van een Kijkwijzer-classificatie (paragraaf 6.2). Doel van het tweede deelonderzoek was vast te stellen in hoeverre niet- geclassificeerde televisieprogramma’s eventueel toch schadelijke inhoud bevatten.

6.1 Inhoudsanalyse dekking Kijkwijzer

Kijkwijzer is erop gericht het leeuwendeel van de fictieve producties te classificeren, alsmede zo veel mogelijk niet-fictieve producties, waaronder reality-tv en talkshows, omdat deze producties elementen kunnen bevat- ten die schadelijk zijn voor jonge kijkers.

In dit deelonderzoek is de aard en omvang van Kijkwijzer op de Neder- landse televisie in kaart gebracht. Volgens het Deelreglement Televisie, vastgesteld door het Algemeen Bestuur van NICAM d.d. 18 mei 2006 dienen ‘programmaonderdelen’ (definitie Deelreglement: duidelijk afge-

98 Horen, zien en verkrijgen

bakend en als zodanig herkenbaar onderdeel van een programma) getoetst te worden op mogelijke schadelijke inhoud voor jeugdigen en indien dit het geval is, geclassificeerd te worden. Het gaat hier om programma’s die van tevoren zijn opgenomen; live programma’s en semi-live programma’s worden niet met Kijkwijzer geclassificeerd. Bij de muziekzenders MTV en TMF is sinds 2006 elke programmastart wel voorzien van een Kijkwijzer- pictogram en sinds mei 2007 worden de muziekclips gecodeerd volgens een specifieke classificatiemethode die speciaal door het NICAM voor videoclips is ontwikkeld.

Om te onderzoeken hoe deze classificatie er in de praktijk uitziet, zijn alle programmaonderdelen gedurende één televisieweek in dit onderzoek betrokken. In de week van zondag 7 oktober 2007 tot en met zaterdag 13 oktober 2007 zijn alle uitzendingen van de volgende twaalf zenders van 6 uur ’s ochtends tot 12 uur ’s nachts opgenomen en in het onderzoek geanalyseerd:

– Nederlandse Publieke Omroep (Nederland 1, Nederland 2, Nederland 3, inclusief de jeugdzenders Z@PP en Z@ppelin);

– RTL Nederland (RTL4, RTL5, RTL7, RTL8);

– SBS Groep (SBS6, NET5, Veronica, inclusief de jeugdzender Jetix); – MTV Nederland (MTV, TMF).

Van alle uitgezonden programmaonderdelen zijn kenmerken van het betreffende programma en kenmerken van Kijkwijzer in kaart gebracht en geanalyseerd.

6.1.1 Codeerschema

Voor de inhoudsanalyse is een codeerschema opgesteld, waarin per pro- gramma de volgende informatie is verzameld:

– algemene kenmerken van het programma, namelijk dag, datum, zen- der, programmanaam, categorie programma (zie box 3) en uitzendtijd- stip volgens televisiegids;

– aanwezigheid of afwezigheid van Kijkwijzerpictogrammen; – in geval van aanwezigheid van Kijkwijzerpictogrammen zijn daar

de volgende kenmerken van gecodeerd: (1) de manier van Kijkwijzer tonen (beeld/geluid), (2) welke leeftijdsclassificatie, (3) welke waar- schuwingspictogrammen, (4) de tijdsduur van de vertoning, (5) de locatie op het scherm, (6) de grootte van de pictogrammen, en (7) de manier van in beeld brengen (verschijnen/roteren/fade-in).

Om vooraf de hanteerbaarheid en betrouwbaarheid van het codeer- schema vast te stellen, hebben twee codeurs, onafhankelijk van elkaar, 100 programma’s gecodeerd (verdeeld over twee zenders: een publieke zender en een commerciële zender). Op twee onderdelen bleek de code- ring multi-interpretabel (grootte van de iconen en tijdsduur iconen in

99

Naleving van de leeftijdsgrenzen televisie

beeld in seconden). Op basis daarvan is gekozen om de eerste codering aan te passen en de tijdsduur achteraf in drie categorieën in te delen. In de overige gevallen was de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid in het voor- onderzoek ruim voldoende (Cohen’s kappa = 0,82 - 1,00)

Box 3 De programmacategorieën

(gebaseerd op SKO* Hoofdindeling Televisie) 1 Informatie/educatie

1 Nieuws/actualiteit 2 Informatie/educatie 3 Kunst & cultuur 4 Human interest 5 Vrije tijd, advies, service 2 Fictie 6 Nederlandse series 7 Nederlandse films 8 Buitenlandse series 9 Buitenlandse films 3 Amusement

10 Spellen & quizzen 11 Cabaret & satire 12 Overig amusement 4 Sport 13 Sportinformatie 14 Sportreportage 5 Muziek 6 Kinderen 15 Fictie kinderen 16 Overig kinderen 7 Reclame 17 Commercials

18 Teleshoppen & infomercial 19 Billboarding 8 Overig/onbekend 20 Continuity 21 Tekstuele informatie 22 RTV programma-info 23 Storing 24 Overig/onbekend

* Stichting Kijkonderzoek. De indeling is te vinden op de site kijkonderzoek.nl.

6.1.2 Beschrijving corpus

Gedurende één week werd per televisiezender dagelijks 18 uur aan uit- zendingen in het onderzoek betrokken (van ’s ochtends 6 uur tot ’s nachts 12 uur). Dit komt neer op 126 uur per week. Het totale corpus van

1.512 uur uitgezonden televisie bevatte 18.601 onderdelen (programma- onderdelen, bumpers, reclames, storingen). Tabel 12 geeft een overzicht van de kenmerken van de in het onderzoek betrokken programma’s. Het overgrote deel van de programma’s of programmaonderdelen (75%) betrof reclame (categorie 7; reclame valt niet onder Kijkwijzer, maar onder de Reclame Code Commissie) en programma-informatie (categorie 8: onder andere zenderpromo’s en programma-aankondigingen), welke niet geclassificeerd hoeven te worden (definitie Deelreglement: In afwijking

100Horen, zien en verkrijgen

van artikel 10 lid 1 Algemeen Reglement hoeft een promo niet geclassificeerd te worden). Het resterende kwart (4.641 programmaonderdelen) betrof informatieve programmering (9%), amusement (5%), kinderprogramme- ring (5%), fictie (3%), muziek (3%) en sport (1%). Het aantal programma- onderdelen bleek ruwweg evenredig verdeeld over de zeven weekdagen, met op zaterdag minder programma’s.

Tabel 12 Beschrijvende kenmerken van de programma’s in het corpus

Abs. Perc. Hoofdcategorie SKO 1 Informatie/educatie 1.613 9 2 Fictie 622 3 3 Amusement 865 5 4 Sport 142 1 5 Muziek 528 3 6 Kinderen 871 5 7 Reclame 6.030 32 8 Overig/onbekend 7.930 43 Totaal 18.601 100 Zender Nederland 1 368 8 Nederland 2 261 6 Nederland 3 620 13 RTL4 369 8 RTL5 212 5 RTL7 573 12 RTL8 174 4 SBS6 327 7 NET5 311 7 Veronica 470 10 MTV 501 11 TMF 455 10 Totaal 4.641 100 Dag zondag 622 13 maandag 673 15 dinsdag 715 15 woensdag 735 15 donderdag 712 15 vrijdag 675 15 zaterdag 509 11 Totaal 4.641 100 Uitzendtijdstip 06:00 – 20:00 3531 76 20:00 – 22:00 492 11 22:00 – 0:00 618 13

101

Naleving van de leeftijdsgrenzen televisie

Het aantal programma’s verschilde per zender, afhankelijk van ochtend- programmering, het commerciële karakter en type zenderinhoud. Op Nederland 3 en op RTL7 werden de meeste programma’s of programma- onderdelen aangeboden (ongeveer 600). RTL5 en RTL8 hadden het kleinste aantal programma’s (ongeveer 200).

In verband met toetsing van de uitzendtijdstippen in relatie tot Kijkwijzer zijn de uitzendtijdstippen volgens de televisiegids in drie tijdframes geco- deerd: programma’s die tussen 06:00 uur en 20:00 uur zijn uitgezonden (3.531), programma’s uitgezonden tussen 20:00 uur en 22:00 uur (492) en programma’s die na 22:00 uur zijn begonnen (618).

6.1.3 Overall resultaten

Zoals te zien in tabel 13, is in totaal bij 21% van alle 4.641 programma- onderdelen een Kijkwijzerpictogram getoond.1 Meestal werd een leeftijdsclassificatie gebruikt, in combinatie met een of meerdere waar- schuwingspictogrammen. De leeftijdsclassificatie Alle leeftijden is het vaakst gebruikt (hoewel het niet verplicht is om bij programma’s die als Alle leeftijden zijn beoordeeld deze classificatie te communiceren, gebeur- de dit 394 keer; het gaat in deze gevallen om geclassificeerde program- ma’s), gevolgd door 6 jaar (335), 12 jaar (140) en 16 jaar (89). In 3% van de gevallen dat een Kijkwijzerpictogram in beeld werd gebracht, is niet gebruikgemaakt van een leeftijdsclassificatie, maar alleen van een waar- schuwingspictogram (alle 27 keer alleen het ‘grof taalgebruik’-pictogram). Tabel 13 Kenmerken Kijkwijzer (algemeen beschrijvend)

Abs. Perc.

Kijkwijzer getoond 985 21

Kijkwijzer niet getoond 3.656 79

Totaal 4.641 100 Leeftijdsclassificatie geen leeftijdsclassificatie 27 3 alle leeftijden 394 40 6 jaar 335 34 12 jaar 140 14 16 jaar 89 9 Totaal 985 100

1 Drie keer is met het tonen van Kijkwijzer ook een hoorbare waarschuwing uitgezonden. Het betrof twee