• No results found

Verontreinigende (onderzochte) activiteiten

Ommerenwal te Ommeren

1.3 Verontreinigende (onderzochte) activiteiten

1 Algemeen 1.1 Administratieve gegevens 1.2 Statusinformatie

1.3 Verontreinigende (onderzochte) activiteiten 1.4 Onderzoeksrapporten 1.5 Besluiten 1.6 Saneringsinformatie 1.7 Contactgegevens 2 Disclaimer 1 Algemeen

Dit rapport is opgesteld met de gegevens uit http://www.bodemloket.nl/

1.1 Administratieve gegevens

Locatienaam: Ommerenwal te Ommeren

Identificatiecode volgens bevoegd gezag: GE021400171 Locatiecode gemeentelijk BIS: AA021400170

Adres: Ommerenwal Ommeren

Gegevensbeheerder: Provincie Gelderland

1.2 Statusinformatie

Vervolg: starten sanering.

Omschrijving: Om de verontreiniging te verwijderen of te beheren

moet worden gestart met de sanering.

1.3 Verontreinigende (onderzochte) activiteiten

Omschrijving Start Eind

kleiduivenschietbaan (926239) onbekend onbekend

1.4 Onderzoeksrapporten

Type Auteur Nummer Datum

Saneringsplan Lexcontrol k1254 2000-04-11 Saneringsplan Lexcontrol k1254 2000-02-10 Saneringsplan Lexcontrol k1182 1999-10-26 Saneringsplan Lexcontrol M1105 1999-04-13 avr (aanvullend rapport) De Straat Milieu adviseurs B.V. B2112 1996-11-14

Nader onderzoek Fugro Milieu Consult B.V.

D-6156/110 1996-05-29

Indicatief onderzoek Fugro Milieu Consult B.V.

D-1629/110 1996-01-22

Type Kenmerk Datum

Instemmen met SP 01638260 2000-07-18

besch. urg start san voor 2015 01638219 1999-07-09

Instemmen met SP 01638229 1999-07-09

Vaststellen rapportage OO MW1997.2783-6022011 1997-02-03

1.6 Saneringsinformatie

Bovengronds Ondergronds Start Eind

1.7 Contact

Gedetailleerde informatie over deze locatie kunt u opvragen bij

Provincie Gelderland

Bezoekadres: Markt 11, 6811 CG Arnhem (route) Postadres: Postbus 9090, 6800 GX Arnhem Telefoon: (026) 359 99 99 Fax: (026) 359 94 80 E-mail: provincieloket@gelderland.nl Twitter: twitter.com/provgelderland 2 Disclaimer

De bodeminformatie omvat alleen informatie die bij de provincie en gemeenten bekend is. Wanneer er geen gegevens op de kaart staan kunnen we niet met zekerheid zeggen dat de ondergrond schoon is. Andersom wijzen historische bedrijfsactiviteiten op de kaart niet zonder meer op bodemverontreiniging. Om daar duidelijkheid in te krijgen moet de bodem verder onderzocht worden.

De inhoud van deze bodeminformatiekaart is met de grootste zorg samengesteld. Toch kan het voorkomen dat de informatie verouderd is of onjuistheden bevat. Wij vragen daarvoor uw begrip. Neem voor de meest actuele situatie van een locatie contact op met de gegevensbeheerder van de locatie. De contactgegevens van de gegevensbeheerder staat hierboven.

Uw reactie stellen we op prijs. Het geeft ons gelegenheid de fouten en gebreken te herstellen. Rijkswaterstaat beheert de website Bodemloket. Vragen over de werking van de website kunt u stellen via onze helpdesk: http://www.bodemplus.nl/helpdesk.

Bijlage 9 

 

VERANTWOORDING

Projectnummer: 17543 Projectnaam: Ommeren Naam veldwerker: Vincent Burgers

De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd onder procescertificaat VB-040.

Hierbij verklaar ik dat het veldwerk onafhankelijk van de opdrachtgever is uitgevoerd conform de eisen van de BRL SIKB 2000 en de daarbij behorende protocollen, waarbij gebruik is gemaakt van interne functiescheiding onder de voorwaarden die het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer hieraan stelt.

datum handtekening

veldwerker BRL protocol 2001 Plaatsen van handboringen en

peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen

08-07-2019

BRL protocol 2002 Het nemen van grondwatermonsters

BRL protocol 2003 Veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek

BRL protocol 2018 Locatie inspectie en monsterneming van asbest in bodem

Bijlage 10 

 

Omgevingsdienst Rivierenland J.S. de Jongplein 2 4001 WG Tiel Postbus 6267 4000 HG Tiel T 0344 – 579 314 E ingekomenpost@odrivierenland.nl Datum 4 oktober 2019 Pagina 1 van 9 Ons kenmerk 0214127855 Uw kenmerk Behandeld door Axel Buijs Onderwerp Adviesbrief

Geachte heer Kamphuis,

Op 12 september 2019 ontvingen wij uw verzoek om de ruimtelijke onderbouwing voor de Ommerenwal 2 in Ommeren en bijbehorende onderzoeken te beoordelen. Onze reactie ziet u in de adviesnotitie onderaan deze brief.

Meer weten?

Heeft u vragen of opmerkingen over het advies? Neem dan gerust contact op met Axel Buijs.

Telefoonnummer: 0344 - 579 314 E-mailadres: A.Buijs@ODRivierenland.nl. Tot slot

Ik ga ervan uit u een helder advies te hebben gegeven. Heeft u onze hulp in de toekomst weer nodig? Dan helpen we u graag. Wij werken graag met u samen aan een veilig en duurzaam Rivierenland.

Met vriendelijke groet,

ing. W. van de Sluis

Coördinator Specialisten en Advies Omgevingsdienst Rivierenland

Retouradres: Postbus 6267, 4000 HG Tiel

Gemeente Buren

aan de heer T. Kamphuis Postbus 23

Datum 4 oktober 2019 pagina 2 van 9 Ons kenmerk 0214127855 Onderwerp

Beoordeling ruimtelijke onderbouwing Ommerenwal 2, Ommeren Inleiding

De bestaande kleiduivenschietvereniging ‘De Betuwe’, gevestigd aan de Ommerenwal 2 in Ommeren, wil graag uitbreiden. In dit kader is er een ruimtelijke onderbouwing opgesteld en zijn er onderzoeken uitgevoerd. Beide zijn door ons beoordeeld. Zie hieronder ons advies.

Advies

Wij adviseren u om:

1. de volgende paragrafen als akkoord te beschouwen:  Paragraaf 4.2 Geluid weg- en railverkeer;

 Paragraaf 4.3 Luchtkwaliteit;

 Paragraaf 4.4 Bedrijven en milieuzonering;  Paragraaf 4.10 Cultuurhistorie;

 Paragraaf 4.11 Toetsing Besluit m.e.r. Vanwege het aspect externe veiligheid

2. paragraaf 4.5 aan te laten passen en hiervoor de concepttekst uit bijlage 1 te gebruiken.

Vanwege het aspect ecologie

3. de quickscan aan te laten passen;

4. overeenkomstig met de conclusies van de quickscan vervolgonderzoeken uit te laten voeren;

5. paragraaf 4.6 aan te laten passen;

6. de vervolgonderzoeken en stikstofberekeningen aan de flora en fauna specialist van de ODR ter beoordeling voor te leggen. Vanwege het aspect bodem

7. een onderbouwing aan te leveren m.b.t. de aanname dat nikkel in de ondergrond ter plaatse van de nieuwe loods van nature verhoogd aanwezig is;

8. de omvang van de sterke verontreiniging met PAK (ter plaatse van de verharding) nader te laten onderzoeken;

9. een herbeschikking van de spoedeisendheid van het geval van bodemverontreiniging ter plaatse aan te vragen bij het bevoegd gezag, het college van GS van de provincie Gelderland;

10. toestemming te laten vragen voor de voorgenomen graafwerkzaamheden in de afdeklaag van de voormalige stortplaats ter plaatse;

11. bij het uitvoeren van de werkzaamheden rekening te houden met de saneringsverplichting met als einddatum 2027;

12. er op te wijzen dat het verspreiden van bij de werkzaamheden vrijkomende grond over de locatie niet zonder meer kan, dit in tegenstelling tot hetgeen in het bodemonderzoeksrapport vermeld is;

13. er op te wijzen dat hergebruik buiten de locatie op basis van de bodemkwaliteitskaart niet mogelijk is zonder aanvullend

bodemonderzoek, dit in tegenstelling tot hetgeen in het bodemonderzoeksrapport vermeld is;

14. paragraaf 4.7 aan te laten passen op basis van de resultaten van adviespunten 7, 8, 9 en 10.

Vanwege het aspect archeologie

15. paragraaf 4.9 aan te laten passen;

16. de quickscan definitief te maken door de gemaakte opmerkingen te verwerken.

Datum 4 oktober 2019 pagina 3 van 9 Ons kenmerk 0214127855 Argumenten

1.1 Deze paragrafen zijn door ons beoordeeld en akkoord bevonden.

2.1 Paragraaf 4.5 is nu niet volledig.

Het gaat om de onderstaande punten:

 In paragraaf 4.5.2 is aangegeven dat in de omgeving van het plangebied geen transportroutes voorkomen die van belang zijn voor deze ontwikkeling. Dit klopt niet, want het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van de Betuweroute (waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt). Hierdoor moet in de

ruimtelijke onderbouwing nog worden ingegaan op de aspecten zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. De ligging van het plangebied binnen het invloedsgebied van de Betuweroute is overigens geen harde belemmering voor het plan.

 De conclusie (paragraaf 4.5.3) benoemt niet de ligging binnen het invloedsgebied van de Betuweroute en relevantie hiervan voor het plan.

2.2 De concepttekst uit bijlage 1 gaat in op de punten die bij argument 2.1 genoemd zijn.

De veiligheidsregio heeft inmiddels aangegeven dat ze met deze standaardtekst akkoord gaat.

3.1 Er is een nadere beschouwing nodig van de effecten op weidevogels en de Groene Ontwikkelingszone.

Er wordt in de quickscan onterecht geconcludeerd dat het plangebied geen onderdeel uitmaakt van het Weidevogelgebied. Dit klopt niet, het plangebied ligt wel degelijk in het Weidevogelgebied. Het plangebied zelf is niet geschikt voor weidevogels, maar dat betekent niet dat de activiteiten geen schadelijke effecten kunnen hebben op het

omringende geschikte weidevogelgebied. In de quickscan wordt gesteld dat het plangebied voldoende is afgeschermd. De vraag is of dat zo is en op welke manier dit dan gebeurd. Dit dient nader te worden beschouwd.

In de quickscan wordt onterecht gesteld dat de ontwikkelingsdoelen van de Groene Ontwikkelingszone niet worden geschaad. Voor de ontwikkelingsdoelen zoals biotopen voor vlinders, reptielen, amfibieën en vogels van cultuurlandschappen geldt echter dat deze mogelijk wel geschaad worden. Verderop in het rapport wordt bovendien gesteld dat er voor de grote weerschijnvlinder in ieder geval een ontheffing nodig is en voor andere beschermde soorten mogelijk ook.

Daarnaast geldt vanuit de provinciale verordening dat, indien de voorgenomen ontwikkeling geschaard kan worden onder een kleinschalige ontwikkeling, er in de toelichting moet worden

aangetoond dat de kernkwaliteiten van het betreffende gebied, in hun onderlinge samenhang bezien, per saldo substantieel worden versterkt. Hoe dit dan bewerkstelligd kan worden, dient te worden uitgewerkt. De effecten op weidevogelgebieden en de Groene Ontwikkelingszone en de versterking van de Groene Ontwikkelingszone dient te worden meegenomen bij de vervolgonderzoeken. Voor de volledigheid zou de quickscan op deze punten ook aangepast kunnen worden.

Datum 4 oktober 2019 pagina 4 van 9 Ons kenmerk 0214127855

4.1 De quickscan geeft terecht aan dat er vervolgonderzoeken, provinciale toestemmingen en stikstofdepositieberekening nodig zijn.

De volgende vervolgonderzoeken zijn nodig om te bepalen of er een provinciale toestemming (ontheffing) nodig is in het kader van de Wet natuurbescherming:

 Verblijfplaatsen van vleermuizen;

 Aanwezigheid van boommarter, bunzing, hermelijn en wezel;  Aanwezigheid van beschermde amfibieën.

Voor de aangetroffen grote weerschijnvlinder is er in ieder geval een provinciale toestemming (ontheffing) nodig.

Daarnaast dient een stikstofdepositieberekening de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden in kaart te brengen, omdat met het gebruik van het terrein er een toename van stikstofdepositie kan plaatsvinden vanwege extra verkeersbewegingen en het gebruik van patronen. Tot slot dienen ook de effecten op weidevogels en het

weidevogelgebied en de effecten op de Groene Ontwikkelingszone nader te worden beschouwd. Mogelijk zijn er zogenoemde substantieel versterkende maatregelen nodig en moet er mogelijk met de provincie worden overlegd.

4.2 Zolang er onduidelijkheden zijn over schade aan beschermde natuur en welke schade dit precies is, is het op dit moment onduidelijk of het plan realiseerbaar is.

Mogelijk zijn er provinciale toestemmingen (ontheffingen) nodig. Er is nu (nog) geen zicht op of deze zullen worden verkregen.

5.1 De resultaten uit de vervolgonderzoeken (zie argument 4.1) zijn bepalend voor de inhoud van paragraaf 4.6.

De onderbouwing in paragraaf 4.6 bestaat momenteel alleen uit het gekopieerde stuk van het onderdeel ‘conclusies’ uit de quickscan flora en fauna. Uiteindelijk dient deze paragraaf, afhankelijk van de

uitkomsten van de vervolgonderzoeken, onderbouwd te worden met de effecten op beschermde soorten, effecten op beschermde gebieden (Weidevogelgebied, Groene ontwikkelingszone en Natura 2000), en welke provinciale toestemmingen (ontheffingen) zijn afgegeven of dat er zicht is op provinciale toestemmingen met een duidelijke

onderbouwing hiervan.

6.1 Er gelden eisen voor vervolgonderzoeken en stikstofberekeningen

Vervolgonderzoeken en stikstofberekeningen dienen aan bepaalde eisen te voldoen. Het is daarom aan te bevelen deze onderzoeken ook door ons te laten toetsen.

7.1 Een onderbouwing bij de aanname dat ter plaatse van de nieuwe loods nikkel in de ondergrond van nature verhoogd aanwezig is ontbreekt nu.

In de ondergrond ter plaatse van de loods zijn barium en nikkel in sterk verhoogde gehalten aangetroffen. Bij afwezigheid van een bron kan de toetsing van barium achterwege blijven. Voor nikkel wordt in het bodemonderzoeksrapport aangegeven dat het sterk verhoogde gehalte van nature aanwezig is. Volgens de bodemkwaliteitskaart van de regio

Datum 4 oktober 2019 pagina 5 van 9 Ons kenmerk 0214127855

Achtergrondwaarde. Nikkel is dus niet grootschalig van nature of diffuus verhoogd aanwezig. Er moet onderbouwd worden dat het een natuurlijke verhoging betreft. Als dit niet onderbouwd kan worden dan moet een nader onderzoek naar de omvang van de verontreiniging met nikkel uitgevoerd worden.

8.1 De veronderstelling die t.a.v. PAK wordt gedaan is niet onderbouwd. Er moet een nader bodemonderzoek uitgevoerd worden om de omvang van de verontreiniging in beeld te brengen.

Het gaat om de volgende veronderstelling uit het rapport, “een locale

spot waarin bijmengingen met (teerhoudende) asfalt en/of puin zijn waargenomen. Het gehalte aan PAK overschrijdt de interventiewaarde maar vormt hoogstwaarschijnlijk geen geval van ernstige

bodemverontreiniging”.

9.1 Nu er een wijziging van de bestemming optreedt moet een nieuwe beschikking aangevraagd worden betreffende de spoedeisendheid.

Op 9 juli 1999 is de locatie beschikt als zijnde ernstig en op basis van ecologische risico's urgent: start sanering voor 2009.

Op 6 juli 1999 is tevens ingestemd met een gefaseerd saneringsplan: fase 1 = aanleg geluidswal