• No results found

TOETSINGSKADER BEDRIJFSSITUATIE OVERIGE BRONNEN

lawaaibeheersing  bouwakoestiek

4.0 TOETSINGSKADER BEDRIJFSSITUATIE OVERIGE BRONNEN

Volgens de AIM- module van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt de schiet-inrichting beschouwd als een schiet-inrichting van het type B. Dit betekent dat voor de activiteiten, via de AIM- module, een melding moet worden ingediend in geval van oprichting, wijziging, verandering of uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten op basis van de Wet milieubeheer. Tegelijkertijd dienen de generieke regels, die automatisch aan deze melding worden verbonden, te worden opgevolgd en in acht te worden genomen. In algemene zin zijn een aantal geluidsgrenswaarden en artikelen uit het Activiteitenbesluit van toepassing. De beoordeling geldt op de gevels van geluid gevoelige

bestemmingen zoals woningen.

4.1 Van toepassing zijnde artikelen uit het Activiteitenbesluit milieubeheer Uit Artikel 2.17

1. Voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) en het maximaal geluidsniveau LAmax, veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, geldt dat:

a. de niveaus op de in tabel 2.17a genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden;

Tabel 2.17a

Periode van de dag 07.00-19.00 uur

19.00-23.00 uur

23.00-07.00 uur

LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen 50 dB(A) 45 dB(A) 40 dB(A)

LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige

gebou-wen 35 dB(A) 30 dB(A) 25 dB(A)

LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen 70 dB(A) 65 dB(A) 60 dB(A)

LAmax in in- en aanpandige gevoelige

ge-bouwen 55 dB(A) 50 dB(A) 45 dB(A)

b. de in de periode tussen 07.00 en 19.00 uur in tabel 2.17a opgenomen maximale geluidsniveaus LAmax niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten; 4.2. Normstelling verkeersaantrekkende werking

Op basis van de Circulaire van het Ministerie van VROM wordt, als gevolg van de verkeers-bewegingen op de openbare weg, het equivalente geluidsniveau van de voertuigverkeers-bewegingen van- en naar de inrichting bepaald.

De beoordelingswijze houdt in dat aan de geluidsbelasting, veroorzaakt door aan de inrichting toe te rekenen verkeersbewegingen buiten het terrein van de inrichting, uitsluitend een maximum wordt gesteld in de vorm van een gemiddelde geluidsbelasting in een etmaal en niet tevens een maximum aan de geluidsbelasting op een bepaald moment (piekniveau).

Als toetsingswaarde wordt gebruik gemaakt van de bandbreedte tussen de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) en de heersende waarde (veroorzaakt door het wegverkeer dat niet aan de inrichting is toe te schrijven) en de maximale grenswaarde van 65 dB(A) op de gevels van woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen.

4.3 Afwijken van RBS

In paragraaf 5.3 van de Handreiking Industrielawaai en Vergunningverlening staan de volgende twee afwijkingsmogelijkheden:

Regelmatige afwijkingen van de representatieve bedrijfssituatie. Deze mogelijkheid speelt in op acti-viteiten die met enige regelmaat voorkomen;

Incidentele afwijkingen in het kader van het 12-dagen criterium. Hierbij gaat het om bijzondere activi-teiten die niet onder de representatieve bedrijfssituatie vallen en niet vaker voorkomen dan

maximaal 12 keer per jaar.

De (incidentele en regelmatige) afwijkingen maken het mogelijk flexibel in te spelen op wisselende bedrijfssituaties.

Calamiteiten of vergelijkbare onvoorziene uitzonderlijke bedrijfssituaties zijn geen onderdeel van de incidentele of regelmatige afwijkingen van de RBS.

5.0 AKOESTISCH MODELONDERZOEK (overige bronnen binnen de inrichting)

Alle berekeningen zijn uitgevoerd met het computerprogramma WinHavik versie 9 van dirActivity software dat is gebaseerd op de berekening van de geluidsoverdracht overeenkomstig de methode II-8 uit de "Handleiding meten en rekenen Industrielawaai" van april 1999. De gebouwen, de ge-luidsbronnen en het bodemtype worden op basis van een coördinatensysteem ingevoerd. Hiermee wordt de overdrachtssituatie gesimuleerd in een rekenmodel. De ingevoerde gebouwen krijgen naast een hoogte ook een reflectiecoëfficiënt toegekend, zodat de wanden van de gebouwen zowel een afschermende als reflecterende functie kunnen vervullen. De geluidsbronnen worden ingevoerd als rondom uitstralende puntbron (zie bijlage 5) . De volgende bedrijfstoestanden zijn berekend: Bedrijfstoestand 1

Deze bedrijfstoestand simuleert het geluid dat afkomstig is van de dagelijkse voertuigbewegingen en werkzaamheden binnen de inrichting alsmede het gebruik van het buitenterras van het clubhuis. Bedrijfstoestand 2

Een incidentele bedrijfssituatie met een maai- activiteit op het oostelijk gelegen terrein deel van de inrichting.

5.1 Berekeningsresultaten overige bronnen

De getalsmatige berekeningsresultaten van alle overige bronnen binnen de inrichting zijn opgeno-men in bijlage 5. In bijlage 6 zijn figuren opgenoopgeno-men waarin de resultaten staan vermeld op de toetspunten. Deze toetspunten (6), of controlepunten, zijn op verzoek van het bevoegde gezag ge-legd op de uiterste hoekpunten van de kadastrale begrenzing van de inrichting.

Bij de waarneempunten die tevens deel uitmaken van het onderzoek schietlawaai bedraagt de hoogst berekende waarde van de RBS 27 dB(A) op de gevel van woning De Steeg 9.

De hoogst berekende waarde tijdens een IBS bedraagt 24 d(A) op de gevel van woning Harense-straat 8. Genoemde waarden voldoen ruimschoots aan de toetswaarden uit het Activiteitenbesluit Wet milieubeheer.

In bijlage 5 blad 6 staan de modelresultaten van het LAmax vermeld in de waarneem- en toetspunten voor zowel de dag- als de avondperiode. In de dagperiode bedraagt de hoogst berekende waarde 31.4 dB(A) bij Harensestraat 5 als gevolg van de tractor. In de avondperiode bedraagt de hoogst be-rekende waarde 25.8 dB(A) ter plaatse van Harensestraat 8a als gevolg van het dichtslaan van een autoportier. Genoemde waarden voldoen ruimschoots aan de toetswaarden voor het LAmax uit het Activiteitenbesluit Wet milieubeheer.

5.2 Verkeer van/ naar de inrichting

Als gevolg van de verkeersaantrekkende werking van de inrichting rijden maximaal 100 personen-wagens en 1 bus en 1 middelzware vrachtwagen in de dagperiode over de Ommerenwal. Aan deze weg zijn geen woningen gelegen. Zodra de voertuigen vanaf de Ommerenwal de N835 op rijden mag worden aangenomen dat deze voertuigen na 250 meter zijn opgenomen in het reguliere weg-verkeer met een rijsnelheid van 80 km/uur. Binnen deze afstand zijn geen woningen gelegen, het verkeer van en naar de inrichting wordt daarom verder buiten beschouwing gelaten.

6.0 SAMENVATTING & CONCLUSIE (1) (overige bronnen binnen de inrichting)

Deze rapportage is onderdeel van de aanvraag voor een omgevingsvergunning. Het toetsingskader bestaat uit het Activiteitenbesluit Wet milieubeheer voor alle overige activiteiten binnen de inrichting met uitzondering van schietlawaai. Daarnaast is de indirecte hinder beoordeeld aan de hand van de circulaire ‘Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting’.

Tot de representatieve bedrijfssituatie worden gerekend de weekdagen en normale tot rustige zaterdagen. Gedurende de openingstijden komen maximaal 100 personenwagens één (1) bus en een middelzware vrachtwagen, ter bevoorrading van de kantine van het clubhuis, naar de inrichting. De schutters melden zich in het clubhuis en gaan vervolgens naar de schietbaan. De geluids-belasting op de omgeving als gevolg van het clubhuis is verwaarloosbaar, in een worstcase benadering wordt aangenomen dat gedurende de openingstijden maximaal 40 personen op het terras praten. Daarnaast vindt er onderhoud van de inrichting plaats.

Op basis van de resultaten van het modelonderzoek kan worden geconcludeerd dat ruimschoots wordt voldaan aan de toetswaarden uit het Activiteitenbesluit Wet milieubeheer bij de woningen. Ter controle van de activiteieten in de dagperiode zijn op de kadastrale grens van de inrichting controle punten opgenomen.

7.0 BEDRIJFSSITUATIE (onderdeel schietlawaai)

De schietaccommodatie van KSV de Betuwe beschikt thans over 9, min of meer op een rij liggende, kleiduivenbanen. De bestaande banen zijn:

1 instructiebaan; 2 compakbaan 3 skeetbaan 4 jachtbaan

5 parcoursbaan tussen wallen

6 parcours/trap/compakbaan overkapt 7 parcoursbaan

8 parcoursbaan tussen wallen 9 parcoursbaan tegen wal

De schietvereniging wenst uit te breiden met twee banen. Een uitbreiding met twee compakbanen is voorzien in het zuidoosten, aansluitend aan baan 9, dit om schutters een grotere variëteit in

gepresenteerde duiven te kunnen bieden.

De gewenste ontwikkeling is niet toegestaan conform de regels van het geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied Buren’ (vastgesteld op 29 september 2009). Om de gewenste uitbreiding mogelijk te maken is daarom een afwijking van het bestemmingsplan noodzakelijk. Deze afwijking kan

plaatsvinden middels een aanvraag omgevingsvergunning met bijbehorende ruimtelijke onderbouwing.

Aan de zuidwestzijde van de huidige banen zijn wallen gelegen. Aan de noordwestzijde (naast baan 1) is een dubbele rij containers aansluitend op de wal geplaatst. Tussen enkele banen is een (absorberend) scherm aanwezig.

De directe omgeving bestaat uit agrarisch buitengebied. De omliggende woonbebouwing bestaat uit woningen in uiteenlopende richtingen, de dichtstbijzijnde op ca. 800 m van de inrichting. De dichtst-bijzijnde 8 woningen in alle richtingen zijn in het onderzoek meegenomen (zie bijlage 1, figuur 3). 7.1 Bronnen en representatieve bedrijfssituatie

In deze paragraaf worden de geluidbronnen en het maatgevende ('representatieve') gebruik in de aangevraagde situatie beschreven. De bronnen zijn hagelgeweren die in de representatieve be-drijfssituatie hagel met 24-tot 28-grams patronen verschieten.

De schiettijden zijn beperkt tot de dagperiode, dus de avondperiode is niet beschouwd. Ook komt de zondag niet voor. Momenteel wordt woensdag, donderdag en vrijdag ‘s middags geschoten, zaterdag van 10.00 18.00 uur, in totaal 23 uur per week. Wat betreft de geluidberekeningen en -normering is het aantal openingsuren niet relevant, zo lang als dit niet na 19.00 uur dan wel op zon-dag plaatsvindt.

Als kenmerkende bedrijfssituatie worden in dit rapport schotenaantallen per jaar beschouwd zoals die in de komende jaren worden voorzien. Deze schotenaantallen worden bij De Betuwe op een voor deze inrichting praktisch haalbare wijze geregistreerd, op basis van gebruikte kleiduiven per baan. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat het aantal zichtduiven en ‘no birds’ (kapotte duiven) com-penseert voor het ook voorkomende aantal dubbele schoten per duif.