• No results found

Uit de resultaten van het verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op het perceel Ommerenwal 2 te Ommeren, kadastraal bekend als gemeente Ommeren, sectie 47-50, nummer 47-50, blijkt het vol-gende

Ter plaatse van de nieuwe loods zijn in de zandige bovengrond geen verontreinigingen aange-toond en in de kleiige ondergrond zijn licht verhoogde gehaltes gemeten. Het menggranulaat op deze locatie is niet verontreinigd met asbest;

De bodem ter plaatse van de uitbreiding van de verharding op het zuidelijke terreindeel (buiten de contour van de loodverontreiniging en buiten de stortlocatie) is niet noemenswaardig veront-reinigd. Ter plaatse van de bestaande verharding zijn bijmengingen met (teerhoudend) asfalt en/of puin waargenomen. De bijmenginghoudende grond bevat gehaltes aan PAK boven de in-terventiewaarde. Het is niet bekend of de verontreiniging een geval van ernstige bodemveront-reiniging vormt. Desondanks is gebleken dat de verontbodemveront-reinigingscontour raakt aan de uitbrei-dingslocatie van de asfaltverharding;

De bodem ter plaatse van het geluidscherm van gestapelde zeecontainers (buiten de contour van de loodverontreiniging en buiten de stortlocatie) is niet noemenswaardig verontreinigd; − De (oorspronkelijke) kleibodem ter plaatse van de geplande vijver op het zuidelijke deel van de

onderzoekslocatie (binnen de contour van de loodverontreiniging) is niet noemenswaardig ver-ontreinigd. Opvallend is, dat ook het loodgehalte lager is dan de Achtergrondwaarde. Een locale laag opgebracht zand (paadje) waarin bodemvreemde bijmengingen voorkomen is niet noe-menswaardig verontreinigd. In het zand is geen verontreiniging met asbest aangetoond.

In het grondwater zijn geen noemenswaardige verontreinigingen aangetoond.

Op basis van deze resultaten dient de hypothese, zoals verwoord in paragraaf 2.4, in principe ver-worpen te worden. De gevolgde strategie is echter als voldoende te beschouwen.

De uitvoering van een aanvullend of nader onderzoek is in het kader van de doelstelling van het on-derzoek, ons inziens, niet zinvol. De geplande ingrepen op de locatie leiden tot een aanpassing van het bestemmingsplan. De geplande geluidswal en de geplande vijver zijn gelegen binnen een geval van ernstige bodemverontreiniging, waarvan de sanering kan plaatsvinden op een natuurlijk mo-ment. Omdat de realisatie van de geluidswal en de vijver als een 'natuurlijk moment' beschouwd dienen te worden èn omdat de bestemming van de locatie wordt aangepast, zijn meldingen in het kader van de Wet bodembescherming noodzakelijk. Geadviseerd wordt om de ingrepen te melden aan het bevoegd gezag door middel van een deelsaneringsplan of eventueel een BUS-melding.

Te-vens wordt geadviseerd hierover vooraf in overleg te gaan met het bevoegd gezag Wbb. De ingreep zal aanleiding geven om de werkzaamheden uit te voeren door een daartoe gecertificeerde aanne-mer en milieukundige begeleiding.

Indien grond vrijkomt uit de beschikte gevallen van bodemverontreiniging binnen de locatie, dient de grond afgevoerd te worden naar een daartoe erkende verwerker. Als alternatief kan deze grond worden herschikt binnen het geval van ernstige bodemverontreiniging. Het herschikken dient vooraf gemeld te worden aan het bevoegd gezag Wbb.

Tegen de overige aanpassingen van het bestemmingsplan zijn, ons inziens, geen zwaarwegende mili-euhygiënische bezwaren aan te voeren. In de reactie door ODR op versie 1 van onderhavig rapport is aangegeven dat de vijver is geprojecteerd in de afdeklaag van de stortlocatie. Zo ver onze informatie reikt overlappen deze locaties niet met elkaar. Echter, indien daadwerkelijk een ontgraving is gepland ter plaatse van het stort, is het noodzakelijk om dit voornemen vooraf te melden aan het bevoegd gezag Wbb. De ingreep kan aanleiding geven tot het indienen van een (deel-)saneringsplan, waarbij de werkzaamheden uitgevoerd dienen te worden door een daartoe gecertificeerde aannemer en milieukundige begeleiding.

Indien grond afgevoerd moet worden van de locatie, dient rekening gehouden te worden met ge-bruiksbeperkingen van de vrijkomende grond. Conform de Regeling bodemkwaliteit mag de grond slechts onder voorwaarden worden hergebruikt. Eventueel vrijkomende grond buiten de reeds be-schikte gevallen van bodemverontreiniging mag echter wel op de locatie worden hergebruikt. Indien de grond van de locatie vrijkomt, dient een partijkeuring conform het BRL SIKB 1000 VKB protocol 1001 uitgevoerd te worden om de hergebruiks- en/of toepassingsmogelijkheden ervan te bepalen.

Opgemerkt wordt dat wij slechts een adviserende taak hebben en dat het bevoegd gezag de nood-zaak tot de uitvoering van nader of aanvullend onderzoek vaststelt.

Alhoewel het onderzoek met de grootst mogelijke nauwkeurigheid en conform de daarvoor opge-stelde normen en richtlijnen is uitgevoerd dient opgemerkt te worden dat een bodemonderzoek slechts bestaat uit een steekproef waarbij een relatief gering aantal boringen en analyses wordt uit-gevoerd. Niet geheel uitgesloten kan worden dat op de locatie een verontreiniging aanwezig is die bij dit onderzoek niet is aangetroffen.

7 REFERENTIES

1. NEN 5740, januari 2009. Bodem, bodem- landbodem- strategie voor het uitvoeren van ver-kennend bodemonderzoek - onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem en grond [13.080.05]. NNI, Delft

2. Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, Beoordelingsrichting voor het SIKB procescertificaat Veldwerk bij Milieuhygiënisch Bodemonderzoek, BRL SIKB 2000, Gouda, 12 december 2013

3. Circulaire Bodemsanering per 1 juli 2013, 27 juni 2013, BWBR0033592

4. Landelijke referentiewaarden ter onderbouwing van maximale waarden in het bodembeleid, RIVM rapport 711701053

Bijlage 1 

 

 

Omgevingskaart Klantreferentie: 17543

0 m 125 m 625 m

Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: 12500

Hier bevindt zich Kadastraal object Ommeren D 48 CC-BY Kadaster.

Bijlage 2 

 

 

Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: A18049

12345

25

Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer

Schaal 1:3000

Kadastrale gemeente Ommeren

0 m 30 m 150 m Ommer enwal 2 Ommer enwal 119 98 52 124 49 47 50 48 97 593 125

Bijlage 3 

 

 

Bijlage 4