• No results found

Verloop en beoordeling van het praktijkleren

4.1 Periodisering: semesters

De opleiding is verdeeld in vier semesters. Voor het praktijkleren betekent dit:

Sem Acties Gesprekken

1.1 sept-dec

Start opleiding en oriëntatie op praktijkleren.

Opstellen praktijkleerdoelen jaar 1 Fiat praktijkleerdoelen PO / studiecoach Uitvoering praktijkleren jaar 1 vios en PO

Introductiegesprek met vios, studiecoach en opleider(s) in oktober.

Voortgangsgesprek vios en PO nov/dec

1.2 jan-juni

Uitvoering praktijkleren jaar 1 vios en PO

Monitoring bewijsvoering studiecoach Voorbereiden beoordeling praktijkleren jaar 1 door vios, PO en studiecoach

Drie voortgangsgesprekken vios en PO Periodiek feedback van studiecoach op vulling en voortgang in EPASS

Juni praktijkbeoordeling jaar 1 met vios, PO en studiecoach. In dit gesprek ook aanzet voor leerdoelen praktijkjaar 2.

Beoordeling vóór 1 juli i.v.m. studie-adviesvergadering.

2.1 sept-jan

Opstellen praktijkleerdoelen jaar 2 Fiattering praktijkleerdoelen jaar 2 PO en studiecoach

Uitvoering praktijkleren jaar 2 vios en PO

Twee voortgangsgesprekken vios en PO Periodiek feedback van studiecoach op vulling en voortgang in EPASS

2.2 febr-juli

Uitvoering praktijkleren jaar 2 vios en PO

Monitoren bewijsvoering studiecoach Voorbereiden beoordeling praktijkleren jaar 2 vios, PO en studiecoach

Twee voortgangsgesprekken vios en PO.

Periodiek feedback van studiecoach op vulling en voortgang in EPASS

Eindbeoordeling met vios, PO en studiecoach in juni/juli.

Toelichting op de semesters Semester 1.1 en 1.2

De eerste maand(en) van de opleiding gebruikt de vios om zich in te werken op de werkplek en mee te lopen tijdens consultvoering van de praktijkopleider. Binnenschools wordt in blok 2 aandacht besteed aan de individuele startsituatie, het digitaal portfolio EPASS en het

ontwikkelen van praktijkleerdoelen. In oktober vindt een startgesprek plaats in de praktijk met vios, praktijkopleider(s) en studiecoach. Hierin geeft de vios aan hoe de oriëntatiefase is verlopen en presenteert de vios de praktijkleerdoelen en het expertisegebied voor het eerste jaar. Deze vereisen goedkeuring van praktijkopleider(s) en studiecoach. Vios richt EPASS verder in en zorgt dat toegang voor alle betrokkenen is geregeld. Vervolgens wordt het praktijkleren gestuurd door de leerdoelen. Feedback op handelen wordt vastgelegd in EPASS. Vios, praktijkopleider(s) en studiecoach sluiten het tweede semester af met de eindbeoordeling praktijkleren jaar 1. Aansluitend aan deze beoordeling wordt een aanzet gegeven voor de praktijkleerdoelen voor het tweede opleidingsjaar.

Semester 2.1 en 2.2

Vios legt het praktijkleerplan en expertisegebied voor jaar 2 voor aan praktijkopleider en studiecoach en past zo nodig aan. Uiterlijk eind oktober is een gefiatteerd praktijkleerplan met beoogd expertisegebied als beginnend VS in EPASS opgenomen en richten vios en PO zich op uitvoering van dit plan met bewijsvoering in EPASS. Juni/juli is de eindbeoordeling..

4.2 Toelichting op de gesprekken in praktijk

Introductiegesprek (jaar 1)

Vios maakt het formulier ‘introductiegesprek’ aan voor de praktijkopleider en vult het

formulier in (kort samenvatten van de besproken punten en afspraken die zijn gemaakt over leerinhoud, leerproces en ondersteuning en begeleiding). Praktijkopleider valideert formulier

‘introductiegesprek’.

Formulieren die samenhangen met het introductiegesprek zijn ‘praktijkleerplaats en startsituatie vios’, 'leerdoel(en)' en ´expertisegebied’ (EPASS).

Begeleidingsgesprekken

Wekelijks tot tweewekelijks worden begeleidingsgesprekken gepland (meestal met een van beide PO’s). Agenda wordt bepaald door vios en PO. Denk aan verdieping in ziektebeelden, richtlijnen, bepaalde behandelingen, bespreken van casuïstiek.

Voortgangsgesprekken

Vios en praktijkopleiders houden periodiek voortgangsgesprekken (iedere 6-8 weken). Het formulier ‘voortgangsgesprek’ wordt gebruikt voor het vastleggen van evaluatiepunten en afspraken rond voortgang van het leerproces. Voor de medisch praktijkopleider zal de focus meer liggen op aspecten van het klinisch handelen en de directe patiëntenzorg. VS

praktijkopleider richt aandacht ook meer nadrukkelijk op rolontwikkeling in de breedte: het samenwerken en organiseren, het profileren en netwerken, de deskundigheidsbevordering van anderen. Ook hier valideert praktijkopleider. Kern van het proces van praktijkleren wordt gevormd door:

 leerdoelen-leeractiviteiten-resultaten

 inhoud en omvang van praktijkbegeleiding

 bevorderende en belemmerende factoren t.a.v. voortgang praktijkleren.

Eindbeoordelingsgesprek

Aan het einde van ieder praktijkleerjaar vindt een eindbeoordelingsgesprek plaats. Vios, praktijkopleiders en studiecoach komen tijdens het beoordelingsgesprek gezamenlijk tot beoordeling van het praktijkleren van dit opleidingsjaar. Vios maakt een afspraak voor het eindbeoordelingsgesprek met praktijkopleiders en studiecoach (ruim op tijd afspraak maken!)

- Het gesprek vindt plaats in de praktijk.

- Tijdsduur van het gesprek is een uur.

- Rustige gespreksruimte, beperk kans op verstoringen.

Formulieren die samenhangen met het eindbeoordelingsgesprek zijn ‘leerdoel(en)’,

´expertisegebied´, ‘Viosvoorbereiding op eindbeoordelingsgesprek’ en

eindbeoordelingsformulieren met narratieve feedback van de praktijkopleiders.

Vios, praktijkopleiders en studiecoach bereiden het eindbeoordelingsgesprek voor.

Vios

- Sluit leerdoelformulieren in EPASS af met ‘evaluatie van behaalde resultaten’.

- Reflecteert op resultaten en leerproces per competentiegebied. Gebruikt hiervoor het formulier ‘Voorbereiding vios op eindbeoordelingsgesprek: reflectie op competentie-ontwikkeling praktijkleren’.

- Zet eindbeoordelingsformulieren uit voor praktijkopleiders en studiecoach.

Praktijkopleiders

- vullen vooraf aan eindbeoordelingsgesprek het eindbeoordelingsformulier in (alleen narratieve feedback per competentiegebied, nog geen eindcijfer).

studiecoach

- bestudeert portfolio vooraf aan het eindbeoordelingsgesprek (leerdoelen en reflectie, narratieve beoordelingen praktijkopleiders, omvang en niveau van bewijzen).

Verloop van het eindbeoordelingsgesprek 1. De studiecoach is gespreksleider.

2. Voorbeeld van mogelijke gespreksagenda:

- welkom en verheldering doelstelling, procedure;

- per competentiegebied bespreken vios, praktijkopleider(s) en studiecoach de prestaties met verwijzing naar bewijzen en doorvragen op onderbouwing;

- afsluitend geven vios, praktijkopleiders en studiecoach hun visie op geleverde prestaties, uitgedrukt in een score (op een schaal van 1-10). Beoordeeld wordt naar de standaard wat de praktijkopleider op dat moment zou mogen verwachten van de vios Dat betekent dat wat wordt verwacht (voor de fase van de opleiding) maximaal een 10 kan zijn en dat het cijfer daarvan wordt afgeleid;

- het eindcijfer (op een schaal van 1-10) wordt bepaald op basis van consensus.

Wanneer geen consensus wordt bereikt, bepaalt de studiecoach het cijfer (alle argumenten gehoord hebbend). Studiecoach is door examencommissie FHMG aangewezen als examinator;

- bij beoordeling eind eerste jaar: bespreken van thema’s / leerdoelen / uitbreiding expertisegebied voor de volgende periode, eventuele aandachtspunten;

- evaluatie van het gesprek.

3. De studiecoach noteert bevindingen van het eindbeoordelingsgesprek en het gezamenlijk overeen gekomen cijfer op het eindbeoordelingsformulier ‘docent’ en valideert het

eindbeoordelingsformulier.

4. De studiecoach stuurt een PDF van de eindbeoordelingsformulieren praktijkopleider(s) en studiecoach naar het secretariaat van de opleiding voor verwerking en archivering.

4.3 Wat te doen bij onvoldoende voortgang?

Een conclusie onvoldoende voortgang aan het einde van het eerste praktijkjaar (juni) betekent dat er problemen zijn vastgesteld in de studievoortgang, de bewijsvoering is niet van voldoende omvang of niveau voor de fase van de opleiding. Het eindcijfer zal dan ook op een onvoldoende uitkomen (5 of lager). De studiecoach helpt om de oorzaken van de

opgelopen achterstand te analyseren en onderzoekt met vios en praktijkopleider(s) de mogelijkheden om alsnog bewijzen van vereist niveau te behalen.

- Onvoldoende voortgang, beperkte achterstand: wanneer betrokkenen inschatten dat achterstand binnen enkele maanden ingehaald kan worden vindt een herbeoordeling PL1 plaats in september.

- Onvoldoende voortgang, aanzienlijke achterstand: wanneer betrokkenen inschatten dat sprake is van aanzienlijke achterstand dan neemt de studiecoach contact op met de hoofdopleider. Vervolgens vindt een gesprek in de praktijk plaats over voortgang en haalbaarheid van vereiste competentie-ontwikkeling (vios, praktijkopleider(s), studiecoach en hoofdopleider).

- Een conclusie onvoldoende voortgang aan het einde van het tweede opleidingsjaar noodzaakt tot verlenging van de opleiding.