• No results found

Verhogen aangiftebereidheid

De maatregelen en projecten om de aangiftebereidheid van slachtoffers te verhogen, hangen samen met het vergroten van de kennis en het veranderen van de attitude bij de politie. In de paragraaf over aangiftebereidheid (7.2) bleek, dat slachtoffers ook vaak geen aangifte doen omdat zij de politie niet vertrouwen of als ondeskundig beschouwen. Ook uit de evaluatie van de Aanwijzing Discriminatie 2003-2007 (De Fey en Silversmith 2006) bleek, dat er vaak onvoldoende kennis van de politie op dit terrein is.

De politie in Nederland en Engeland voert hierop actief beleid. In de andere onderzochte landen is ons geen vergelijkbaar project bekend.

De Engelse politie heeft al enkele jaren ervaring met het inzetten van politiemensen die speciaal getraind zijn om met de homogemeenschap om te gaan. De insteek van de Engelse politie is dat zij allereerst uit de belastinggelden betaald worden om de bevolking te dienen. Het leveren van ‘community service’ en dus preventie is daarom even belangrijk (wellicht zelfs belangrijker) dan er nauwlettend op toezien dat de bevolking de regels volgt.

Ingevolge de ‘Crime and Disorder Act 1998’ moeten politiekorpsen samen met de gemeente

‘community safety partnerships’ vormen. Bij veel politiekorpsen op graafschapsniveau en in de grote steden ook op borough niveau zijn LGBT-liasion officers aangesteld, die verschillende doelen dienen. Ze moeten het vertrouwen hebben van sleutelfiguren in de lokale LGBT-gemeenschappen, die zij zelf

ook kunnen gebruiken als informant of om bepaalde boodschappen terug de gemeenschap in te sturen, bijvoorbeeld wanneer er een geweldsmisdrijf is gebeurd. De contacten met de LGBT-gemeenschap worden onderhouden op reguliere basis, bijvoorbeeld door een of meer keer per jaar een ontmoeting te hebben. Overigens is er vanuit LGBT-hoek wel kritiek op deze politiek, want wie wordt hier wel en wie wordt niet uitgenodigd om de ‘actieve LGBT-burger’ te zijn? En tot welke

verborgen en kostbare verantwoordelijkheden leiden deze communityprojecten? Is het niet zo dat er op deze manier een ongelukkige scheiding wordt gecreëerd tussen ‘publieke’ en ‘private’

homoseksualiteit? En komen zo niet alle vormen van openlijke homoseksualiteit - met name die van zichtbare relaties en publieke seks - gesanctioneerd door de ‘nette’ homo’s zelf in het verdomhoekje terecht? (Derek McGhee Joined-up government, ‘community safety’ and lesbian, gay, bisexual and transgender ‘active citizens’. In: Critical Social Policy 2003: 345-374)

ACPO

Beleidsmatig wordt dit werk ondersteund door de hoogste politieautoriteit in Engeland, de Association of Chief Police Officers (ACPO). De ACPO vaardigt twee keer per jaar een beleidsstuk uit over een probleem dat natiebreed speelt. In maart 2005 verscheen de brochure ‘Hate Crime: Delivering a quality service. Good Practice and tactical Guidance’. In bijna 100 pagina’s staat hierin alle relevante

informatie (met ondersteunende informatie op websites) over hoe de politie met alle aspecten van hate crime moet omgaan.

De beleidsbrief over hoe de politie diende te handelen op homo-ontmoetingsplaatsen werd begin 2008 verspreid onder de korpsen, maar lekte uit in de Britse schandaalpers die een hetze begon tegen dit als ‘te tolerant’ ervaren document.

Daarnaast hebben verschillende regionale politiekorpsen (er zijn er 46 in Engeland) handleidingen gemaakt hoe de lokale politie moet omgaan met ‘hate incidents’. Deze handleidingen worden gemaakt in overleg met alle betrokken belangengroeperingen in het graafschap. Het belang hiervan is dat de organisaties mede verantwoordelijk worden gemaakt om geweldsmisdrijven afdoende te bestrijden, bijvoorbeeld door beleid te maken en interne voorlichting en training te geven. Het aantal

handleidingen en brochures is inmiddels zo groot dat het ondoenlijk is om er in het kader van dit onderzoek een overzicht van te maken. Een van de vele (goede) voorbeelden is de brochure ‘Have you experienced homophobic hate crime?’, die de zelforganisatie Stonewall Cymru heeft uitgegeven in samenwerking met de politie van North Wales

(http://new.wales.gov.uk/topics/housingandcommunity/housing/publications/hatecrime/?lang=en). In deze brochure staat een omschrijving van soorten delicten: verbal abuse, spitting, offensive graffitti, criminal offenses. De politie belooft in ruil voor aangifte het volgende: opname van de aangifte, onderzoek, informatie over het verdere proces.

Het OM geeft aan dat het zaken met een homonegatief element bijna altijd zal vervolgen wanneer er voldoende bewijs is en het slachtoffer wil getuigen. De brochure eindigt met tips voor aangifte en verdere informatie over slachtofferhulp.

In diverse grote steden in Engeland bestaan hulp- en informatiecentra opgericht vanuit de LGBT-community waar hate crimes gerapporteerd kunnen worden (zie bijv. LGBTCrime.org.uk, Broken Rainbow, STANCE en GALOP).

True Vision

Het nieuwe hate-crimepreventieproject (True Vision) van de Britse politie is gebaseerd op het systeem van Third Party Reporting (zie paragraaf 3.1.). True Vision, dat inmiddels is overgenomen door het leeuwendeel van de Engelse korpsen, bestaat uit verschillende materialen die ingezet worden op

plaatsen waar veel LGBT’s komen. (Er is daarnaast ook een projectlijn die zich richt op racisme en religieus geweld). Centraal in het project staat een mapje dat per graafschap verschillend is. In dit mapje (niet groter dan 10 x 10 cm) zitten verschillende informatievellen waarin uitgelegd wordt wat een antihomo- of antitransgendergeweldsmisdrijf is, wat het slachtoffer moet doen ter preventie en als er iets gebeurd is. Bovendien zit er een rapportageformulier in. Er kan ook via een website gemeld worden. Ten slotte bevat het mapje lokale informatie, die dus per gebied verschilt, met adressen van LGBT-organisaties.

True Vision geldt - na enkele logistieke aanloopproblemen - in Engeland als een succes, hoewel evaluaties niet bekend zijn. Als maat voor het succes geldt dat steeds meer korpsen het project overnemen en dat het aantal meldingen en aangiftes binnen die korpsen toeneemt. Bijvoorbeeld in Lancashire nam het aantal meldingen met 100% toe. De politie wijt dit overigens eerder aan een secondair effect namelijk dat er meer over hate crimes gesproken wordt, dan dat er nu primair zo veel extra gemeld wordt via de website of de formulieren (mond. med. PC L. Nottingham, Lancs police LGBT community liasion officer, 13 december 2008). Dit blijkt ook uit de e-mail die de Londense politie stuurde aan de Nederlandse initiator van het project: met name de ’third party reporting’ is een middel om aangiftes binnen te krijgen die er anders nooit zouden komen. Alleen het neerleggen van de pakketjes helpt niet, maar in samenhang met een goed opgezette ondersteuning door de politie is het erg waardevol. Een zelfde effect lijkt de Nederlandse versie van True Vision nu te sorteren.

De Nederlandse Politie is in 2008 gestart met een Nederlandse versie van True Vision, onder de naam ‘Hate Crimes’. Twee korpsen doen aan de pilot mee: Gelderland-Zuid en Amsterdam Amstelland. Ook hier vormt een website en een boekje met informatie en een rapportvorm de belangrijkste pijler van het project. Een groot verschil met Engeland is echter dat ‘third party reporting’ in Nederland niet bestaat in de uitgebreide vorm zoals in Engeland. In Nederland kunnen meldingen behalve bij de politie gedaan geworden bij het antidiscriminatiebureau. Anonieme melders worden uitgenodigd te reageren via het telefoonnummer van Meld Misdaad Anoniem (Stichting M). In Nederland is het echter niet mogelijk om als slachtoffer via M te reageren.

Eind 2008 was een eerste evaluatie van het project Hate crimes toegezegd, maar deze is uitgesteld naar juni 2009.

Politietrainingsprogramma’s op internationaal niveau

Een politietrainingsprogramma op international niveau is OSCE/ODHIR Law Enforcement Officer Programme on Combating Hate crime. Dit programma wordt gratis aangeboden aan politiekorpsen binnen landen die lid zijn van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Het programma kent vier hoofddoelen: training voor politiebeambten over alle aspecten van hate crime; strategieontwikkeling; dataverzameling; en training voor het Openbaar Ministerie over hoe het bewijs rond moet komen.

Plan van Aanpak Discriminatie Amsterdam

Burgemeester en Wethouders van Amsterdam hebben in mei 2008 het Plan van Aanpak Discriminatie Amsterdam gepresenteerd. Discriminatie wordt opgevat als een ervaringsfeit van de betrokkene en kan op allerlei gronden plaatsvinden. De gemeente geeft de komende planperiode prioriteit aan de

bestrijding van discriminatie in de horeca, op school, bij werk en stages en bij homofobie. Daarbij stelt de gemeente zichzelf als voorbeeld bij discriminatie. Het Meldpunt Discriminatie Amsterdam zal een belangrijke rol blijven vervullen bij de melding van discriminatie.

HomoNetwerken Politie

Een belangrijke rol lijkt te zijn weggelegd voor lokale homogroepen binnen politiekorpsen die zowel intern als extern het onderwerp op de agenda houden, zoals Roze in het Blauw in Amsterdam. Roze in het Blauw kent de volgende doelstellingen:

• bereidheid verhogen en drempel verlagen voor burgers om melding of aangifte van homonegatief geweld te doen bij de politie;

• aanspreekpunt en vraagbaak voor collega’s van de politie Amsterdam-Amstelland en andere politiekorpsen;

• overzicht en monitoring van homogerelateerde incidenten binnen de regio Amsterdam-Amstelland; • samenwerking met hulpverleningsinstanties, homo-emancipatie organisaties en homohoreca; • samenwerking met andere homonetwerken in zowel binnen- als buitenland

(http://www.politie-amsterdam-amstelland.nl/get.cfm?id=586).

Het recent opgerichte politie netwerk ‘Proud’ in Flevoland hoopt ’te bereiken dat de korpsleiding de onduidelijkheden rond de homo-ontmoetingsplekken inbrengt in het overleg tussen de politie en de gemeente’(Omroep Flevoland, 22 september 2008).