• No results found

Verdere verruiging leidt uiteindelijk tot achterwege blijven van de kensoorten, ten voordele

van ruigtesoorten van voedselrijker milieu, zoals Harig wilgenroosje, Haagwinde, Gewone

smeerwortel, Grote brandnetel, Liesgras, Rietgras, … en tenslotte tot wilgen- of elzenstruweel of –bos (foto: Patrick Keirsebilck).

WVI – FEBRUARI 2004 FILIPENDULION 33

6.3 Beheer

6.3.1 Uitwendig beheer

De habitatrichtlijn beschermt ‘voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de

montane en alpiene zones’ (bijlage I, code 6430). Dit is een vrij algemene omschrijving, waaronder het

Filipendulion met enige goede wil kan ingepast worden (echter: niet altijd voedselrijk, niet altijd

zoomvormend). Er zijn geen specifieke soorten van Bijlage II die karakteristiek zijn voor dit biotoop. De aanduiding in Vlaanderen is gebaseerd op een selectie van Hf-locaties op de biologische waarderingskaart.

Er werden van dit biotoop stukken afgebakend in gebied 3: West-Vlaams Heuvelland (Westouter, Dranouter, Loker en Kemmel), gebied 4: Bossen en heiden van Zandig Vlaanderen westelijk deel (Vallei van Rivierbeek en Zuidleie), gebied 5: Bossen en heiden van zandig Vlaanderen oostelijk deel (Groot Burkel/Kallekensbos, Stropersbos, de Heirnisse te Eksaarde, de Broeken nabij Zeveren, Deinze, de Vinderhoutse bossen te Vinderhoute-Drongen, gebied 6: Schelde- en Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent (zoet- en brakwatergetijdengebied Schelde en Durme, Kalkense meersen, Berlare Broek, Liefkenshoekgracht, Kastermeersen, Turfput, Polsmeersen, Vlassenbroekse polder, Damvallei Heusden, Daknamse meersen bij Lokeren), gebied 7: Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen (in Bos ’t Ename, Burreken, Bos Ter Rijst, Brakelbos, Haeyesbos, Steenbergse bossen, Geitebossen, Trimpontbos, Raspaille-Karkoolbos, Neigembos, Boelarebos, Arduinbos, Markvallei, Dendervallei is niet gepreciseerd waar dit habitat exact voorkomt; dat is wél gepreciseerd voor de Spitaalsbossen en Oud-Moregemse bossen, het Moenebroek, Cottembos te Sint-Lievens-Houtem, Herzele en Zottegem, Wellemeersen en Kapellemeersen te Welle, Kravaalbos-Herentbos, Osbroek-Molenkouter-Gerstjens te Aalst, Bellebeek, Zwalmvallei en Boterhoek te Michelbeke-Roborst, Kraaibos en vaarttaluds te Moen ), gebied 9: Hallerbos met brongebieden en heiden (Kesterbeekmoeras, Gasthuisbos, Begijnenbos, Lembeekbos, de Wolfsputten, Zuunbeek), gebied 12: Valleien van Winge en Motte met valleihellingen (complex in valleien met Walenbos, Benninksberg, Chartreuzebos-Speelberg, Dunbergbroek en bovenloop Winge, vallei van de Tieltse Motte), gebied 13: Demervallei ten oosten van Aarschot (samenvloeiingsgebied Zwarte beek en Demer), gebied 29: Vallei- en brongebied van de Zwarte beek, Bollisserbeek en Dommel met heide en vengebieden, gebied 30: Heide en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode (Kattebeek, Woutercamping, Gruitrodebos, Winterbeek, Schansbeemden, den Aenhof te Heusden-Zolder), gebied 31: Valleien van de Laarbeek, Zonderikbeek, Slangbeek en Roosterbeek met

vijvergebieden en heiden (vallei van de Laambeek t.e.m. Terlaemen en Waterlozen en Wijvenheide), gebied 35: Mechelse heide en vallei van de Ziepbeek (Mechelse heide, Daelbroekbos te Rekem en Asbeek te Lanaken, Lanklaarderbos en Dilserbos), gebied 38: Bossen van Limburgs Haspengouw, gebied 39: Voerstreek, gebied 40: Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek (Malesbroek, Willaarts, Celguis en Bel, Witbergen en Varenbroek), gebied 41: Bovenloop van de Demervallei, gebied 42: Overgang Kempen-Haspengouw (Bilzen, Lanaken, Zutendaal), gebied 43: Bosbeekvallei en aangrenzende bos- en heidegebieden te As-Opglabbeek-Maaseik, gebied 44: Bossen van het zuidoosten van de Zandleemstreek (tussen Merelbeke en Mechelen). Een belangrijk deel van de gebieden zijn in complex opgenomen, zonder te specifiëren welke gebieden exact welke biotopen herbergen.

Moerasspirea-ruigte valt onder de wettelijke categorie ‘historisch permanent grasland’ (hpg). In bijlage IV van het natuurdecreet wordt de BWK-eenheid Hf aangeduid als een van de categorieën historisch permanent grasland. Dit vegetatietype is dus in veel gevallen natuurvergunningsplichtig. In

groengebied, parkgebied, buffergebied en bosgebied is er een verbod tot omzetting. In vallei-, bron- en natuurontwikkelingsgebieden, agrarische gebieden van ecologisch belang en met bijzondere waarde zijn ze vergunningsplichtig. In vogelrichtlijngebied, Ramsargebied en habitatrichtlijngebied geldt eveneens de vergunningsplicht. In de niet-integrale vogelrichtlijngebieden geldt de

vergunningsplicht alleen daar waar hpg’s aangeduid zijn als habitat.

Moerasspirea-ruigtes worden op perceelsniveau quasi alleen nog aangetroffen onder een natuurreservatenbeheer. De vele lintvormige relicten langs wegen en sloten zijn echter in praktijk slecht beschermd.

WVI – FEBRUARI 2004 FILIPENDULION 34 De waterhuishouding van zeer veel Filipendulion-eilandjes in natuurreservaten wordt in sterke mate beïnvloed door de waterhuishouding buiten de reservaten. De beïnvloeding van de waterkwaliteit en het waterpeil is daardoor vaak sterk afhankelijk van derden.

6.3.2 Inwendig beheer

Het Moerasspirea-verbond wordt in natuurreservaten meestal onderhouden door de vegetatie niet jaarlijks te maaien. Af en toe maaien is evenwel noodzakelijk om de ruigte niet te laten overgaan in struweel of bos. De aanwijzingen voor het meest geschikte tijdstip variëren wat, maar een late najaarsmaaibeurt of een wintermaaibeurt worden meest gesuggereerd.

Het beheer van dergelijke ruigtes is waarschijnlijk niet erg traditioneel. In het buitenland zijn wel voorbeelden van het maaien van ruigten als strooiselvoorziening of zelfs als voedselvoorziening (Balkan), maar in Vlaanderen kennen we hiervan geen voorbeelden.

WVI – FEBRUARI 2004 FILIPENDULION 35

7. Voorkomen en verspreiding

Van Landuyt et al. (1999) schatten de oppervlakte aan ‘natte ruigte met Moerasspirea’ (Biologische waarderingskaart-symbool Hf) minimaal 1490 en maximaal 3490 ha groot. Dit betekent 0,11-0,26% van de oppervlakte in Vlaanderen.

De associatie van Moerasspirea en Valeriaan is met vele honderden opnames gedocumenteerd. We geven de benaderende verspreiding weer aan de hand van de opnametabel met alle

Poelruit-opnames, en maken daarbij een onderscheid in de drie subassociaties die in de tabel onderscheidbaar zijn. De subassociatie sonchetosum palustris is amper met opnames gedocumenteerd. Hiervan geven we enkel de ons bekende locaties weer.

De subassociatie inops is met opnames gedocumenteerd van: • West-Vlaanderen:

• Oost-Vlaanderen: Molsbroek Lokeren, Wellemeersen Denderleeuw, Kalkense meersen Wichelen Schellebelle, Dendervallei Liedekerke, Dendervallei Denderleeuw

• Brabant: Demerbroeken Scherpenheuvel-Zichem • Antwerpen:

• Limburg: Kerkeweerd Dilsen, Koeweide Dilsen, Kotem Maasmechelen, Maaswinkel Maasmechelen, Eisden Maasmechelen, Kollegreend Kinrooi Kessenich, Ophoven Kinrooi Kessenich, Koningssteen Kinrooi Kessenich

De subassociatie holcetosum is met opnames gedocumenteerd van:

• West-Vlaanderen: Gemene weiden Assebroekse meersen Brugge, wegberm Assebroekse meersen Brugge, Meetkerkse moeren Meetkerke Zuienkerke, wegberm Kleine moerstraat Sint-Pieters Brugge, Westbroek Reninge Lo-Reninge

• Oost-Vlaanderen: Molsbroek Lokeren, Daknamese meersen Daknam Lokeren, Bourgoyen Mariakerke Gent, Damvallei Heusden Destelbergen, Leie Bachte-Maria-Leerne Deinze, Polmeersen Broekmeers Berlare, Wijmeers Berlare Uitbergen, Kalkense meersen Kalken Laarne Wichelen Schellebelle, Wellemeersen Denderleeuw, Kreken van Assende Assenede, Boerekreek Sint-Jan-in-Eremo Sint-Laureins, potpolder Waasmunster, Ham Wetteren, Vinderhoutse bossen Gent, Vinderhoute Lovendegem,

• Brabant: Demervallei Scherpenheuvel Zichem Testelt, Diest Webbekom

• Antwerpen: Het Moer Bornem

• Limburg: Kinrooi Kessenich, Kollegreend Kinrooi Kessenich, Schulensbroek Schulen Herk-de-Stad

De subassociatie phragmitetosum is met opnames gedocumenteerd van: • West-Vlaanderen: Damme Oostkerke, De Blankaart Woumen

• Oost-Vlaanderen: Boerekreek Eremo Sint-Laureins, Oostpolderkreek Sint-Jan-in-Eremo Sint-Laureins

• Brabant:

• Antwerpen: Puurs

• Limburg:

De subassociatie sonchetosum palustris is met opnames gedocumenteerd van: • West-Vlaanderen: kanaal Kortrijk-Bossuit Bossuit Avelgem

• Oost-Vlaanderen: Damvallei Heusden Destelbergen

• Brabant:

• Antwerpen: Rupel Terhagen Rumst

WVI – FEBRUARI 2004 FILIPENDULION 36

Kaart 1 geeft de verspreiding weer van de Associatie van Moerasspirea en Echte valeriaan, met de

vier onderscheiden subassociaties, op basis van beschikbare vegetatie-opnames in Vlavedat.