• No results found

Doordat tijdens de tweede intifada voortdurend zelfmoordaanslagen werden gepleegd op burgerdoelen in de staat Israël, besloot het land zich in 2002 te beschermen tegen deze aanvallen door het bouwen van een veiligheidshek.216 Dit hek zou grotendeels op de grens moeten komen te liggen van voor 1967, dus de Westbank zou niet door Israël geannexeerd worden. Er was internationaal direct veel protest tegen de aanleg van de muur. In oktober 2003 probeerden de moslimlanden Guinee, Maleisië, Pakistan en Syrië de aanleg van het hek veroordeeld te krijgen door de Veiligheidsraad. Deze resolutie werd door de VS middels een veto verworpen.217 De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft echter de bevoegdheid het IG te vragen om een advies inzake een juridische kwestie. Aangezien een veroordeling door de Veiligheidsraad onmogelijk bleek, werd een resolutie voorgesteld in de Algemene Vergadering door Koeweit namens de Arabische landen om het IG om een advies te vragen.218 De resolutie werd aangenomen.219 Er stemden 90 landen, voornamelijk Islamitische en ontwikkelingslanden, voor de resolutie, acht landen stemden tegen, waaronder Israel en de VS en 74 staten onthielden zich van stemming, waaronder de gehele EU en andere Westerse landen.220 De vraag die aan het Hof gesteld werd, was: „what are the legal consequences arising from the construction of the wall being built by Israel, the occupying Power, in the Occupied Palestinian Territory, including in and around East Jerusalem, as described in the report of the Secretary-General, considering the rules and principles of international law, including the fourth Geneva Convention of 1949,

216 Ministerie van Defensie Israël, Israel’s security

fence,<http://www.securityfence.mod.gov.il/Pages/Eng/purpose.htm>, geraadpleegd: 11 oktober 2009

217

Verenigde Naties, Resolution,

<http://daccessdds.un.org/doc/UNDOC/GEN/N03/557/81/PDF/N0355781.pdf?OpenElement>, geraadpleegd: 11 oktober 2009

218

Verenigde Naties, Press release, <http://www.un.org/News/Press/docs/2003/ga10216.doc.htm>, geraadpleegd: 11 oktober 2009

219 De vraag die aan het Hof gesteld werd, was: „what are the legal consequences arising from the construction of the wall being built by Israel, the occupying Power, in the Occupied Palestinian Territory, including in and around East Jerusalem, as described in the report of the Secretary-General, considering the rules and principles of international law, including the fourth Geneva Convention of 1949, and relevant Security Council

and General Assembly resolutions?‟

220 Verenigde Naties, Press release, Annex 1 <http://www.un.org/News/Press/docs/2003/ga10216.doc.htm>, geraadpleegd: 11 oktober 2009

58 and relevant Security Council and General Assembly resolutions?‟221 Op de

vraagstelling van de AV zal later terug gekomen worden.

6.3 Het geschil voor het Hof

Bij een adviesprocedure voor het IG is het mogelijk voor ieder VN-lid zijn mening over de zaak aan te dragen bij het IG. De volgende nationaliteiten waren

vertegenwoordigd in het Hof: China, Madagaskar, Frankrijk, Siërra Leone, Rusland, Groot-Brittannië, Venezuela, Nederland, Brazilië, Jordanië, Egypte, Japan, Duitsland en Slowakije. Veel landen hebben dit gedaan, waaronder Nederland.222 Vooral Westerse landen hebben er bij het Hof op aan gedrongen geen advies te geven, omdat dit het toch al moeizame vredesproces zou kunnen belemmeren.223 Dat vredesproces zou door middel van diplomatie en onderhandeling tot resultaat moeten leiden. Een advies waarin het IG het hek illegaal zou verklaren hielp het vredesproces volgens veel Westerse landen niet. Voordat het proces begon heeft de VS geprobeerd de Egyptische rechter uit het Hof te laten verwijderen, omdat hij zich al voordat de zaak begon over het geschil had uitgelaten en had verklaard dat bezetting illegaal was. Deze poging was niet succesvol.224

Het protest was tevergeefs. Het Hof toonde zich niet ontvankelijk voor de kritiek en gaf zijn advies op 9 juli 2004. De rechters waren niet unaniem in hun beslissing, waarover weldra meer. Het stelde dat de Joodse nederzettingen in bezet gebied onwettig waren. Door het bouwen van een hek zou 80% van de inwoners van

nederzettingen in Palestijns gebied wonen.225 Door het bouwen van de muur overtrad Israël internationaalrechtelijke bepalingen betreffende eigendommen van mensen in

221 Verenigde Naties, Letter from the president of the International Court of Justice to the Secretary General of

the United Nations, <http://www.icj-cij.org/docket/files/131/1497.pdf>, geraadpleegd: 11 oktober 2009

222International Court of Justice, Legal consequences of the construction of a wall in the occupied Palestinian

territory, <http://www.icj-cij.org/docket/files/131/1627.pdf >, geraadpleegd: 11 oktober 2009

223 In totaal hebben 51 landen en organisaties hun mening betreffende het conflict aan het IG meegedeeld: International Court of Justice, Legal consequences of the construction of a wall in the occupied Palestinian

territory, written statements,

<http://www.icj-cij.org/docket/index.php?p1=3&p2=4&k=5a&case=131&code=mwp&p3=1> geraadpleegd: 11 oktober 2009

224 International Court of Justice, Legal consequences of the construction of a wall in the occupied Palestinian

territory,orders, <http://www.icj-cij.org/docket/files/131/1535.pdf>

225 International Court of Justice, Reports and judgments, advisory opinions and orders, Legal consequences of

the construction of a wall in the occupied Palestinian territory , < http://www.icj-cij.org/docket/files/131/1671.pdf> 183, geraadpleegd: 11 oktober 2009

59 bezet gebied. Ook werd de bewegingsvrijheid van Palestijnen te veel beperkt.226

Voorts zou de muur leiden tot economische achteruitgang van de Palestijnen en de demografische toestand in het gebied wijzigen.227 Tevens bestaat er geen recht op zelfverdediging voor Israël onder het VN Handvest tegen terreuraanvallen vanuit de Westbank, omdat de Westbank geen staat is als bedoeld in artikel 51 van het Handvest van de VN.228 Israël werd verplicht de bouw te staken, het al gebouwde gedeelte af te breken en schadevergoeding te betalen aan hen die nadeel hadden ondervonden van de bouw van het hekwerk.229 Ten slotte mochten derde staten de ontstane situatie door de bouw van het security fence niet erkennen en niet meewerken aan het in stand houden van de huidige situatie. Het IG riep de Veiligheidsraad en de Algemene Vergadering van de VN op de illegale situatie te veroordelen.230 Verder was het opvallend dat het Hof in zijn beslissing de politiek gekleurde vraagstelling van de AV overnam.231

6.3.1 Separate opinions and declarations

Een aantal rechters had kritiek op bepaalde redeneringen van het Hof. De Britse rechter R. Higgins, de huidige president van het IG, wees er in haar „dissenting opinion‟ op dat het onbegrijpelijk was dat Israël het recht op zelfverdediging werd ontnomen. Ze verweet het IG nergens duidelijk te maken waarom dit artikel zo restrictief werd uitgelegd.232 Ook was het voor haar onbegrijpelijk dat een bezettende macht, als deze zo wordt aangemerkt, het recht werd ontnomen zijn eigen burgers te verdedigen tegen aanvallen vanuit het bezette gebied. Ze wees hier op de eerder behandelde zaak tussen Nicaragua en de VS, waarin het Hof had verklaard dat „irregular forces‟ een gewapende aanval kunnen plegen op een staat, mits de aanval van een voldoende grootte is. Ook wees ze op een inconsistentie in de redenering van het IG. Enerzijds werd de Palestijnse Autoriteit „staat‟ genoeg geacht om zelfstandig

226

International Court of Justice, Reports, <http://www.icj-cij.org/docket/files/131/1671.pdf> 190, geraadpleegd: 11 oktober 2009 227 Ibidem, 192 228 Ibidem, 194 229 Ibidem, 198 230 Ibidem, 200

231 Het formuleerde zijn conclusive als volgt: The construction of the wall being built by Israel, the occupying Power, in the Occupied Palestinian Territory, including in and around East Jerusalem, and its associated régime, are contrary to international law, International Court of Justice, Reports, <

http://www.icj-cij.org/docket/files/131/1671.pdf> 201, geraadpleegd: 11 oktober 2009

232 International Court of Justice, Separate opinion of judge Higgins,< http://www.icj-cij.org/docket/files/131/1681.pdf> 215, geraadpleegd: 11 oktober 2009

60 partij te zijn bij het Hof (dat alleen voor staten open staat), anderzijds zou een aanval van het grondgebied van de Palestijnse Autoriteit geen „gewapende aanval‟ zijn omdat het geen staat betrof.233

De Amerikaanse rechter T. Buergenthal stemde tegen alle beslissingen van het IG. In de inleiding van zijn verklaring gaf hij aan dat hij van mening was dat het Hof de zaak nooit inhoudelijk had mogen behandelen, omdat het niet alle informatie had om tot een juist oordeel te komen.234 Ook was het onjuist dat het IG in zijn beoordeling van het geschil niet inging op de Israëlische veiligheid, het recht op zelfverdediging en de impact die de voortdurende aanvallen op burgerdoelen in Israël hadden.235 Ook hij had zeer veel moeite met de redenering van het IG dat artikel 51 van het Handvest niet van toepassing is, omdat de Palestijnse Gebieden geen staat waren. Hij wees er op dat in dat artikel stond dat het Handvest het recht op zelfverdediging van een staat niet beperkt.236 Ook benadrukte hij dat het Hof vaststelde dat het hek verscheidene rechten van de Palestijnen afnam. Het IG ging niet in op de redenen waarom de muur was gebouwd en de rechten van Israëli die in het geding waren door de voortdurende aanvallen.237

6.4 Samenvatting

Het conflict tussen Israël en zijn buren heeft een lange geschiedenis. Er zijn vele oorlogen gevoerd. Naar aanleiding van voortdurende terreuraanvallen vanuit de Palestijnse Gebieden heeft Israel een hek gebouwd dat moest verhinderen dat

terroristen de vrije toegang hadden tot het land. De Algemene Vergadering van de VN heeft het IG gevraagd een uitspraak te doen over de juridische consequenties die het hek internationaalrechtelijk had. De vraagstelling was zeer politiek gekleurd. Het Hof heeft de vraag echter in behandeling genomen en beantwoord. Het advies werd niet door Israel overgenomen en is ook niet af te dwingen anders dan door een VN Veiligheidsraad resolutie.

233 International Court of Justice, Higgins, <http://www.icj-cij.org/docket/files/131/1681.pdf> 215, geraadpleegd: 11 oktober 2009

234 International Court of Justice, Separate opinion of judge Buergenthal, < http://www.icj-cij.org/docket/files/131/1687.pdf>, 240, geraadpleegd: 11 oktober 2009

235 Ibidem, 241

236 Ibidem, 241

61

7 Analyse

De hiervoor besproken zaken zijn beide geschillen die internationaal veel aandacht hebben gehad, zowel politiek als volkenrechtelijk. In het kader van dit onderzoek is de vraag gesteld of het Hof wel onafhankelijk opereert. Die neutraliteit geldt op het niveau van rechters, maar ook op het functioneren van het IG als geheel.