• No results found

Van de wieg tot den troon. 1880 tot heden

In document Onze historie in woord en beeld · dbnl (pagina 111-119)

Koningin Wilhelmina.

Ik heb U lief, mijn Koningin, U, Wilhelmina van Nassouwe, Eerst ons Oranjemaagdelijn, Toen onze hooggezeten Vrouwe. Zij wijdde een nieuwen eeuwkring in. Als d'oude in neev'len weg ging vagen, Deed zij de Oranjezonne dagen In vredelicht en glorieschijn.

GEEN wonder, dat heel Nederland met hartelijke liefde tot de kleine Wilhelmina opzag. Geen wonder ook, dat hare Moeder, de Koningin-weduwe Emma, met de teederste zorg over haar waakte. Zij gaf aan de Dochter der Oranjes, onze aanstaande Koningin, eene uitnemende, liefdevolle opvoeding.

De Koningin-Moeder.

Door zooveel toewijding verwierf ook Koningin Emma in steeds ruimer mate de liefde der geheele natie en leefde deze wensch in aller hart:

Gods zegen daal vol liefde en trouw Op Koningskind en Koningsvrouw!

Aan Moeder en aan Kind reik' Hij de sterke Hand! Eu wat er dan ook dreigen moog',

Wij houden fier het hoofd omhoog! Hoezee! voor Nederland!

Zoo had onze jonge Vorstin eene blijde, gelukkige jeugd. Natuurlijk moest zij als aanstaande Koningin heel wat leeren. Dagelijks kwam er een Meester in het paleis om haar les te geven. Hare Moeder onderwees haar echter in de Bijbelsche

Geschiedenis; dat wilde Koningin Emma niet aan anderen overlaten.

Het Paleis in de Residentie.

Natuurlijk behoefde de kleine Koningin niet altijd te leeren; zij mocht ook wel eens spelen. Kostelijk kon zij zich met hare poppen vermaken, waarvan zij er meer dan dertig had! Daarbij kreeg zij dikwijls andere kinderen bij zich en kon dan stoeien naar hartelust.

Het Loo.

Vertoefde Wilhelmina 's-winters in de Residentie, de zomermaanden bracht zij grootendeels door op het Loo bij Apeldoorn.

Op het Loo was zij het liefst en had zij ook de beste gelegenheid, zich te vermaken. Met het mooie weer was zij gewoonlijk buiten en nooit ontbrak het haar aan bezigheid. Vooreerst had zij haar eigen tuintje, waarin zij dagelijks met spade, schop of hark een poosje aan 't werk was. Daarbij hield zij ook kippen, duiven, eenden, zwanen en herten en moest deze dieren behoorlijk verzorgen.

Wihelmina voedert hare duiven.

Zelf ging zij met een mandje in de hand hare duiven voederen, terwijl haar trouwe hond Swell aandachtig zat toe te kijken.

Dat alles was voor de Prinses eene prettige afleiding, maar nog liever ging zij uit rijden in haar fraai open rijtuig, met vier paardjes

De Prinses gaat uit rijden.

bespannen. Welk een aardig gezicht, als zij met eigen hand hare poney's bestuurt! Iedereen kijkt met welgevallen naar de lieve, blonde Koningin!

De Koningin in Friesch costuum.

Of ons volk zijn kleine Koningin lief heeft! Niet slechts in Den Haag en Apeldoorn, overal wil men het Prinsesje wel eens zien en begroeten. Daarom gaat zij af en toe een reisje maken en met hare Moeder de voornaamste steden van ons land bezoeken.

Overal waar zij komt, wordt zij met uitbundig gejuich ontvangen en met eerbewijzingen overladen. In Friesland boden 8000 vrouwen haar een schoon geschenk aan. Waaruit het bestond? Wilhelmina kreeg een Friesch costuum, zooals

werd gedragen. Gij begrijpt wel, hoe stormachtig de Koningin werd toegejuicht, toen zij deze vreemde kleeding aantrok en er urenlang mee bleef zitten.

Zoo snelde de jeugd onzer Koningin voorbij en naderde de tijd, waarop zij zelve het bewind zou aanvaarden. Den 31stenAugustus 1898 vierde zij haar achttienden verjaardag en een

Een Wapenkoning.

week later werd zij in de Nieuwe Kerk te Amsterdam plechtig als Koningin

ingehuldigd. Daar zag zij vóór en om zich heen al wat voornaam, geëerd en aanzienlijk is in Nederland. Daar deed zij onder ademlooze stilte den plechtigen eed van trouw aan volk en vaderland. Met vorstelijke gratie den hermelijnen mantel terugslaande, sprak zij op indrukwekkenden toon: ‘Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig!’

Nadat daarop de volksvertegenwoordigers zich door den eed van trouw aan hare Majesteit hadden verbonden, riep een Wapenkoning, zijn schepter zwaaiende, luide door de kerk: Koningin Wilhelmina is ingehuldigd! Leve de Koningin!

Wilhelma van Nassauwe Draag lang en blij de kroon.

Wij steunen op uw trouwe Zoo steune God Uw troon,

zoo zong onze grijze dichter Nicolaas Beets. En sinds dien tijd heeft onze Koningin drie jaar de kroon gedragen. Lief en leed deelde zij met ons volk. Toen de edele Paul

Kruger, de Staatspresident van Transvaal, na een bitteren strijd met Engeland zijn

dierbaar vaderland moest verlaten, was het Koningin Wilhelmina, die hem daartoe een

oorlogschip aanbood en hem na zijn behouden overkomst in haar paleis ontving.

Kruger bezoekt onze Vorstinnen.

Deze moedige daad deed de liefde voor ons volk voor zijne Koningin nog toenemen.

Schitterender dan ooit bleek deze gehechtheid aan de Dochter der Oranjes bij het huwelijk onzer Koningin met Hertog Hendrik van Mecklenburg-Schwerin. Heel de natie verheugde zich met hare Vorstin en wenschte haar en haar Gemaal Gods rijkste zegeningen toe.

Den 7denFebruari 1901 was de prachtig versierde Groote Kerk te 's-Gravenhage met honderden voorname personen gevuld.

vóór; hij houdt eene toespraak tot het Vorstelijk Bruidspaar, dat knielende den zegen ontvangt.

Achter onze Koningin en Hertog Hendrik zien we wel 33 vorsten en vorstinnen. Niet slechts de Koningin-Moeder Emma, maar ook de Moeder van den Hertog,

Groothertogin Marie.

Was zijn Vader er dan niet bij, vraagt ge? Ach, Hertog Hendrik verloor zijn Vader reeds op zesjarigen leeftijd. Den 15denApril 1883 blies Frederik Frans II na eene kortstondige ziekte den laatsten adem uit.

Na de huwelijksinzegening zingt de Gemeente:

Waar liefde woont, gebiedt de Heer den zegen. Daar woont Hijzelf, daar wordt Zijn heil verkregen, En 't leven tot in eeuwigheid.

Daarop dreunt het kanongebulder door de stad, waardoor aan het

volk verkondigd wordt, dat het huwelijk tusschen Koningin Wilhelmina en Hendrik, Prins der Nederlanden, is gesloten.

In gouden lett'ren zij 't geschreven, Bevestigd door des Heer en hand,

Lang, lang moog' Wilhelmina leven, Tot heil van 't lieve Vaderland.

Dat God de Heer haar huw'lijk krone, Met ongestoord geluk,

Haar en den Prins Zijn liefde toone, Hen saam bewaar voor leed en druk.

In document Onze historie in woord en beeld · dbnl (pagina 111-119)