• No results found

Verschillende berichtgeving over hetzelfde onderwerp

Bijlage 11: Uitgeschreven interviews

Interview met Rob Vreeken, buitenland redacteur van de Volkskrant

- Wat was u rol bij de krant tijdens de aanslag op Charlie Hebdo?

‘Ik heb een aantal artikelen geschreven , waaronder een analyse en een verhaal over de striptekenaars en de beeldcultuur in Frankrijk’.

- Uit welke rubrieken is de krant opgebouwd?

‘Vroeger hadden we de voorpagina en daarna de afdelingen Binnenland en Buitenland. Dat hield in dat Binnenland vaak op pagina 2, 3, 4 stond, Buitenland op pagina 5, 6, 7, en dan ging het weer verder met Binnenland. Op een gegeven moment is dat afgeschaft en toen zijn we begonnen met Ten Eerste. Dit was eigenlijk een soort verlengde van de voorpagina, hier konden we de

belangrijkste dingen in kwijt en daarna kwamen dan de rubrieken. Dus dan had je eerst 4 pagina’s Ten Eerste, met een keuze uit het hele aanbod, en daarna kwamen de rubrieken Binnenland, Buitenland, Economie, Opinie en Sport. Toen gingen langzamerhand de rubrieken Binnenland en Buitenland weg en vielen die ook onder Ten Eerste. De rubriek Economie is wel gebleven, maar hele belangrijke stukken over de economie kunnen dan dus ook in Ten Eerste staan. Ten Eerste is nu vaak wel rond de 10 pagina’s. Daarnaast hebben we ook het V katern, waarin onder andere wordt geschreven over film, cultuur, media. Deze bijlage heeft weer een eigen karakter.

- Kunt u mij iets meer vertellen over de verschillende genres die worden toegepast in de Volkskrant?

‘Ja, wij gebruiken verschillende genres. Profiel is een genre, dat gaat over 1 persoon, een Analyse is meer beschouwend, bij een Reportage schrijft diegene wat hij ziet en meemaakt met de nodige achtergronden daarbij en een Postuum gaat over een overleden persoon. Daarnaast maken wij ook gebruik van de genres Interview, Opinie en Commentaar. Wij leggen naast de feiten ook veel nadruk op het spreken met mensen’.

-Als we kijken naar de identiteit van de krant, heeft de Volkskrant een politieke voorkeur?

‘Historisch gezien, in de jaren 70/80, waren wij de belangrijkste krant van links. Daarna is dat minder geworden en zijn we meer mainstream geworden. Wij beschouwen onszelf nu als een professionele nieuwskrant met progressieve genen. Dit blijkt ook uit de keuze voor columnisten want zij komen uit allerlei verschillende richtingen. Bij de aanpak van het nieuws zijn wij een hele serieuze krant. Onze doelgroep is een brede hoogopgeleide doelgroep en daar schrijven wij dus ook naar. Wij weten op deze manier welke kennis de mensen die onze artikelen lezen al hebben, en welke dingen wij nog

moeten uitleggen.

- Neemt de Volkskrant een bepaalde houding aan tegenover de islam?

‘Als je kijkt naar hoe wij erover schrijven kun je stellen dat wij kritisch zijn op radicale uitingen en groeperingen als Al-Qaida. Maar wij nemen geen bepaalde houding aan tegenover de islam. Wij proberen gewoon te beschrijven wat er is gebeurd, zo objectief mogelijk. Als je het strikt beschouwd, kun je zeggen dat wij schrijven vanuit het idee dat Al-Qaida slecht is en dat bepaalde varianten van de islam niet goed zijn. Maar wij zijn er zeker niet op uit om de islam in een slecht daglicht te stellen. Wij zijn bijvoorbeeld ook kritisch op de Russische regering en Poetin. Hier schrijven wij ook op een manier over dat wel duidelijk blijkt dat wij dat niet goedkeuren.’

- Zijn er bepaalde richtlijnen/werkwijze waaraan jullie je moeten houden als het gaat om de berichtgeving?

‘Dat je meteen uitlegt hoe het zit, het moet inzichtelijk zijn, leesbaar zijn, helder geschreven zijn en een bepaalde spanning hebben. Dit zijn een soort richtlijnen. Wij werken niet vanuit bepaalde codes die zijn opgesteld maar wij kunnen ons wel vinden in bijvoorbeeld de Code van Bordeaux’.

- Toen de aanslag op Charlie Hebdo was gepleegd, zijn er toen bepaalde afspraken gemaakt als het gaat om berichtgeving?

‘Als zoiets gebeurd, dan staat iedereen meteen op scherp en weet wat er moet gebeuren. Wij hebben toen wel meteen een vergadering belegd waar een man of 15 bij zaten van verschillende afdelingen. Er werd overlegd wie wat gaat doen en hoe we de krant gaan indelen. Er wordt

nagedacht over wat we willen weten en welke genres we gaan toepassen. Ik kreeg toen de opdracht om een analyse te maken over wat deze aanslag maatschappelijk betekent. Dit artikel liet wel duidelijk naar voren brengen hoe we tegen deze situatie aankeken. Ik heb toen wel even met wat mensen van de krant overlegd over dit onderwerp wat erg nuttig was voor mijn eigen

gedachtevorming. Er is ook een chef buitenland die de onderwerpen en artikelen coördineert en die probeert te voorkomen dat er dubbele dingen in de krant komen. De voorpagina is ook heel toontreffend en laat meteen zien wat wij belangrijk vinden. Voor ons was het een aanslag op de democratie en dat staat dus op de voorpagina vermeld.’

- Was er discussie of twijfel over het plaatsen van de cartoons uit Charlie Hebdo in de Volkskrant?

‘Wij besloten om de cartoons in de krant af te beelden want dat is tenslotte het nieuws. Hier was eigenlijk nauwelijks discussie over. We hadden wel discussie over of we wel of niet de cartoons van Mohammedop de voorpagina gingen afdrukken. Wij hebben toen besloten dat we het niet gingen doen omdat we niet een bepaald statement wilden maken maar gewoon nieuws wilden geven. We

schrijven vanuit een sympathie voor Charlie Hebdo. We hebben sympathie voor de slachtoffers en staan voor vrijheid van meningsuiting’.

Interview met Bart Olmer, verslaggever De Telegraaf en terroristexpert

- Als we kijken naar de identiteit van de krant, heeft De Telegraaf een politieke voorkeur?

‘Nee, je lees ook helemaal vooraan in de krant dat we geen politieke voorkeur hebben en we hebben ook geen politiek statement te maken. We zijn niet neutraal maar geven op onze manier invullen aan de dagelijkse verslaggeving, maar dit is niet gekleurd omdat wij een bepaalde politieke richting op willen.

- Wat zijn de grootse verschillen tussen De Telegraaf op het internet en de papieren versie?

‘De krant is beperkter qua omvang. Op de website is de omvang veel groter en kunnen dus veel meer artikelen worden geplaatst. Als het gaat om de krant wordt er meer nagedacht over wat voor een producties er worden geschreven. We maken een keuze over wat wij belangrijk vinden en denken daar bewust over na want het gaat om een product wat we willen verkopen. Vroeger waren we echt een verzameling van allerlei verhalen van goede verslaggevers en nu wordt er meer gedacht vanuit hoe we onderscheidend kunnen zijn ten opzichte van de concurrent qua inhoud, keuze en stijl. De omvang van de krant dwingt je om bepaalde keuzes te maken want je wilt ook dat de kleur wordt teruggezien in de krant. Verhalen die in de krant geen plek krijgen, die kunnen dan op de site worden geplaatst’.

-Uit welke rubrieken is de krant opgebouwd?

‘Wij hebben verschillende rubrieken, zoals Binnenland, Buitenland, Wat U zegt en De financiële Telegraaf. Bij ons zijn opiniestukken vaak lezersbrieven of lezersonderzoeken over een bepaald onderwerp. Wij hebben aparte deelredactie die dat rubriek verzorgd’. Qua opbouw van de krant wordt het ritme vaak doorbroken als er een grote gebeurtenis heeft plaatsgevonden zoals de aanslag op Charlie Hebdo. Wij hebben bijvoorbeeld columnisten uitgenodigd die dagen om een stuk te schrijven, dit waren niet onze standaard columnisten.’

- Zijn er bepaalde richtlijnen/werkwijze waaraan jullie je moeten houden als het gaat om de berichtgeving?

‘Wij werken niet met bepaalde regels/codes. Het gaat om de normale journalistieke principes die wij nastreven.’

- Toen de aanslag op Charlie Hebdo was gepleegd, zijn er doen bepaalde afspraken gemaakt als het gaat om berichtgeving?

‘Je weet bij zo’n grote gebeurtenis dat je heel lang bezig gaat zijn met hetzelfde onderwerp. Je ziet internetredacteuren heel hard werken en die worden dan ook echt afgewisseld in ploegendiensten want dat kunnen zij anders niet volhouden. Dus je ziet dat collega’s allemaal op hun eigen manier gaan werken. De correspondent in Frankrijk gaat dan zorgen dat alle feiten over die gebeurtenis bekend worden. Er werden ook meerdere collega’s naar Parijs gestuurd. Er werd vanuit de redactie in Amsterdam besloten wie wat doen en waarover schrijft, dat gebeurde niet in Parijs. Er is toen ook een video redacteur naar toe gegaan om beelden vast te leggen, dat is heel belangrijk voor ons. En je hebt mensen die hier op de basis blijven en gaat kijken naar wat we missen. Iedere collega heeft dus een andere rol en kijkt ergens anders naar. Sommige collega’s kijken naar de consequenties in de toeristensector, andere gaan er dus ter plekke naar toe om te kijken wat er nu speelt, en ik doe bijvoorbeeld met name de achtergrond van de inlichtingen en veiligheidsdiensten. Ik ga dus vanuit mijn visie kijken naar wat het betekent en of we dit soort gebeurtenissen meer kunnen gaan verwachten’.

- Was er discussie of twijfel over het plaatsen van de cartoons uit Charlie Hebdo in De Telegraaf?

‘Nee, dit was gewoon nieuwswaarde voor ons dus we wilden dit gewoon in onze krant plaatsten. Hier was helemaal geen discussie over’.

- Zijn er bepaalde verschillen die u ziet tussen De Telegraaf en de Volkskrant?

‘In zijn algemeenheid zie je wel dat als het gaat over extremisme zie dat de kranten allemaal in twee jaar een ontwikkeling hebben meegemaakt. Zij hebben allemaal mensen aangewezen die op dat vlak hun specialisme hebben. Bij de Volkskrant is dat bijvoorbeeld Janny Groen en bij de Telegraaf ben ik dat, ik houd me daar permanent mee bezig. Bij sommige bedrijven zijn zelfs vertalers aangesteld.’

-Hoe wordt bepaald welke foto’s er worden geplaatst in De Telegraaf?

‘Ja het is wel echt een samenspraak geworden met de beeldredacteuren en de redacteuren. We

hebben die ontwikkeling ook eigenlijk pas net doorgemaakt. We waren vroeger veel meer gefocust op tekst, maar beeld en opmaak wordt steeds belangrijker. De fotoredactie leunt ook op de redacteuren want die zoeken ook internet af, bijvoorbeeld twitter, naar beeldmateriaal. Met name in de propagandawereld van het extremisme is beeld en videomateriaal steeds belangrijker geworden. Ik maak bijvoorbeeld ook steeds vaker stills uit videobeelden die ik aanlever bij de fotoredactie, want je kan niet vragen aan die redactie dat ze dat allemaal zelf gaan vinden. Met name de laatste tijd is het meewerken van de redacteuren aan de hele productie qua beeld steeds

belangrijker geworden’.

Interview met Anita van Hoof, Docent faculteit der sociale wetenschappen (communicatiewetenschap) aan de VU.

-Heeft agendasetting een effect via kranten op het publiek?

‘Ja zeker. Bij agendasetting is er een sterk verband tussen de onderwerpen die veel aandacht krijgen in nieuws en de onderwerpen die wij bestempelen als belangrijk.’

-Wat zijn effecten van nieuws die via kranten worden overgebracht?

‘Het gaat vooral om de onderwerpen die dan in het nieuws komen. De meeste mensen horen in ieder geval wel wat van het nieuws. Het is heel lastig om te zeggen dat dit bericht zoveel effect heeft op die persoon. Maar je kunt wel zien, zeker bij dit soort grote nieuwsonderwerpen, dat er op een gegeven moment heel veel nieuws komt over Charlie Hebdo en dat nu iedereen weet wat Charlie Hebdo is. Dit wist een jaar geleden nog bijna niemand. En nu associëren we het ook allemaal met een terroristische aanslag en vrijheid van meningsuiting. En dat is een effect van het nieuws daarover. Dat we nu überhaupt allemaal weten wat Charlie Hebdo is, en dat we het met een aanslag en vrijheid associëren. Het gaat bij Charlie Hebdo dus om een heel sterk effect van wat nieuws heeft op het publiek.

Dat we er allemaal over praten is dus echt agendasetting, en dat we het allemaal met een ander onderwerp associëren is priming. Priming is ook een effect dat vaak optreedt. Er is ook steeds meer theorie gekomen over framing. Dat gaat meer over hoe de berichten worden ingestoken en hoe mensen dat overnemen. Wat ook een rol speelt is of je veel naar het nieuws kijkt en wat je al van dat bepaalde onderwerp weet.

Soms is het zo dat mensen die meer kennis van een onderwerp hebben, ook minder sterk beïnvloedt worden.

- Dit effect geeft dus aan dat het niet alleen bepaald dat we er over denken, maar ook hoe we erover denken, aangezien we er een bepaalde associatie nu bij hebben?

‘Ja en dat is dan dus echt het priming effect. Je kan wel zeggen dat de aanslag op Charlie Hebdo het onderliggende onderwerp vrijheid van meningsuiting weer hoog op onze agenda heeft gezet, dus agendasetting’.

- Hoe zit het met framing’?

‘Er worden altijd frames gebruikt in berichten. Een tekst maken is selecteren. Je moet keuzes maken met wat je vooraan zet of achteraan en wat je eruit laat. Er wordt altijd geframed maar dat wil niet zeggen dat het altijd een doelgerichte bewuste actie is van de journalist. Er wordt vaak een negatief beeld geassocieerd met framing, maar in de wetenschap wordt dit eigenlijk vrij neutraal gebracht. Sommige schrijvers voelen zich vaak aangevallen als je het over framing hebt want zij denken dan dat je hun beschuldigd van misleiding, maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn want het is vaak niet zo bedoeld. Je kunt kiezen voor het woord terrorist of het woord misdadiger, het heeft toch een andere betekenis en een andere impact. Frames worden ook beïnvloed door de cultuur op de redactie en niet alleen door de journalist die het bepaalde artikel heeft geschreven. En daarom veronderstel jij ook dat De Telegraaf op bepaalde punten iets anders doet dan de Volkskrant.’

‘Bij jouw scriptie vraag je eigenlijk niet aan mensen hoe het in elkaar zit, maar vraag je dit aan de teksten’

Bijlage 12: Plan van Aanpak