• No results found

Uitbreiding subsegment Horeca en uitgaan

In tabel hiernaast is een uitgebreide lijst opgenomen met wat onder horeca valt en de ontwikkeling (2006-2007) daarvan. Daar is te zien dat het aantal bedrijven iets is toegenomen. Begin 2007 waren er positieve berichten over de gehele hotelsector. Bijna alle deelsectoren in de hotelsector maakten een groei in het aantal bedrijven door in 2006. Daarbij groeide het aantal hotel-restaurants het meest. Alleen in de drankensector was er sprake van een daling. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door het afnemende aantal cafés. Vooral de dorps-/buurtcafés kent een flinke daling in aantallen (-6,5%). Binnen de fastfood-sector werd de daling van het aantal cafetaria’s compenseerd door een toe-name van het aantal lunchrooms, ijs-salons en crêperies. De restaurantsector kent nog steeds een groeiend aantal bedrijven. Dit wordt veroorzaakt doordat het aantal restaurants met een buitenlandse keuken groeit.

De horeca heeft in 2007 vergeleken met 2006 een omzetgroei gerealiseerd van 5,75% naar 14,4 miljard euro. Wel waren de resultaten in 2007 wisselvallend. Zo waren er goede resultaten in het eerste halfjaar behaald, maar viel het derde kwartaal letterlijk en

figuurlijk in het water. In het vierde kwartaal herstelde de omzet zich weer. De hotels en restaurants profiteerden het gehele jaar van goede zakelijke bestedingen. De omzetgroei in 2007 was bovengemiddeld in de restaurantsector en de hotelsector met respectievelijk 7% en 6,25%. Dit komt vooral door meer zakelijke bestedingen en een toename van het aantal binnenlandse toeristen in hotels. De omzet in de sector fastservice steeg ook bovengemiddeld met 6,75%, vooral

Ontwikkeling van het aantal horeca- en cateringbedrijven in Nederland

mutatie

01-01-2006 01-01-2007 absoluut Relatief

Café, bar (incl. nachtclub) 10.532 10.370 -162 -1,5% Discotheek (excl. disco-achtigen) 343 322 -21 -6,1%

Coffeeshop 1.447 1.451 4 0,3%

Kiosk 127 121 -6 -4,7%

Horeca bij recreatiebedrijf 1.113 1.149 36 3,2% Horeca bij sportaccommodatie 2.212 2.202 -10 -0,5%

Strandbedrijf 351 357 6 1,7% Ontmoetingscentrum, sociëteit 1.235 1.240 5 0,4% Zalen-/partycentrum 919 939 20 2,2% Drankensector totaal 18.279 18.151 -128 -0,7% IJssalon 360 373 13 3,6% Cafetaria, snackbar 5.124 5.044 -80 -1,6% Fastfoodrestaurant 344 350 6 1,7% Shoarmazaak, grillroom 1.337 1.346 9 0,7% Lunchroom, croissanterie 2.079 2.146 67 3,2% Crêperie 304 320 16 5,3% Restauratie 115 112 -3 -2,6% Spijsverstrekker n.e.g. 241 228 -13 -5,4% Fastfoodsector totaal 9.904 9.919 15 0,2% Bistro 1.313 1.296 -17 -1,3% Restaurant 6.237 6.301 64 1,0% Café-restaurant 2.981 3.016 35 1,2% Wegrestaurant 111 112 1 0,9% Restaurantsector totaal 10.642 10.725 83 0,8% Hotel-garni 615 603 -12 -2,0% Hotel-café 214 215 1 0,5% Hotel-restaurant 400 417 17 4,3% Hotel-café-restaurant 1.158 1.164 6 0,5% Pension en kamerverhuurbedrijf 388 399 11 2,8% Hotelsector totaal 2.775 2.798 23 0,8% Partycatering 591 667 76 12,9% Gecaterd bedrijfsrestaurant 4.254 4.192 -62 -1,5% Totaal 46.445 46.452 7 0,0%

te danken aan assortimentsuitbreiding (meer keuze = meer besteding). De omzet in de drankensector blijft sterk achter: 2,75%. De volumegroei (omzetwaarde minus prijs) in de totale horeca kwam uit op 2,5% (in 2006 3%) (www.horeca.org). “Voor de horeca wordt 2008 een spannend jaar omdat per 1 juli 2008 het rookverbod in de horeca een feit is. Vooral voor cafe’s en discotheken zal het dan moeilijk worden een omzetgroei te realiseren of de omzet te handhaven. Dit ligt anders bij de restaurants en hotels omdat niet-roken daar door gasten al grotendeels is geaccepteerd”, aldus Claes. “Verder zullen de al ingezette trends zoals Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (Verantwoord Frituren, Convenant Overgewicht, Milieu en Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan) zich verder ontwikkelen. Ook neemt de schaalvergroting van de bedrijven verder toe en groeit het aanbod van retail en horeca nog verder naar elkaar toe.” Aldus Directeur Jeu Claes van Koninklijk Horeca Nederland, die dit bekend maakte tijdens de opening van de Horecava 2008.

In het rapport: ‘Innovatie in de Horeca’ (2005) van Bedrijfschap Horeca en Catering staat dat er bij de helft van de innovatieve horecabedrijven sprake is van enige formele planning van innovatie in de vorm van het verantwoordelijk maken van medewerkers hiervoor, planning en budgettering of (beperkt) inkoop van specialistische kennis. 50% Van de innovatieve horecaondernemers geeft aan samen te werken om vernieuwing te realiseren. Ze werken relatief het meeste samen met leveranciers (18% innovatieve bedrijven) en ‘banken, accountants en andere adviseurs’ (17%). Opmerkelijk is de geringe samenwerking met spelers uit andere bedrijfstakken en de afwezige samenwerking met onderwijsinstellingen. Zes van de tien horecaondernemers ervaren belemmeringen bij het vernieuwingsproces. De belangrijkste belemmeringen zijn de financiering van de vernieuwing (27%) en wet- en regelgeving (19%) en in veel mindere mate de hoeveelheid beschikbare tijd (6%). Horecaondernemers geven aan dat er het meeste behoefte bestaat aan informatie over en ondersteuning bij subsidieregelingen gericht op vernieuwing (63%), voorbeelden van vernieuwing/best practices (60%) en informatie over wet- en regelgeving (60%). Deze behoefte bestaat gemiddeld sterker bij grotere bedrijven. Bij innoveren denken vooral veel restaurants aan het vernieuwen van de inrichting. Uitbreiding wordt relatief weinig genoemd. Het besef dat innoveren belangrijk is in de horeca wordt door vele ondernemers wel erkend, echter de uitvoering daarbij wordt nog niet groots aangepakt. Het percentage externe adviseurs dat een reden aanreikt om tot innovatie over te gaan is bij grote bedrijven eveneens (logischerwijze) belangrijk hoger dan bij kleine bedrijven. Eén van de belangrijkste belemmeringen is de beperkte tijd. De horeca is een marginale business waarbij hard gewerkt moet worden met kleine marges. Er bestaat een aversie tegen adviseurs, Kamer van Koophandel en ambtelijke organisaties in het algemeen. Bovendien is er financieel vaak geen ruimte om adviseurs in te huren. Subsidieaanvragen zijn in de ogen van ondernemers lastig, langdurig en ingewikkeld. Het grote verloop en de vergrijzing van het personeel vormen een probleem. Tenslotte is het leiderschap vaak ouderwets waarbij weinig ruimte aan de medewerkers wordt gelaten. Rabobank bericht dat acht van de tien ondernemingen in de horeca en recreatie hebben de afgelopen twee jaar vernieuwingen doorgevoerd.

Ondernemers hebben er vertrouwen in dat het gastenbezoek zal toenemen en dat investeringen in nieuwe concepten, processen of producten meer rendement zullen opleveren. Op de korte termijn zal dit leiden tot meer innovaties, waarvan de horecabedrijven enige tijd later kunnen profiteren. Het duurt gemiddeld een tot anderhalf jaar totdat een idee wordt toegepast in de praktijk. In 2010 zal de innovatiegerichtheid in de horecabranche naar verwachting zijn toegenomen, mits de economie blijft aantrekken (Segers et al., Bedrijfschap Horeca en Catering (2005) ‘Innovatie in de Horeca’).

Trends hotellerie

“Verschillende private partijen tonen interesse in hotelontwikkeling in steden, maar er is vaak geen ruimte in bestemmingsplannen”, meldt adviesbureau Bureau Stedelijke Planning bv. Daarom pleit men voor

‘voorwaardenscheppend’ hotelbeleid. Dit houdt in dat de centrale vraag hierin is op de plannen voor hotelontwikkeling ruimtelijk inpasbaar zijn. De gemeente hanteert hiervoor een ruimtelijk kader waarbinnen hotelontwikkeling plaatsvindt. Het is de verantwoordelijkheid van de hotellerie zelf om meerwaarde te bieden en de marktomstandigheden in te schatten. Indien het plan past binnen het beleid, verleent de gemeente medewerking. Een voordeel hiervan is dat het hotelbeleid op deze wijze beter ingaat op trends zoals thematisering binnen de hotelsector. Andere trends in deze sector zijn:

• Door schaalvergroting en concurrentiestrijd tussen steden komt de nadruk in de hotelsector steeds meer te liggen op originaliteit, specialisatie en ontspanning. Ketens hebben in alle steden dezelfde hotels, waardoor een tegenstroming ontstaat. Standaarden vervagen, geen kamer is meer hetzelfde en de sfeer, beleving en uitstraling binnen een hotel dienen uniek te zijn. De hotelgast is steeds meer op zoek naar de toegevoegde waarde in en beleving van een hotel. ‘Themahotels’ zijn dé trend van tegenwoordig.

• Steeds meer internationale hotelketens vestigen zich in steden ten koste van kleine en middelgrote hotels. Dit leidt tot uniformering van het hotelaanbod en schaalvergroting.

• Leisure trekt verblijf. Steeds vaker maken hotels deel uit van ‘leisure’-centra, megabioscopen, voetbalstadions, congres- en recreatiecomplexen en universiteitscampussen.

• Bezuinigingen in de zorg en verkorting van de opnameduur leiden in toenemende mate tot samenwerkingsverbanden tussen hotels, ziekenhuizen en verzorgingshuizen.

• Combinatie woningmarkt en de hotelsector, in de vorm van ‘short stay’-faciliteiten. Vanwege de krapte op de woningmarkt verblijven buitenlandse uitwisselingsstudenten en gastdocenten in zogenoemde appartementenhotels (Van der Heijde & Hoppenbrouwer (08-08-2005) ‘Hotelontwikkeling, steden kijken vooruit’).

Trends ontwikkeling Uitgaansgelegenheid

Hand in hand met de groei van de hoeveelheid vrije tijd en de stijgende inkomens, is in de afgelopen twintig jaar het aanbod van te bezoeken vrijetijdsvoorzieningen en activiteiten in een enorm snel tempo gegroeid. Het vrijetijdslandschap is aangevuld met megabioscopen, skihellingen, kartbanen, stadions, kinderparadijzen, kuuroorden, pretparken, multiple leisure-complexen en evenementen. Vrije tijd is commerciëler geworden. Een andere trend is de

schaalvergroting van voorzieningen en attracties. Dit is terug te zien in het ontstaan van grote vrijetijdscomplexen aan de rand van de stad, bijvoorbeeld stadions, megabioscopen en ‘plesaure malls’, grote evenementen en festivals. Een ander voorbeeld van schaalvergroting is recreatief winkelen. Naast de winkels in de oude stadscentra, komen er steeds meer grootschalige winkelcomplexen aan de rand van de steden, zoals pretparadijzen Alexandrium, ArenA Boulevard. Een trend die gedeeltelijk hiermee samenhangt, is die van ruimtelijke clustering van voorzieningen. Verschillende branches gaan samen. Doordat vrijetijdsaanbod (recreatie, sport, toerisme en cultuur) en andere functies (horeca, werk, winkels) meer gaan samenwerken ontstaan er grote multifunctionele vrijetijdscentra. Deze trends zoals schaalvergroting en clustering van voorzieningen betekenen een grotere behoefte aan ruimte. Die ruimte kan in veel gevallen alleen gerealiseerd worden aan de rand van de steden (MAB BV (2003) ‘NL.C, Beleidsverkenning inzake de ontwikkeling van een grootschalig Retail- en Leisure Centrum’).

Trends en ontwikkelingen in de vrijtijdsbesteding

De trends en ontwikkelingen zijn van invloed op de sectoren zoals horeca, uitgaansgelegenheden, winkelen en sport. Aan de vraagzijde voor uitgaansmogelijkheden zijn de volgende ontwikkelingen te vinden:

Onderzoek toont aan dat huishoudens ongeveer 25% van het huishoudelijke budget uitgeven aan leisure activiteiten (ter vergelijking: gezondheidszorg en voeding ieder 10-15%.

• De consument heeft steeds minder vrije, maar van die vrije tijd besteedt hij wel een groter aandeel aan leisure. Men is ook bereid hiervoor te reizen. De consument is wel kritischer geworden op het aanbod en service.

De hoogte van de kosten is van ondergeschikt belang aan ‘value for money’ of ‘value for time’. Clustering van verschillende leisure-activiteiten leidt tot grotere uitgaven.

De diversiteit van de activiteiten is erg toegenomen. Er is sprake van een ‘zapconsument’, die wordt gekenmerkt door de wens om op verschillende tijdstippen verschillende soorten leisure activiteiten te consumeren (MAB BV (2003) ‘NL.C, Beleidsverkenning inzake de ontwikkeling van een grootschalig Retail- en Leisure Centrum’). Aanbodzijde:

Er treedt een branchevervaging op doordat grote detailhandelsondernemingen zich steeds meer gaan toeleggen op ondersteunende leisure voorzieningen om de concurrentiepositie te versterken.

Er ontstaan op veelal perifere locaties grootschalige activiteiten. Bioscopen en discotheken zijn vaak lastig in te passen in bestaande centra en zien in perifere locaties meestal een aantrekkelijke locatie, aangezien daar aan eisen als bereikbaarheid en parkeermogelijkheid voldaan kan worden.

Er wordt steeds minder (kwaliteits)verschil tussen producten waargenomen, waardoor de ‘ervaringswaarde’ (omgeving, sfeer) aan belang wint, bijvoorbeeld bij megabioscopen.

Er is een toename zichtbaar van de keuzemogelijkheden in leisure activiteiten. Daarmee is ook een verdringingsmarkt ontstaan, waarin nieuwe en zeer scherpe concurrentieverhoudingen bestaan. Een gevolg hiervan is ‘spectacularisering’: grote complexen verrijzen met opvallende architectuur.

• Er is sprake van schaalvergroting en professionalisering in de leisure-sector. Grotere concerns vragen om meer vestigingsmogelijkheden (MAB BV (2003) ‘NL.C, Beleidsverkenning inzake de ontwikkeling van een grootschalig Retail- en Leisure Centrum’).