• No results found

U ITWERKING VISIE EN AMBITIE

In document BIJLAGE 7 . – (pagina 35-46)

TEN BOER -

4. U ITWERKING VISIE EN AMBITIE

OOST-GRONINGEN - DE MARNE - LEEK - MARUM - ZUIDHORN - GRONINGEN - HAREN - HOOGEZAND-SAPPEMEER - SLOCHTEREN - TEN BOER - VEENDAM - WINSUM -

4. U

ITWERKING VISIE EN AMBITIE

D

OELGROEPENBELEID

(

NIET IN DE KLASSIEKE ZIN

,

MAAR VOORAL INTEGRAAL

)

S

TARTERS

/

JONGEREN

Heeft de gemeente in haar beleid specifiek aandacht voor de doelgroep starters/jongeren? DEAL - OOST-GRONINGEN - DE MARNE - LEEK

237. Waarom is het voor starters (op dit moment) moeilijk om een plek op de woningmarkt te veroveren? (stijging prijzen in de koopsector, waardoor doorstroming stagneert en het aanbod goedkope woningen dus niet groot is)

238. Wat is de situatie in Leek wat betreft kansen voor starters? (koopsector bestaat

tekort voor starters worden teruggebracht? (toevoegen goedkope woningen of doorstroming bevorderen) Welke woningen (type en prijsklasse) dragen bij aan doorstroming?

239. Welke honoreringsgraad voor de startersvraag hanteert Westerkwartier?

245. Hoe ziet de vraag (onderscheiden naar financieringswijze, type en prijs) er per doelgroep (onderscheiden naar doorstromers, starters, uittreders, vestigers, vertrekkers) uit? (in

aantallen)

247. Hoe ziet de vraag (onderscheiden naar financieringswijze, type en prijs) er per doelgroep (onderscheiden naar doorstromers, starters, uittreders, vestigers, vertrekkers) uit als wordt uitgegaan van de mogelijke extra taakstelling vanuit de regiovisie?

264. Hoe wil de gemeente het huidige aanbod aantrekkelijker maken voor starters? (opplussen) En hoe wil de gemeente meer ruimte voor starters creëren op de woningmarkt? (vooral

inzetten op doorstroom)

265. Welke mogelijkheden wil de gemeente samen met de woningcorporaties onderzoeken om starters te helpen? (speciale financieringsregelingen Te-Woon en koopgarantregelingen, verkoop huurwoningen, opplussen)

272. Wat zijn de doelstellingen voor het bedienen van starters op de woningmarkt? MARUM

309. Welke vragen zijn via een enquête onderzocht onder de doelgroep starters?

310. Welke belangrijkste conclusies kunnen aan de hand van dit enquête-onderzoek getrokken worden over de doelgroep starters? (leeftijdsgroep; voorkeur financieringswijze, type woning, locatie, prijsklasse; startproblemen)

311. Welke aanbevelingen worden er gedaan in het kader van de uitkomsten van het enquête-onderzoek onder starters?

312. Welke kwaliteitseisen stellen starters en kunnen zij hierin tegemoet worden gekomen met het huidige aanbod?

313. Wordt er een specifiek startersbeleid gevoerd door de gemeente? (starters vallen onder doelgroep laag inkomen)

314.Welke mogelijkheid ligt er om het aanbod voor starters te vergroten? (herstructurering/opplussen oude huurwoningen)

328. Hoe ziet de vraag (onderscheiden naar financieringswijze, type en prijs) er per doelgroep (onderscheiden naar doorstromers, starters, uittreders, vestigers, vertrekkers) uit? (in

aantallen)

341. Hoe kan het tekort aan starterswoningen op de markt worden opgelost? (doorstroming) Welke woningen dragen bij aan de doorstroming? (financieringswijze, prijsklasse)

ZUIDHORN

269. Hoe kan de vraag van starters naar goedkope woningen worden beantwoord? (bouw goedkope woningen en bouw iets duurdere woningen voor doorstroming) En op welke optie zet de gemeente voornamelijk in? (doorstroming)

271. Hoe wil de gemeente starters faciliteren op de markt? (onder de aandacht brengen van koopsubsidieregeling, CPO. Verder uitwerken Te-Woonconcept en koopgarantregeling) 272. Wat houdt het Te-Woon concept in? Welke mogelijkheid onderzoekt Wold en Waard op het gebied van het Te-Woonconcept? (mogelijkheid in kleine kernen)

273. Wat houdt de koopgarantregeling in? GRONINGEN

21. Op welke drie doelgroepen ligt de focus bij nieuwbouw en waarom? (jongerenhuishoudens, gezinnen en ouderen, om groei op te vangen en doorstroming op gang te helpen)

26.Waarom is het Akkoord van Groningen gesloten (met de RUG, HHS, UMCG en gemeente) en wat houdt dit (o.a.) in? (studenten belangrijk voor de stad. Kenniseconomie bevorderen, jongerenhuisvesting op orde)

49. Welk probleem doet zich voor op de woningmarkt voor starters? Welke gebieden van de stad vinden starters aantrekkelijk?

50. Welke maatregelen wil de gemeente nemen om starters te bedienen? (doorstroming bevorderen)

kamermarkt oplossen? (zelfstandige woningvoorraad beschermen en volwaardig alternatief bieden voor jongeren door nieuwbouw)

53. Welke specifieke maatregelen wil de gemeente nemen om de jongeren/studenten te bedienen?

88. Op welke groepen wordt de nieuwbouw gericht en welke groepen worden daar indirect, door doorstroming, ook mee bediend? (direct: gezinnen, jongeren en ouderen. Indirect: starters, middelbare, singles)

94. Hoeveel wooneenheden moeten er tussen 2006 en 2015 voor jongeren worden toegevoegd op basis van de verwachte groei? Welke insteek heeft de gemeente bij het bedienen van

jongeren op de woningmarkt? (meer nieuwbouw om te voldoen aan kwaliteitsvraag, minder druk op particuliere huur)

95. Waarmee wordt rekening gehouden bij het kiezen van nieuwbouwlocaties voor jongerenhuisvesting?

96. Welke geschikte locaties ziet de gemeente? Wat voor woonmilieus wil de gemeente voor jongeren realiseren?

97. Welke maatregelen wil de gemeente nemen om jongeren te bedienen? (kwalitatief beter aanbod realiseren, geschikte woonmilieus, overlast beperken)

139. Waarom moet de gemeente een krachtig jongerenhuisvestingsbeleid ontwikkelen? 140. Hoe ontwikkelt het aandeel studenten in de stad zich? Wat zijn de ontwikkelingen op de jongerenwoningmarkt en hoe is dit te verklaren? Wat voor voorkeur hebben jongeren voor woningtypes? (zelfstandig boven kamer) Waarom is verruiming van de

jongerenwoningvoorraad noodzakelijk? HAREN

-

HOOGEZAND-SAPPEMEER

79. Hoe wil de gemeente de starters bedienen? (behouden van aanbod goedkope en betaalbare huurwoningen en inzetten op doorstroom)

80. Welke financiële ondersteuningsmogelijkheden gebruikt de gemeente nu om starters op de markt te helpen? (starterslening) Welke andere mogelijkheden ziet de gemeente qua

(financiële) constructies om starters te ondersteunen? (Koopgarant, stimulering woningverbetering waardoor aanbod aantrekkelijker wordt, CPO)

SLOCHTEREN

76. Welk ‘type jongeren’ worden door de gemeente onderscheiden? En waarop richt de gemeente zich bij het bedienen van de verschillende typen?

77. Welke doelgroep is belangrijk voor de kans van slagen van jongeren/starters? (doorstromers)

78. Wat moet de gemeente doen om starters te faciliteren? (doorstromers faciliteren) 79. Hoe kan de gemeente starters nog meer faciliteren? (starterslening)

80. Waarvan is de maximale koopprijs voor jongeren van afhankelijk? (verwijzing naar bijlage om te laten zien in hoeverre een starterslening nog wenselijk is met het oog op de te koop staande woningen in de gemeente)

154. Hoe gaat de gemeente om met jongeren die gaan studeren in de stad Groningen?

155. Waarom moeten jongeren/starters bediend worden? Op welke manier wil de gemeente aanbod voor starters genereren? (doorstroom) Wat zijn de mogelijke consequenties van de strenger gemaakte eisen voor het verkrijgen van een hypotheek?

156. Waarom staan er geen specifieke nieuwbouwplannen op het programma voor de doelgroep starters/jongeren?

TEN BOER

70. Waarom wordt er geen specifiek startersbeleid gevoerd? 71. Waar gaat de aandacht wat betreft starters naar uit? VEENDAM

88. Wat zijn de plannen met/is de visie op de ontwikkeling van de huidige huurvoorraad? (goedkope voorraad voor starters moet beschikbaar blijven, daarom sloopplannen nogmaals bekijken om te bepalen of omlabeling mogelijk is en seniorenwoningen bouwen voor

doorstroom)

89. In hoeverre moet het migratiesaldo verbeteren ten opzichte van de vorige jaren om de groeiambitie te behalen? Wat wil de gemeente Veendam doen om de instroom te vergroten en op welke doelgroepen wil zij zich hierbij richten? (marketing, gezinnen, jongeren, ouderen) 112. Hoe groot is de kans voor starters om binnen vijf jaar een woning te vinden in Veendam? 115. Op welke prijzencategorie zijn jongeren tot 23 jaar aangewezen in het kader van de huurtoeslaggrenzen? Wat is het aanbod goedkope huurwoningen in de gemeente Veendam? Hoe ziet het bezit goedkoper huurwoningen van Acantus eruit qua type en aantallen? 116. Hoe ziet het aanbod van kamers eruit en wat wil de gemeente op dit gebied doen? 118. Hoe heeft het aandeel jongere huishoudens zich in de koopsector ontwikkeld? Welke prijssegmenten zijn voor starters betaalbaar en wat is hierin het aanbod? Hoe is dit aanbod in vergelijking met de rest van het land? (ruim aanbod, ook type woningen onderscheiden) 119. Zijn er de afgelopen jaren nieuwe woningen ontwikkeld in het prijssegment dat betaalbaar is voor jongeren? En hoe verliep de verkoop hiervan? (aanvankelijk slecht, concurrentie

bestaande voorraad)

120. Wat is een MGE-constructie en welke voor- en nadelen zitten hieraan voor de gebruiker? (duurdere woningen worden bereikbaar, maar doorstromen naar een duurdere prijsklasse na verkoop is lastiger)

121. Waarom heeft het bouwen van goedkope starterswoningen nadelen? (doorstroming) 123. Wat is de Wet Bevordering Eigen Woningbezit (BEW)? (subsidie bij kopen eerste woning) 124. Wat is een starterslening? En welke gemeenten in Groningen maken hier gebruik van? (Veendam niet)

125. Hoe kijkt de gemeente Veendam aan tegen de starterslening? 126. Hoe gaat de gemeente in samenwerking met Acantus proberen de

huisvestingsmogelijkheden van jongeren te verbeteren op de huurmarkt? (labeling, sloopplannen heroverwegen, verbouw of nieuwbouw)

127. Hoe denkt de gemeente het tekort aan goedkope woningen in de koopsector te verminderen? (doorstroom, omlabeling)

128. Wil de gemeente de vraag van jongeren/starters naar nieuwbouw nog verder onderzoeken?

129. In welke speciale regelingen voor starters om een huis te huren of kopen ziet de gemeente het meeste heil? (stimuleren tussenvormen huur/koop bij verkoop huurwoningen)

130. Wat zijn de plannen van de gemeente op het gebied van kamerverhuur?

135. Waar moet voor jongeren onder de 23 jaar met een laag inkomen rekening mee worden gehouden wat betreft de huurvoorraad? (keuzemogelijkheden binnen huurtoeslaggrenzen) 136. Welke mogelijkheden ziet de gemeente om het aanbod in het goedkope segment voor jongeren op peil te houden/ te vergroten? (verouderde seniorenwoningen en goedkope eengezinswoningen geschikt maken voor jongeren i.p.v. slopen of verkopen)

WINSUM

12. Hoe en waar wil de gemeente deze groep bedienen? (bestaande voorraad)

13. Waarom wordt er voor starters ingezet op kwaliteitsverbetering van de bestaande voorraad en niet op nieuwbouw? (voldoende voorraad, Wierden en Borgen verkoopt deel van haar bezit, goedkoop bouwen geen duurzame aanpak, bouw belemmerd doorstroming)

15. Hoe worden starters in de huursector bediend? (voldoende aanbod, bij groeiende vraag omlabelen seniorenwoningen)

24. Welke punten agendeert de gemeente bij het opstellen van de prestatieafspraken met Wierden en Borgen? (verduurzamen woningen, levensloopbestendige woningen toevoegen door nieuwbouw of verbetering, omlabeling verouderde seniorenwoningen naar

starterswoningen, mogelijkheden onderzoeken voor meeliften voormalige huurders op renovatieprojecten)

43. Welke doelgroep woont vaak in woningen van een mindere kwaliteit en welke factoren belemmeren verbetering? (lage inkomens) In welke wijken in Winsum staan de kwalitatief slechte woningen voornamelijk? Hoe wil de gemeente de eigenaar-bewoners van kwalitatief slechte woningen helpen hun woning te verbeteren en/of te verkopen? (verschillende fondsen

en regelingen, regionale starterslening stimuleert doorstroom)

70. Welke kansen liggen er in Den Andel om aan de vraag naar woningen te voorzien?

(goedkope, oude woningen die op de markt komen geschikt voor starters, evt. ondersteund met starterslening om op te knappen)

113. Hoe is de situatie qua aanbod voor starters op de markt in Winsum?

O

UDEREN

Heeft de gemeente in haar beleid specifiek aandacht voor de doelgroep ouderen? DEAL

52. Welke eigenschappen hebben woningen voor ouderen nodig en wat moet er in dit opzicht gebeuren? (ombouw tot levensloopbestendige woningen, sloop/nieuwbouw)

53. Hoeveel woningen worden er per gemeente en in de totale regio gesloopt en gebouwd (voor de oudere doelgroep)? Op welke manier kan nog meer aan de vraag van ouderen tegemoet worden gekomen? (renovatie)

56. Hoe worden slechte en matig beoordeelde woningen aangepakt? (sloop, nieuwbouw, woningverbetering, samenvoegen woningen) Om hoeveel woningen gaat het in totaal en onderscheiden naar koop- en huursector? Waar moet bij de aanpak van de voorraad rekening mee worden gehouden? (bouw- en woontechnische kwaliteit, woonwensen, geschikt voor ouderen)

154. Waarom zijn de vitale ouderen van straks van groot belang voor de regio? Wat is een belangrijk aandachtspunt voor de toekomstige vergrijzing? (meer capaciteit en kwaliteit van het huidige zorgvastgoed)

155. Welke ontwikkelingen zijn er gaande omtrent de oudere doelgroep? (sterke toename zeer oude ouderen plus verdwijning verzorgingshuis) Welke opties ziet de gemeente om de

zorgvraag van deze doelgroep op te vangen? (omvorming verzorgingshuizen naar verpleeghuizen, nieuwbouw, ontwikkeling anderhalvelijnszorg)

158. Welke koers wil de gemeente (zoals duidelijk is geworden) varen wat betreft zorg voor ouderen? (zo lang mogelijk in eigen omgeving met zorg nabij) Hoe verhoudt deze aanpak zich tot het landelijk beleid?

172.Welke kansen/doelen heeft het blijvend vernieuwen van Appingedam? (afstemming op ouderen, verbetering ruimtelijke structuur)

191. Voor wie moeten de wijkaccommodaties voor welzijn en zorg in het stedelijk gebied opengesteld worden?

201. Welke opgave ligt er op het gebied van wonen voor de centrumdorpen? (kwaliteitsopgave) Met welke mensen wordt specifiek rekening gehouden bij het onderhoud en beheer van

leefbaarheidsvoorzieningen, openbare ruimten en groen in de centrumdorpen? (mensen met beperkingen)

249. Wat voor projecten zijn er onder andere opgenomen in het regionale hoofdprogramma? (ontwikkelen opkoopfonds, aanpassen woningen voor zorgbehoevenden, winkelcentra verbeteren, projecten om burgerparticipatie en sociale cohesie verbeteren, informele zorgnetwerken stimuleren, bereikbaarheid verbeteren)

OOST-GRONINGEN -

DE MARNE

60. Wat houdt de kwaliteitsslag in die de gemeente in de sociale huursector wil bereiken? (transformatie, aanpassingen en herstructurering voor senioren)

67. Waarom is het noodzakelijk om naast nieuwbouw voor ouderen ook nieuwbouw te plegen voor andere doelgroepen?

117. Wat zijn aandachtspunten wat betreft zorg voor ouderen? (sterke groei doelgroep, afname mobiliteit, groeiende zorgvraag, zowel gebruik van informele als professionele zorgnetwerken) 120.Welke aspecten zijn van belang bij de zorgopgave van ouderen? (informele zorg steeds belangrijker, maar niet altijd toereikend; steeds minder vrijwilligers die zorgtaken op zich

nemen; als gevolg van krimp minder dagelijkse zorgvoorzieningen (zoals huisarts, apotheek); toenemende vraag naar thuiszorg; toenemend aantal mensen wil oud worden in eigen woning, wat om voorlichting vraagt op dat gebied; aanbod voor ouderen die willen verhuizen;

mogelijkheden tot zorg aan huis, regionale afstemming intramuraal aanbod)

131. Welke sloop/nieuwbouw is de gemeente van plan te plegen in de sociale huursector om de vraag naar voor senioren geschikte woningen op te vangen? (sloop 190 eengezinswoningen, waarvoor bouw van 190 grondgebonden nultredenwoningen)

133. Hoeveel woningen uit de bestaande voorraad past Wierden en Borgen aan om de vraag van senioren op te vangen? En welke veranderingen worden gedaan?

135. Waarom dringt de gemeente aan op het realiseren van koopwoningen binnen de kwaliteitseisen van WoonKeur? (geschikt voor senioren en mensen met een zorgvraag) LEEK

86. Wie worden onder de doelgroep zorgbehoevenden verstaan? Wat is het

uitvoeringsprogramma van de pilot Wonen met zorg? (project waarbij inzicht is verkregen in vraag en aanbod van woonvormen voor de zorgbehoevende doelgroep wat vertaald is naar een actieprogramma voor het bouwen van nultredenwoningen, zorgwoningen, beschermd wonen en intramuraal wonen) En wie werken mee aan dit uitvoeringsprogramma? (gemeente en woningcorporaties)

162. Waarop is prestatieveld 5 gericht? (bevordering van zelfredzaamheid van zorgbehoevenden)

163. Welke specifieke doelstelling is geformuleerd in het kader van prestatieveld 5? (o.a. toegankelijkheid openbare ruimte voor iedereen)

164. Wat houdt prestatieveld 6 in? (verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren en deelname aan de

maatschappij) Welke taken zijn vanuit de wmo toegevoegd aan de taken die er al waren vanuit de Wet voorzieningen gehandicapten?

165. Welke specifieke doelstelling is geformuleerd in het kader van prestatieveld 6? (verlenen van voorzieningen aan inwoners met een beperking zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen participeren in de maatschappij)

166. Waardoor neemt de behoefte aan wonen met zorg de komende jaren toe? (vergrijzing en extramuralisering) Met welke factoren moet rekening gehouden bij deze ontwikkeling? (meer aangepaste woningen nodig door nieuwbouw en aanpassingen in de bestaande bouw, inrichten van steunpunten, nabijheid van voorzieningen)

167. Welke specifieke doelstellingen zijn geformuleerd in het kader van prestatieveld 10? (plaats bieden aan senioren in de gemeente met doelgroepgerichte woningen)

168. Wat is de pilot Wonen met zorg, welke partijen hebben hiermee te maken? (gemeenten in het regiovisiegebied willen een gemeenschappelijke koers kiezen in het vormen van een samenhangend stelsel van voorzieningen van wonen, welzijn en zorg. Hiervoor is een brede inventarisatie van vraag en aanbod uitgevoerd) Wat is gedaan aan de hand van de knelpunten die naar voren kwamen uit de inventarisaties van de pilot Wonen met zorg? (convenant Wonen met Zorg ondertekend) Wat houdt de pilot Vernieuwend aanbod van welzijnsdiensten in die de Westerkwartiergemeenten bij het ondertekenen van het convenant Wonen met Zorg hebben geadopteerd? ? (zicht krijgen op de verwachte nieuwe vraag naar welzijnsdiensten resulterend in een projectvoorstel om burger laagdrempelig te informeren)

233. Welke aandachtsvelden worden er onderscheiden op het gebied van wonen met zorg? (o.a. transformeren intramurale zorg naar extramurale capaciteit met zorgaanbod, realiseren

woonservice zones, bieden van een gedifferentieerd aanbod voor de doelgroep)

234. Hoe moet aan de wensen van de vergrijzende bevolking worden voldaan? (toevoegen specifieke woonvormen, aanpassen voorraad, inzetten op levensloopgeschikte en

nultredenwoningen bij nieuwbouw)

256. Wat is de visie van de gemeente op het streven naar een hogere woonkwaliteit vanuit sociaal-maatschappelijk perspectief? (rekening houden met vergrijzing, individualisering en behoefte om langer thuis te wonen)

ruimte en realiseren van voorzieningen rekening houden met kwetsbare doelgroep om zelfredzaamheid zo lang mogelijk te rekken. Vanwege vergrijzing en extramuralisering meer levensloopgeschikte, aanpasbare en zorgwoningen realiseren in nabijheid van voorzieningen) 261. Hoe wil de gemeente nog meer rekening houden met wonen, welzijn en zorg? (initiatieven die zelfredzaamheid bevorderen en mantelzorg ondersteunen)

262. Hoe wil de gemeente aan de woonwensen van de vergrijzende bevolking tegemoet komen? (toevoegen specifieke woonvormen, aanpassen woningen, inzetten op levensloopgeschikte woningen en nultredenwoningen)

263. Welke aandachtspunten zijn van belang bij het realiseren van woningen voor senioren? (rekening met kwalitatieve vraag, nieuwbouw gericht op levensloopbestendig bouwen realiseren op het niveau van WoonKeur, afspraken maken met woningcorporaties over domotica in huurwoningen)

275. Aan welke woningen is het meeste behoefte blijkend uit het woningbehoefte onderzoek? Hoe wordt aan de woonwensen van de vergrijzende bevolking tegemoet gekomen? (inzetten op levensloopbestendig bouwen en aanpassen)

276. Zijn er locaties om grondgebonden woningen te realiseren beschikbaar? Welke projecten die de behoefte aan appartementen vervullen worden op dit moment voorbereid? Wat is de taak van de gemeente bij de ontwikkeling? (aantal huur- en koopappartementen gespecificeerd naar locatie en aantal appartementen voor senioren en cliënten van stichting De Zijlen)

MARUM

77. Wat staat er in het Woonplan Marum 2002 over de seniorenhuisvesting? 105. Wie worden onder de doelgroep zorgbehoevenden verstaan? Wat is het

uitvoeringsprogramma van de pilot Wonen met zorg? (project waarbij inzicht is verkregen in vraag en aanbod van woonvormen voor de zorgbehoevende doelgroep wat vertaald is naar een actieprogramma voor het bouwen van nultredenwoningen, zorgwoningen, beschermd wonen en intramuraal wonen) En wie werken mee aan dit uitvoeringsprogramma? (gemeente en woningcorporaties)

210. Met elke ontwikkelingen wordt rekening gehouden bij het streven naar woonkwaliteit? (vergrijzing, individualisering, langer zelfstandig wonen) Welke begrippen zijn hierbij van belang? (betaalbaarheid, variatie, veiligheid en duurzaamheid) Welke partijen moeten betrokken worden bij de verbetering van woonkwaliteit? (inwoners en

woningbouwcorporaties)

215. Hoe wordt rekening gehouden met mensen met beperkingen bij de ontwikkeling van de openbare ruimte en de ontwikkeling van voorzieningen in de kernen? (algemene en

doelgroepgerichte voorzieningen in de dorpen en specifieke voorzieningen in centrumdorp Marum)

250.Welke acties zijn geformuleerd in het kader van prestatieveld 10: aangepast wonen en wonen met zorg? (onderzoek naar een vernieuwend aanbod van welzijnsdiensten, bouw 75 levensloopbestendige woningen, herinrichting Iepenlaan (woonhaven, levensloopbestendige woningen, appartementen), herstructurering verzorgingstehuis De Hoorn, oprichten van zorgboerderijen, structureel overleg met Wold en Waard, regionale samenwerking) 252. Wat is gedaan aan de hand van de knelpunten die naar voren kwamen uit de

inventarisaties van de pilot Wonen met zorg? (convenant Wonen met Zorg ondertekend) Wat houdt de pilot Vernieuwend aanbod van welzijnsdiensten in die de Westerkwartiergemeenten bij het ondertekenen van het convenant Wonen met Zorg hebben geadopteerd? ? (zicht krijgen op de verwachte nieuwe vraag naar welzijnsdiensten resulterend in een projectvoorstel om burger laagdrempelig te informeren)

277. Waarom ondersteunt de gemeente initiatieven die ertoe bijdragen dat de zelfredzaamheid van zorgbehoevenden wordt vergroot? (inwoners moeten kunnen kiezen en thuis kunnen blijven wonen als zij dit willen)

280. Hoe kan mantelzorg aan huis mogelijk worden gemaakt binnen de bestemmingsplanvoorschriften?

281. In welk geval kan een ontheffing van het bestemmingsplan gegeven worden in het kader van mantelzorg? (bijgebouw plaatsen)

282. In welk geval is nog meer een ontheffing van het bestemmingsplan mogelijk in het kader van mantelzorg? (kleinschalige woonvorm)

340.Wat moet gedaan worden om aan de woonwensen van de vergrijzende bevolking te kunnen voldoen? (inzetten levensloopgeschikte woningen bij aanpassing en bouw) ZUIDHORN

82. Wie worden onder de doelgroep zorgbehoevenden verstaan en hoe is inzicht verkregen in de vraag van deze doelgroep?

83. Wat is het uitvoeringsprogramma van de pilot Wonen met zorg? (project waarbij inzicht is verkregen in vraag en aanbod van woonvormen voor de zorgbehoevende doelgroep wat vertaald is naar een actieprogramma voor het bouwen van nultredenwoningen, zorgwoningen,

In document BIJLAGE 7 . – (pagina 35-46)