• No results found

5 DE OVERGANG VAN PRODUCTIE NAAR REGIEVOERING

5.5 Transactiemanagement door trustkantoren

De voorgaande voorbeelden van de betekenis van transactiemanagement bij de overgang van een op productie naar een op regie gerichte bedrijfsvoering hebben betrekking op de maakindustrie. Traditioneel kent Nederland als handelsland echter een sterke financiële sector. In zeer algemene zin zijn alle activiteiten van financiële instellingen als transactiemanagement te beschouwen. Zo is een belangrijke functie van banken ervoor te zorgen dat bezitters van kapitaal in contact worden gebracht met die investeerders, die het hoogst mogelijke rendement, in combinatie met het daaraan verbonden risico, kunnen behalen. Banken vervullen in dat kader een

intermediairfunctie waarbij dankzij hun kennis en kunde de transactiekosten lager zijn dan wanneer er directe transacties tussen aanbieders en vragers van kapitaal zouden plaatsvinden. Ook het betalingsverkeer is als een vorm van transactiemanagement op te vatten omdat het transacties in twee stappen mogelijk maakt (van goederen en diensten naar geld, en van geld naar goederen en diensten). De transactiekosten van ruilhandel zijn aanzienlijk hoger. In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de kwaliteit van het transactiemanagement door een klein en enigszins onbekend

onderdeel van de financiële dienstverlening in Nederland, namelijk de trustkantoren.15

Vestiging van administratieve hoofdkantoren

Dankzij de aanwezigheid in Nederland van een grote en professionele financiële sector die ingesteld is op internationaal zakendoen, geldt ons land als een

aantrekkelijke vestigingsplaats voor de administratieve en financiële hoofdkantoren van internationaal opererende bedrijven. Bedrijven die zich administratief in

Nederland vestigen, doen dat om hun grensoverschrijdende financiële transacties af te handelen en om hun belastingplanning op concernniveau te optimaliseren, waarbij het voorkomen van dubbele belastingheffing een belangrijke doelstelling is.

Administratieve vestiging in Nederland loopt via zogeheten doelvennootschappen:

rechtspersonen in Nederland, met buitenlandse aandeelhouders, waarvan er meer dan

20.000 zijn. Ongeveer de helft kwalificeert zich als ‘BFI’ (Bijzondere Financiële Instelling, zie De Nederlandsche Bank, 2007). Als schakelpunten voor financiële activa zijn deze doelvennootschappen onderdelen van de financiële structuur van internationale bedrijven. Daarnaast spelen ze een belangrijke rol bij fusies en overnames, reorganisaties en herfinancieringen. Het totale transactievolume door BFI’s beloopt € 4.500 miljard op jaarbasis, dat is meer dan negen maal het Nederlands Bruto Binnenlands Product.

De trustsector in Nederland

Trustkantoren zijn in veel gevallen de beheerders van deze doelvennootschappen. Om dubbele belastingheffing op de winstafdracht van de buitenlandse

dochterondernemingen van multinationale ondernemingen zoals Shell en Philips te voorkomen, liep de Nederlandse overheid voorop met het sluiten van bilaterale belastingverdragen (Lugard, 2005). Deze unieke verdragstructuur is een belangrijke factor geweest bij de groei van het cluster internationale financiële dienstverlening.

Het vormt tevens een reden voor de vestiging van trustkantoren in ons land. De verschillende belastingregels en de interpretatie daarvan voor het beheer van de doelvennootschappen vergt specialistische kennis over de mate waarin de transactiekosten die de belastingbetaling met zich meebrengt, zo laag mogelijk gehouden kunnen worden. Het gaat daarbij overigens niet alleen om de kosten van af te dragen belastingen, maar ook om de kosten die voortkomen uit verslaglegging en compliance. In die zin vervullen de trustkantoren hun functie in de Nederlandse transactie-economie, waarbij ook de fysieke nabijheid van de banken,

accountantskantoren en juridische adviseurs een rol speelt. Vandaar dat veel van deze trustkantoren in Amsterdam zijn gevestigd.

De trustsector staat sinds 2004 onder toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB).

Het toezicht is vastgelegd in de Wet toezicht trustkantoren (Wtt). Doel van de Wtt is het bevorderen van de integriteit van de trustsector als onderdeel van de financiële sector. De Wtt eist van trustkantoren dat ze weten wie de uiteindelijk

belanghebbenden (de ‘eindaandeelhouders’) zijn van de doelvennootschappen die ze in beheer hebben, wat de oorsprong van hun vermogen is, waartoe de

doelvennootschap gebruikt wordt, en wat de bron en bestemming is van alle

vermogensstromen die door de doelvennootschap lopen. De Wtt stelt, samen met de Regeling Integere Bedrijfsvoering Wtt (Rib), ook eisen aan de bedrijfsvoering van trustkantoren en aan de deskundigheid en integriteit van beleidsmakers in de sector.

Daarnaast valt de sector onder de reguliere regelgeving voor financiële dienstverleners: de Wet WID/MOT en de Sanctiewet 1977.

De afgelopen jaren heeft er een herstructurering van de trustsector plaatsgevonden.

Het toezichtregime is daar mede debet aan. Veel banken, die trustdiensten plachten te verlenen, hebben die activiteiten verzelfstandigd. Dat heeft te maken met het risico van belangentegenstellingen: als een doelvennootschap met bancaire medewerkers als

Het belang van een integere bedrijfsvoering (‘trust’)

Dat internationaal opererende bedrijven hun internationale financiële en fiscale structuur optimaliseren, is een economische noodzaak. Toch wordt zogeheten offshore finance door het publiek vaak gezien als een ongewenste uitwas van het kapitalisme.

Een rapport met deze strekking van SOMO (Van Dijk et al., 2006) over de situatie in Nederland kreeg veel aandacht in de pers, zelfs internationaal. Offshore finance en de trustsector worden veelvuldig geassocieerd met praktijken als geld witwassen en belastingontduiking. De bewijsvoering wil bij die beschuldigingen nogal eens ontbreken (zie Unger c.s., 2006, blz. 162 voor een voorbeeld), maar dat wil niet zeggen dat het gevaar van malversaties er niet is.16

Het is opmerkelijk maar niet zonder betekenis dat de aanduiding trust bij de trustkantoren zo’n negatieve connotatie heeft gekregen. Immers, zoals uit het voorgaande blijkt, speelt vertrouwen juist een belangrijke rol in het omlaag brengen van de transactiekosten. In de relatie met zijn klanten heeft het gespecialiseerde trustkantoor een niet te overbruggen informatievoorsprong. Een gewettigd vertrouwen in de trustkantoren, mede gebaseerd op een integere reputatie is daarom instrumenteel in het verminderen van transactiekosten. Dit vormt een essentiële voorwaarde voor het goed kunnen functioneren van de trustkantoren in de Nederlandse financiële infrastructuur. Het is daarom voor de trustsector cruciaal op dit punt een goede reputatie op te bouwen en te handhaven. Het screenen van klanten en transacties kan op korte termijn leiden tot hogere transactiekosten, maar die vallen weg tegen de mogelijke kosten van reputatieverlies bij affaires. De ervaring leert dat bonafide klanten niet geassocieerd willen worden met trustkantoren waarvan de integriteit – terecht of niet – in twijfel getrokken wordt.

Internationale concurrentiepositie

Door het wezen van de trustsector, een op vertrouwen en specifieke deskundigheid gebaseerde relatie tussen klanten en trustkantoren, is er sprake van een hoge mate van

‘asset specificity’ in de diensten van de trustsectoren. Diensten hebben geen

routinematig karakter, maar worden toegesneden op de klant en op de situatie. Mede daardoor staat de Nederlandse trustsector sterk.

Stabiliteit en betrouwbaarheid zijn belangrijke overwegingen voor buitenlandse ondernemingen om domicilie in Nederland te kiezen. Het netwerk van fiscale verdragen, de participatievrijstelling, het ontbreken van bronbelasting en de

mogelijkheid tot advanced tax rulings bestempelen Nederland tot een aantrekkelijke vestigingsplaats. De aanwezigheid van een groot en veelzijdig financieel cluster in Amsterdam, met een goed opgeleide beroepsbevolking, is een belangrijke factor. De beschikbaarheid van Schiphol als internationale luchthaven geldt als een belangrijk voordeel boven de Europese concurrenten Luxemburg en Ierland.

Om de positie van Nederland te waarborgen is het belangrijk dat overheid en

marktpartijen aan een aantal voorwaarden voldoen. Continuïteit in fiscale regelgeving is essentieel. Onvoorspelbaarheid is een grote zonde in trustland. Trustdiensten gedijen alleen in wisselwerking met een sterke financiële dienstensector. Het is een uitdaging voor Nederland de kennis en de infrastructuur op peil te houden. De sector zelf moet werken aan transparantie en een nadruk op integriteit. Onkreukbaarheid gekoppeld aan deskundigheid kenmerkt de niche die de trustsector in Nederland dient

in te nemen. Betrokkenheid bij illegale activiteiten moet te allen tijde worden vermeden. De trustkantoren moeten volledig zicht hebben op herkomst en bestemming van de gelden van hun cliënten. Het toezicht van De Nederlandsche Bank, dat zich op de integriteit van de trustkantoren en hun klanten richt (zie De Nederlandsche Bank, 2008, blz. 83), draagt bij tot een verdere versterking van de reputatie van deze sector. Het is juist een goede benutting van het begrip trust in de naamgeving van deze kantoren die hun concurrentiepositie doet versterken. Op de lange termijn zijn dan de transactiekosten het laagst en vormt de kwaliteit van het transactiemanagement van de trustkantoren de waarborg voor de aantrekkingskracht van deze tak van financiële dienstverlening in Nederland.