• No results found

Toespraak eerste voorbereidingsmeeting

Waarom doe ik dit?

Intro.

We staan aan het begin van een bijzonder mooie reis. Een reis die veel mensen zal veranderen. We hopen ook dat het ons leven zal veranderen. Ik heb er erg veel zin in, en ik hoop dat we de komende maanden een hecht team zullen gaan vormen, dat er nieuwe vriendschappen zullen ontstaan en dat we met elkaar geschiedenis gaan schrijven.

De vraag waar we vanavond mee willen beginnen is: ‘Waarom doen we dit eigenlijk met elkaar?’ Waarom gaan we rennen voor moeders, baby’s en studenten in Rwanda?

Om daar een antwoord op te geven wil ik met jullie kijken naar de profeet Jesaja. Profeten hadden in de tijd van de Bijbel een waarschuwend karakter. Ze wezen de maatschappij op zaken die niet goed gingen. Ze profeteerden regelmatig tegen de afgodendienst, tegen hoererij, maar ook tegen sociaal onrecht over wat er in die tijd gebeurde.

In Jesaja 1:15-17 staat – Wanneer jullie je handen opheffen, wend ik mijn ogen af, ook als je aanhoudend bidt, luister ik niet. Aan jullie handen kleeft bloed! Was je, reinig je,

maak een eind aan je misdaden, ik kan ze niet meer zien. Vermijd alle kwaad en leer goed te doen. Zoek het recht, houd tirannen in toom, bied wezen bescherming, sta weduwen bij.

- God die de aanbidding niet kan aanzien

Dit gedeelte begint dat God de aanbidding van het volk Israël naar Hem toe niet meer kan aanzien. Dat is nogal wat. Want als we God leren kennen door de Bijbel heen, dan is Hij op zoek naar mensen die Hem aanbidden. Tegen de Samaritaanse vrouw in Johannes 4 zegt Jezus dat de Vader aanbidders zoekt, die Hem aanbidden in Geest en in waarheid.

Ook in Openbaringen lees je dat God dag in dag uit wordt aanbeden. Allerlei vreemde wezens, oudsten, engelen maar ook hele menigten die Hem toejuichen en Hem de plek geven die Hem toekomt. Maar hier zegt God: ‘Ik kan jullie aanbidding niet aanzien.’ ‘Ik kan het niet aanhoren’. God die zich van de aanbidders afkeert. Dat is heftig. De vraag is dan: ‘Waarom keert God zich af?’

- Aan jullie handen kleeft bloed

De reden daarvoor geeft God ook. Aan jullie handen kleeft bloed. Dat laat iets zien van Gods verbondenheid bij mensen. Als we mensen tekort doen, doen we in de eerste plaats God tekort. Zoals David ook uitriep nadat hij overspel had gepleegd en iemand had vermoord: ‘Tegen U alleen God, heb ik gezondigd’. Als aan je handen bloed kleeft, kan God de aanbidding niet aanzien.

Dat bloed kleven heeft aan de ene kant te maken met dat ze kwaad hebben gedaan, en daarom zegt God ook: ‘Vermijd alle kwaad’. Aan de andere kant heeft het ook te maken met iets niet-goed doen. Wij hebben soms wel het idee dat we in een soort neutraliteitmodus kunnen zitten. Ik ben niet zwart of wit. Ik doe niet echt goed, maar ook niet echt kwaad. Maar God zegt hier door Jesaja heen: Vermijd alle kwaad en leer goed te doen. Dat is de manier om een einde te maken aan misdaden. De vraag die wij ons mogen stellen is: Kleeft er ook bloed aan onze handen? Lange tijd heb ik mij daar geen moment druk om gemaakt. Lange tijd zou ik gezegd hebben: ‘tuurlijk niet’. Ik leef redelijk goed, we hebben een prachtige zorgstaat waar ik ook geld aan geef. Het is vooral belangrijk dat mensen in de hemel komen, dus armoede hoef je niet te bestrijden, het is vooral belangrijk om te evangeliseren. Maar ik ben veranderd in die mening. Ik ben er nu wel van overtuigd dat er bloed aan onze handen, en dus ook mijn handen kleeft. Dat is aan de ene kant moeilijk om te accepteren. Het komt vooral door hoe onze wereld op dit moment in elkaar zit dat er zoveel onrecht is in deze wereld. Maar ook omdat ik gewoon meeleef met de rest, heb ik dezelfde verantwoordelijkheid.

Wanneer ik een trui bij de Sting koop, gaat bijna al mijn geld naar de kledingwinkel, naar de verkoper en naar de huur van het gebouw. Helaas gaat er maar een heel klein percentage van mijn geld naar degene die het gemaakt heeft in de derde wereld en er eigenlijk niet van kan leven. Misschien is van de maker van mijn trui een kind die door de honger omkomt en niet genoeg geld voor het werk krijgt.

Dan hebben we in de Westelijke wereld nog de vleesconsumptie. We eten met z’n allen zoveel vlees, dat er ontzettend veel eten naar die beesten moet om ze bij te voeren. Zoveel eten, dat er te weinig eten voor de mensen in de derde wereld is. Ja ik houd van vlees, dus ik doe mee. En zo kan ik nog wel even doorgaan. In het hele proces kom ik er steeds meer achter, ik ben ook schuldig. Door mijn leefgewoontes kleeft er indirect ook bloed aan mijn handen. Wat moeten we dan doen?

- Zoek het recht

Jesaja zegt: ‘Zoek het recht’. Jij kunt misschien niet de hele wereld veranderen. Je kunt misschien niet hele structuren veranderen zodat alles eerlijker verdeeld gaat worden. Maar wat je wel kan is zoeken naar recht. We kunnen zoeken naar mogelijkheden om zaken die op dit moment krom zijn te veranderen. Kijk naar je eigen leven, kijk naar je gewoontes en ga zaken aanpassen in je leven zodat bepaalde verhoudingen waar jij invloed op hebt recht komen te staan.

Een van die dingen die we kunnen doen is bijvoorbeeld deze marathon. Dit geeft ons een kans om iets recht te zetten wat mede ook door ons toedoen scheef is gegroeid. Deze marathon geeft een kans voor veel mensen, die door middel van sponsoring helpen om recht te doen in deze wereld. Denk daaraan als we sponsors gaan vragen voor deze marathon. We gaan mensen niet om een beetje liefdadigheid vragen. We gaan mensen vragen recht te doen. Net zoals het ons pijn mag gaan doen als we gaan rennen, zo mag het ook mensen pijn doen als ze gaan geven. Het zal van ons ook het uiterste vragen in onze tocht om al het sponsorgeld bij elkaar te krijgen en om ons voor te bereiden op de marathon.

- Film

Ik wil eindigen met een stukje film over Rwanda. Een land waar het onrecht heeft geregeerd. Waar 800.000 mensen zijn afgeslacht, waar een half miljoen vrouwen verkracht zijn door mannen met AIDS. Maar waar vandaag de dag bijzondere dingen gebeuren, door de kracht van Jezus. Relaties worden weer hersteld, er is vergeving en verzoening tussen Hutu’s en Tutsi’s.