• No results found

Toeristische druk op de omgeving

economisch perspectief

10.3 Toeristische druk op de omgeving

Een groei van het verblijfstoerisme kan een verhoogde druk veroorzaken op het milieu en de leefom- geving in toeristische bestemmingen en doorreisgebieden. In deze laatste paragraaf worden twee indicatoren beschreven die de ‘toeristische druk’ kwantificeren. Ten eerste wordt dat gedaan door middel van de dichtheid: het gemiddelde aantal overnachtingen per dag per vierkante kilometer in een

bepaald gebied, en ten tweede door de intensiteit: het gemiddelde aantal overnachtingen per dag per 100 inwoners in een bepaald gebied. Er wordt onderscheid gemaakt naar provincies en enkele grote steden in Nederland.

De inwoners van een regio of stad kunnen de toeristische druk anders ervaren. De perceptie zal per persoon verschillen. Naast de toeristische druk spelen ook andere factoren een rol, bijvoorbeeld of men in een bepaald gebied is gaan wonen om de rust. Daarnaast kunnen de herkomst en de aard van de activiteiten van de toeristen een groot verschil maken. Ook de vraag of iemand werkzaam is in de toerismebranche of juist niet zal uitmaken in de perceptie van de toeristische druk.14 In de capita

selecta van het Trendrapport 2016 is een artikel van Albert Postma en Ko Koens opgenomen dat een onderzoek naar de bewonersperceptie van toeristische druk beschrijft in een aantal grote steden in Europa.15 Er is gekeken naar de factoren die gezien vanuit de inwoner bij de toeristische druk een rol

spelen.

Bronnen

Voor de aantallen overnachtingen van toeristen is gebruikgemaakt van de statistiek Logiesaccom- modaties. Deze statistiek omvat zowel het aantal overnachtingen van vrijetijdstoeristen als dat van zakenreizigers. Bij de provincies gaat het om overnachtingen in alle typen logiesvormen. Bij de grote steden is alleen gebruikgemaakt van overnachtingen in hotels, omdat cijfers van overnachtingen in alle logiesvormen niet beschikbaar zijn op dit niveau. Dit heeft echter weinig effect op de uitkomsten omdat slechts een heel klein deel van de accommodaties in de gepresenteerde steden geen hotel is. Voor de cijfers over de oppervlakte van de provincies en steden en het aantal inwoners in deze gebieden is gebruikgemaakt van respectievelijk de Bodemstatistiek en de Bevolkingsstatistiek van het CBS.

Cijfers geven ondergrenzen toeristische druk aan

Particuliere accommodaties (vaak verhuurd via online platforms als Airbnb, HomeAway en Wimdu) vallen buiten de Statistiek Logiesaccommodaties van het CBS. Dat geldt ook voor kleine com- merciële accommodaties met minder dan vijf slaapplaatsen.16 Tevens blijven het verblijf in eigen

tweede woning, bij familie/vrienden en van vaste gasten op campings en jachthavens buiten het bereik van dit onderzoek. Ten slotte is het dagtoerisme (nog) niet meegenomen in de berekening van de toeristische druk. Het gaat hier dus om een ondergrens.

In feite zou ook voor dagtoerisme de toeristische druk kunnen worden berekend, om zo bij- voorbeeld te kunnen zien of verblijfstoerisme of juist dagtoerisme meer druk veroorzaakt op de omgeving. De experimenten van het CBS met mobiele telefoongegevens geven inzicht in de mogelijkheden op dit gebied. Zo heeft het CBS op basis van die bron geëxperimenteerd met de daytimepopulation17 en een onderzoek naar het aantal bezoekers op koningsdag in Amsterdam.18

Ook zou het aardig zijn om onderscheid te maken naar land van herkomst en het type bezoeker.

14 Choi, H.-S. C., & Sirakaya, E. 2005. Measuring Residents’ Attitude toward Sustainable Tourism: Development of Sustainable Tourism Attitude Scale. Journal of Travel Research, 43(4), 380-394.

15 Postma, A. & Koens, K. ‘Toeristische druk op stedelijke bestemmingen. Het perspectief van bewoners’ in: Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2016 (NRIT Media, CBS, NBTC, CELTH, 2016), 328-332

16 Bij huisjesterreinen en groepsaccommodaties minder dan tien slaapplaatsen en bij campings minder dan vier stand- plaatsen (excl. vaste standplaatsen voor bijvoorbeeld stacaravans).

17 Zie meer informatie over het bèta-onderzoek naar de daytime population: https://www.cbs.nl/nl-nl/over-ons/innovatie/project/ bewegingen-meten-met-anonieme-telefoondata.

18 Zie meer informatie over het bèta-onderzoek naar de bezoekers van Amsterdam op Koningsdag: https://www.cbs.nl/nl-nl/over-ons/ innovatie/project/hoeveel-bezoekers-zijn-er-op-koningsdag-in-amsterdam-

Dat is hier niet gedaan. Men dient zich verder te realiseren dat het in deze paragraaf gaat om gemiddelden op jaarbasis. De waarden kunnen sterk schommelen naargelang het seizoen, de dag van de week (werkdagen versus weekend), feestdagen of dagen met belangrijke evenementen. De cijfers moeten dan ook niet als absolute getallen worden gezien, maar als referentiewaarden ten opzichte van elkaar.

Hoogste toeristische dichtheid in Noord-Holland; hoogste intensiteit in Zeeland

De provincie Noord-Holland had van alle Nederlandse provincies in de afgelopen jaren duidelijk de hoog- ste toeristische druk per vierkante kilometer (figuur 10.7). De toeristische dichtheid in die provincie is ruim 3,5 keer zo hoog als het Nederlandse gemiddelde. Ook is de dichtheid in Noord-Holland de afge- lopen jaren het sterkst gestegen. Op de tweede plaats wat betreft de toeristische druk per vierkante kilometer komen Zeeland en Limburg. De provincies Groningen, Flevoland en Friesland ondervonden in de periode 2012-2019 de minste toeristische druk als het gaat om het aantal toeristische overnach- tingen per dag per vierkante kilometer.

Dichtheid (per dag per km2) en intensiteit (per dag per 100 inwoners) van overnachtingen in alle logiesvormen, 2012-2019* Figuur 10.7

0 1 2 3 4 5 6 7 8 0 5 10 15 20 25 30 35 40 Gron ingen Flevo land Friesla nd Overijs sel Noord -Braba nt Utrec ht Gelde rland Drenth e Nederl and Zuid- Hollan d Limbur g Zeel and Noord -Hollan d

Overnachtingen per dag per 100 inwoners

Overnachtingen per dag per km

2

Dichtheid (linkeras) 2012 Dichtheid (linkeras) 2017 Dichtheid (linkeras) 2018 Dichtheid (linkeras) 2019 Intensiteit (rechteras) 2019

Bron: CBS.

* Bij de oppervlakte is alleen gekeken naar de landoppervlakte.

Als gekeken wordt naar de intensiteit door middel van het aantal overnachtingen per dag per 100 inwoners ontstaat een iets ander beeld. Noord-Holland komt dan op de derde plaats: gemiddeld per 100 inwoners vonden er in 2019 per dag 3,1 overnachtingen van toeristen plaats. Zeeland heeft de hoogste toeristische intensiteit: 8 overnachtingen per dag per 100 inwoners.

Amsterdam kent verreweg de hoogste toeristische dichtheid

Figuur 10.8 presenteert de toeristische dichtheid en intensiteit in zes gemeenten van Nederland: de G4, Haarlemmermeer en Maastricht. Volgens verwachting was de toeristische dichtheid in de (grote) steden hoger dan die op het platteland. Amsterdam kent verreweg de grootste toeristische dichtheid: 304 hotelovernachtingen per dag per vierkante kilometer in 2019. Dat is ruim 5 keer zo hoog als bijvoorbeeld Den Haag of Maastricht en 30 keer zo hoog als het Nederlandse gemiddelde van 10 overnachtingen per dag per vierkante kilometer. De toeristische dichtheid is nog hoger als niet naar de totale landoppervlakte van de gemeente Amsterdam wordt gekeken maar alleen naar de oppervlakte van de binnenstad waar de meeste toeristen verblijven en/of hun dag besteden. In het bèta-onderzoek naar de bezoekers van Amsterdam op Koningsdag wordt het effect van inzoomen op de binnenstad geïllustreerd. De toeristische druk van verblijfstoerisme wordt in Amsterdam met name veroorzaakt door buitenlanders. In een stad als Maastricht gaat het daarentegen juist vaker om overnachtingen van Nederlanders.

Figuur 10.8 Dichtheid (per dag per km2) en intensiteit (per dag per 100 inwoners) van hotelovernachtingen, 2012-2019*

0 1 2 3 4 5 6 7 0 50 100 150 200 250 300 350

Amsterdam Maastricht 's-Gravenhage Haarlemmermeer Rotterdam Gemeente Utrecht

Overnachtingen per dag per 100 inwoners

Overnachtingen per dag per km

2

Dichtheid 2012 (linkeras) Dichtheid 2017 (linkeras) Dichtheid 2018 (linkeras) Dichtheid 2019 (linkeras) Intensiteit 2019 (rechteras)

Bron: CBS.

* Bij de oppervlakte is alleen gekeken naar de landoppervlakte.

Als ook hier wordt gekeken naar de toeristische intensiteit, door middel van het gemiddelde aantal ho- telovernachtingen per dag per 100 inwoners, wordt ook duidelijk waarom het CBS ertoe over is gegaan om cijfers over de hotels in Haarlemmermeer te publiceren. In 2019 was de toeristische intensiteit in Haarlemmermeer 5,6 hotelovernachtingen van toeristen per dag op 100 inwoners, alleen in Amster- dam was de intensiteit hoger met 5,8 hotelovernachtingen per dag per 100 inwoners. De intensiteit was wel lager dan in Zeeland met 8 overnachtingen per dag per 100 inwoners.

10.4 Gevolgen van de COVID-19-crisis

De COVID-19-crisis zal zeker in 2020 enorme gevolgen op de carbon footprint van de Nederlandse vakantieganger hebben. Het reisgedrag is sinds maart sterk veranderd: zowel de bestemmingskeuze als het vervoermiddel zijn veelal gewijzigd. In maart gingen ongeveer de helft minder Nederlanders op vakantie dan in het jaar ervoor, in april en mei vielen buitenlandse vakanties nagenoeg compleet weg, en werden er ook veel minder vakanties in het binnenland gehouden. Vanaf juni is er herstel van de binnenlandse vakanties, maar buitenlandse vakanties bleven nog steeds 87 procent achter.19 Dit is ook

te zien in het aantal passagiers op de vijf belangrijkste Nederlandse luchthavens: over de maanden april tot en met augustus 2020 daalde dit met 87 procent ten opzichte van 2019. Van de mensen die wel vlogen, deed zo’n 70 procent dat naar een bestemming binnen Europa, en vooral naar nabij gelegen landen.20 Op basis van een maandelijkse enquête onder 50.000 consumenten door ANVR en

GFK kunnen we stellen dat er door Nederlanders nog minder buiten Europa gevlogen is dan de luchtha- vengegevens lijken te suggereren. Het verschil kan met transit passagiers worden verklaard. ANVR en GFK laten zien dat er sinds maart nog maar mondjesmaat buiten Europa gereisd werd. Ook in juni en juli bleven intercontinentale boekingen 70 tot 80 procent achter. Voor Europese bestemmingen lag dat percentage iets lager, maar nog altijd 50 tot 70 procent minder dan in 2019. De uitzonderingen in met name juli waren Duitsland, België, Frankrijk, Oostenrijk en Noorwegen. Hier bleef de daling in boekingen beperkt tot maximaal 15 procent. België vertoonde zelfs een plus en Duitsland nauwelijks een min.21

Het toenemend aantal reisbeperkingen in augustus en september doet vermoeden dat bovenstaande ontwikkelingen zich tot tenminste eind 2020 zullen voortzetten.

Voor de carbon footprint betekent dit een enorme daling. Niet alleen het aantal vakanties gaat omlaag, maar ook de totale reisafstand, en de daarvan afgelegde kilometers per vliegtuig. Dit zijn stuk voor stuk zeer bepalende factoren voor de totale hoogte van vakantie emissies. Weliswaar worden milieu- vriendelijkere vervoerswijzen als trein en bus ook minder gebruikt, en de auto meer, maar dit valt qua effecten op de emissies in het niet in vergelijking tot de daling van reisafstand en vliegtuiggebruik. Naast deze daling in door vervoer veroorzaakte emissies zullen vermoedelijk ook de emissies van accommodaties en activiteiten omlaag gaan. De 1,5 meter samenleving zorgt voor lagere bezettings- graden in hotels (waar de meeste accommodatie emissies vandaan komen), terwijl bijvoorbeeld cam- pings (lage emissies) het goed doen. Ook zoeken mensen meer de ruimte en natuur op, en vermijden activiteiten met hoger energieverbruik.

Zelfs bij een positieve insteek, met de boekingsmonitor van ANVR/GFK voor juli 2020 als basis, ge- lijkblijvende binnenlandse emissies, en het negeren van alle verliezen in het voorjaar en de dalende vakantie intentie in september22, zou de totale carbon footprint van Nederlandse vakantiegangers ten

opzichte van 2019 kunnen halveren, naar 9 à 10 Mt CO2. Omdat het vliegverkeer in de maanden april

en mei grotendeels stil lag, en de voortekenen voor de laatste maanden van 2020 slecht zijn, zal de carbon footprint mogelijk zelfs nog lager uitkomen. De bijdrage van toerisme aan klimaatverandering

19 CBS. 2020. Aantal Nederlandse vakantiegangers bereikt dieptepunt in tweede kwartaal [Online]. Den Haag/Heerlen: CBS. Beschik- baar: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/38/aantal-nederlandse-vakantiegangers-bereikt-dieptepunt-in-tweede-kwartaal [Geraad- pleegd 24-09-20].

20 CBS. 2020. In juni 2020 minder dan tiende van aantal vliegtuigpassagiers [Online]. Den Haag/Heerlen: CBS. Beschikbaar: https:// www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/31/in-juni-2020-minder-dan-tiende-van-aantal-vliegtuigpassagiers [Geraadpleegd 24-09-20]. 21 ANVR/GFK. 2020. ANVR/GfK Boekingsmonitor [Online]. Beschikbaar: https://www.anvr.nl/publicaties/boekingsmonitor.aspx [Ge-

raadpleegd 24-09-20].

gaat dus aanzienlijk naar beneden. Het blijkt eens te meer dat nabije bestemmingen veel crisisbesten- diger zijn dan verre, en dat vakantiegedrag (onder andere bestemmings- en vervoermiddelkeuze) afhan- kelijk is van de omstandigheden. De kansen voor een forse verduurzaming van toerisme lijken derhalve groot als de branche hierop inspeelt en zich bijvoorbeeld meer richt op het aantrekken respectievelijk vasthouden van de gast uit de ‘regio’ (eigen land en buurlanden).

Niet alleen heeft COVID-19 invloed gehad op de carbon footprint van de Nederlandse vakantieganger, het heeft er ook toe geleid dat de Nederlandse logiesaccommodaties in de maanden maart, april en mei veel minder gasten mochten verwelkomen dan in 2019. In juni trok het aantal gasten en overnach- tingen weer wat aan en in juli 2020 waren er meer overnachtingen in met name bungalowparken en op kampeerterreinen. Nederlanders gingen vaker dan de laatste jaren gebruikelijk in eigen land op va- kantie en compenseerden bij die accommodatietypen ruimschoots het wegblijven van de internationale gasten. Bij de hotels en groepsaccommodaties kon de Nederlandse gast het gebrek aan internationale gasten echter niet compenseren. Voor de toeristische dichtheid en intensiteit betekent dit dat na een rustig voorjaar, de zomer vooral buiten de steden juist drukker was dan normaal. Zo komt Zeeland in juli 2020 uit op een intensiteit van ruim 17 overnachtingen per 100 inwoners, tegen 15 in juli 2019. In de stedelijke regio’s en met name Amsterdam is het echter ook in juli 2020 met 2,5 overnachtingen per 100 inwoners een stuk rustiger geweest dan een jaar eerder: 6,5 overnachtingen.