• No results found

Ontwikkelingen binnen Europa

Bijna 15 procent van de toeristische ontvangsten gaat naar de Verenigde Staten

2.2 Ontwikkelingen binnen Europa

Deze paragraaf gaat in op toeristische ontwikkelingen in Europa. Daarbij komen andere indicatoren aan bod dan bij de beschrijving op wereldniveau. Deze paragraaf beschrijft onder meer de toeristische participatiegraad en het aantal vakanties en hun kenmerken van inwoners van de EU. Daarnaast gaat de paragraaf in op het verblijf van toeristen in Europese logiesaccommodaties. Alle cijfers in deze pa- ragraaf zijn aangeleverd vanuit de verschillende lidstaten van de EU aan Eurostat, het statistiekbureau van de EU. De laatst beschikbare cijfers over vakanties van Eurostat zijn van 2018. Daarbij gaat het om vakanties van één nacht of meer van de Europese bevolking van 15 jaar of ouder. Bij het onderzoek Logiesaccommodaties gaat het om cijfers van 2019.

In 2018 ging twee op de drie inwoners van de Europese Unie (EU-27) minimaal één keer op vakantie

In 2018 ging 64,4 procent van alle inwoners van de Europese Unie van 15 jaar en ouder minimaal één keer voor een persoonlijke reden op vakantie (dus exclusief zakelijke trips). Circa 30,7 procent ging alleen in het binnenland op vakantie; 10,2 procent alleen in het buitenland; en 23,5 procent zowel in het binnen- als het buitenland. Circa 35,7 procent van de inwoners van de EU-27 ging helemaal niet op vakantie in 2018. De belangrijkste reden om niet met vakantie te gaan waren financiën. Bij ouderen van 65 jaar en ouder speelde vooral de gezondheid een rol om niet op vakantie te gaan. Landen met de hoogste toeristische participatiegraad in de EU-27 zijn Finland (91 procent), Nederland (85 procent) en Zweden (85 procent). Buiten de EU-27 scoorden ook Noorwegen (93 procent) en Zwitserland (90 procent) hoog. Landen waar de toeristische participatie het laagst is, zijn Roemenië (27 procent) en Bulgarije (34 procent). Als gekeken wordt naar leeftijd dan is de impact op de toeristische participatie- graad niet zo groot, behalve als het gaat om de groep van 65 jaar en ouder. Dan zakt de toeristische participatiegraad naar 49 procent voor deelname aan alle vakanties.

Cijfers van Eurostat over toerisme

De cijfers in deze paragraaf zijn grotendeels aangeleverd vanuit de verschillende lidstaten van de EU aan Eurostat, het statistiekbureau van de Europese Commissie. De coördinerende rol van Eurostat heeft als voordeel dat de cijfers van alle landen van de Europese Unie goed met elkaar te vergelijken zijn. Dat komt doordat EU-landen onderling afspraken maken over hoe de cijfers worden samengesteld. Eurostat speelt hierin een coördinerende rol.

In de eerste plaats gaat het om het vakantieonderzoek van Eurostat. De data over de participa- tiegraad en kenmerken van toeristen zijn per lidstaat verzameld door personen te ondervragen in alle landen van de Europese Unie. Sommige data worden maar één keer per drie jaar gevraagd. Dat geldt bijvoorbeeld voor de vraag waarom mensen niet op vakantie gaan. Waar mogelijk zijn ook cijfers gepresenteerd van het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Zwitserland, die niet tot de EU behoren.

Daarnaast gaat het om het onderzoek Logiesaccommodaties. De data over het aantal toeristen en overnachtingen zijn tot stand gekomen door een uitvraag bij geregistreerde logiesaccom- modaties in de EU. Nadeel van dit onderzoek is dat het geen gegevens bevat van kleine accom- modaties, waaronder Airbnb-achtige accommodaties.

De Nederlandse toeristische participatiegraad van 85,0 procent kan verdeeld worden naar 20,7 pro- cent alleen binnenlandse, 24,1 procent alleen buitenlandse vakanties en 40,3 procent zowel binnen- landse als buitenlandse vakanties. In vergelijking met het gemiddelde van de EU, zijn de inwoners van Nederland van 15 jaar en ouder daarmee beduidend meer gericht op buitenlandse vakanties: 64,4 procent van de Nederlanders tegen 33,7 procent van de Europeanen. Bij deelname aan binnenlandse vakanties is het verschil beduidend kleiner: 61,0 procent van de Nederlanders tegen 54,2 procent van de Europeanen.

In 2018 gingen inwoners van de EU 1,1 miljard keer op reis

In 2018 gingen de inwoners van de EU-27 van 15 jaar en ouder iets meer dan 1.130 miljoen keer op een vakantie- of zakelijke trip met een gemiddelde verblijfsduur van 5,2 overnachtingen. Dit resul- teerde in iets minder dan 5,9 miljard overnachtingen. In 55 procent van de gevallen ging het om een kort verblijf van niet meer dan drie nachten en in 45 procent ging het om een langer verblijf van vier nachten of meer. Inwoners van de EU-27 bleven het liefst in eigen land: 71 procent van alle vakanties inclusief zakenreizen. Binnenlandse vakanties waren echter vooral korte vakanties van niet meer dan drie nachten (tabel 2.1).

In vergelijking met de Europese gemiddelden, richtten de Nederlanders zich in 2018 voor hun vakantie meer op het buitenland: 47 procent van alle Nederlandse vakanties tegen 30 procent van alle Euro- pese vakanties. Gemiddeld duren de Nederlandse vakanties ook langer: gemiddeld 6,5 nachten voor alle Nederlandse vakanties tegen gemiddeld 5,2 nachten voor alle Europese vakanties. Dat geldt met name voor buitenlandse vakanties van Nederlanders, die een gemiddelde verblijfsduur hebben van 9,2 nachten: de op twee na langste gemiddelde verblijfsduur van alle Europese landen.

Hoofdkenmerken van vakanties van inwoners EU-27 van 15 jaar en ouder, 2018 Tabel 2.1

Totaal waarvan waarvan

Binnenlandse vakanties

Buitenlandse vakanties Kort* Lang** Binnen-

land Buiten-

land

Kort* Lang** Kort* Lang**

Vakanties (of zakenreizen) (x mln) 1.134 621 513 800 334 521 279 99 234 % van totaal aantal vakanties 100,0 54,7 45,3 70,5 29,5 46,0 24,6 8,8 20,7 Overnachtingen (x mln) 5.882 1.176 4.706 3.307 2.575 961 2.345 215 2.361 % van totaal aantal overnachtingen 100,0 20,0 80,0 56,2 43,8 16,3 39,9 3,7 40,1 Bestedingen (x mld euro) 516,7 129,9 386,8 206,7 310,1 86,1 120,5 43,8 266,3 % van totale bestedingen 100,0 25,1 74,9 40,0 60,0 16,7 23,3 8,5 51,5 Gem. aantal overnachtingen per vakantie 5,2 1,9 9,2 4,1 7,7 1,8 8,4 2,2 10,1 Gem. bestedingen p.p. per vakantie (euro) 456 209 754 258 928 165 433 440 1.135 Gem. bestedingen p.p. per nacht (euro) 88 110 82 62 120 90 51 204 113

Bron: Eurostat, 2020.

* Een korte vakantie omvat ten minste 1 en ten hoogste 3 overnachtingen. ** Een lange vakantie omvat ten minste 4 overnachtingen.

Als gevolg van afrondingen kunnen afwijkingen voorkomen.

Inwoners EU gaven bijna 517 miljard euro uit aan vakanties en zakelijke trips

Per vakantie of zakelijke trip werd in 2018 gemiddeld door de toeristen uit de EU-27 per persoon 456 euro uitgegeven, resulterend in totale toeristische uitgaven van iets minder dan 517 miljard euro. Gemiddeld per nacht per persoon komt dat neer op 88 euro. Circa 52 procent van alle toeristische bestedingen werd uitgegeven aan lange buitenlandse vakanties: iets meer dan 266 miljard euro. Ge- middeld komt dat neer op 1.135 euro per persoon per lange buitenlandse vakantie. Gemiddeld per nacht per persoon werd het meest uitgegeven aan korte buitenlandse vakanties en het minst aan lange binnenlandse vakanties: respectievelijk 204 euro en 51 euro per persoon per nacht (zie tabel 2. 1). De gepresenteerde cijfers zijn moeilijk te vergelijken met voorgaande jaren omdat het Verenigd Ko- ninkrijk nu niet meer is meegeteld in de cijfers van Eurostat. Globaal genomen, lijkt er, tussen 2017 en 2018, een kleine verschuiving te hebben plaatsgevonden naar meer buitenlandse vakanties en de daaraan gekoppelde bestedingen, dit gaat ten koste van binnenlandse vakanties. Deze verschuiving geldt echter niet voor het aantal overnachtingen: de verhouding tussen binnenlandse en buitenlandse overnachtingen is tussen 2017 en 2018 nagenoeg gelijk gebleven. Wel lijken de (gemiddelde) toeristi- sche uitgaven in 2018 over de gehele linie meer dan de inflatie te zijn gestegen.

Figuur 2.6 Vakanties van inwoners EU van 15 jaar en ouder naar motief, duur en bestemming, 2018 64,9 42,1 0,0 46,2 67,2 52,4 24,1 38,5 38,2 17,0 32,0 4,5 4,6 4,9 3,6 4,5 6,5 14,9 10,6 12,2 11,1 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 4 nachten en meer 1 tot 4 nachten Binnenland Buitenland Alle vakanties %

Recreatief Bezoek familie en kennissen Andere persoonlijke motieven* Zakelijk

Bron: Eurostat, 2020.

* Andere motieven zijn bijvoorbeeld gezondheid en pelgrimage.

Meer dan helft van de vakanties heeft een recreatief doel

Meer dan de helft van alle vakanties van de inwoners van de EU-27 had in 2018 een recreatief doel. Daarnaast had ruim één op de drie vakanties als doel familie of kennissen te bezoeken. Vakanties van 1 tot 4 nachten en binnenlandse vakanties zijn relatief veel gericht op het bezoek aan familie en kennis- sen, respectievelijk 38,5 en 38,2 procent. Vakanties van 4 en meer nachten en buitenlandse vakanties zijn vooral gericht op een recreatieve trip, respectievelijk 64,9 en 67,2 procent (figuur 2.6).

Circa 11 procent van alle vakanties had in 2018 een zakelijk motief. Absoluut gezien, ging het om 126 miljoen zakelijke trips. De meeste daarvan vonden plaats in het binnenland (67,6 procent van alle zakelijke trips) en duurden niet langer dan 3 nachten (73,4 procent van alle zakelijke trips).

Meeste overnachtingen in gehuurde accommodaties

Inwoners van de EU-27 van 15 jaar en ouder brachten in 2018 tijdens hun 1,1 miljard vakanties bijna 5,9 miljard overnachtingen in een accommodatie door. Meer dan de helft van die overnachtingen (56,8 procent) werd doorgebracht in een gehuurde accommodatie. Hotels en soortgelijke accom- modaties namen daarvan het grootste deel voor hun rekening: 32,1 procent van alle overnachtingen. Niet-gehuurde accommodaties waren goed voor 43,2 procent van alle overnachtingen, waarvan de meeste overnachtingen werden doorgebracht bij familie en kennissen: 28,7 procent. Voor 12,1 pro- cent van alle overnachtingen werd gebruikgemaakt van een eigen vakantiewoning (zie verder figuur 2.7). Vergeleken met 2017 lijken er in 2018 zich slechts kleine verschuivingen te hebben voorgedaan in de genoemde percentages.

Gehuurde accommodaties en dan vooral hotels e.d. waren favoriet als het gaat om buitenlandse va- kanties, respectievelijk 71,4 en 46,4 procent van alle buitenlandse overnachtingen. Bij binnenlandse vakanties zijn juist de niet-gehuurde accommodaties in trek: 54,5 procent van alle binnenlandse over- nachtingen. Er werd vooral verbleven in accommodaties van familie en kennissen (36,2 procent). In 2018 gaven de toeristen van de EU-27 ongeveer 171 miljard euro uit aan hun verblijf in een logiesac- commodatie: ongeveer een derde van alle toeristische uitgaven in 2018.

Overnachtingen van inwoners EU van 15 jaar en ouder naar type accommodatie en bestemming, 2018 Figuur 2.7 46,4 21,0 32,1 4,8 6,0 5,4 20,2 18,5 19,3 6,8 16,2 12,1 19,1 36,2 28,7 2,7 2,1 2,4 0 25 50 75 100

Buitenlandse vakanties Binnenlandse vakanties Alle vakanties

%

Hotels e.d. Kampeertereinen Overig gehuurd* Eigen vakantiehuis Gratis van familie en kennissen Overig gratis

Bron: Eurostat, 2020.

* Overig gehuurd betreft onder meer jeugdherbergen en vakantiewoningen.

Vakanties, overnachtingen en uitgaven van inwoners EU-27 van 15 jaar en ouder naar bestemming, 2018 Figuur 2.8

70,5 56,2 40,0 21,1 27,1 33,6 8,4 16,7 26,4 0 25 50 75 100

Vakanties Nachten Uitgaven

%

Binnenland Buitenland EU-27 Buitenland buiten EU-27

In eigen land met de auto; naar het buitenland vliegen

Evenals in voorgaande jaren, is de auto6 ook in 2018 het favoriete vervoermiddel voor een vakantie of zakelijke trip: 62,9 procent van alle vakanties. Het vliegtuig (17,9 procent van alle vakanties) en de trein (10,5 procent van alle vakanties) volgen op grote afstand. Hoewel enigszins afhankelijk van het land, worden andere typen vervoermiddelen, zoals bus, boot en fiets7, tijdens de vakantie veel minder gebruikt. Bij binnenlandse vakanties domineert de auto nog meer: 74,8 procent van alle binnenlandse vakanties wordt gemaakt met de auto. Bij vakanties naar het buitenland is het vliegtuig meer in trek (51,2 procent van alle buitenlandse vakanties) en komt de auto op de tweede plaats (34,7 procent van alle buitenlandse vakanties). Vergeleken met het Europese gemiddelde maken Nederlanders voor hun vakantie meer gebruik van het vliegtuig en minder gebruik van de trein en de bus.

Voor buitenlandse vakanties EU favoriet en dan met name Spanje, Italië, Frankrijk, Oosten- rijk en Duitsland

Van de 1,1 miljard vakanties werden bijna drie van de vier vakanties van inwoners van de EU in 2018 gemaakt in eigen land (70,5 procent). Doordat binnenlandse vakanties vooral korte vakantie waren, lag het aandeel voor de binnenlandse vakanties, uitgedrukt in overnachtingen, lager, namelijk 56,2 procent van alle overnachtingen. Buitenlandse vakanties waren goed voor iets minder dan een derde van de vakanties (29,5 procent van alle vakanties) en 43,8 procent van het aantal overnachtingen.

De 29,5 procent buitenlandse vakanties kan verdeeld worden over 21,1 procent vakanties naar een ander land van de EU-27 en 8,4 procent vakanties naar een land buiten de EU-27. Dus circa 91,6 procent van alle vakanties, binnen- en buitenland, van de inwoners van de EU-27 vond in 2018 plaats binnen de EU zelf. Ook als alleen gekeken wordt naar lange vakanties van 4 nachten of meer ging in 2018 nog steeds 86,0 procent binnen de EU op vakantie.

Van alle buitenlandse vakanties, waren vooral Spanje (11,2 procent), Italië (9,8 procent), Duitsland (6,3 procent), Frankrijk en Oostenrijk (beide 6,0 procent) in 2018 favoriet. Als gekeken wordt naar het aan- tal buitenlandse overnachtingen dan staan nog steeds Spanje en Italië op de eerste twee plaatsen met respectievelijk 12,6 en 9,4 procent. Frankrijk komt dan op de derde plaats met 5,5 procent. Buiten de EU waren onder meer de wereldregio’s Azië, Afrika en Noord-Amerika (waaronder de Verenigde Staten) en landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland, Turkije, Noorwegen en Marokko favoriete bestem- mingen. Het marktaandeel van Nederland, als het gaat om alle buitenlandse trips van inwoners van de EU-27 in een andere EU-land, was 3,8 procent in 2018. In 2016 en 2017 was het marktaandeel res- pectievelijk 2,8 en 3,1 procent. Europeanen gaan vooral naar hun buurlanden op vakantie. Belangrijke elementen voor de populariteit van een land als vakantiebestemming zijn onder meer de reisafstand, de toeristische attracties, het klimaat, de historische banden en de taal.

Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk de belangrijkste toerisme genererende landen binnen Europa

Net als voorgaande jaren, werd in 2018 absoluut gezien het meeste geld uitgegeven aan toerisme door Duitsers en Fransen, respectievelijk 167 en 114 miljard euro. Samen zijn deze twee landen goed voor meer dan de helft (54 procent) van alle uitgaven aan het toerisme door inwoners van de EU-27. Ook wanneer alleen gekeken wordt naar het uitgaande toerisme binnen de EU-27 besteedden Duitsland en Frankrijk het meeste, respectievelijk 114 en 54 miljard euro. Andere Europese landen die in 2018

6 Motorvoertuigen, inclusief huurauto, camper en motor.

veel besteedden aan het uitgaand toerisme binnen de EU-27 zijn Zweden (28 miljard euro), Nederland (18 miljard euro), Spanje (15 miljard euro), Oostenrijk (11 miljard euro), Denemarken (10 miljard euro) en buiten de EU het Verenigd Koninkrijk8 (38 miljard euro in 2013), Zwitserland (14 miljard euro) en Noorwegen (11 miljard euro).

Trends in het aantal vakanties, overnachtingen en gemiddelde verblijfsduur van inwoners EU

van 15 jaar en ouder naar motief, 2008 - 2018 Figuur 2.9

50 60 70 80 90 100 110 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Index (2008=100)

Niet zakelijke trips

Vakanties persoonlijk Nachten persoonlijk Gemiddelde verblijfsduur persoonlijk

50 60 70 80 90 100 110 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Index (2008=100) Zakelijke trips

Vakanties zakelijk Nachten zakelijk Gemiddelde verblijfsduur zakelijk

Bron: Eurostat, 2020.

Vooral het zakelijk toerisme ondervindt nog steeds de gevolgen van de economische crisis rond 2008

Figuur 2.9 laat, samenvattend, de trends zien van een aantal belangrijke toeristische indicatoren, zoals aantal vakanties, aantal overnachtingen en de gemiddelde verblijfsduur. Zo is bij recreatieve en per- soonlijke vakanties te zien dat voor de EU-27 het aantal vakanties in de periode 2008 - 2018 gegroeid is met circa 8 procent. De grootste groei heeft zich echter pas vanaf 2015 voorgedaan. Daarvoor was

sprake van een lichte daling ten opzichte van 2008 als gevolg van de effecten van de economische crisis. De gemiddelde verblijfsduur in de periode 2008-2018 is nauwelijks gewijzigd.

Voor zakelijke trips zijn duidelijk andere trends te zien. Daar heeft de economische crisis hard toege- slagen. Deze markt is tien jaar na de crisis nog niet terug op het oude niveau van voor de crisis rond 2008: een teruggang van 25 procent in het aantal zakelijke trips. Ook daar is vanaf 2015 weer sprake van groei in het aantal zakelijke trips en overnachtingen. Voor 2015 was er echter sprake van een teruggang van respectievelijk 39 en 40 procent in het aantal trips en het aantal overnachtingen. Zoals te verwachten was, is de gemiddelde verblijfsduur over de periode 2008-2018 maar beperkt gedaald (-4 procent).

Overnachtingen in logiesaccommodaties vormen ook een maatstaf

Naast vakanties en hun kenmerken, vormt het aantal overnachtingen van toeristen in logiesaccommo- daties een belangrijke indicator voor de ontwikkeling van het toerisme in een bestemming. Het gaat om overnachtingen in hotels, op huisjesterreinen en kampeerterreinen. De cijfers hebben betrekking op de ontwikkelingen van het jaar 2019 ten opzichte van 2018.

De cijfers van logiesaccommodatie wijken af van de hierboven gepresenteerde cijfers over vakanties en overnachtingen van Europese toeristen. In de eerste plaats omdat hier, in tegenstelling tot het voorafgaande, naast het binnenlands toerisme (ingezetenen van een land), ook het inkomend toerisme is meegenomen. Inkomend toerisme (niet-ingezetenen) is hier niet alleen het reisverkeer van buiten de EU, maar ook de inkomende toeristen binnen Europa: personen die op vakantie gaan binnen Europa naar een land waar zij niet wonen. In de tweede plaats beperken de cijfers zich tot de overnachtingen in hotels, op huisjesterreinen en kampeerterreinen. Overnachtingen in andere accommodatietypen zoals eigen vakantiewoningen of bij familie of kennissen worden niet meegerekend in de cijfers, net overnach- tingen in (vakantie)woningen die door particulieren worden verhuurd (bijvoorbeeld via Airbnb).

Figuur 2.10 Ontwikkeling van het aantal overnachtingen in Europese logiesaccommodaties naar accommodatietype (SBI*) en land van herkomst, 2019

2,1 0,9 3,3 7,1 1,8 0,4 3,3 6,2 3,8 3,3 4,2 8,7 1,0 -0,7 2,0 5,8 -2 0 2 4 6 8 10

Alle toeristen Inkomend Binnenlands Alle toeristen

EU-27 Nederland**

%

Alle accommodaties Hotels e.d. Huisjesterreinen Kampeerterreinen

Bron: Eurostat, 2020.

* SBI = Standaard Bedrijfsindeling.

In 2019 iets meer dan 2,8 miljard overnachtingen in geregistreerde toeristische accom- modaties in de EU

In 2019 vonden er iets meer dan 2,8 miljard overnachtingen plaats in logiesaccommodaties binnen de EU-27. Dat betekent een toename van 2,1 procent in vergelijking met 2018. In dat jaar groeide het aantal overnachtingen in logiesaccommodaties in de EU27 met 2,4 procent ten opzichte van 2017. Het aantal overnachtingen van buitenlandse toeristen (niet-ingezetenen) nam dit jaar sinds lange tijd minder toe dan het aantal overnachtingen van gasten binnen de eigen landsgrenzen (ingezetenen), respectievelijk 0,9 en 3,3 procent (figuur 2.10). De meeste overnachtingen werden in 2019 doorge- bracht in Spanje, Frankrijk, Duitsland en Italië. Samen goed voor 63 procent van alle overnachtingen in toeristische accommodaties in de EU-27 in 2019. Buiten de EU werd ook in het Verenigd Koninkrijk veel gebruikgemaakt van logiesaccommodaties.

De groei van het aantal overnachtingen in de EU in 2019 vond plaats bij zowel hotels (1,8 procent) en huisjesterreinen (3,8 procent) als kampeerterreinen (1,0 procent; figuur 2.10). De groei in 2019 heeft zich gemanifesteerd in alle landen van de EU, behalve Griekenland, Luxemburg en Malta, die een da- ling van het aantal overnachtingen kenden. Landen waar het aantal toeristische overnachtingen in alle logiesaccommodaties in 2019 sterk groeiden, waren onder meer Slowakije (13,4 procent), Litouwen (10,1 procent), Cyprus (5,2 procent) en Estland (5,1 procent). Nederland behoort met 7,1 procent ook tot de sterke groeiers. Vergelijkbaar met de EU-27, nam het aantal overnachtingen bij huisjesterreinen het sterkst toe (8,7 procent). Maar ook de aantallen overnachtingen in hotels (6,2 procent) en op kam- peerterreinen (5,8 procent) groeiden in Nederland harder dan het Europese gemiddelde. Wordt alleen gekeken naar het inkomende toerisme, dan groeiden landen, zoals Litouwen (10,8 procent), Nederland (10,8 procent), Slowakije (8,8 procent) en Polen (5,3 procent), het hardst binnen de EU-27.