• No results found

Hoofdstuk 3 Onderzoek VU; Opvang en schadeafwikkeling bij onbedoelde gevolgen van

4.4 Toepassing van de GOMA in de praktijk

Ruigrok | NetPanel heeft onderzoek gedaan naar bekendheid, toepassing en naleving van de GOMA onder patiënten en professionals.182 Er zijn voor dit onderzoek met name patiënten benaderd die te maken hebben gehad met een medisch incident. De resultaten van dit onderzoek zijn opgedeeld in de drie volgende categorieën; bekendheid van de GOMA, afhandeling door de zorgverlener en behandeling van verzoek tot schadevergoeding.183 In het licht van dit onderzoek zal ik laatstgenoemde categorie toelichten. Het betreft hier schadevergoeding via het buitengerechtelijk traject. In de buitengerechtelijke fase is de patiënt aan zet. Dit heeft te maken met de bewijslastverdeling, deze ligt bij patiënt. Vaak treden de patiënt en de zorgverlener terug, en zijn de belangenbehartiger van patiënt en de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van de zorgverlener aan zet.184

Zij gaan debatteren over de aansprakelijkheid, het condicio sine qua non-verband en de te vergoeden schade.185 Tijdens dit debat kan gebruik worden gemaakt van het advies van een medisch adviseur of van een medisch deskundigenbericht, indien het specifieke vakkennis betreft. Ook kan er, tijdens het debat, gebruik worden gemaakt van de eerder genoemde deelgeschillenregeling. De rechter zal dan een aantal knopen doorhakken. Daarnaast is in het traject ‘goed’ onderhandelen van belang.186

‘‘ Goed onderhandelen houdt in dat de uiteenlopende en tegengestelde belangen van de patiënt en de zorgverlener op een respectvolle en bevredigende manier worden overbrugd,

181 De Letselschaderaad, Gedragscode Openheid Medische incidenten; betere afwikkeling Medische

Aansprakelijkheid (GOMA), Den Haag, maart 2012, p. 26 – 28

182

J. de Jongh en M. Boerma, De Letselschade Raad/GOMA. Een onderzoek naar de bekendheid, toepassing en naleving van de gedragscode GOMA na medische incidenten in ziekenhuizen, Amsterdam, februari 2014, p. 4

183 J. de Jongh en M. Boerma, De Letselschade Raad/GOMA. Een onderzoek naar de bekendheid, toepassing en

naleving van de gedragscode GOMA na medische incidenten in ziekenhuizen, Amsterdam, februari 2014, p. 13

184

R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing en naleving van de GOMA, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 32

185 R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing

en naleving van de GOMA, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 32

186 W.C.T. Weterings, Efficiëntere en effectievere afwikkeling van letselschadeclaims. Een studie naar

schikkingsonderhandelingen in de letselschadepraktijk, normering en geschiloplossing door derden (diss. Tilburg), Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2004, p. 26

35

dan wel dat partijen het in elk geval eens worden over de te ondernemen stappen teneinde de tegenstelling op een bevredigende wijze te overbruggen.’’ 187

De patiënt is hierbij afhankelijk van de kwaliteit van partijen. Een negatieve beïnvloeding van het schadeafwikkelingsproces kan voor patiënt zeer belastend zijn, en dit kan een negatieve invloed hebben op de schadevergoeding.188 Het is goed denkbaar dat mediation bij dit traject een waardevolle rol zou kunnen vervullen. Mediation heeft immers kenmerken van onderhandelen, maar ook aandacht voor belangen en emoties van partijen. Uit onderzoek komt naar voren dat patiënten het met name belangrijk vinden dat de aansprakelijkheidsverzekeraar aandacht heeft voor de zienswijze en gevoelens van patiënt. Ook willen patiënten graag een beschrijving van de medische feitelijke gevolgen van het medisch incident.189 Het belang van erkenning van gevoelens en het krijgen van informatie lijkt bij de patiënt centraal te staan. Daarnaast is de ervaring van patiënten die gebruik maken van een belangenbehartiger dat de informatievoorziening vanuit de belangenbehartiger nog wel eens te wensen overlaat, met name als het gaat over kosten van de procedure.190

Als er een schadevergoeding wordt aangevraagd door patiënt, dan voorziet de professional veelal in de gevraagde informatie voor patiënt. De helft van de professionals geeft aan dat de patiënt of diens belangenbehartiger de gevolgen van het medische incident duidelijk heeft omschreven en de schadeclaim voldoende heeft gemotiveerd.191

Een groot deel van de patiënten geeft aan onvoldoende geïnformeerd te worden over de uitspraak van de aansprakelijkheidsverzekeraar.192 Ook een deel van de professionals erkend dit probleem. De uitspraak laat op zich wachten of er komt geen uitspraak en dit wordt dan ook niet gemotiveerd door de aansprakelijkheidsverzekeraar. Over het algemeen is het merendeel van de professionals echter wel te spreken over de

187 R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing

en naleving van de GOMA, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 33

188 R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing

en naleving van de GOMA, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 33

189 J. de Jongh en M. Boerma, De Letselschade Raad/GOMA. Een onderzoek naar de bekendheid, toepassing en

naleving van de gedragscode GOMA na medische incidenten in ziekenhuizen, Amsterdam, februari 2014, p. 22

190 J. de Jongh en M. Boerma, De Letselschade Raad/GOMA. Een onderzoek naar de bekendheid, toepassing en

naleving van de gedragscode GOMA na medische incidenten in ziekenhuizen, Amsterdam, februari 2014, p. 23

191 J. de Jongh en M. Boerma, De Letselschade Raad/GOMA. Een onderzoek naar de bekendheid, toepassing en

naleving van de gedragscode GOMA na medische incidenten in ziekenhuizen, Amsterdam, februari 2014, p. 24

192 J. de Jongh en M. Boerma, De Letselschade Raad/GOMA. Een onderzoek naar de bekendheid, toepassing en

36 aansprakelijkheidsverzekeraar.193 Aan de communicatie onderling tussen de professionals valt nog het één en ander te verbeteren.194

De patiënt is in grote mate afhankelijk van de professionaliteit en deskundigheid van diens belangenbehartiger en de aansprakelijkheidsverzekeraar.195 Gelet op de afhankelijke positie waarin patiënt verkeerd, lijkt het logisch dat zij voldoende en volledige informatie wensen te ontvangen van zowel de belangenbehartiger als de verzekeraar. Aanbeveling 10 uit de GOMA stelt dat de belangenbehartiger de patiënt dient te adviseren en informeren over het proces, de duur van het proces en de daarmee gepaard gaande kosten. Er lijkt in de praktijk nog niet volledig gehoor te worden gegeven aan deze aanbeveling. Ook aanbevelingen 15 en 16 van de GOMA laten in de praktijk ruimte voor verbetering. Vooralsnog lijkt de aansprakelijkheidsverzekeraar niet (altijd) te voldoen aan de gestelde termijn voor het innemen van een standpunt. Ook het informeren van patiënt over, en motivatie van, het standpunt van de verzekeraar, laat nog te wensen over.