• No results found

Hoofdstuk 3 Onderzoek VU; Opvang en schadeafwikkeling bij onbedoelde gevolgen van

4.5 Analyse van R.P Wijne

De resultaten van het onderzoek van Ruigrok | NetPanel vormen een 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing en naleving van de GOMA. Wijne is verzocht een wetenschappelijke en verdiepende analyse te geven bij deze 0-meting. De relevantie van deze analyse is gelegen in diverse aspecten. In de periode van 1 april 2011 tot en met 31 maart 2012 waren er ruim 1,6 miljoen zieke personen van 1 jaar of ouder 1 of meerdere keren ten minste 24 uur opgenomen in één van de Nederlandse ziekenhuizen.196 Deze cijfers zijn anno 2015 niet (veel) veranderd.197 Het aantal personen dat een ziekenhuis bezoekt, zal met de groei en de vergrijzing van de bevolking naar verwachting zelfs toenemen.198 Daarnaast biedt de

193 J. de Jongh en M. Boerma, De Letselschade Raad/GOMA. Een onderzoek naar de bekendheid, toepassing en

naleving van de gedragscode GOMA na medische incidenten in ziekenhuizen, Amsterdam, februari 2014, p. 26

194 J. de Jongh en M. Boerma, De Letselschade Raad/GOMA. Een onderzoek naar de bekendheid, toepassing en

naleving van de gedragscode GOMA na medische incidenten in ziekenhuizen, Amsterdam, februari 2014, p. 27

195 R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing

en naleving van de goma, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 32

196

M. Langelaan e.a., Monitor Zorggerelateerde schade 2011/2012, Amsterdam/Utrecht: EMGO en NIVEL 2013, p. 39. Tevens blijkt uit dit rapport dat patiënten korter in het ziekenhuis liggen. Het aandeel dagopnames wordt steeds groter

197 Zie het Centraal Bureau voor de Statistiek: cijfers betreffende het thema gezondheid en welzijn. 198

Zie in die zin ook M. Langelaan e.a., Monitor Zorggerelateerde schade 2008, Amsterdam/Utrecht: EMGO en NIVEL 2010, p. 21. Het aantal dagopnames in ziekenhuizen blijft stijgen, zo blijkt uit de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing en naleving van de goma, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 4

37 gezondheidszorg bijna 10% van alle banen in Nederland.199 Uit recent onderzoek blijkt dat zowel het aantal personen dat met zorggerelateerde schade werd geconfronteerd als het aantal personen dat met potentieel vermijdbare zorggerelateerde schade werd geconfronteerd in de periode van 2008 tot 2012 door gerichte verbeterinitiatieven is gedaald.200 Het volledig voorkomen van zorggerelateerde schade is echter nog niet bereikt. Tegen deze achtergrond heeft Wijne een analyse verricht betreffende de bekendheid, toepassing en naleving van de GOMA. De bevindingen uit deze analyse worden hierna weergegeven.

Het beeld dat uit kwantitatief onderzoek van Ruigrok | NetPanel naar voren komt, wijkt niet of nauwelijks af van eerder kwantitatief of kwalitatief onderzoek.201 Wijne concludeert dat de aanbevelingen 10, 15 en 16 van de GOMA onvoldoende nageleefd worden. Deze drie aanbevelingen verdienen dus extra aandacht om naleving in de praktijk te verbeteren. Het betreft de volgende punten in het proces die verbeterd kunnen worden:

‘‘Aandacht behoeft vooral de betrokkenheid van de patiënt in het proces, verwachtingenmanagement (kosten, duur, wat wordt erkend, wat niet), het serieus nemen van de patiënt en een vlotte reactie (binnen drie maanden) op de aansprakelijkstelling.202’’

Om verbetering te bewerkstelligen dient de behoefte van de patiënt te worden meegenomen. De patiënt wil betrokken worden bij het traject en empathisch benaderd worden door zowel de belangenbehartiger als de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Hoewel dit geen aanbeveling in de GOMA betreft, hecht Wijne hier wel waarde aan.203 Daarnaast is een onderzoeksbevinding van Ruigrok | NetPanel dat deze professionals hun eigen houding en gedrag doorgaans positiever ervaren dan dat andere professionals dat doen. Het gevaar zit hem dan in het feit dat er niets veranderd zal worden aan die houding. Het is raadzaam partijen in te laten zien dat een andere wijze van communiceren beter aan kan sluiten bij de

199

Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, Brancherapport algemene ziekenhuizen 2013, p. 5.

200 R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing

en naleving van de goma, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 5

201

R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing en naleving van de goma, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 39

202 R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing

en naleving van de goma, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 40

203 R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing

en naleving van de goma, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 40

38 behoefte van partijen.204 Wellicht zou een drie- of vier-gesprek hierbij uitkomst kunnen bieden, aldus Wijne. Dit is een gesprek met patiënt en eventueel zijn belangenbehartiger, de zorgverlener en de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar.205 Dit gesprek zou zo vroeg mogelijk in het buitengerechtelijk traject plaats moeten vinden.206 Een voorwaarde zou zijn dat de zorgverlener bereid is openheid te verschaffen tijdens dit gesprek. Ook de patiënt dient bereidheid te tonen aan te horen wat hem in een eerder stadium wellicht niet is verteld. De extra tijd die hierin geïnvesteerd moet worden zou een drempel op kunnen werpen, ware het niet dat dit door wederzijds vertrouwen en goed contact vereffend kan worden.207

Wijne doet een algemene aanbeveling voor belangenbehartigers en beroepsaansprakelijkheidsverzekeraars om rekening te houden met de gevoelens van patiënt op het moment dat hij geconfronteerd wordt met een medisch incident en een schadeafwikkelingstraject tegemoet kan zien.208 Tevens doet Wijne de suggestie het drie- of vier-gesprek als aanbeveling op te nemen in de GOMA. Ondanks diverse initiatieven geldt dat een verbetering alleen kan worden bereikt als er bereidheid bestaat tot naleving.

Wijne concludeert dat de GOMA onder bijna alle professionals bekend is. Bij de patiënten ligt dit percentage een stuk lager.209 Dit is mogelijk te verklaren door het feit dat de GOMA primair bedoeld is voor professionals, aldus Wijne.210 Door middel van bijvoorbeeld een brochure kan de patiënt worden ingelicht over het gehele traject.211 Wijne acht het van belang

204 R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing

en naleving van de goma, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 40

205 R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing

en naleving van de goma, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 40

206 J.L. Smeehuijzen, K.A.P.C. van Wees, A.J. Akkermans, J. Legemaate, S. van Buschbach en J.E. Hulst (VU

Amsterdam), Opvang en schadeafwikkeling bij onbedoelde gevolgen van medisch handelen, 2013, p. 25-26

207 R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing

en naleving van de goma, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 40

208 R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing

en naleving van de goma, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 40

209 R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing

en naleving van de goma, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 18-19

210

R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing en naleving van de goma, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 20

211 De Letselschaderaad, Gedragscode Openheid Medische incidenten; betere afwikkeling Medische

39 dat de patiënt herkent of er conform de aanbevelingen uit de GOMA wordt gehandeld.212 Onder de zorgverleners – bijvoorbeeld artsen en verpleegkundigen - lijkt de GOMA nog nauwelijks bekend. Dit kan samenhangen met het feit dat de GOMA in eerste instantie voor zorgprofessionals geschreven is. Het verdient aanbeveling om te onderzoeken op welke manier de GOMA meer bekendheid kan krijgen onder de zorgverleners. Daarbij is het tevens van belang dat zorgverleners er voor open staan zich te conformeren aan de GOMA. Kennis nemen van de GOMA is een eerste stap, maar daarna dienen de zorgverleners de GOMA ook daadwerkelijk na te leven en de aanbevelingen in acht te nemen. Hier is wellicht een taak weggelegd voor de zorgaanbieder om het proces van kennismaking met - en naleving van de GOMA in gang te gaan zetten. Ook voor de zorgaanbieder is het van belang bekend te zijn met de inhoud van de GOMA. Met het oog op de ontwikkeling van de GOMA verdient het de aanbeveling onderzoek te gaan doen naar de mening en ervaring van zorgverleners omtrent de GOMA. Op die manier blijft de praktijk in ontwikkeling en vergroot dit de kwaliteit van zorg. Uit onderzoek is gebleken dat het merendeel van de aanbevelingen uit de GOMA voldoende worden nageleefd. Slechts een aantal aanbevelingen lijken in de praktijk nog niet goed te werken, zo blijkt uit onderzoek. De aansprakelijkheidsverzekeraar moet zich aan de gestelde termijn gaan houden en voldoende communiceren en motiveren. Daarnaast doet Wijne de aanbeveling om een meer empathische bejegening van patiënt op te nemen als aanbeveling in de GOMA en tevens het drie- of vier-gesprek te introduceren in de GOMA. Het volledig voorkomen van zorggerelateerde schade is nog niet bereikt, maar de GOMA lijkt wel een positieve invloed te hebben op de praktijk. De gedragscode biedt handvatten om het traject na een medisch incident in goede banen te leiden. Gelet op de feedback van patiënten uit het onderzoek van Ruigrok | NetPanel, lijken zij veel aspecten van het traject als positief te ervaren. Daarnaast blijft er altijd ruimte voor verbetering en ontwikkeling van dit traject, waar de GOMA aan bijdraagt.

212 R.P. Wijne, De GOMA; van 0 naar beter. Een analyse bij de 0-meting betreffende de bekendheid, toepassing

en naleving van de goma, mede in relatie tot bevindingen uit eerder wetenschappelijk onderzoek, Bussum 2014, p. 20

40

Hoofdstuk 5 Slotbeschouwing