• No results found

5. Resultaten

5.1.3 Thema’s

De participant kreeg daaropvolgend twee blokjes informatie over het gekozen thema. Na het eerste blokje werd de volgende vraag gesteld: ‘‘Hoe denk je daarover?’’ Vervolgens kreeg de participant het tweede blokje te zien met daarbij de vraag: ‘‘Wat doet deze informatie met jou?’’ Ten slotte kreeg de participant nog een derde blokje informatie over het gekozen thema indien hij of zij daar toestemming voor had gegeven. Na dit derde blokje werd de volgende vraag gesteld ‘‘Wat vind je daarvan?’’ De informatieblokjes en reacties op deze open vragen staan in bijlage 3.2. Per thema wordt hieronder beschreven op welke wijze de participanten over het algemeen reageren en daarnaast worden opvallende uitspraken uitgelicht.

Thema Dieren - Bij het thema Dieren gaven de participanten bij de eerste vraag (‘‘Hoe denk je

daarover?’’) voornamelijk hun ontevredenheid aan over de manier waarop dieren die tot voedsel dienen, behandeld worden. Ze reageerden bijvoorbeeld met ‘‘Schandalig.’’, ‘‘Zou niet mogen.’’ en ‘‘Zielig.’’

Bij de tweede vraag (‘‘Wat doet deze informatie met jou?’’) gaf de meerderheid van de participanten hun ontevredenheid aan over het aantal dieren dat jaarlijks geslacht wordt in Nederland, zoals ‘‘Vind ik teveel.’’ en ‘‘Barbaars. Heeft weinig met beschaving te maken.’’ Het viel op dat de participanten bij deze vraag soms ook hun emoties beschreven. Voorbeelden hiervan zijn ‘‘Het maakt me verdrietig.’’ en ‘‘Dat doet zeer.’’ Er was één participant die aangaf dat hij het al wist, door te reageren met ‘Ik wist het al. Ik denk dat mensen veel bewuster kunnen kiezen.’’ Na de eerste twee blokjes informatie kreeg

de participant de vraag of hij of zij het goed vond dat Laura nog wat meer vertelde over het thema Dieren. Wanneer de participant ‘‘Ja, dat is goed.’’ selecteerde, kreeg hij of zij het derde blokje informatie over het thema Dieren te zien en wanneer de participant ‘‘Liever niet.’’ selecteerde, werd hij of zij doorgestuurd naar de overige thema’s (zie volgende alinea). 14 van de 15 participanten gaven hier toestemming voor. Aan deze participanten werd na het derde blokje informatie de volgende vraag gesteld: ‘‘Wat vind je daarvan?’’ Sommige participanten gaven aan dat ze het niet aanvaardbaar vinden dat bij kippen vaak een deel van de snavel wordt gekapt, dat bij varkens vaak het staartje wordt gecoupeerd en dat koeien vaak onthoornd worden. Ze reageerden bijvoorbeeld met ‘‘Niet aanvaardbaar.’’ en ‘‘Dat zou verboden moeten worden.’’ Andere participanten gaven hun ongenoegen aan door uitingen als ‘‘Gruwelijk’’ en ‘‘Dat vind ik zielig.’’ Daarenboven gaven een paar participanten aan dat ze er minder moeite mee zouden hebben als de dieren zouden worden verdoofd, zoals ‘‘Met verdoving zou ik er minder problemen mee hebben.’’

Thema Milieu - Bij het thema Milieu uit de meerderheid van de participanten bij de eerste vraag (‘‘Hoe

denk je daarover?’’) hun ongenoegen over al het regenwoud dat gekapt wordt in de Amazone vanwege de veehouderij en het kweken van veevoer. Ze antwoordden bijvoorbeeld met ‘‘Onnodig.’’, ‘‘Het kappen moet stoppen.’’ en ‘‘Erg spijtig.’’ Er was één participant die vermeldde dat deze informatie al bekend was, deze zei: ‘‘Ik schrok daarvan toen ik dat in 2017 voor het eerst hoorde.’’ Verder was er één participant die reageerde met ‘‘Eenzijdig verhaal.’’

Bij de tweede vraag (‘‘Wat doet deze informatie met jou?’’) gaf de meerderheid van de participanten aan ontevreden te zijn over het grote aandeel van de veehouderij in de totale broeikasgasuitstoot. Dit komt naar voren in reacties zoals ‘‘Zou niet mogen gebeuren’’ en ‘‘Vind ik verschrikkelijk.’’ Verder gaven zeven participanten aan dat ze al wisten dat het aandeel van de veehouderij in de totale broeikasgasuitstoot nog groter is dan de volledige uitstoot van de transportsector. Deze participanten reageerden bijvoorbeeld met ‘‘Bekend’’ en ‘‘Dit was me al bekend maar dit laat me nadenken over mijn eigen voedsel.’’ Daarentegen waren er ook een paar participanten die expliciet aangaven dat de betreffende informatie nieuw voor ze was. Zij zeiden bijvoorbeeld ‘‘Wist ik niet, niet goed.’’ en ‘‘Dat had ik niet verwacht. Ik schrik daar wel van.’’ Verder gaven vijf participanten aan dat deze informatie niets met ze doet, door de vraag bijvoorbeeld te beantwoorden met ‘‘Niet veel.’’ en ‘‘Niets.’’

Na de eerste twee blokjes informatie kreeg de participant de vraag of hij of zij het goed vond dat Laura nog wat meer vertelde over het thema Milieu. Wanneer de participant ‘‘Ja, dat is goed.’’ selecteerde, kreeg hij of zij het derde blokje informatie over het thema Milieu te zien en wanneer de participant ‘‘Liever niet.’’ selecteerde, werd hij of zij doorgestuurd naar de overige thema’s (zie volgende alinea). 24 van de 19 participanten gaven hier toestemming voor. Aan deze participanten werd na het derde blokje informatie de volgende vraag gesteld: ‘‘Wat vind je daarvan?’’ De meerderheid van de participanten geeft aan dat ze het goed zouden vinden als alle inwoners van de Europese Unie hun consumptie van vlees, zuivel en eieren halveren zodat de uitstoot van broeikasgassen met 25 tot 40 procent daalt. Ze reageren bijvoorbeeld met ‘‘Zouden ze inderdaad moeten doen.’’, ‘‘Doen! Ik ben voor en doe mee!’’ en ‘‘Lijkt me een mooi streven.’’ Sommige participanten zijn iets kritischer, deze participanten reageren bijvoorbeeld met ‘‘Zou een goed initiatief zijn. Vraag me alleen af hoe je dat voor elkaar gaat krijgen.’’ en ‘‘Ik vind 25-40 wel een grote marge. Dus ik vraag me af hoe dat is vastgesteld en of dat wel klopt.’’

Thema Gezondheid - Bij het thema Gezondheid gaven de participanten bij de eerste vraag (‘‘Hoe denk

je daarover?’’) voornamelijk aan dat ze het met Laura eens zijn dat dierlijke producten niet altijd even gezond zijn voor het menselijk lichaam en dat een vermindering hiervan tot een verminderde kans op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en obesitas leidt. Ze reageerden bijvoorbeeld met ‘‘Ben ik het

mee eens.’’ en ‘‘Helemaal mee eens.’’ Daarnaast gaven 13 participanten aan dat ze het niet (helemaal) eens waren met Laura, ze reageerden bijvoorbeeld met ‘‘Ik heb al eerder gelezen dat dit zo is, maar ik denk dat als je dierlijke producten met mate gebruikt het niet echt schadelijk is voor de gezondheid.’’ Verder gaven drie participanten aan dat ze daar geen mening over hebben en vertelden een paar participanten dat de betreffende informatie nieuw voor ze is, bijvoorbeeld door te reageren met ‘‘Wist ik niet.’’

Bij de tweede vraag (‘‘Wat doet deze informatie met jou?’’) valt het op dat relatief veel participanten (20) aangeven dat ze al wisten dat er voldoende wetenschappelijke bewijs is voor de relatie tussen het eten van rood en bewerkt vlees en het risico op het ontwikkelen van bepaalde soorten kanker, op diabetes type 2 en op het krijgen van een beroerte. Deze participanten reageerden bijvoorbeeld met ‘‘Bekend.’’ en ‘‘Dat is ons bekend en daar houden wij rekening mee.’’ De overige participanten gaven zeer uiteenlopende reacties en zeiden bijvoorbeeld ‘‘Stemt tot nadenken.’’, ‘‘Het beangstigd mij.’’, ‘‘Bewuster keuzes maken.’’, ‘‘Niets.’’ en ‘‘Weinig.’’

Na de eerste twee blokjes informatie kreeg de participant de vraag of hij of zij het goed vond dat Laura nog wat meer vertelde over het thema Gezondheid. Wanneer de participant ‘‘Ja, dat is goed.’’ selecteerde, kreeg hij of zij het derde blokje informatie over het thema Gezondheid te zien en wanneer de participant ‘‘Liever niet.’’ selecteerde, werd hij of zij doorgestuurd naar de overige thema’s (zie volgende alinea). 62 van de 79 participanten gaven hier toestemming voor. Aan deze participanten werd na het derde blokje informatie de volgende vraag gesteld: ‘‘Wat vind je daarvan?’’ Ongeveer de helft van deze participanten geeft aan dat ze het prima zouden vinden en geloven dat Vitamine B12 aangevuld kan worden met supplementen. Ze reageren bijvoorbeeld met ‘‘Goed om te horen.’’, ‘‘Prima.’’ en ‘‘Mee eens, hoewel ik geen vitaminen B12 neem. Daar kan ik dan denk ik toch maar beter mee beginnen.’’ De andere helft van de participanten geeft aan dat ze hun twijfels hebben bij deze informatie. Ze vertelden bijvoorbeeld: ‘‘Supplementen zijn niet altijd een goede vervanging.’’, ‘‘Geloof ik niet helemaal.’’ en ‘‘Ik vraag me af in hoeverre supplementen gezond zijn?’’.

Na de informatie en open vragen over het uitgekozen thema, kreeg de participant informatie over de overige thema’s. Als de participant voor het thema Milieu had gekozen, kreeg de participant dus nog informatie over het thema Dieren en het thema Gezondheid aangeboden. De informatie was net zoals bij het uitgekozen thema verdeeld in drie blokken. Na het eerste blokje informatie kregen de participanten de vraag: ‘‘Zou ik je nog wat meer over dit thema mogen vertellen?’’ Wanneer de participant ‘‘Ja’’ selecteerde kreeg hij of zij nog twee extra blokjes informatie en anders niet. In tabel 8 staat het aantal participanten per thema weergegeven die wel extra informatie wilde krijgen en geen extra informatie wilde krijgen. Uit de resultaten blijkt dat het grotendeel van de participanten wel extra informatie wilde krijgen.

Tabel 8

Wel/geen extra informatie bij overige thema’s

- wel extra informatie – - geen extra informatie –

Overige thema’s Participanten (n) Participanten (%) Participanten (n) Participanten (%) Milieu 69 73,4 25 26,6 Gezondheid 38 88,4 5 11,6 Dieren 82 75,9 26 24,1