• No results found

5. Resultaten

5.2 Evaluatie Laura

De participanten hebben het gesprek met Laura aan de hand van acht stellingen geëvalueerd op een vijfpuntsschaal. Deze acht stellingen zijn gebaseerd op de in het Theoretisch Kader besproken MITI 4.2.1. Op basis van de evaluaties van de participanten kunnen er uitspraken worden gedaan over de Treatment Fidelity van de huidige interventie. In tabel 13 staan de gemiddelde scores per stelling weergegeven. Zoals uitgelegd in het hoofdstuk ‘Methode’, zijn er twee stellingen geformuleerd per dimensie van de globale meting van MITI 4.2.1. (Cultivating Change Talk, Softening Sustain Talk, Partnership en Empathy). Daarnaast is besproken dat Cultivating Change Talk en Softening Sustain Talk onder het technische aspect van Motivational Interviewing vallen en Partnership en Empathy onder het relationele. Er is daarom niet alleen gekeken naar de onderlinge samenhang van de acht stellingen maar ook naar de onderlinge samenhang van de twee stellingen per dimensie en de vier stellingen per aspect.

Tabel 13

Uitkomsten Evaluatie Laura van participanten

Evaluatie Laura Tech n isch e Compon ent

Cultivating Change Talk Gemiddelde SD T-test 1 We hebben het vooral gehad over de

nadelen/voordelen van een meer plantaardig eetpatroon.

4,2 0,958 t(122) = 13,359, p < 0,001

2 In het gesprek was Laura/ikzelf vooral aan het woord. 2,6 1,145 t(122) = -4,094, p < 0,001

Softening Sustain Talk

3 We hebben het vooral gehad over Laura's redenen/mijn eigen redenen om eventueel vaker plantaardig te eten.

3,0 1,180 p < 0,879

4 We hebben het vooral gehad over Laura's aanpak/ mijn eigen aanpak om eventueel vaker plantaardig te eten.

3,2 1,058 t(122) = 2,216, p < 0,029 Rela tion ele Co mpon ent Partnership

5 Laura was niet nieuwsgierig/wel nieuwsgierig naar mijn eigen ideeën over een meer plantaardig eetpatroon.

4,0 1,051 t(122) = 10,122, p < 0,001 6 Laura behandelde mij niet als een gelijke/wel als een

gelijke.

4,0 1,130 t(122) = 10,296, p < 0,001

Empathy

7 Laura begrijpt mijn eigen motivaties om mijn eetpatroon eventueel te veranderen niet/wel.

3,3 1,025 t(122) = 2,903, p < 0,004 8 De nadruk van het gesprek lag op Laura's opvattingen

over een plantaardig eetpatroon/mijn opvattingen over een plantaardig eetpatroon.

2,8 1,124 p < 0,080

Opmerking. One-sample t-test van het gevonden gemiddelde t.o.v. criterium-waarde 3 (middelpunt van de vijfpuntsschaal). De stellingen werden op een vijfpuntsschaal beoordeeld.

De onderlinge correlatie van de acht stellingen is getoetst middels een betrouwbaarheidsanalyse. De Cronbach’s alpha-waarde van de acht stellingen samen is 0,73. De Cronbach’s alpha is dus groter dan 0,7 en dit betekent dat de stellingen in principe gezamenlijk een schaal mogen vormen. Uit de betrouwbaarheidsanalyse blijkt dat de Cronbach’s alpha-waarde bij zowel de dimensies als aspecten niet één keer hoger is dan 0,7 (zie tabel 14). Ook niet wanneer er een stelling zou worden weggelaten uit de analyse. Dit betekent dat de onderlinge samenhang tussen zowel de stellingen per dimensie als tussen de stellingen per aspect niet sterk genoeg is, en dat deze niet gezamenlijk een schaal mogen vormen.

Tabel 14

Betrouwbaarheidsanalyse Evaluatie Laura

Cronbach’s Alpha 8 stellingen 0,7300

Technische component 0,525

Relationele component 0,673

Cultivating Change Talk -0,129

Softening Sustain Talk 0,672

Partnership 0,499

Empathy 0,483

Naar aanleiding van de zojuist besproken uitkomst betreffende de betrouwbaarheidsanalyse, namelijk dat de acht stellingen samen een schaal mogen vormen, is de gemiddelde score van de acht stellingen tezamen berekend en dit is 3,3. Dit betekent dat de participanten gemiddeld hoger scoren dan het neutrale middelpunt “3” van de gebruikte vijfpuntsschaal. Middels een One Sample T-test is ook per individuele stelling onderzocht of de score significant afwijkt van de score 3. De score 3 is de neutrale score op de schaal en door te onderzoeken in hoeverre de scores van de participanten afwijken van 3, kan er worden bekeken of er sprake is van respectievelijk een significante positieve score of een significante negatieve score. Met een positieve score wordt gedoeld op een relatief hoge Treatment Fidelity van Motivational Interviewing en met een negatieve score op een lage. Bij iedere stelling behelst de meest rechter kant van de schaal (score 5) de meest optimale score lettende op de Treatment Fidelity van Motivational Interviewing en de meest linker kant van de schaal (score 1) de minst optimale score.

H0: de gemiddelde score van de participant is gelijk aan 3. HA: de gemiddelde score van de participant is ongelijk aan 3.

Uit de T-test blijkt dat er bij zes van de acht stellingen een significant verschil bestaat tussen de gemiddelde score van de participant en de score 3 (zie tabel 13). De gemiddelde score van stelling 1, 4, 5, 6 en 7 was significant hoger dan 3 (‘We hebben het vooral gehad over de voordelen van een meer plantaardig eetpatroon’; ‘We hebben het vooral gehad over mijn eigen aanpak om eventueel vaker plantaardig te eten.’; ‘Laura was wel nieuwsgierig naar mijn eigen ideeën over een meer plantaardig eetpatroon.’; ‘Laura behandelde mij wel als een gelijke.’; ‘Laura begrijpt mijn eigen motivaties om mijn eetpatroon eventueel te veranderen wel’). De gemiddelde score van stelling 2 was significant lager dan 3 (‘In het gesprek was Laura vooral aan het woord.’). De participanten vinden dus dat Laura meer aan het woord is dan dat ze dat zelf zijn. Er is voldoende bewijs om bij deze zes stellingen de H0 te verwerpen en de HA aan te nemen. De scores op de overige twee stellingen vertonen geen significant verschil (‘We hebben het vooral gehad over Laura's redenen/mijn eigen redenen om eventueel vaker plantaardig te eten.’; ‘De nadruk van het gesprek lag op Laura's opvattingen over een plantaardig eetpatroon/mijn opvattingen over een plantaardig eetpatroon’). In deze gevallen wordt de H0 aangenomen en de HA verworpen.

Naast dat de participanten de Treatment Fidelity hebben beoordeeld, is de Treatment Fidelity ook nog beoordeeld door een codeur. Er is één willekeurig gesprek uitgeschreven van een participant van de huidige studie (zie bijlage 4.1). Aan de codeur is gevraagd of ze dit gesprek wil beoordelen aan de hand van de globale meting van de MITI 4.2.1. In figuur 14 staan de scores per dimensie weergegeven.

Figuur 14. Scores codeur globale meting MITI 4.2.1.

In de bijlage 4.3 staat de onderbouwing per score weergegeven. Uit de onderbouwing blijkt bijvoorbeeld dat de codeur net zoals de participanten van mening is dat Laura voornamelijk aan het woord is. Daarnaast geeft de codeur aan dat de reacties van de participant op open vragen, zoals “Hoe denk je daarover?” en “Wat vind je daarvan?”, de mogelijkheid bieden om naar Change Talk toe te werken. Laura reageert echter niet op deze reacties. Een voorbeeld hiervan is:

Laura: Vrijwel alle essentiële voedingsstoffen uit dierlijke producten kunnen uit plantaardige bronnen gehaald worden. Vitamine B12 kan aangevuld worden met supplementen. Wat vind je daarvan?

Participant: Dat wist ik niet, interessant om hier meer over te weten en misschien te proberen. Laura: We hebben zojuist over het thema gezondheid gepraat, bijvoorbeeld over de risico’s

bij het eten van te veel dierlijke eiwitten en rood en bewerkt vlees.

Ook geeft de codeur aan dat Laura overduidelijk in de expertrol verblijft, door uitingen zoals ‘‘Dat hoor ik vaker.’’ terwijl de participanten bij stelling 6 (Laura behandelde mij niet als een gelijke/wel als een gelijke.) aangaven dat Laura ze wel als een gelijke behandelde. Verder geeft de codeur aan dat Laura veel interesse toont door veel vragen te stellen en hiermee het perspectief van de geïnterviewde probeert te begrijpen. Dit komt redelijk overeen met de score die de participanten gemiddeld hebben gegeven op stelling 5 (Laura begrijpt mijn eigen motivaties om mijn eetpatroon eventueel te veranderen niet/wel.) en 7 (Laura begrijpt mijn eigen motivaties om mijn eetpatroon eventueel te veranderen niet/wel.) (zie tabel 13).

5.2.2 Geslacht (ter exploratie)

Ter exploratie is er middels een ONE WAY ANOVA onderzocht of er een hoofdeffect is van het geslacht op de evaluatie, met het geslacht als onafhankelijke variabele en de evaluatie als afhankelijke. Er is geen hoofdeffect van het geslacht op de evaluatie gevonden aangezien de p-waarde bij iedere stelling groter is dan 0,05 (zie bijlage 5.1).

5.2.3 Fase (ter exploratie)

Verder is er ter exploratie middels een ONE WAY ANOVA bekeken of er een hoofdeffect is van de fase van de participant op de evaluatie, met de fase als onafhankelijke variabele en de evaluatie als afhankelijke variabele. Er is alleen een hoofdeffect gevonden van de fase op de eerste stelling (F(3, 121)=3,308, p<0,023). Deze stelling betreft: ‘We hebben het vooral gehad over de voordelen/nadelen van een plantaardig eetpatroon.’. De participanten die er vaak over hebben nagedacht om meer plantaardig te eten scoren gemiddeld een 4,7 op de eerste stelling, participanten die er regelmatig over hebben nagedacht een 4,2, participanten die er soms over hebben nagedacht een 3,9 en participanten die er nooit over hebben nagedacht een 4,4. De p-waarde bij de overige zeven stellingen was groter dan 0,05 (zie bijlage 5.2).

5.3 Huidig en toekomstig eetpatroon