• No results found

Hun professionele rol gaat gepaard met vele taken en verantwoordelijkheden. Dit is doorheen de tijd en op verschillende gebieden veranderd.

In de school van Lana en Christine was de zorgcoördinator vroeger niet alleen het aanspreekpunt rond problematieken en vragen met directe betrekking tot leerlingen, maar ook specifiek voor thema’s rond opvoeding, relatie en gezin. Door de komst van een brugfiguur komen deze zaken niet meer bij hen terecht, waardoor ze meer energie kunnen stoppen in andere taken. Echter sijpelt hierdoor wel minder informatie

28 door. Ook Ann merkt veranderingen op. Het takenpakket van de zorgcoördinator vindt plaats op teamniveau waarbij ze een ondersteunende rol op zich neemt. Door de komst van jonge leerkrachten werd een opening gecreëerd voor ondersteuning in de klas, iets wat voorheen ondenkbaar was doordat de leerkrachten weinig openstonden voor inclusie.

Het M-decreet in het begin, dat was gewoon paniek hé. Voor een zoco is het M-decreet, is iets dat je zegt van, eigenlijk is dat maar normaal, maar om dat uit te werken en om iedereen mee te krijgen, is dat niet normaal. Dus dat geeft, blijft de grote uitdaging. (…) Vroeger was het altijd, ze hebben problemen, ga je die gastjes eens meenemen. Dan kon ik niet met mijn voet daarin. (…) maar nu is het echt wel van, kom maar in mijn klas helpen. Kom maar naar hier, kom maar tips geven (Ann) In de praktijk blijkt dus dat nog niet elke leerkracht mee is met de visie van inclusie waardoor de zorgcoördinatoren veel tegenstand ervaren. Dit voelt voor hen aan als het moeten opboksen tegen mensen. Zo geeft Ann aan dat ze vaak zelf de vastgelegde afspraken moet opvolgen doordat de leerkrachten deze niet nakomen aangezien ze er zelf niet achterstaan. Deze opvolging doet ze uit welzijn voor het kind, maar de extra taak en planlast blijken voor haar wel energievretend.

Daar waar bepaalde taken en verantwoordelijkheden jaren terug voor CLB of ondersteuners waren: zoals het vastleggen van een overleg, het uitnodigen van de juiste betrokkenen en het maken van bijhorende verslagen, komen die nu bij de zorgcoördinator terecht. Deze verschuiving in verantwoordelijkheden zorgt voor een groter aantal taken en dit terwijl het aantal zorguren exact hetzelfde is gebleven als vroeger. De zorgcoördinatoren geven aan veel werk te ervaren waardoor het afwerken van to-dolijstjes soms onmogelijk blijkt.

Mijn lijstje van to-do van zoveel jaar geleden, het blijft mijn lijstje to-do. Ik had gedacht, oh ik zal dat en dat allemaal kunnen doen en toch niet hé. (Ann)

Binnen hun takenpakket ervaren ze een grote planlast aangezien tegenwoordig wordt verwacht dat alles op papier staat. Dit voelt voor de zorgcoördinatoren aan alsof ze zich steeds moeten verantwoorden. Ann is hier kritisch over en vindt dat de grote planlast soms het primaire doel van de zorg uit het oog laat verliezen.

Eigenlijk zit ik veel te veel in die dossiers. Te denken van ja, we hebben over die kinderen bezig, ah, alles kijken, het zit in het zorgplan. Ik vind dat veel, veel, ja dat is toch serieuze planlast geweest hoor. (Ann)

Het is opvallend dat de zorgcoördinatoren extra taken op zich nemen die buiten hun takenpakket vallen. Zo ondersteunt Ann de nieuwe directeur vanuit haar eerdere ervaringen als directie. Hierdoor komen een groter aantal taken naast haar officiële takenpakket op haar terecht waardoor haar eigen taken blijven liggen of meegaan naar huis. Door de vele (extra) taken en verantwoordelijkheden vindt ze dat ze zichzelf niet 100% overal kan geven waardoor het haar niet altijd de optimale voldoening geeft.

Je gaat eens brandjes gaan blussen, dat doe je … . (Ann)

Uiteindelijk kan gesteld worden dat alle taken en verantwoordelijkheden van de zorgcoördinator een zekere creativiteit en doorzettingsvermogen vereisen.

29 Want draai het of keer het een zoco heeft wel een enorme trukendoos en hoopt dat er altijd wel iets ergens zal werken. Dus als je dan eens een domper krijgt, voor mij is dat belangrijk dat ik dat eens even kan bekijken en relativeren en dan gaan kijken naar wat is mogelijk. We moeten toch weer vooruit hé. Het heeft geen zin om bij de pakken te blijven zitten hé, ja. (Ann)

Reflectie

Reflectie draagt bij tot – het versterken van – de persoonlijke en professionele identiteit van de zorgcoördinatoren.

Door zelfreflectie kunnen ze zichzelf en bepaalde situaties in vraag stellen met als doel om eruit te leren. Via zelfreflectie denken ze na of ze op de juiste manier gehandeld hebben, en zo niet hoe ze het beter kunnen aanpakken. Dit zorgt ervoor dat ze sterker staan in toekomstige situaties. Aanvullend draagt zelfreflectie ook bij tot het kunnen zichzelf een halt toeroepen.

Dan ga je toch voor jezelf eens vragen van, heb ik een fout gemaakt, hoe kan ik het de volgende keer anders, hoe kan ik het nog op een andere manier aanpakken? (Ann)

Uit de interviews blijkt zelfreflectie in de praktijk niet altijd makkelijk toepasbaar.

Ik weet niet of ik zelf ga reflecteren van oei ik kom nu nerveus, waarom kom ik nu nerveus? Ik denk dat ik op dat moment geen tijd heb, dat ik wel ga weten, ik ben nerveus aan het komen, maar dat ik geen ding: waarom ben ik nerveus. (Lana)

En ook durven bij uzelf kijken en dat is niet zo evident zelf evalueren, zelfevaluatie durven doen en dat is niet zo simpel van wat heb ik nu eigenlijk gedaan is dat juist is dat niet juist of hoe voelt dat aan? (Christine)

Naast zelfreflectie blijkt ook reflectie in dialoog een hulpbron te zijn om te kunnen omgaan met de onzekerheden en onvoorspelbaarheden die zich voordoen binnen de uitdagende praktijk. De zorgcoördinatoren treden in dialoog om de gevoelens en gedachten van de ander na te gaan en die in relatie te zetten tot die van zichzelf. Dit doen ze door vragen te stellen zoals: “Weet je waarom ik dat heb gedaan? Hoe voel je je daarbij?”. Dit trachten ze direct na elk gesprek te doen, of op één van de volgende dagen. Dit geeft hen een rustig en voldaan gevoel en zorgt ervoor dat ze de situatie kunnen plaatsen.

Een kanttekening hierbij is dat wanneer de zorgcoördinatoren onderhevig zijn aan stress, dat zelfreflectie en reflectie in dialoog moeilijk blijkt. Bijvoorbeeld tijdens gesprekken waarin de emoties hoog oplopen of wanneer ze zelf onder een bepaalde druk staan.

Gedrevenheid

Gedrevenheid en passie blijken een dragend element om de vele taken en verantwoordelijkheden op zich te (blijven) nemen. Echter gaan met deze eigenschappen zowel positieve zaken als valkuilen gepaard.

Alle zorgcoördinatoren geven aan open te staan om zaken bij te leren en om extra kennis op te doen, dit om te groeien en om zichzelf en hun praktijk te verrijken. Kennis zorgt volgens hen voor een professioneel gevoel en geloofwaardigheid wat hen krachtiger maakt. De opgedane kennis wordt gebruikt om oplossingen te vinden voor bepaalde situaties en probleemstellingen.

30 Hun gedrevenheid blijkt ook uit het feit dat ze zichzelf in elke situatie kunnen opladen, ondanks processen van vallen en opstaan. Om alert te blijven en actief te zoeken, stellen ze zichzelf de gepaste vragen: “Hoe kunnen we het aanpakken?, Hoe kunnen we het (anders) doen?, Hoe kunnen we het oplossen?”.

De gedrevenheid en passie van de zorgcoördinatoren is te wijten aan het feit dat ze voldoening krijgen van hun werk. Kinderen maken vorderingen en bloeien open doordat ze hen mogen en kunnen helpen op individueel niveau. Voor Ann is deze voldoening uiteindelijk de drijfveer geweest om op een gegeven moment te kiezen tussen zorgcoördinator of directeur.

Ik heb een periode directie en zorg gecombineerd. Ik kon directie verder doen, dat ging me veel voordeliger uitkomen in mijn portemonnee waarschijnlijk, maar toch heb ik weer die zorg omdat dat meer mijn ding is. (Ann)

In hun gedrevenheid leggen ze zichzelf onbewust hogere druk op wat na langere tijd effect heeft op de relatie met anderen. Zo dreigen ze opdringerig over te komen aangezien het gevaar erin schuilt dat anderen niet meekunnen met hun tempo.

Door hun gedrevenheid willen ze blijven doordoen en nemen ze steeds meer taken op zich. Dit zorgt echter voor de valkuil dat het werk zich opstapelt. Hierdoor verzetten de zorgcoördinatoren na hun uren en in het weekend nog veel werk, gaande van papierwerk, mails …

Toch houdt het hen weinig tegen om bij te springen waar nodig of om op vrije dagen naar school te komen. Voor hen is motivatie de sleutel.

Ik vind ja, ik zou, ja ik denk dat als je het niet boeiend vind en als je uzelf niet 100% kunt geven en als je veel extra uren wil doen die niet betaald zijn, dat is zo … dan doe je dat gewoon niet. (Ann)