• No results found

Persoonlijkheid

Uit de gesprekken blijkt dat de eigen persoonlijkheid van het individu achter de zorgcoördinator beschouwd wordt als een factor die het handelen en functioneren binnen de context beïnvloedt.

Zo is het zorgende aspect en het openstaan voor diversiteit iets wat al heel vroeg een constante aanwezigheid blijkt in de houding en de werkervaringen van de zorgcoördinatoren. Dit is uiteindelijk de drijfveer om te kiezen voor de job als zorgcoördinator.

Omdat … kinderen die een beetje anders zijn mij altijd geboeid hebben. Dus ik heb 20 jaar lesgegeven en in die 20 jaar was ik eigenlijk al bezig met aanpassingen naar kinderen toe. (…) Eigenlijk is dat altijd wel iets geweest wat ik graag deed. (…) Maar het moment dat het uitkwam, zorgcoördinator, dan heb ik daar direct op gesprongen omdat ik vond van, dat is mijn ding. (Ann)

Ik denk dat het ook is, ik als zoco, dat dat mijn persoon is van altijd. Ik ben al altijd iemand geweest die mee wil helpen denken en zorg. Al van het lager of in het secundair. Ik ben al altijd zo geweest. Ik denk dat dat meer in mijn persoon ligt. Ik heb geluk gehad dat een job bij me past. (Lana)

26 Al voor ik naar het 1e studiejaar ging, wilde ik juffrouw worden. (…) In het begin als ik in een klas stond, voelde ik wel dat ik voor de zwakke een boontje had. Dat ik alles ging doen omdat die gingen meekunnen. (…) Graag zorgen voor anderen, dat heeft altijd in mij gezeten, op andere vlakken. (…) Ik heb dat nu ook nog dat ik met mensen in contact kom die problemen hebben. (…) Een beetje op die manier eigenlijk graag zorgen voor iemand anders. (Christine)

Naast de keuze tot zorgcoördinator, beïnvloedt de persoonlijkheid ook hoe je zelf in de job staat en omgaat met dingen die op je afkomen. Dit laatste wordt volgens Christine beïnvloed door je “individuele systeem” dat onderhevig is aan vele persoonsgebonden factoren en eigenschappen. Hierdoor is het breder dan het hebben van een positieve of een negatieve ingesteldheid. Je hele referentiekader bepaalt hoe je een situatie interpreteert en verwerkt. Deze gedachte licht ze toe door te vertellen dat ze zelf optimistisch ingesteld is, maar ze blijkt ook een piekeraar te zijn. Dit zorgt ervoor dat ze situaties positief benadert, maar soms enorm overdenkt. Het piekeren heeft volgens haar te maken met perfectionisme en onzekerheid. Zo zorgt perfectionisme voor hoge verwachtingen tegenover zichzelf, maar ook tegenover de ander.

Dan te precies, (…) het is nooit goed genoeg. Ik ben wel iemand van … streng voor mezelf. (Ann) Te precies, ja, ik wil hebben dat het allemaal in orde is gewoon. Ja, te precies, perfectionistisch. (Lana) Ik ben ook perfectionistisch, je verwacht veel van uzelf, maar ook van een ander é. (Christine) De zorgcoördinatoren geven aan onzeker te zijn. Zo durven ze soms moeilijk een visie of mening in te nemen en deze te uiten. Ook het nemen van een besluit gebeurt met de nodige twijfel en overweging. Hun onzekerheid heeft een invloed op het durven ondernemen van actie, en op het nemen van beslissingen, wat de verantwoordelijkheden gerelateerd aan hun professionele rol belemmert. Een kanttekening hierbij is dat Christine aangeeft dat ze hierin wel al sterker is geworden door ervaring.

Onzeker, dat ben ik altijd, ik ben iemand die … er gaat iemand zeggen A, en ik zal zeggen ja A dat is goed en er zal iemand zeggen B en ik zal zeggen ah ja, B is ook wel goed. Ik denk dan achteraf neen, ik moet daar niet direct in meelopen. (Christine)

Ik heb wel graag dat ik leer beslissingen nemen, maar soms ben ik ook bang oké we hebben nu die beslissing genomen en is dit nu wel de juiste. Moesten we nu toch niet beter een andere beslissing genomen hebben, hoe gaat dat nu uitdraaien. Je weet het nooit. (Lana)

Uit het bovenstaande citaat van Lana blijkt dat ook achteraf de manier van werken en het genomen besluit in vraag wordt gesteld. Beslissingen worden weloverwogen genomen en dus met de nodige bedachtzaamheid. Bedachtzaamheid brengt met zich mee dat mensen in staat zijn om kritisch te kijken naar zichzelf. Zo valt het op dat de participanten zichzelf geregeld in vraag stellen. Deze houding zorgt ervoor dat ze openstaan voor terugkoppeling die leidt tot bewustwording. Het doel is uiteindelijk om constructief en positief aan de slag te gaan met de inzichten om te streven naar efficiëntie, verbetering en verandering.

27

Ervaringen

De zorgcoördinatoren hebben elk hun eigen geschiedenis met persoonlijke ervaringen die hen uiteindelijk vormen tot wie ze zijn, hoe ze in de praktijk staan en hoe ze omgaan met situaties.

Het gezin en de thuissituatie, heeft een impact op de zorgcoördinatoren. Ann is naast moeder ook ervaringsdeskundige aangezien haar twee kinderen zelf o.a. ADHD en dyslexie hebben. Ook Christine benadrukt dat haar moederrol ondersteunend werkt in bepaalde situaties.

Ik heb nog mensen gehad die kwamen om opvoedkundige tips en het gesprek liep en liep. Het ging erover dat het thuis niet ging, het ging over gaan slapen en toen dacht ik hoe zou ik het doen als mama. Het is niet altijd als leerkracht dat je er staat hoor. (Christine)

Eerdere werkervaringen zijn een ondersteunende factor in de praktijk. Christine en Ann zijn als zorgcoördinator gestart vanuit hun rol als leerkracht, wat hen tegenover Lana wel een zekere voorsprong geeft. Lana heeft nog weinig ervaring binnen het onderwijs waardoor ze minder voeling heeft met de concrete klaspraktijk. Ze beklemtoont wel een zekere groei bij zichzelf op te merken naarmate ze langer in de setting staat en dus meer ervaring opdoet.

Hoe meer je situaties tegenkomt, (…) mijn radar begint meer en meer te denken van ah ja de vorige keer hebben we dat zo gedaan en misschien kunnen we dat weer zo doen. Ja we kunnen dat eens zo doen dus ervaring leert wel en geeft u ook wel de kracht terug om te groeien. (Lana)

Ann en Christine geven aan dat ze door opgedane ervaring meer rustig en doordacht in situaties kunnen handelen. Zo pakken ze nu situaties helemaal anders aan dan in het begin van hun carrière. Ze gaan veel rustiger te werk en laten de zaken waarmee ze in contact komen minder snel aan hun hart komen doordat ze hebben leren loslaten.

Ik denk ook dat het te maken heeft met hoelang je er al instaat. Dat je al geleerd hebt om los te laten. En door al af en toe een keer met je neus tegen de muur lopen van en te lang te betrokken blijft bij situaties, hé. Als je dat een paar keer tegenkomt dat je op een bepaald moment moet zeggen, stop, loslaten. En dat leer je maar met tijd. En ja, met ja, in die job te blijven of ja in die job te zitten. (Ann) Hoe meer jaren dat je doet en hoe meer dingen dat je tegen gekomen hebt hoe beter dat je eigenlijk weet hoe je moet omgaan met bepaalde situaties. En hoe beter dat je ook weet van hoh dat ga ik mij nu niet aan opjagen want het sop is toch de kolen niet waard. Ik ga wel wat vinden of het gaat wel lukken. (Christine)