• No results found

Inhoud subsysteem AOb

4.2.3.6 Tactische keuzes op de coronacrisis

Binnen het issuemanagement worden keuzes gemaakt wanneer zich nieuwe situaties voordoen. Zo ook met de coronacrisis. De belangenbehartigers worden geconfronteerd met een directe crisis die invloed heeft op het onderwijs en de belangenbehartiging rondom het lerarentekort. Norhstedt en Weible (2010) beschrijven een aantal keuzes die de actoren kunnen maken welke invloed hebben op hun positie en belangen. Daarnaast zijn er twee keuzes besproken en toegevoegd aan de analyse. Namelijk het tactisch afwachten op nieuwe ontwikkelingen voor het maken van een keuze en de snelheid waarmee een tactische keuze word gemaakt.

Wanneer bij de AOb gekeken wordt naar de beslissingen die genomen worden

wanneer zij geconfronteerd worden met de coronacrisis, komen er een aantal overeenkomsten naar voren met de keuzemogelijkheden van Nohrstedt en Weible (2010). Zo begint fase 1 direct met het herverdelen van middelen. De AOb kiest ervoor om alle protestacties stil te leggen vanwege de coronacrisis. Ze accepteren dat alle aandacht nu niet naar het lerarentekort kan gaan en dat het ongepast zou zijn als de AOb zich hiertegen zou verweren. Felle acties zouden de belangenbehartiging eerder schaden dan helpen in deze fase.

Een andere keuze die voor komt is framing competitie, het aangaan van de competitie om het frame van het verhaal te bepalen. De coronacrisis wordt bijvoorbeeld gebruikt om het onderwijs als vitale sector te bestempelen. Door deze kwalificatie zou het onderwijs

vergeleken met niet vitale sectoren, eerder aan de beurt moeten komen voor nieuwe

investeringen. Ook de heropening van de scholen wordt geframed als een gezondheidsrisico 0 2 4 6 8 10 12 2019 - 352019- 372019- 392019- 412019- 432019- 452019- 472019- 492019- 512020- 012020- 032020- 052020- 072020- 092020- 112020- 132020- 162020- 182020- 202020- 222020- 242020- 26

Omarmen, aanvallen, doorgeven Volkskrant

68

voor het onderwijspersoneel. Met dit argument komt de situatie van de leraren meer in de aandacht te staan en wordt ook het lerarentekort beter belicht. Daarnaast wordt het onderwijs als slachtoffer van de coronacrisis neergezet. De toenemende problematiek door de

coronacrisis maakt de noodzaak voor investeringen alleen maar groter. Ook omdat het lerarentekort toeneemt indien leraren corona krijgen of in een risicogroep vallen waardoor ze niet naar school kunnen komen.

Daarnaast wordt de coronacrisis gebruikt in het verweer voor de noodplannen waarin onbevoegden voor de klas worden gezet. Het frame dat hierbij wordt gebruikt is dat de problematiek van het lerarentekort nog veel groter wordt door de coronacrisis en dat het aanstellen van onbevoegden voor de klas deze problematiek alleen maar verbergt, met alle gevolgen van dien voor het onderwijs en de kinderen.

Verder wordt door de AOb gebruik gemaakt van de keuze exploitatie als

minderheidscoalitie. De AOb verwijst naar de toenemende problematiek in het onderwijs door de coronacrisis en gebruik dit in haar verweer voor de plannen van de minister om onbevoegden voor de klas te zetten. Dit zou het lerarentekort alleen maar verbergen en de onderwijskwaliteiten van leraren onder druk zetten die juist tijdens de coronacrisis zo belangrijk zijn. Door deze toenemende problematiek voelt de AOb zich gesterkt in hun verweer tegen zulke maatregelen. Zij maken hier gebruik van terwijl dit niet op deze manier mogelijk zou zijn geweest in fase 0. De belangenvertegenwoordigers kunnen hierdoor meer aandacht exploiteren voor de onderwijsproblemen terwijl zij niet de focus van aandacht bezitten in deze periode.

Als laatste komt ook de functie van handige policy entrepreneurs naar voren in de berichtgeving. Er wordt een verband gelegd tussen de coronacrisis en het lerarentekort die de noodzaak om investeren alleen maar groter maakt. Het is duidelijk dat de coronacrisis als directe crisis voor het lerarentekort ervoor heeft gezorgd dat er nieuwe argumenten en ontwikkelingen zijn verschenen in de onderwijspolder op het gebied van het lerarentekort.

Samenvattend kiest de AOb ervoor om de aandacht rondom het lerarentekort los te laten (herverdeling van middelen) en probeert zij bij de onderwijsontwikkelingen het lerarentekort aan te haken bij het definiëren van de coronacrisis (framing competitie). Vervolgens gebruikt de AOb deze aangepaste probleemdefinitie om meer aandacht naar het lerarentekort toe te trekken bij de onderwijsontwikkelingen die plaatsvinden (exploitatie minderheidscoalitie).

69

De PO-Raad is van nature een dominante speler in het onderwijs. Dit blijkt ook uit haar gedrag tijdens de coronafases. De organisatie stelt zich geduldig op en kiest ervoor om te leren van de nieuwe situatie waarin de coronacrisis het onderwijs heeft gebracht (leren binnen de dominante coalitie). Er is daarom begrip dat de investeringen minder zijn dan verwacht. Daarbij wordt er binnen de berichtgeving uit deze periode bijna niet verwezen naar een nieuwe probleemdefinitie van het lerarentekort waarin de coronacrisis als versterkend probleem wordt geframed.

Het Lerarencollectief heeft echter een heel andere aanpak gehanteerd dan de PO-Raad of de AOb. Het Lerarencollectief heeft net zoals de AOb de aandacht rondom het

lerarentekort losgelaten bij het begin van de coronacrisis vanwege de verschuiving van prioriteiten die de coronacrisis met zich mee heeft gebracht. Toch heeft het Lerarencollectief zichzelf direct op een andere manier in de aandacht gezet met het functioneren als brug tussen de beroepsgroep en het ministerie over alle corona gerelateerde problemen. Hierdoor heeft het Lerarencollectief haar positie binnen de onderwijspolder verstevigd zodat in het vervolg de belangenbehartiging rondom het lerarentekort hiervan kan profiteren. Er kan daarom worden geconcludeerd dat het Lerarencollectief via handige policy entrepreneurs, als organisatie beter uit de eerste fases van de coronacrisis is gekomen.

``En dat is ook binnen de ministerie van OCW niet onopgemerkt gebleven om zo maar te zeggen, dat wij toen die rol zo hebben uitgeoefend’’ (Jan van de Ven, 14/09/2020).

Vanuit de kranten blijkt ook dat de coronacrisis is vervormd tot een brede

probleemdefinitie waarbij het lerarentekort betrokken wordt. Daarbij is er aandacht voor het feit dat de coronacrisis de aandacht opeist van andere issues zoals het lerarentekort. Met als gevolg dat de investeringen om het lerarentekort aan te pakken worden vertraagd of lager zijn dan oorspronkelijk verwacht. Ook het uiteenvallen van de dominante coalitie komt naar voren in de berichtgeving. De laatste investeringen en de aandacht tegen het lerarentekort waren op het begin vooral gericht op de grote steden, maar door de coronacrisis maken de kleinere steden en dorpen zich sterk voor landelijke investeringen tegen het lerarentekort. De dominante positie van de vaak genoemde G5 komt daarmee onder druk te staan. Verder komt naar voren dat de heropening van de scholen en het uitbrengen van onderwijsrapporten handig door de policy entrepreneurs gebruikt worden om de aandacht weer te vestigen op het lerarentekort.

70

Het tactisch afwachten en het tijdsgebonden reageren blijken nauwelijks naar voren te komen in de berichtgeving. De tactische keuzemomenten hebben eerder te maken met

handige policy entrepreneurs dan met extra keuze mogelijkheden naast de theorie van Norhstedt en Weible (2010). Niettemin komt uit het interview een duidelijk aanwijzing naar voren dat het tactisch afwachten toch een belangrijke rol kan spelen. Vlak voor de zomer is er in opdracht van het ministerie van OCW een onafhankelijk onderzoeksrapport geschreven over de aanpak van het lerarentekort. Jan van de Ven omschrijft de conclusie van dit

onderzoek als volgt: ``..er is een gebrek aan samenwerking, een gebrek aan focus, gebrek aan data, gebrek aan leiderschap, een gebrek aan visie, er is een overdosis aan bestuurlijke vrijheid bij zowel schoolbestuurders als opleiders. We hebben een markt gecreëerd waarbij het marktdenken en concurrentie hoogtij vieren, terwijl het geen markt is en dat alleen maar de zaken verergerd. Het is echt een vrij vernietigend rapport en ze heeft het nog vrij netjes opgeschreven.’’ (Jan van de Ven, 14/09/2020)

Het rapport is echter om tactische reden net nadat het kabinet met reces ging uitgebracht. De tactiek hierachter is dat in deze relatieve rustige periode het onderzoek hierdoor veel meer aandacht krijgt.

``Dat is altijd zo’n leuke timing he, want ze was al veel eerder klaar weet ik. Maar ze heeft niet voor niets gewacht totdat de kamer met reces is gegaan, toen heeft ze dat rapport naar buiten gebracht.’’ (Jan van de Ven, 14/09/2020).

4.2.3.7 Deelconclusie

Samenvattend blijkt dat de fases van de coronacrisis een grote invloed hebben gehad op het issuemanagement bij de belangenbehartigers. Allereerst vanwege de wegvallende aandacht en de nieuwe positie van prioriteiten waarin de belangenbehartigers zijn komen te zitten. Het lerarentekort was niet meer de belangrijkste problematiek tijdens de coronacrisis en daardoor kwam er pas weer meer aandacht voor het lerarentekort door bepaalde venues. De momenten dat de scholen weer opengaan zijn de belangrijkste mogelijkheden voor de

belangenbehartiging om weer aandacht te krijgen voor het nog steeds bestaande lerarentekort. Het is door de heropening mogelijk om de coronaproblematiek met de het lerarentekort te verbinden tot een nieuw probleemperspectief, waardoor er meer aandacht ontstaat.

Niettemin zijn er minder focusing events gecreëerd door de belangenbehartigers zelf zoals dat voor de coronacrisis wel gebeurde bij bijvoorbeeld stakingen. De gebeurtenissen die relevant zijn in fase 1 en fase 2 worden voornamelijk opgezet door bestuurlijke organen,

71

zoals het kabinet of het bestuur van steden. Daarnaast zijn er onderzoeken gepubliceerd die voor een deel al in gang gezet waren voordat de coronacrisis begon. Er is daardoor tijdens de coronacrisis nog steeds sprake van inside processen, terwijl er eigenlijk maar weinig actieve belangenbehartiging heeft plaatsgevonden. Toch gaat de berichtgeving voornamelijk over outside tactieken waarin in het openbaar kenbaar wordt gemaakt welke noodmaatregelen er komen en hoe de onderwijsspelers hierover denken. Ook het publiceren van de

noodmaatregelen is een proces dat voor de coronacrisis al begon. Het is daarom belangrijk om te beseffen dat ontwikkelingen of de belangenbehartiging rondom een issue niet direct gestopt wordt bij het verleggen van de aandacht, het gaat om processen die over een langere tijd pas effect hebben of zichtbaar worden. Ook wanneer de aandacht al verschoven is naar een ander onderwerp.

Bovendien is er ook een verschuiving te zien in het gebruik van de arena’s waarin de belangenbehartiging of de processen rondom het lerarentekort afspelen. Door de

vermindering van actieve belangenbehartiging in de coronacrisis, is er meer sprake van de politieke arena in de berichtgeving dan de maatschappelijke arena. Daarnaast is het echter opvallend dat de digitale arena een belangrijke rol speelt tijdens de coronacrisis. Het

Lerarencollectief maakt van social media gebruik om haar brugfunctie uit te kunnen oefenen. Deze vorm van actieve belangenbehartiging heeft direct geleid tot grote invloed in het

samenstellen van beleidsprotocollen voor het omgaan met de coronacrisis in het onderwijs. Ook het karkater van de berichtgeving laat een verandering zien tijdens het begin van de coronacrisis. Waar eerst de belangenbehartiging vaker een aanvallend karkater heeft in de berichtgeving, verdwijnt deze aanvallende houding bij het begin van de coronacrisis. Hieraan valt af te leiden dat de belangenbehartiging rondom het lerarentekort minder actief is tijdens de coronacrisis. Pas bij de heropening van de scholen is er meer sprake van een aanvallende houding in de berichtgeving. Het frame dat de coronacrisis het lerarentekort verergerd komt hierin steeds meer naar voren.

Uiteindelijk hebben dat de belangenbehartiging bewuste keuzes gemaakt bij de aandachtconcurrentie van de coronacrisis voor het lerarentekort. Vergeleken met de theorie van Norhstedt en Weible (2010) komen er direct een aantal vergelijkbare keuzes naar voren. De AOb is bijvoorbeeld heel helder in haar bericht dat zij het ongepast vindt om tijdens de coronacrisis actie te voeren voor het lerarentekort. Hieruit spreekt een duidelijke erkenning voor de herverdeling van middelen of aandacht die de coronacrisis veroorzaakt. Ook het

72

Lerarencollectief erkent dat de coronacrisis andere prioriteiten met zich meebrengt

waarbinnen een groter verschil kan worden gemaakt met een actieve belangenbehartiging, dan bij het vasthouden aan het lerarentekort. Toch is de aandachtverschuiving niet altijd een keuze, maar eerder een erkenning van de belangenbehartigers voor het ontstaan van de coronacrisis.

Verder laat de berichtgeving zien dat het lerarentekort samen wordt gevoegd met de problematiek van de coronacrisis. Er is een duidelijk nieuw frame waarin de omschrijving van het lerarentekort uitgebreid is met corona gerelateerde invloeden. Daarbij wordt het onderwijs ook als vitale sector neergezet waardoor zij meer krediet zou moeten krijgen in haar belangenbehartiging.

Tenslotte is de nieuwe positie van het Lerarencollectief een belangrijke verschuiving in de onderwijspolder. Zij heeft doormiddel van haar succesvolle brugfunctie tijdens fase 1 en fase 2 van de coronacrisis direct haar positie versterkt. Ondanks dat het Lerarencollectief nog maar net actief is, heeft zij doormiddel van goede policy entrepreneurs zichzelf op een positie gekregen met meer invloed en een groter bereik voor haar belangenbehartiging. Het is maar de vraag of dit zonder de coronacrisis ook was gebeurd. Zeker met het oog op de actieve dominante positie die de AOb innam in de protestacties van voor de coronacrisis.