• No results found

Inhoud subsysteem AOb

4.2.3.2 Inside Outside

Het tweede concept dat voor issuemanagement belangrijk is bestaat uit de beïnvloedingsroute die gebruikt wordt. Gaat het om de binnenweg (inside) of de buitenweg (outside)? Alle berichten zijn geanalyseerd op de route die wordt bewandeld en in welke vorm dit gebeurd. Vooraf is het al duidelijk dat de buitenweg het meest naar voren komt omdat de beïnvloeding via een inside route niet voor niets binnenskamers plaatsvindt en niet openbaar. Via de

60

berichtgeving en het interview is het mogelijk om verwijzingen naar de inside route te vinden, waardoor deze beïnvloedingsroute meer aan het ligt komt.

Alle actoren maken in hun berichtgeving dan ook voornamelijk gebruik van de outside route en minder van de inside route. Ruwweg hebben de grafieken in bijlage 3 ongeveer dezelfde pieken van berichtgeving. Deze komen logischerwijs overeen met de gebeurtenissen die plaatsvonden en waar elke actor verslag van deed. Toch waren er ook gebeurtenissen waarvan niet elke actor verslag deed, of inging op de (zelfde) tactische route die gebruikt werd. Dit leidt tot een aantal opvallende waarnemingen.

Bij de AOb is er bijvoorbeeld een piek te zien rond week 44 waarin voornamelijk melding wordt gemaakt van de outside route. Dit komt overeen met de opbouw naar de stakingsdag, het convenant en alle commotie die vervolgens onder de achterban is ontstaan. Dit heeft geleid tot het aftreden van de voorzitter, het verwerpen van het convenant en het toch voortzetten van de stakingsdag. Het is dan ook te verklaren dat de AOb veel outside berichten richting de leden verstuurde om zichzelf te verantwoorden en informatie te bieden over deze verwarrende besluitvorming.

Verder valt op dat de AOb vanaf fase 1 van de coronacrisis kenbaar maakt dat de protestacties, oftewel outside tactieken, niet passen tijdens de coronacrisis. Dit valt terug te zien in de berichtgeving in fase 1 en 2. Ook bij de PO-Raad valt dit patroon te herkennen. De berichtgeving die er is gaat voornamelijk over politieke debatten, noodplannen, het aanpassen van de wet en regelgeving of interne onderzoeksrapporten. En minder over berichten richting de leden, openbare verklaringen of standpunten of berichten over de zichtbaarheid van het lerarentekort.

Een belangrijke verklaring hiervoor bestaat uit het verschuiven van de aandacht door de coronacrisis. De prioriteiten zijn anders komen te liggen en ook is het lerarentekort in eerste instantie minder zichtbaar geworden door het sluiten van de scholen. Hierdoor is het minder aantrekkelijk geworden om er verslag van te doen of actief belangen te behartigen. Daarbij bestonden de berichten die wel verschenen vaak uit verslagen over inside processen die al in ontwikkeling waren of al gepland stonden voor de coronacrisis.

Daarnaast komt ook uit het interview met het Lerarencollectief duidelijk naar voren dat het issuemanagement rondom het lerarentekort stil kwam te liggen toen de coronacrisis begon. Het was een verkeerd moment voor de belangenbehartiging om actief via een inside of outside route invloed te proberen te krijgen op het lerarentekort beleid. In plaats daarvan

61

besloot het Lerarentekort haar energie en tijd te steken in de coronacrisis gerelateerde problemen waarmee de beroepsgroep geconfronteerd werd. Het resultaat hiervan was dat er direct overlegstructuren zijn opgezet met de belangenvertegenwoordigers en het ministerie om zo goed mogelijk beleid te creëren. Deze besprekingen zijn een voorbeeld van inside tactieken omdat ze achter gesloten deuren zijn gehouden en alleen de resultaten zichtbaar zijn geworden.

``Heel concreet, in maart april werden er bijvoorbeeld overleg structuren opgericht over de coronacrisis tussen het ministerie en allerlei belangenvertegenwoordigers in het onderwijs, maar ook bijvoorbeeld over kinderopvang van ouders. En daar hebben we regelmatig overleg mee gehad, dat ook uiteindelijk resulteerden in bepaalde protocollen.’’ (Jan van de Ven, 14/09/2020)

4.2.3.3 Arena’s

Het volgende concept dat belangrijk is voor de variabele issuemanagement is de plek waar de belangenbehartiging plaatsvindt, oftewel de arena’s. Alle berichtgeving van elke actor is geanalyseerd of deze in een maatschappelijke, politieke of digitale arena plaats heeft

gevonden, of in een combinatie van deze (Zie bijlage 4). Berichten binnen de politieke arena gaan bijvoorbeeld over politieke besluitvorming, of debatten. De berichten binnen de

maatschappelijke arena gaan onder anderen over interviews of de ervaringen binnen het onderwijs met het lerarentekort. Voorbeelden van digitale arena’s zijn online enquêtes of activiteiten binnen facebookgroepen. Een bericht dat zowel plaatsvindt binnen verschillende arena’s kan bijvoorbeeld bestaan uit een openbare brandbrief naar de minister. Het speelveld is niet alleen politiek van aard omdat deze gericht is op de minister, maar is ook

maatschappelijk van aard omdat deze ook gericht is op het naar buiten brengen van de inhoud naar de maatschappij.

Uit de berichtgeving van de AOb en de PO-Raad blijkt dat voor de coronacrisis de berichten uit de politieke arena en de maatschappelijke arena allebei veel naar voren komen (Zie bijlage 4). Het is echter opvallend dat vanaf fase 1 de politieke arena iets meer de bovenhand krijgt, terwijl dit in fase 0 andersom is. Ook hier is de verklaring dat door de aandachtverschuiving de berichtgeving spaarzamer is geworden en de berichten die verschijnen eerder gaan over politieke processen dan over maatschappelijke processen.

Daarnaast hebben de kranten een duidelijk andere benadering in hun berichtgeving. Bijna alle berichtgeving speelt zich af in de maatschappelijke arena. Vaak komt dit doordat

62

de politieke ontwikkelingen verwerkt zijn in de eigen verslaggeving van de krant. Er worden bijvoorbeeld maatschappelijke situaties of ontwikkelingen geschetst die betrekking hebben op een politiek besluit, maar enkel als achtergrond verwerkt zijn. Of er worden interviews afgenomen of deskundigen erbij gehaald die hun eigen openbare standpunten verkondigen als reactie op deze politieke ontwikkelingen.

Aan de ene kant komt de digitale arena maar spaarzaam naar voren in de

berichtgeving. Tegelijkertijd zijn alle berichten uit dit onderzoek online gevonden en zijn de berichten van de AOb en de PO-Raad gepubliceerd op hun website. Daardoor is de digitale arena zeker relevant, maar is zij niet binnen de berichtgeving altijd de focus van de inhoud. Aan de andere kant is de digitale arena van onschatbare waarde voor het Lerarencollectief. Een belangrijke pijler van het Lerarencollectief bestaat uit een zo vlak mogelijk bestuur. De verbinding met de beroepsgroep moet zo direct mogelijk zijn en dat doen zij via de

facebookgroep van PO in Actie. De brugfunctie van het Lerarencollectief is afhankelijk van de digitale arena om informatie te krijgen, te geven en te overleggen.

``Op die manier hebben we regelmatig informatie opgehaald met polls of wat dan ook, op facebook platform van PO in Actie. Welke we zeer regelmatig gebruiken omdat er simpelweg 45.000 leraren op aanwezig zijn en nog zo’n 30, á 35.000 regelmatig actief zijn.`` (Jan van de Ven, 14/09/2020).

4.2.3.4 Framing

De rol van framing bij issuemanagement komt duidelijk naar voren in de berichtgeving van de verschillende actoren. Alleen al bij de eerder genoemde concepten van issuemanagement speelt framing een belangrijke rol. Voor de lezers van de AOb berichten komt de

problematiek van het lerarentekort bijvoorbeeld heftiger naar voren dan bij de berichtgeving van de PO-Raad. Dit komt puur door de manier van schrijven en het invullen van de context. Voor een deel valt de schrijfstijl te verklaren door de identiteit van de organisatie of krant. Een andere reden kan zijn dat de berichtgeving gaat over gebeurtenissen die de andere actoren niet beschrijven.

Toch blijkt dat het karakter van de berichten vaak eerder conflicterend is bij de vakbond dan bij de werkgever, de PO-Raad meer ingaat op samenwerking dan op conflicten en dat de PO-Raad zichzelf meer als ministeriele partner opstelt dan de AOb. Daarbij is het niet voor niets dat de protestacties er toe leidde dat de maatschappelijke arena vaker is opgezocht voor de coronacrisis. Er worden keuzes gemaakt in de verslaggeving en binnen de

63

belangenbehartiging rondom het lerarentekort om het juiste frame te behouden of juist te creëren. Door pas later tijdens de coronacrisis de heropening van de scholen te combineren met de gevolgen van corona, is er een nieuw frame ontstaan waarin het lerarentekort nog sterker naar voren komt. De onderbouwing van het frame met relevante gebeurtenissen is daarin belangrijk. Toch is een relevant frame niet altijd genoeg, ook de prioriteiten en de focus van aandacht moeten verschuiven om het frame relevant te maken.

Een ander voorbeeld waarin framing in de 0 fase een belangrijke rol heeft gespeeld, is het politieke spelletje van de minister en de premier in de nasleep van de algemene

beschouwingen van de miljoenennota. Hier beweerde de minister dat er nieuw geld was vrijgekomen voor het primair onderwijs voor het samenstellen van een nieuw cao. Echter was dit geen nieuwe investering, maar ging het om de loonruimte die overal in de publieke sector word toegepast. Toch bleef het frame vaak terugkomen dat het onderwijs geen nieuwe investeringen nodig had omdat zij al geld gekregen zou hebben.

``Met het aangekondigde geld voor ‘betere arbeidsvoorwaarden in het primair onderwijs’, wordt de loonkloof met andere sectoren niet ingelopen, laat staan gedicht. Deze zogenoemde loonruimte, die minister Arie Slob (Onderwijs) woensdagochtend opnieuw bekend maakte, zorgt er enkel voor dat de loonkloof niet groter wordt en voorkomt dus dat onderwijspersoneel erop achteruitgaat. Álle onderwijs- en overheidssectoren krijgen er namelijk geld bij zodat hun lonen kunnen meebewegen met die van werknemers van bedrijven.’’ (PO-Raad, 11/09/2019).

Ook in politieke debatten of openbare reacties van de minister werden vaak positieve punten genoemd, zoals een groei in pabo studenten of zij-instromers, om een positieve draai te kunnen geven aan de aanpak van het lerarentekort. Tegelijkertijd verschenen er in de rapporten van voor en tijdens de coronacrisis beschrijvingen van een zodanige grote problematiek, dat deze nooit alleen opgelost zou kunnen worden door een paar nieuwe docenten.

Daarnaast zijn er opvallende verschillen te zien tussen de actoren als het gaat om het aanwijzen van oorzaken en oplossingen voor het lerarentekort. Het AD schrijft bijvoorbeeld vaak dat de grote hoeveelheid deeltijd werkende leraren een belangrijke reden voor het lerarentekort is. In deze berichten komt het frame naar voren dat wanneer leraren wat minder dagen vrij zouden zijn en iets meer gaan werken, er ook geen lerarentekort zou bestaan. In de berichten van de Volkskrant worden leraren vaak geframed als een te zachtaardige

64

beroepsgroep die harder zou moeten actievoeren om gehoord te willen worden. Een ander frame dat opvalt is dat de AOb de noodplannen en noodscenario’s voor scholen benaderen als zeer onwenselijke en schadelijke situaties, terwijl in de berichtgeving van de kranten ook opinies naar voren komen waarin de noodplannen juist als creatieve en positieve oplossingen gepresenteerd worden.

Uiteindelijk gaat het bij framing van het lerarentekort om het beeld duidelijk te krijgen dat het niet gaat om een onderwijsprobleem, maar om een maatschappelijk probleem met grote maatschappelijke en economische gevolgen. Jan van de Ven beschrijft in het interview dan ook dat het kenbaar maken van dit maatschappelijke probleem van begin af aan een van de belangrijkste doelen was van PO in Actie. Nu is dit frame veel meer

doorgedrongen bij niet alleen de onderwijspolder of de politiek, maar ook in de samenleving. Daarnaast spreekt de problematiek voor zichzelf: naarmate er steeds meer kinderen thuis komen te zitten door het lerarentekort, zullen hun ouders steeds meer beseffen dat er naast de coronacrisis nog een andere maatschappelijke crisis aan de gang is.