• No results found

Onafhankelijke variabele: Fases van de coronacrisis

In het methode onderdeel is bij de onafhankelijke variabele een onderscheid gemaakt tussen drie fases van de coronacrisis. Deze fases zijn gebaseerd op belangrijke focus events waarvan wordt verondersteld dat zij het verloop van de belangenbehartiging rondom het lerarentekort direct enorm hebben beïnvloed. Deze fases zijn aannames op basis van vooronderzoek over de gebeurtenissen tijdens de coronacrisis. Na het analyseren van de berichtgeving over het lerarentekort en het interview, moet blijken of deze periodieke begrenzingen overeen komen met de resultaten.

Fase 0 is vastgesteld van 01/09/2019 als het begin van het schooljaar tot aan donderdag 12/03/2020, het moment dat het kabinet besloot grote delen van het land stil te leggen door de coronacrisis. De dag hierna op vrijdag 13/03/2020 begint fase 1 van de coronacrisis die eindigt op dinsdag 19/05/2018 wanneer het kabinet kenbaar maakt dat de scholen weer volledig opengaan. De start van de tweede fase van de coronacrisis begint daardoor op de dag van woensdag 20/05/2020, tot aan 01/07/2020 wanneer de vakanties voor de deur staan. Hierbij eindigt de coronacrisis echter niet en kent zij daarna nog vele andere

34

ontwikkelingen en fases. Desalniettemin moeten deze tijdsindicaties de verschillende karakteristieke situaties en ontwikkelingen naar voren brengen van beginperiode van de coronacrisis. Dit is de eerste stap in het leren begrijpen wat de invloed is van de coronacrisis op de bestaande belangenbehartiging.

Fases coronacrisis Begin Eind

Fase 0 01/09/2019 (Week 36) 12/03/2020 (Week 11)

Fase 1 13/03/2019 (Week 11) 19/05/2020 (Week 21)

Fase 2 20/05/2020 (Week 21) 01/07/2020 (Week 27)

Figuur 3, Theoretische fases coronacrisis Fase 0

Wanneer er vanuit de berichtgeving gekeken wordt naar deze sleutelmomenten als begin en eindpunt van de fases dan blijkt direct dat er meer berichtgeving heeft plaatsgevonden in het begin van het schooljaar (Figuur 4). Wanneer de kerstvakantie als begrijpelijke pauze van radiostilte wordt weggelaten, dan zijn alle actoren het meest actief tot aan week 9. In week 10 verschijnen de eerste coronacrisis gerelateerde berichten in combinatie met het lerarentekort. Dit heeft te maken met de coronamaatregelen die het RIVM als eerste in Brabant heeft ingevoerd en waarvan de Brabantse scholen als eerste hier de gevolgen van ondervonden.

``Dat wreekt zich op veel basisscholen waar de afwezigheid van één verkouden of zieke werknemer vaak meteen voor een acuut probleem in een klas zorgt. Ik werd vandaag door meerdere collega's gebeld met een lichte verkoudheid", licht Hulshoff-Bensen toe. Die zeggen: normaal zou ik me nu nooit ziek melden. Maar gezien het RIVM-advies kan het niet anders.’’ (AD, 08/03/2020).

Toch verschijnen de eerste corona gerelateerde berichten die in verband staan met de belangenbehartiging rondom het lerarentekort pas in week 11. Hierin wordt het besluit bekritiseerd dat de scholen open moeten blijven ondanks dat grote delen van de maatschappij door de coronacrisis gesloten worden. Er wordt afgevraagd of de gezondheid van de kinderen minder belangrijk wordt geacht dan het draaiende houden van de economie (Volkskrant, 13/03/2020). Deze berichtgeving komt overeen met het einde van de 0 fase en het begin van fase 1 van de coronacrisis zoals aangegeven in het methode onderdeel, namelijk week 11.

35

Fase 1

In het weekend wordt alsnog onder druk van de samenleving en belangenbehartigers besloten om de scholen te sluiten. De reactie van de AOb als belangenbehartiger rondom het

lerarentekort spreekt dan ook boekdoelen aan het begin van week 12.

‘’De AOb schort de 'derde-dinsdag acties' tijdelijk op vanwege het coronavirus. "We vinden dat de prioriteiten nu liggen bij de coronacrisis. Actievoeren is niet gepast", zegt AOb-bestuurder Tamar van Gelder.’’(AOb, 16/03/2020).

Ook Jan van de Ven beaamt dat deze week de prioriteiten volledig maar begrijpelijk veranderden.

``Wat je natuurlijk in het begin zag, in half maart toen de scholen gingen sluiten. Tot aan half maart was het hoofdonderwerp 1 het lerarentekort in het onderwijs. En na de scholensluiting ging dat volledig naar de achtergrond, ook vanwege de actualiteit waar wij als heel land in verzeilt waren geraakt. De kranten stonden vooral vol met hoeveel mensen er op de ic’s lagen, hoeveel mensen er besmet waren, hoe veel doden er waren en hoe het met de rest van de wereld ging. En terecht natuurlijk.’’ (Jan van de Ven, 14/09/2020).

Typerend is het bericht van het AD met een quote van minister Slob. Hierin wordt duidelijk dat de prioriteiten door de coronacrisis anders zijn komen te liggen.

``Ik deel uw zorgen over de werkdruk en de personeelstekorten op scholen en de mogelijke effecten hiervan op de onderwijskwaliteit.’’ Het probleem heeft zijn ‘volle

aandacht’, schrijft Slob ook, ’maar op dit moment heeft de voortzetting van het onderwijs in de coronacrisis de hoogste prioriteit.’ Slob belooft om na de coronacrisis weer vol in te gaan zetten op het oplossen van het lerarentekort. (AD/17/04/2020).

De eerste duidelijke opleving in de frequentie van de berichtgeving is in week 17 van 2020, oftewel 20 t/m 26 April. Hierin wordt besloten dat de scholen weer beperkt open gaan. Het is direct opvallend dat er meteen geluiden over belangenbehartiging opkomen die in verband staan met het lerarentekort en de coronacrisis. Toch komt de piek van week 17 niet overeen met de vooropgestelde begrenzing van fase 1 van de coronacrisis. Daarbij blijkt uit figuur 4 dat er nog meer activiteiten rondom het lerarentekort plaatsvindt tot aan week 22. In de eerste weken van fase 1 is er echter wel een duidelijke daling in de aandacht waar te nemen. De toename van aandacht in het tweede deel van fase 1 is daarom opvallend en er zal in de bespreking van de afhankelijke variabelen hier verder op in worden gegaan. Ook Jan

36

van de Ven geeft aan dat hij verwacht had dat de belangenbehartiging en de aandacht voor het lerarentekort pas echt weer op gang zouden komen vanaf het moment dat de scholen weer volledig open gingen, wat overeenkomt met de oorspronkelijke theorie achter begrenzing tussen fase 1 en fase 2.

``Maar het lerarentekort is toen van half maart tot half juni volledig van de kaart verdwenen, terwijl vanaf 8 juni toen de scholen weer volledig opengingen, toen stak het weer meteen de kop op uiteraard.’’ (Jan van de Ven, 14/09/2020).

Er bestaat hierin echter een belangrijk verschil. Dit onderzoek ziet de persconferentie waarin er voor het eerst versoepelingen worden aangekondigd, waaronder de volledige opening van de scholen, als begrenzing van fase 1. En niet de precieze datum waarop de scholen weer volledig open gingen. De gedachte hierbij is dat de belangenbehartigers met deze aankondiging al aan de slag konden gaan zonder te hoeven wachten op de

daadwerkelijke opening op 8 juni. Fase 2

Toch is bij het begin van fase 2, na de aankondiging van de heropening van de scholen geen duidelijke stijging waar te nemen ten opzichte van de weken hiervoor. Desalniettemin valt de volledige opening van de scholen op 8 juni (week 24) terug te zien in de aandacht voor het lerarentekort. In week 23 vertoont zich een daling in de aandacht voor het lerarentekort, maar vanaf week 24 is er een duidelijke stijging te zien. Verder vertoont fase 2 vooral meer

berichtgeving dan de eerste helft van fase 1. Daarbij is het aannemelijk dat de aandacht voor het lerarentekort nog meer ontwikkelingen doormaakt na de begrenzing van fase 2 in week 27. Hierover valt vanuit het databereik van dit onderzoek niets meer over te zeggen dan speculaties. De verwachting is bijvoorbeeld dat wanneer de zomervakantie begint, dezelfde daling in aandacht te zien zal zijn zoals bij de kerstvakantie, alvorens de belangenbehartiging weer nieuwe ontwikkelingen doormaakt en weer in aandacht zal stijgen.

Samengevat blijkt dat de theoretische fases voor een deel overeen komen met de frequentie van de berichtgevingen van de actoren. Alleen fase 1 kent een onverwachte groei van aandacht vanaf week 17, terwijl de verwachting was dat er een duidelijke groei van aandacht pas te zien zal zijn vanaf week 21. Hierdoor valt de begrenzing tussen fase 1 en fase 2 moeilijk af te lezen in de frequentie van de berichtgeving. In het volgende deel zal er worden ingegaan op de afhankelijke variabelen om de inhoudelijke kant van de berichtgeving van deze fases in te vullen.

37

Figuur 4, Frequentie berichtgeving AOb, PO-Raad, AD en Volkskrant per week 4.2 Afhankelijke variabelen.

In het volgende onderdelen worden de resultaten van de afhankelijke variabelen besproken. Allereerst zal er ingegaan worden op de aandachtconcurrentie en vervolgens zal de

problematiek, issuemanagement en resultaten naar voren komen. 4.2.1 Aandachtconcurrentie

Om de aandachtconcurrentie in beeld te brengen is er in figuur 5 een overzicht gemaakt van de berichtgeving. Hierin wordt duidelijk hoe de aandacht per fase verschilt in getallen en percentages. In figuur 4 was via een grafiek al te zien hoe de berichtgeving per actor in de fases naar voren kwam, maar figuur 5 moet hierin preciezer antwoord op geven. Omdat de begrenzing van de fases ingesteld is op focus events, komen deze niet overeen met het einde en begin van een weeknummer. Daardoor is er gekozen om 2 berichten van de AOb die in week 11 gepubliceerd zijn, maar een inhoudelijk bij fase 0 horen, toch onder te verdelen onder week 36 t/m 10. Dezelfde keuze is gemaakt bij de begrenzing van 1 september, welke op de zondag plaatsvindt van week 35. Er is daarom besloten om een bericht van het AD van 1 september toe te voegen aan week 36 in het onderstaande tabel. De invloed van deze keuzes is minimaal op de berekeningen en de conclusies die getrokken kunnen worden.

38 Fases coronacrisis Aandachtconcurrentie 0 Fase Week 36 t/m 10 = 27 1 Fase Week 11 t/m 21 = 11 2 Fase Week 22 t/m 27 = 6 Totaal: 44 - AOb 77 7 6 90 - PO-Raad 42 5 5 52 - AD 130 11 9 150 - Volkskrant 50 3 3 56 Totaal per fase 299 26 23 348 Gemiddeld per week 348/44= 7,9 Gemiddeld per fase 27 weken x 7,9 = 213,3 11 weken x 7,9 = 86,9 6 weken x 7,9 = 47,4 Verschil in de praktijk met gemiddeld 299 / 213,3 = 1,402 = +40,2 % 26 / 86,9 = 0,299 = -70,08% 23 / 47,4 = 0,485 = - 51,47% Figuur 5, Aandachtconcurrentie in procentuele verschillen tot gemiddelde

Wanneer er naar figuur 5 gekeken wordt, dan blijkt direct dat er daadwerkelijk een groot verschil is in de aandacht die het lerarentekort krijgt in de fases van de coronacrisis. Niet alleen valt uit de tabel af te lezen dat er veel minder aandacht is voor het lerarentekort tijdens de coronacrisis, in cijfers komen er relatief gezien 70% minder berichten voor in fase 1 en 51% minder berichten in fase 2. Daaruit blijkt dat er in fase 2 weer een stijgende lijn is in de aandachtconcurrentie ten opzichte van fase 1, maar deze nog niet op het zelfde niveau is als voor de coronacrisis. Wanneer de twee weken van de kerstvakantie, als duidelijke dip in de aandacht van de actoren, niet was meegenomen, dan hadden de fases nog meer van elkaar afgeweken. Toch is hier niet voor gekozen omdat de belangenbehartiging gewoon door kon gaan doordat de belangenbehartigers en de kranten niet net zo als de leraren vakantie hadden.

Niettemin komen de bevindingen overeen met de veronderstelling dat de coronacrisis in eerste instantie de aandacht van het lerarentekort doet wegnemen en wanneer de scholen

39

weer opengaan weer doet toenemen. Dit komt ook overeen met de veronderstelling die Jan van de Ven zelf maakte in het interview. Het verschil is dat in dit onderzoek fase 2 op 20 mei begint in plaats van 8 juni.

``Tot aan half maart was hoofdonderwerp een het lerarentekort in het onderwijs. En na de scholensluiting ging dat volledig naar de achtergrond, ook vanwege de actualiteit waar wij als heel land in verzeilt waren geraakt. De kranten stonden vooral vol met hoeveel

mensen er op de ic’s lagen, hoeveel mensen er besmet waren, hoe veel doden er waren en hoe het met de rest van de wereld ging. En terecht natuurlijk. Maar in het onderwijs speelde vanaf het moment dat de deuren dicht gingen, het lerarentekort ook volledig niet meer. … Tot aan 8 juni. Dus van half maart tot 8 juni. En ik denk eerlijk gezegd dat als je een media- analyse erop na gaat slaan dat je het woordje lerarentekort ook amper tegen komt in de onderwijsverslaggeving.’’ (Jan van de Ven, 14/09/2020).

Toch blijkt uit de berichtgeving dat in fase 1 er in eerste instantie zo goed als geen berichtgeving is, maar vanaf week 17 er wel een duidelijke stijging plaatsvindt. Er kan daardoor worden vastgesteld dat de coronacrisis een grote invloed heeft op de

aandachtconcurrentie voor de belangenbehartiging, maar dat het issue niet volledig

afhankelijk is van de coronacrisis om aandacht te krijgen. In week 17 wordt kenbaar gemaakt dat de scholen weer deels opengaan. Hieruit blijkt dat de berichtgeving rondom het

lerarentekort haar eigen focus events kent waardoor de belangenbehartiging zichzelf beter zichtbaar kan maken en de problematiek weer meer aandacht krijgt.

Niettemin is er nog steeds in fase 1 een duidelijke vermindering van aandacht ten opzichte van fase 0 waar te nemen. Dat kan betekenen dat de belangenbehartigers minder voor elkaar hebben gekregen deze periode of dat hun eigen aandacht en prioriteiten ook is verschoven door de coronacrisis. Toch denkt Jan van de Ven dat uiteindelijk de coronacrisis de aandacht voor het lerarentekort vergroot. Met het ingaan van het nieuwe schooljaar zijn dit twee problemen die elkaar versterken en daardoor meer in de maatschappelijke en politieke aandacht zullen komen.

``Ook vanwege het feit dat een hoop leraren met gezondheidsrisico’s niet naar school konden of mochten komen en alle vervangerspools natuurlijk leeg zijn. Maar bij de start van dit schooljaar met name door de snotneuzen, verkoudheid en door de testcapaciteit, zitten weer een heleboel scholen in de problemen met het bemensen van hun klassen.’’ (Jan van de Ven, 14/09/2020).

40

4.2.1.2 Deelconclusie

De belangenbehartiging rondom het lerarentekort kent een duidelijke vermindering van aandacht wanneer de coronacrisis begint. Waar het lerarentekort in de 0 fase veel grote pieken van aandacht laat zien en het hoofdonderwerp is in de onderwijsverslaggeving, is er een directe daling te zien bij het aanbreken van fase 1 van de coronacrisis. Het is opvallend dat er eerder dan verwacht een stijging van de aandacht in de berichtgeving te zien is in fase 1. Hierdoor valt te concluderen dat de belangenbehartiging rondom het lerarentekort niet afhankelijk is van de fases van de coronacrisis, maar uit eigen intrinsieke kracht van de problematiek ook aandacht naar zich toe weet te trekken. Desalniettemin heeft de

coronacrisis een duidelijke invloed op de aandacht die het lerarentekort krijgt. Net als in de hypothese stijgt de aandacht in fase 2 ten opzichte van fase 1. Echter wordt het niveau van aandacht uit fase 0 nog lang niet gehaald.

4.2.2 Problematiek

De eerste onafhankelijke variabele bestaat uit de ontwikkelingen in de problematiek van het lerarentekort. Deze ontwikkelingen zijn per fase weergegeven in de concepten issuefases, subsysteem inhoud, nabijheid tot de coronacrisis en de onderliggende problemen die het lerarentekort verergeren. De deelvraag die hiermee moet worden beantwoord luidt: Hoe heeft de aandachtconcurrentie van de coronacrisis invloed op de problematiek van het

lerarentekort?

4.2.2.1 Issuefases

Een belangrijke aanduiding voor de problematiek van het lerarentekort zijn de fases waarin het issue zich bevindt. Door in de berichtgeving van de actoren te kijken naar eventuele verwijzingen naar deze fases kan het verloop van de levenscyclus worden ingeschat. Hierbij is het van belang om te vermelden dat fase 1, het herkennen van belangen, niet voorkomt. De reden hiervoor is dat wanneer er bericht wordt over het lerarentekort er automatisch al een erkenning heeft plaatsgevonden dat het lerarentekort bestaat. Daarom komen alleen de fases van 2 tot en met 5 voor in de berichtgeving, met af en toe een bericht dat niet van toepassing is op issuefases.

Wanneer er naar de issuefases gekeken wordt binnen de berichtgeving van de AOb is het direct opvallend dat issuefase 2, het aankaarten van de problematiek, overheerst in de berichtgeving (Figuur 6). De grens van de 0 fase van de coronacrisis is daarbij duidelijk

41

zichtbaar en komt overeen met de aankondiging van de AOb op 16 maart 2020 (week 12), waarin zij kenbaar maken dat ze actievoeren ongepast vinden tijdens de coronacrisis

(16/03/2020, AOb). Vanaf fase 1 van de coronacrisis komen de berichtgevingen steeds meer in teken te staan van de issuefases 3 en 4, welke gaan over de oplossingsmogelijkheden en de maatregelen die gekozen worden voor de aanpak van het lerarentekort. Toch zijn er in de spaarzame berichten nog twee duidelijke pieken van issuefase 2 in de berichtgeving, namelijk op de momenten dat de scholen weer deels en helemaal opengaan (week 20 en 24). In fase 2 van de coronacrisis is er naast de aandacht voor de problematiek (issuefase 2), ook aandacht voor de mogelijke oplossingen hiervoor (issuefase 3).

Figuur 6, Issuefases AOb

De PO-Raad kaart duidelijk net als de AOb ook de problematiek aan (issuefase 2) van het lerarentekort in haar berichtgeving (Figuur 7). Toch wordt meteen duidelijk dat zij een andere karakteristieke rol inneemt als werkgeversorganisatie. Er wordt namelijk daarnaast veel aandacht besteedt aan het bespreken van gekozen beleidsmaatregelen (issuefase 4), het evalueren van eerder genomen maatregelen (issuefase 5) en iets minder aan het voorleggen van mogelijke maatregelingen (issuefase 3). Opvallend is dat de PO-Raad in fase 1 weinig berichten publiceert. Alleen in week 17 is er aandacht voor het aanduiden van de

problematiek, zoals het benoemen van de gevolgen van de coronacrisis voor het lerarentekort (issuefase 2). In week 20 komen er naast issuefase 2 berichten, ook meer aandacht voor het evalueren van maatregelen (issuefase 5), zoals een verslag over de subsidie voor de regionale aanpak. In fase 2 is er voornamelijk aandacht voor de problematiek (issuefase 2) en worden er besluiten gemaakt voor het inrichten en financieren van de noodplannen (issuefase 4).

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 2019 - 352019- 372019- 392019- 412019- 432019- 452019- 472019- 492019- 512020- 012020- 032020- 052020- 072020- 092020- 112020- 132020- 162020- 182020- 202020- 222020- 242020- 26

Issuefases AOb

42

Figuur 7, Issuefases PO-Raad

Ook bij het AD is er sprake van voornamelijk veel aandacht voor het aankaarten van de problematiek (issuefase 2) en daarnaast aandacht voor mogelijke maatregelen die geschikt zijn tegen het lerarentekort (issuefase 3). Berichten over de genomen beleidsmaatregelen (issuefase 4) komen alleen naar voren in fase 0 en fase 2 van de coronacrisis.

Figuur 8, Issuefases AD

De Volkskrant kent een ander verdeling van issuefases in haar berichtgeving dan de andere actoren. Tot aan het eind van fase 0 van de coronacrisis is er naast de aandacht voor de problematiek (issuefase 2), ook aandacht voor de mogelijke oplossingen (issuefase 3), genomen maatregelen (issuefase 4) en evaluaties van eerder beleid (issuefase 5). Fase 1 kent

0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 2019 - 352019- 372019- 392019- 412019- 432019- 452019- 472019- 492019- 512020- 012020- 032020- 052020- 072020- 092020- 112020- 132020- 162020- 182020- 202020- 222020- 242020- 26

Issuefases PO-Raad

Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 NVT

0 2 4 6 8 10 2019 - 352019- 372019- 392019- 412019- 432019- 452019- 472019- 492019- 512020- 012020- 032020- 052020- 072020- 092020- 112020- 132020- 162020- 182020- 202020- 222020- 242020- 26

Issuefases AD

43

bijna geen berichtgeving door de Volkskrant en in fase 2 is er in de spaarzame berichtgeving meer aandacht voor de beleidsmaatregelen (issuefase 4) rondom het lerarentekort dan de problematiek (issuefase 2) zelf.

Figuur 9, Issuefases Volkskrant

Uit het interview met Jan van de Ven van het Lerarencollectief blijkt dat zij verschillen van PO in Actie. Waar PO in Actie voornamelijk de functie innam om de problematiek duidelijk in beeld te brengen bij het onderwijsveld zelf, de maatschappij en de politiek (issuefase 2), is het Lerarencollectief meer gericht op het helpen invullen van

beleidsoplossingen tegen deze problematiek die overeenkomen met de wensen uit de praktijk (issuefase 3 en 4). Hierbij moet gezegd worden dat het Lerarencollectief vanaf 1 maart 2020 in bedrijf is gegaan en dat de 0 fase van de coronacrisis daarom moeilijker meegenomen kan worden. Toch was de organisatie achter de schermen al actief in deze periode en blijft het Lerarencollectief nog steeds relevant om te raadplegen over deze periode.

Jan van de Ven spreekt over de onderwijsproblematiek die al geruimde tijd het meest prangend is en welke centraal zouden moeten staan in de aandacht.

``Naast het lerarentekort, ik noem dat altijd de drie eenheid, lerarentekort,

onderwijskwaliteit en kansenongelijkheid. Dat zijn eigenlijk de drie grootste problemen van deze tijd.’’ (Jan van de Ven, 14/09/2020).

Hij beschrijft het Lerarencollectief meer vanuit de functie die zij in kan vullen voor het