• No results found

Tabel: Aandeel van de respondenten dat het al dan niet eens is met een aantal stel- stel-lingen over geloof in de samenleving, in %

In document Survey Samenleven in Diversiteit 2017 (pagina 132-137)

(helemaal) eens Neutraal (helemaal) oneens

% BI (%) % BI (%) % BI (%) N

1. Ik heb evenveel respect voor mensen met een ander geloof als voor mensen van mijn eigen geloof.

Belgische herkomst 81 (77­84) 16 (13­19) 3 (2­5) 461

Marokkaanse herkomst 98 (96­99) 2 (1­3) 1 (0­2) 668

Turkse herkomst 97 (95­98) 1 (1­3) 2 (1­3) 669

Poolse herkomst 80 (76­83) 14 (12­17) 6 (5­9) 639

Roemeense herkomst 92 (89­94) 7 (5­9) 1 (1­2) 676

Congolese herkomst 93 (91­95) 3 (2­5) 4 (2­5) 765

2. Ik vind dat de regels van mijn geloof altijd moeten voorgaan op de Belgische wetten.

Belgische herkomst 10 (7­13) 19 (15­23) 72 (67­76) 450

Marokkaanse herkomst 23 (20­26) 31 (27­35) 46 (42­50) 633

Turkse herkomst 39 (36­43) 22 (19­25) 39 (35­43) 630

Poolse herkomst 8 (6­10) 17 (14­21) 75 (71­78) 607

Roemeense herkomst 9 (7­11) 18 (15­21) 74 (70­77) 650

Congolese herkomst 19 (17­22) 20 (17­23) 61 (57­65) 741

3. Ik zou het oké vinden als mijn dochter een partner zou hebben van een ander geloof.

Belgische herkomst 46 (42­50) 32 (28­36) 22 (19­26) 689

Marokkaanse herkomst 23 (20­27) 25 (22­29) 52 (48­56) 639

Turkse herkomst 24 (21­27) 18 (15­21) 58 (54­62) 636

Poolse herkomst 40 (36­44) 31 (28­35) 29 (25­32) 637

Roemeense herkomst 64 (60­67) 23 (20­26) 14 (11­16) 706

Congolese herkomst 47 (43­51) 29 (26­33) 24 (21­27) 751

4. Ik zou het oké vinden als mijn zoon een partner zou hebben van een ander geloof.

Belgische herkomst 46 (43­50) 32 (28­36) 22 (19­25) 677

Marokkaanse herkomst 31 (27­34) 27 (24­31) 42 (38­46) 639

Turkse herkomst 28 (25­32) 22 (19­25) 50 (46­54) 641

Poolse herkomst 42 (38­46) 31 (28­35) 26 (23­30) 635

Roemeense herkomst 65 (61­68) 23 (20­27) 12 (10­15) 700

Congolese herkomst 47 (44­51) 28 (25­31) 25 (22­28) 752

5. Ik vind dat mensen in België veel te negatief zijn over de islam.

Belgische herkomst 36 (33­40) 36 (33­40) 28 (24­31) 689

Marokkaanse herkomst 70 (66­73) 19 (16­22) 11 (9­14) 670

Turkse herkomst 70 (66­73) 15 (13­18) 15 (12­18) 654

Poolse herkomst 26 (23­30) 24 (20­27) 50 (46­55) 605

Roemeense herkomst 20 (17­23) 40 (36­44) 40 (36­45) 565

Congolese herkomst 49 (45­52) 34 (30­37) 18 (15­21) 710

Toelichting:

Deze indicator geeft weer welke houding de respondenten aannemen tegenover de rol van geloof in het samenleven met anderen en in de samenleving als geheel. Er werden zes stellingen bevraagd.

1. Ik heb evenveel respect voor mensen met een ander geloof als voor mensen van mijn eigen geloof.

Bij alle herkomstgroepen stelt de grote meerder-heid van de gelovigen evenveel respect te heb-ben voor mensen van een ander geloof als voor mensen van hun eigen geloof. Dat varieert van 8 op de 10 personen bij de respondenten van Belgische en Poolse herkomst tot bijna 100% bij de Marokkaanse en Turkse herkomstgroep. De meeste respondenten die het niet eens zijn met deze stelling spreken zich eerder neutraal uit dan dat ze het expliciet (helemaal) oneens zijn.

Het aandeel ‘neutraal’ is het grootst bij de res-pondenten van Belgische en Poolse herkomst (meer dan 1 op de 10).

Er zijn verschillen naar verstedelijkingsgraad en geboorteland. Deze worden beïnvloed door de grotere aanwezigheid van bepaalde herkomst-groepen in bepaalde deelherkomst-groepen. Personen van Belgische herkomst zijn gemiddeld ouder en wonen vaker in het niet-verstedelijkt gebied, personen van Poolse en Roemeense herkomst zijn bijna steeds geboren in het buitenland.

Respondenten uit het verstedelijkt gebied en

personen van buitenlandse herkomst geboren in België zijn het iets vaker (helemaal) eens dan respondenten uit het niet-verstedelijkt gebied en personen geboren buiten België.

2. Ik vind dat de regels van mijn geloof altijd moeten voorgaan op de Belgische wetten.

Bij de gelovigen van Belgische, Roemeense en Poolse herkomst is 1 op de 10 respondenten of minder het (helemaal) eens met deze stelling.

Meer dan 7 op de 10 respondenten van deze herkomstgroepen wijzen deze stelling af. Ook bij de gelovigen van Congolese herkomst zijn iets meer dan 6 op de 10 respondenten het (he-lemaal) niet eens met deze stelling. Bij de gelo-vigen van Marokkaanse en Turkse herkomst ligt het aandeel dat het (helemaal) oneens is met deze stelling lager. Respectievelijk 23% en 39%

van de respondenten van deze herkomstgroe-pen is het (helemaal) eens met deze stelling. Bij de Turkse herkomstgroep is de groep die het (helemaal) eens is even groot als de groep die het (helemaal) oneens is.

Er zijn verschillen naar leeftijdscategorie, ver-stedelijkingsgraad en geboorteland. Personen jonger dan 30 jaar vinden vaker dat de regels van hun geloof altijd moeten voorgaan op de Belgische wetten dan oudere respondenten.

Dit is vooral het geval bij de personen van Congolese herkomst. Bij de respondenten van Belgische herkomst is het omgekeerd: hoe ou-der, hoe vaker men het (helemaal) eens is met

(helemaal) eens Neutraal (helemaal) oneens

% BI (%) % BI (%) % BI (%) N

6. Ik vind dat de westerse manier van leven goed samengaat met hoe moslims leven.

Belgische herkomst 18 (15­22) 31 (28­35) 50 (47­54) 666

Marokkaanse herkomst 60 (57­64) 28 (24­31) 12 (9­14) 647

Turkse herkomst 36 (33­40) 28 (24­31) 36 (32­40) 609

Poolse herkomst 11 (8­14) 22 (19­26) 67 (63­71) 549

Roemeense herkomst 9 (7­12) 31 (27­35) 60 (55­64) 562

Congolese herkomst 24 (21­27) 40 (36­44) 36 (32­40) 643

Bron: SID-survey 2017.

de stelling. In het verstedelijkt gebied is men het iets vaker (helemaal) eens met de stelling dan in het niet-verstedelijkt gebied. Personen van buitenlandse herkomst geboren in België geven tot slot ook vaker aan dat ze het (helemaal) eens zijn met de stelling dan personen geboren buiten België.

3. Ik zou het oké vinden als mijn dochter een partner zou hebben van een ander geloof.

Het aandeel respondenten dat het oké zou vin-den dat zijn of haar dochter een partner zou hebben van een ander geloof, ligt het hoogst bij de Roemeense herkomstgroep. Bij deze groep zijn meer dan 6 op de 10 respondenten het (helemaal) eens met de stelling. Bij de personen van Belgische en Congolese herkomst gaat het om bijna de helft, bij de personen van Poolse herkomst om 4 op de 10. Bij al deze herkomst-groepen ligt het aandeel dat het (helemaal) eens is met de stelling duidelijk hoger dan het aandeel dat het (helemaal) niet eens is. Bij de personen van Turkse en Marokkaanse herkomst is het omgekeerde het geval. Daar ligt het aan-deel dat het (helemaal) niet eens is met deze stelling duidelijk hoger dan het aandeel dat akkoord gaat. Bij de personen van Turkse her-komst vinden bijna 6 op de 10 respondenten het niet oké dat hun dochter een partner zou heb-ben van een ander geloof. Bij de Marokkaanse herkomstgroep gaat het om iets meer dan de helft van de respondenten.

Er zijn verschillen naar leeftijdscategorie, verste-delijkingsgraad en geboorteland. Respondenten jonger dan 30 jaar en personen geboren buiten België vinden het vaker oké dat hun dochter een partner zou hebben van een ander geloof dan respondenten van 30 jaar en ouder en personen van buitenlandse herkomst geboren in België.

Respondenten uit het niet-verstedelijkt gebied zijn het ook net iets vaker (helemaal) eens met de stelling dan respondenten uit het verstede-lijkt gebied.

4. Ik zou het oké vinden als mijn zoon een partner zou hebben van een ander geloof.

Bij de meeste herkomstgroepen vertoont de antwoordverdeling op deze stelling een zeer gelijkaardig patroon als bij de vorige stelling over een partner van een ander geloof voor de dochter. Enkel bij de Marokkaanse en Turkse herkomstgroep zijn de verschillen tussen beide stellingen iets groter. Er is bij deze herkomst-groepen iets minder weerstand ten aanzien van een partner van een ander geloof voor een zoon dan voor een dochter.

Er zijn verschillen naar geslacht, leeftijdscatego-rie, verstedelijkingsgraad en geboorteland. Net als bij de vorige stelling vinden respondenten jonger dan 30 jaar het vaker oké dat hun zoon een partner zou hebben van een ander geloof dan respondenten van 30 jaar en ouder. Hoe meer verstedelijkt het gebied, hoe vaker men het dan weer (helemaal) oneens is met de stelling.

Personen geboren buiten België zijn het vaker (helemaal) eens dan personen van buitenlandse herkomst geboren in België. In tegenstelling tot de vorige stelling is er nu over de herkomst-groepen heen ook een verschil naar geslacht:

mannen zijn het net iets vaker (helemaal) eens met de stelling dan vrouwen.

5. Ik vind dat mensen in België veel te negatief zijn over de islam.

7 op de 10 personen van Marokkaanse en Turkse herkomst vinden dat mensen in België veel te negatief zijn over de islam. Bij de respondenten van Congolese herkomst gaat het om ongeveer de helft, bij de respondenten van Belgische herkomst om bijna 4 op de 10. De Poolse en Roemeense herkomstgroep zijn de enige groe-pen waar het aandeel respondenten dat het (helemaal) oneens is met deze stelling groter is dan het aandeel dat het (helemaal) eens is. De helft van de respondenten van Poolse herkomst is het (helemaal) oneens met deze stelling. Bij de respondenten van Roemeense herkomst gaat het om 4 op de 10.

Er zijn verschillen naar leeftijdscategorie, verste-delijkingsgraad en geboorteland. Respondenten jonger dan 30 jaar zijn het vaker (helemaal) eens met deze stelling dan oudere respondenten. Hoe meer verstedelijkt het gebied, hoe vaker men het (helemaal) eens is met de stelling. Personen van buitenlandse herkomst geboren in België zijn het tot slot veel vaker (helemaal) eens dan personen geboren buiten België.

6. Ik vind dat de westerse manier van leven goed samengaat met hoe moslims leven.

Enkel bij de respondenten van Marokkaanse herkomst is het aandeel respondenten dat vindt dat de westerse manier van leven goed samengaat met hoe moslims leven, duidelijk groter dan het aandeel respondenten dat het (helemaal) niet eens is met deze stelling.

Bij de respondenten van Turkse herkomst zijn beide groepen even groot. Bij de andere

herkomstgroepen is het aandeel respondenten dat het (helemaal) oneens is met de stelling duidelijk groter dan het aandeel respondenten dat het (helemaal) eens is. Bij de respondenten van Poolse en Roemeense herkomst zijn ruim 6 op de 10 respondenten het (helemaal) niet eens met deze stelling. Bij de respondenten van Belgische herkomst gaat het om de helft.

Er zijn verschillen naar geslacht, leeftijdscate-gorie, verstedelijkingsgraad en geboorteland.

Mannen, respondenten jonger dan 30 jaar en personen uit het verstedelijkt gebied zijn het iets vaker (helemaal) eens met de stelling dan vrouwen, oudere respondenten en personen uit het niet-verstedelijkt gebied. Ook respondenten van buitenlandse herkomst geboren in België zijn het vaker (helemaal) eens dan responden-ten geboren buiresponden-ten België.

• Gedrag op school

• Ervaringen rond opvoeding

• Doorgeven van taal, geloof en/of culturele tradities aan de kinderen

In document Survey Samenleven in Diversiteit 2017 (pagina 132-137)