• No results found

Tabel: Aandeel van de respondenten (waarvan het Nederlands niet de best gekende taal is) dat al dan niet Nederlands spreekt met genoemde personen, in %

In document Survey Samenleven in Diversiteit 2017 (pagina 175-178)

Altijd - vaak Soms Zelden ­ nooit

% BI (%) % BI (%) % BI (%) N

1. Uw partner

Belgische herkomst ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­

Marokkaanse herkomst 14 (10­19) 26 (21­32) 60 (54­66) 240 Turkse herkomst 10 (7­14) 22 (17­28) 68 (62­74) 243 Poolse herkomst 16 (12­20) 13 (10­17) 71 (66­76) 370 Roemeense herkomst 9 (7­12) 17 (14­21) 74 (70­78) 414 Congolese herkomst 10 (7­14) 13 (10­17) 77 (72­78) 304 2. Uw kinderen

Belgische herkomst ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­

Marokkaanse herkomst 29 (24­35) 36 (30­42) 35 (29­41) 241 Turkse herkomst 21 (16­26) 31 (25­36) 49 (43­55) 263 Poolse herkomst 17 (13­22) 20 (16­25) 63 (58­68) 339 Roemeense herkomst 15 (12­19) 23 (19­28) 62 (56­67) 322 Congolese herkomst 28 (24­33) 26 (22­31) 46 (41­51) 375 3. mensen uit uw buurt

Belgische herkomst ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­

Marokkaanse herkomst 33 (28­39) 35 (30­40) 32 (27­38) 305 Turkse herkomst 31 (26­36) 36 (31­41) 33 (29­39) 335 Poolse herkomst 42 (37­46) 22 (18­26) 36 (32­41) 505 Roemeense herkomst 32 (28­36) 21 (18­25) 47 (43­52) 566 Congolese herkomst 34 (30­39) 26 (22­30) 40 (36­44) 522 4. Uw vrienden

Belgische herkomst ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­

Marokkaanse herkomst 23 (18­28) 27 (22­32) 50 (45­56) 301 Turkse herkomst 19 (15­24) 32 (27­37) 49 (44­55) 335 Poolse herkomst 20 (17­24) 23 (20­27) 56 (52­61) 490 Roemeense herkomst 16 (13­19) 19 (16­23) 65 (61­69) 532 Congolese herkomst 18 (15­22) 24 (21­28) 57 (53­62) 502 5. Mensen van uw werk (bijvoorbeeld collega’s, klanten)

Belgische herkomst ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­

Marokkaanse herkomst 53 (46­59) 20 (15­26) 27 (21­33) 232 Turkse herkomst 60 (53­66) 16 (12­21) 24 (19­30) 257 Poolse herkomst 58 (54­63) 16 (13­20) 25 (22­30) 488 Roemeense herkomst 42 (38­46) 16 (13­20) 42 (38­46) 523 Congolese herkomst 45 (40­49) 19 (16­23) 36 (32­41) 442 Bron: SID-survey 2017.

Gedrag op school

Toelichting:

Deze indicator geeft weer in welke mate respon-denten Nederlands gebruiken als omgangstaal met hun partner, kinderen, mensen uit de buurt, vrienden en mensen van het werk. Opgelet:

het betreft enkel de respondenten waarvan Nederlands niet de best gekende taal is.

1. De partner

Een beperkt aandeel van de respondenten spreekt vaak tot altijd Nederlands met hun partner. Meer dan 6 op de 10 respondenten spreken zelden tot nooit Nederlands met hun partner. Bij de respondenten van Congolese herkomst is dit ongeveer drie vierde. 3 tot 4 op de 10 respondenten van Marokkaanse, Turkse en Poolse herkomst spreken soms, vaak of altijd Nederlands met de partner.

Er zijn verschillen naar geslacht, leeftijd en ge-boorteland. Vrouwen en respondenten jonger dan 30 jaar spreken iets vaker Nederlands met hun partner. Respondenten van buitenlandse herkomst geboren in België spreken dubbel zo vaak Nederlands tegen hun partner dan respondenten geboren buiten België (22% ten opzichte van 11%). Opgelet, 75% van de respon-denten geboren in België heeft aangegeven dat Nederlands hun best gekende taal is. Het gaat hier dus enkel om de overblijvende 25%.

2. De kinderen

Met de kinderen spreekt men vaker Nederlands dan met de partner. Er zijn wel verschillen tus-sen de herkomstgroepen. Meer dan de helft van de personen van Marokkaanse, Turkse en Congolese herkomst spreekt vaak, altijd of soms Nederlands met de kinderen. Bij de respon-denten van Marokkaanse herkomst is dit het hoogst (65%). Bij de respondenten van Poolse en Roemeense herkomst spreken iets minder dan 4 op de 10 vaak, altijd of soms Nederlands met de kinderen. 15% tot 29% van de respon-denten spreekt vaak tot altijd Nederlands met de kinderen.

Er zijn verschillen naar leeftijd en geboorteland.

Hoe jonger men is, hoe vaker men Nederlands spreekt met de kinderen. Ook spreken de res-pondenten van buitenlandse herkomst die in België geboren zijn vaker Nederlands met hun kinderen dan de respondenten die niet in België geboren zijn.

3. Mensen uit uw buurt

Meer dan 6 op de 10 respondenten van Marokkaanse, Turkse, Poolse en Congolese her-komst spreken soms, vaak of altijd Nederlands met mensen uit de buurt. Bij de respondenten van Roemeense herkomst is dit iets meer dan de helft van de respondenten.

De 30- tot 45-jarigen spreken vaker Nederlands met mensen uit de buurt dan de andere leef-tijdsgroepen. In de grootsteden spreekt men iets vaker Nederlands met mensen uit de buurt dan elders, al zijn de verschillen klein.

4. Vrienden

Ongeveer de helft van de respondenten van Marokkaanse en Turkse herkomst spreekt soms, vaak of altijd Nederlands met vrienden, bij de respondenten van Roemeense herkomst is dit een derde. Bij de respondenten van Poolse en Congolese herkomst gaat het om iets meer dan 4 op de 10 respondenten.

Hoe jonger, hoe vaker men Nederlands spreekt met vrienden. Respondenten geboren buiten België spreken minder vaak Nederlands met vrienden dan respondenten van buitenlandse herkomst geboren in België.

5. Mensen van uw werk

Met mensen op het werk spreekt men het vaakst Nederlands. Ongeveer 6 op de 10 respondenten van Turkse en Poolse herkomst spreken altijd tot vaak Nederlands. Een kwart van de res-pondenten van Turkse, Poolse en Marokkaanse herkomst (en wiens best gekende taal niet het Nederlands is) spreekt zelden tot nooit Nederlands op het werk. De respondenten van Roemeense herkomst spreken het minst vaak

Gedrag op school

Nederlands met mensen op het werk, gevolgd door de respondenten van Congolese herkomst.

Iets meer dan 4 op de 10 respondenten van Roemeense herkomst spreken zelden tot nooit Nederlands.

Respondenten tot 45 jaar spreken het vaakst Nederlands met mensen op het werk. Vrouwen geven iets vaker aan zelden tot nooit Nederlands te praten op het werk dan mannen, al zijn de verschillen klein.

Definitie:

Aandeel (%) van de respondenten dat al dan niet een taal van het herkomstland kan spreken, lezen of schrijven.

Vraag: Hoe goed kent u <taal van herkomst>?

1. Hoe goed spreekt u <taal van herkomst 1>?

Hoe goed spreekt u <taal van herkomst 2>?

2. Hoe goed leest u <taal van herkomst 1>?

Hoe goed leest u <taal van herkomst 2>?

3. Hoe goed schrijft u <taal van herkomst 1>?

Hoe goed schrijft u <taal van herkomst 2>?

Per stelling kregen de respondenten volgende antwoordmogelijkheden:

• Zeer goed

• Goed

• Redelijk

• Een beetje

• Niet

De term <taal van herkomst> werd in de vragenlijst afhankelijk van de herkomst van de respondent automatisch ingevuld. Voor de personen van Poolse, Roemeense en Congolese herkomst werd de antwoordcategorie <taal van herkomst 2> niet gegeven.

• Marokkaanse herkomst: <taal van herkomst 1> is Arabisch en <taal van herkomst 2> is Tamazight/Berbers

• Turkse herkomst: <taal van herkomst 1> is Turks en <taal van herkomst 2> is Koerdisch

• Poolse herkomst: <taal van herkomst 1> is Pools

• Roemeense herkomst: <taal van herkomst 1> is Roemeens

• Congolese herkomst: <taal van herkomst 1> is een niet-Franse taal.

De personen van Belgische herkomst kregen deze vraag niet. Voor de eenvoud wordt het Tamazight beschouwd als één taal. Het is echter de naam voor een groep van verwante talen. In de tabellen worden enkel de respondenten wonend in het Vlaamse Gewest in rekening gebracht. De respondenten uit het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest worden dus buiten beschouwing gelaten.

In document Survey Samenleven in Diversiteit 2017 (pagina 175-178)