7. Discussie
7.3 Suggesties voor verder onderzoek
In dit onderzoek is gekozen voor een kwantitatieve benadering omdat de opdrachtgever
behoefte had aan een onderzoek dat een breed overzicht kon bieden van kenmerken van
digitale en print communicatiemiddelen. Dit houdt echter in dat er niet uitgebreid kon worden
ingegaan op bijvoorbeeld het onthouden van de informatie in digitale en papieren versies.
Het onthouden van informatie is complex en omvat vele elementen die mogelijk met een
vragenlijst niet of moeilijk achterhaald zouden kunnen worden. Hierbij valt te denken aan
bekendheid met de slogan van een organisatie of de doelstellingen, maar ook gebeurtenissen
die er plaats vinden, die in meer of mindere mate voor een werknemer van belang zijn om
kennis van te hebben. Een experiment is hierbij een betere optie, omdat men specifiek in kan
gaan op boodschapkenmerken zoals lengte, complexiteit, medium, soort boodschap en
dergelijke. Om inzicht te krijgen in factoren die betrekking hebben op het onthouden van
informatie bij interne communicatiemiddelen kan in de toekomst verder onderzoek worden
verricht. Zie voor gebruik van tekstuele elementen die van invloed zijn op het lezen van
boodschappen in digitale nieuwsbrieven bijvoorbeeld Schuring (2006). Enkele deelnemers
aan het onderzoek gaven in de toelichting aan dat zij informatie beter en sneller onthouden
wanneer zij deze van papier lezen. Het kan dus bijzonder interessant zijn om hier verder
onderzoek naar uit te voeren. Men moet echter rekening houden met het feit dat uitkomsten
vertekend zullen zijn bij een onderzoek als dit. Mogelijk doen deelnemers beter hun best
bepaalde dingen te onthouden, omdat ze weten dat er een onderzoek wordt uitgevoerd.
Daarnaast deden er aan dit onderzoek een beperkt aantal organisaties mee, die geen
representatieve weergave van de populatie vormen. Om de resultaten echt te kunnen
generaliseren is het belangrijk de resultaten uit dit onderzoek te vergelijken met resultaten uit
andere onderzoeken. Er hebben bijvoorbeeld geen organisaties deelgenomen die gelden als
groot. Deze zijn niet bereid gevonden om deel te nemen. Wanneer men een onderzoek naar
interne communicatie zou willen uitvoeren binnen zo’n organisatie, kan daar ook een apart
onderzoek naar worden verricht. Men kan op deze manier beter de resultaten afstemmen op
de organisatie in het bijzonder, in plaats van te zoeken naar een algemeen overzicht zoals bij
dit onderzoek de bedoeling was.
Een andere suggestie voor verder onderzoek is het kiezen van een andere theorie als
basis. Men kan door het kiezen van een andere theorie als uitgangspunt weer nieuwe
elementen op het spoor komen die ook van belang zijn voor de afstemming van interne
communicatiemiddelen op medewerkers in een organisatie. Voor een compleet overzicht van
de elementen die te maken hebben met interne communicatie zouden diverse onderzoeken
moeten worden vergeleken in een meta-analyse.
Ook kan in toekomstig onderzoek worden gekeken naar andere vormen van interne
communicatie, die vanwege de context van dit onderzoek verder niet zijn behandeld.
Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld bijeenkomsten, inspraaklunches en dergelijke waarbij
er directe communicatie mogelijk is tussen medewerkers en leidinggevenden. Zo zijn er nog
legio andere mogelijkheden. Het probleem bij het onderzoeken van dergelijke face-to-face
communicatie is echter dat de relaties tussen mensen van invloed kunnen zijn op bijvoorbeeld
de effectiviteit van de communicatie en er zijn andere factoren van invloed op deze soort
interne communicatie. Dit is aan de toekomstige onderzoeker.
Literatuur
Aker, E. van den (2003). Nieuws in een apenstaart. Nieuwsoverdracht via e-mail: theorie
versus praktijk [Elektronische versie]. Master's thesis, Rijksuniversiteit Groningen.
Opgehaald 29 mei 2006 van www.let.rug.nl/alfa/scripties/EsraVanDenAker.html
Boon, A.M.C. (2005). Master Thesis: Perceptions of business customers on promotionele e-
mail: investigating its influence on the relationship quality [Elektronische versie].
Amsterdam, NL: Vrije Universiteit.
Borsese, A., McDowall, R.D., &Andrade, J.M. (2003). Communication: the essential factor
when implementing management systems [Elektronische versie]. Accuired Quality
Assurance 8, 2-12.
Centraal Bureau voor Statistiek (2006). Tabel ICT-gebruik bedrijven 2004, naar
bedrijfsgrootte. Opgehaald op 20 april 2006 van
http://statline.cbs.nl/StatWeb/table.asp?STB=T&LA=nl&DM=SLNL&PA=71075ned
&D1=0-12&D2=a&HDR=G1
Compeau, D.R., & Higgins, C.A. (1995). Computer self-efficacy: development of a measure
and initial tests. MIS Quarterly 23(2), 189-211. Zoals geciteerd in Venkatesh, V.,
Morris, M.G., Davis, G.B., & Davis, F.D. (2003). Originele versie van het document
niet toegankelijk.
Coyle, K. (2006). Managing technology. One word: digital [Elektronische versie]. The
Journal of Academic Librarianship, 32(2), 205-207. Opgehaald op 12 september
2006 van http://www.kcoyle.net
Dennis, A.R., & Valacich, J.S. (1999). Rethinking media richness: towards a theory of media
synchronicity [Elektronische versie]. HICSS-32. Proceedings of the 32nd Annual
Hawaii International Conference on System Sciences, 1999 (1). Opgehaald op 1 juni
2006 van http://csdl2.computer.org/comp/proceedings/hicss/1999/0001/01/0001
1017.PDF
Dillon, A. (1990). The human factors of hypertext [Elektronische versie]. International forum
on information and documentation, 15(4), 32-38.
Driel, H. van (2002). Digitaal communiceren. Amsterdam, NL: Boom.
Haas, E. de. (2001). Op zoek naar richtlijnen voor het schrijven van een elektronische
nieuwsbrief. Een verkennend kwalitatief onderzoek naar mediakenmerken en
functionaliteit (Doctoraalscriptie Nederlandse Taal- en Letterkunde RuG 2001).
Overgenomen uit Van den Aker (2003); oorspronkelijke versie van het document niet
toegankelijk.
Heeren, E., Verwijs, C., & Moonen, J. (1998). Guidelines for media selection. Proceedings of
ED-MEDIA/EDTELECOM, 1998, University of Twente, Enschede. Opgehaald op 29
mei 2006 van www.eric.ed.gov/sitemap/html_0900000b80096a2c.html
Heijnen, I. (2005). Achter het scherm. Interne communicatie.
Herlé, M. (1996). Bladen maken. Periodieken in de bedrijfscommunicatie. Houten, NL: Bohn
Stafleu Van Loghum.
Hooijmans, L.A.M. (1999). Na papieren regen komt digitale zonneschijn (2). Facto. 9, 16-17.
Hurme, P. (1999). Interactivity in web sites of medical support organizations in Finland
[Elektronische versie]. Paper presented at the Convention of the National
Communication Association Chicago, November 4-7, 1999
ICT-barometer, Ernst&Young (2006). Persoonlijk contact met klanten verdwijnt door e-mail.
Opgehaald op 21-4-2006 van www.ict-barometer.nl
Jackson, N. (2004). Escaping the straitjacket: UK MP’s and their e-newsletters [Elektronische
versie]. Aslib proceedings: new information perspectives. 56(6), 335-343. Opgehaald
op 11 april 2006 van http://www.emeraldinsight.com/insight/viewcontentservlet?file
name=/published/emeraldfulltextarticle/pdf/2760560602.pdf
Jones, Q., Ravid, G., & Rafaeli, S. (2004). Information Overload and the Message Dynamics
of Online Interaction Spaces: A Theoretical Model and Empirical Exploration
[Elektronische versie]. Information systems research, 15(2), 194-210. Opgehaald op
1 juni 2006 van http://modiin.njit.edu/docs/isrpaper.pdf
Lenares, D. (1999). Faculty use of electronic journals at research institutions. In Proceedings
of the 9
thnational conference of the association of college & research libraries.
[Elektronische versie]. Opgehaald op 2 mei 2006 van
http://www.ala.org/ala/acrl/acrlevents/lenares99.pdf
Liu, Z. (2005). Print vs. electronic resources: a study of user perceptions, preferences, and
use. [Elektronische versie]. Information processing and management, 42 (2006), 583-
592.
Moor, W. de (1997). Grondslagen van de interne communicatie. Houten/Diegem: Bohn
Stafleu van Loghum.
Nielsen Norman Group: email newsletter usability. Samenvatting opgehaald op 18 mei 2006
van http://www.nngroup.com/reports/newsletters/. Originele rapport niet
toegankelijk.
Ramirez, A., Walther, J.B., Burgoon, J.K., & Sunnafrank, M. (2002). Information-seeking
strategies, uncertainty, and computer-mediated communication. Toward a conceptual
model. Human Communication research, 28(2), 213-228.
Robert, L.P. & Dennis, A.R. (2005). Paradox of richness: A cognitive model of media choice
[Elektronische versie]. IEEE transactions on professional communication, 48(1), 10-
21. Opgehaald op 1 juni 2006 van http://ieeexplore.ieee.org/xpl/freeabs_all.jsp?isnum
ber=30404&arnumber=1397904&count=13&index=1
Roode, H.A. de (1989). Public relations. Interne en externe communicatie voor organisatie
en beleid. Deventer, NL: Kluwer.
Schroevers, S. (2004). De communicatieafdeling en de keuze van de communicatiemiddelen.
Kluwer, NL.
Schuring, M.M.G. (2006). Op moment van schrijven nog in ontwikkeling. Scriptie ter
afronding van de Master-opleiding, Universiteit Twente, Enschede.
Siebenberg, T.R., Galbraith, B., & Brady, E.E. (2004). Print versus electronic journal use in
three Sci/Tech disciplines: What’s going on here? [Elektronische versie]. College &
Research libraries, 65(5), 427-438.
Stokkermans, I.T.M. (2006). Op moment van schrijven nog in ontwikkeling. Scriptie ter
afronding van de Master-opleiding, Universiteit Twente, Enschede.
Treviño, L.K., Webster, J., & Stein, E.W. (2000). Making connections: complementary
influences on communication media choices, attitudes, and use [Elektronische
versie]. Organization Science, 11(2), 163-182.
Venkatesh, V., Morris, M.G., Davis, G.B., & Davis, F.D. (2003). User acceptance of
information technology: toward a unified view [Elektronische versie]. MIS quarterly,
27(3), 425-478. Opgehaald op 1 juni 2006 van
http://www.cis.gsu.edu/~ghubona/info790/VenkEtAlMIQ03.pdf
Waal, E. de, & Schoenbach, K. (2004). The impact of online vs. print newspapers on the
structure of the public agenda [Elektronische versie]. Opgehaald op 1 juni 2006 van
www.unl.edu/WAPOR/Upcoming%20Conferences/ Phoenix/Papers/dewaal.doc -
In document
Verschillen in effecten tussen digitale en papieren interne communicatiemiddelen
(pagina 80-85)