• No results found

Praten over suïcidaliteit is noodzakelijk om de ernst van het verlangen naar zelfmoord in te schatten. Daarnaast helpt het de suïcidale persoon ook om zijn of haar gedachten omtrent zelfdoding te ordenen en het isolement te doorbreken. In dit onderdeel lees je meer over

Waarom

Het bevragen van suïcidale gedachten is de enige manier om het suïciderisico te detecteren en tijdig hulp te kunnen bieden of inschakelen. Bovendien biedt dit de suïcidale persoon de mogelijkheid om open te spreken over zijn of haar suïcidegedachten en de wanhoop die hij/zij ervaart. Op deze manier wordt erkenning gegeven aan de gedachten en gevoelens die de suïcidale persoon bezighouden. Wanneer hier open en begripvol op wordt ingegaan (zie ook de basisprincipes in Deel 1 - Inleiding), is dat vaak een enorme opluchting voor mensen die met deze gedachten worstelen (Biddle et al., 2013). Hoewel onderzoek aantoont dat praten over zelfmoordgedachten niet makkelijk is voor suïcidale personen (O’Mara, Hill, Cunningham, & King, 2012), zal je iemand niet aanzetten tot zelfmoord of op gedachten brengen door ernaar te vragen (Dazzi, Gribble, Wessely, & Fear, 2014;

Gould et al., 2005). De meeste suïcidale personen geven aan dat ze bereid zijn om over hun zelfmoordgedachten te praten met een hulpverlener als die ernaar zou vragen (O’Mara et al., 2012).

Wanneer

Gezien het wisselende verloop van het suïcidale proces en het verhoogde risico op zelfdoding in de volgende situaties, bevelen we aan om de aanwezigheid van zelfmoordgedachten zeker actief te bevragen (Brown, 2000; Carroll, Metcalfe, & Gunnell, 2014; Hawton et al., 2015; Zahl & Hawton, 2004):

• Bij een eerdere suïcidepoging

• Bij suïcidale uitingen of dreigingen

• Bij waarschuwingssignalen

• Bij personen met een verhoogd risico

• In psychische crisissituaties

• Tijdens transitiemomenten in een lopende behandeling

• Bij onverwachte veranderingen, een gebrek aan verbetering of een verslechtering in het klinische beeld van een psychische aandoening

Hoe

De volgende tips kunnen helpen om het gesprek over de zelfmoordgedachten op een open manier aan te gaan.

Wat werkt:

• Rustig en open praten over zelfdoding en over het verlangen om te sterven. Denk hierbij aan het inschatten van het acute suïciderisico.

• Luisteren en proberen te begrijpen wat de suïcidale persoon beleeft.

• Erkenning geven voor de gevoelens die de hulpvrager op dat moment ervaart.

• Inzicht geven door motieven te bevragen en ambivalentie te bespreken.

• Zorgbehoeftes bespreken, uitleg geven over welke hulp mogelijk is en (indien je zelf geen verdere hulp kan bieden) aanmoedigen om contact te zoeken met meer gespecialiseerde hulp.

• De hulpvrager laten ventileren: ruimte laten om gevoelens van hopeloosheid, kwaadheid, verdriet, onmacht, ... te uiten.

• De omgeving oproepen om een vangnet rond de suïcidale persoon op te bouwen en hen daarin de nodige ondersteuning bieden.

Wat werkt niet:

• Veroordelen van de gedachten, de gevoelens en/of het gedrag van de hulpvrager.

◦ “Daar mag je niet aan denken.”

◦ “Dat lijkt me wat overdreven, zelfmoord is geen oplossing.”

• Meteen positieve zaken aangeven.

◦ “Maar we hebben de laatste tijd toch veel vooruitgang geboekt?”

◦ “Maar de laatste keer vertelde je nog zo enthousiast over …”

• Onmiddellijk oplossingen aandragen.

◦ “Ga er eens tussenuit, dan voel je je vast al een stuk beter.”

• Valse hoop geven, of beloftes doen die je niet kan nakomen.

◦ ”Ik beloof dat ik er met niemand anders over zal praten.”

◦ “Ik ga al je problemen oplossen.”

• De persoon proberen overtuigen om verder te leven voor de omgeving (partner, kin-deren, ouders…) of de persoon erop wijzen wie hij of zij achterlaat.

◦ “Je kan je kinderen toch niet zomaar achterlaten?”

◦ ”Denk eens aan je ouders, dat kan je hen toch niet aandoen?”

Het is echter niet altijd makkelijk om uit het niets over een gevoelig onderwerp als zelfmoord te beginnen praten. Soms kan het helpen om te vertrekken vanuit een concrete observatie, bijvoorbeeld vanuit eventuele signalen die je opgevangen hebt.

Voorbeeldvragen:

• “Je zegt dat je het niet meer ziet zitten, bedoel je hiermee dat je aan zelfmoord denkt?”

• “Als je zegt dat het niet meer hoeft voor jou, bedoel je dan dat je liever dood zou zijn?”

• “Je zegt dat ‘alles’ niet meer gaat, zie je ook het leven niet meer zitten? Denk je dan aan zelfmoord?”

Zijn die signalen niet zichtbaar, maar heb je als hulpverlener toch een vermoeden van de aanwezigheid van suïcidale gedachten, dan kan je ook op een minder directe manier de toestand van de hulpvrager bevragen.

Voorbeeldvragen:

• “Hoe gaat het met je?”

• “Hoe zie je het nu verder?”, “Hoe zie je de toekomst op dit moment?”, “Zie je voor jezelf nog enige toekomst?”

• “Heb je weleens het idee dat het leven niet meer de moeite waard is?”

• “Denk je weleens aan de dood? Wat zijn dat voor gedachten?”

• “Denk je weleens dat je een einde aan jouw leven zou willen maken?”

Wanneer de hulpvrager bevestigt dat hij of zij aan zelfmoord denkt, is het belangrijk om stil te staan bij hoe dat voelt voor de hulpvrager. Volgende vragen kunnen daarbij helpen:

• “Hoe is het voor jou om aan zelfmoord te denken?”

• “Hoe voelt het voor jou om erover te spreken?”