• No results found

De ouders van een jonge suïcidepoger kunnen een rol spelen bij het in kaart brengen van de context van het suïcidale gedrag van de jongere, maar kunnen ook een meer actieve rol spelen in de opvolging van de jongere. Daarnaast kunnen ouders ook zelf nood hebben aan ondersteuning, want een suïcidepoging van een kind heeft vaak ook op de andere gezinsleden een grote impact. De ouders van een jonge suïcidepoger beschikken vaak over veel achtergrondinformatie die van belang kan zijn bij het inschatten van het huidige suïciderisico en het zoeken naar de juiste interventie.

Het betrekken van ouders kan echter enkel mits toestemming van de jongere, dus het is van belang dat de jongere hiertoe gemotiveerd en aangemoedigd wordt. Bespreek, mits toestemming van de jongere, de suïcidepoging met de ouders van de jongere en eventuele andere betrokken hulpverleners (bv: psycholoog of huisarts). Vraag de ouders, liefst in het bijzijn van hun kind, naar hun inzichten in, en verklaringen voor het suïcidale gedrag van hun dochter of zoon. Als leidraad voor dit gesprek kan KIPEO-O gebruikt worden (zie

‘Ondersteunde tools en diensten’ verder in dit deel).

Wees bedacht op ernstige gezinsconflicten (mishandeling, misbruik) die mogelijk van invloed zijn op het suïcidale gedrag. Ook in dergelijke omstandigheden is het echter van belang de ouders bij de zorg te betrekken. Bevestig de ouders in hun ouderlijke rol en draag bij aan de ouderlijke betrokkenheid. De ouders dienen de regie over het gedrag van hun zoon of dochter te herwinnen. Bovendien zal de jongere meer bereid zijn om in te gaan op verdere hulpverlening wanneer de ouders een positieve houding hebben ten opzichte van hulpverlening (Hulten, Wasserman, & Hawton, 2000).

De ouders van een jonge suïcidepoger kunnen ook een belangrijke rol spelen in de verdere opvolging. De ouders zijn immers vaak degenen die het eerst kunnen ingrijpen bij een suïcidale crisis van hun kind. Licht de ouders in over het gevaar op herhaald suïcidaal gedrag, uitlokkende omstandigheden (zie Deel 1 - Inleiding), waarschuwingssignalen (zie Deel 2 - Detectie) en de rol van alcohol en drugs bij het intensiveren van het suïcidale gedrag. Maak afspraken met de ouders omtrent de veiligheid van hun kind. Benadruk dat eventuele middelen om zelfmoord te plegen zo weinig mogelijk toegankelijk mogen zijn voor de jongere en dat de jongere zeker in de eerste weken na de poging niet alleen gelaten mag worden. Zorg voor overeenstemming over het belang van een behandeling en maak een afspraak voor een vervolgcontact op korte termijn of zorg dat de huisarts deze rol kan opnemen. Zorg ervoor dat de ouders in crisissituaties een betrokken hulpverlener kunnen bereiken, dit kan de hulpverlener zijn die instond voor de eerste opvang, maar ook de huisarts kan hierin een rol spelen.

Belangrijk hierbij is dat er gepeild wordt naar de draagkracht van de ouders om deze rol op

bovenop. We bevelen dan ook aan om na een suïcidepoging van een kind sensitief te zijn voor de emotionele impact die dit heeft op de ouders en om aangepaste psycho-educatie en ondersteuning aan ouders te bieden.

Op Zelfmoord1813 vind je meer informatie voor ouders van suïcidale kinderen (https://

www.zelfmoord1813.be/ik-ben-bezorgd-om-iemand/voor-ouders-van-su%C3%AFcidale-kinderen). Het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen is bezig met een onderzoek naar de noden van ouders van suïcidale kinderen en zal op basis van de resultaten van dit onderzoek een tool ontwikkelen ter ondersteuning van deze ouders. Voor meer informatie over dit onderzoek, zie: http://www.hig.be/nl/nieuws/opvoedingsondersteuning-aan-ouders-met-suicidale-jongeren.

Vervolgzorg

Wat de vervolgzorg voor de jongere betreft, is er geen bewijs dat een klinische opname effectief is in de reductie van suïcidaal gedrag bij adolescenten (Brent, 2009; Pompili, M., Innamorati, M., Girardi, P., Tatarelli, R., & Lester, 2010; Shaffer, Pfeffer, & Work Group on Quality Issues, 2001). Probeer in eerste instantie dus te bekijken of ambulante hulpverlening, eventueel gecombineerd met thuisbegeleiding, mogelijk is. In sommige gevallen kan het echter aangewezen zijn om suïcidale jongeren klinisch op te nemen, of dagbehandeling aan te bieden. Een psychiatrische opname is te overwegen als de jongere ernstige psychiatrische problemen vertoont, elk contact met hulpverlening afweert en niet bereid of in staat is afspraken te maken over veiligheid. Een opname is eveneens aanbevolen wanneer er sprake is van een persisterende doodswens waarbij geen ambivalentie waar te nemen is. Een derde reden voor opname kan zijn dat de ouders onvoldoende in staat zijn in de thuissituatie de benodigde veiligheid te garanderen. Soms kan een opname helpen om het gezin even te ontlasten en de gezinssituatie de kans te geven te herstellen. In de praktijk blijkt dat in veel gevallen de suïcidaliteit binnen enkele dagen zodanig vermindert dat na een grondige evaluatie tot ontslag kan worden overgegaan. Ook na een opname is het echter belangrijk dat er ambulante hulpverlening voorzien wordt die zo snel mogelijk opgestart kan worden.

Informeer de ouders en jongere over de mogelijkheden tot verdere hulp. Voor jonge suïcidepogers en hun ouders werd een specifieke toolkit met psycho-educatieve materialen ontwikkeld onder de noemer On Track Again. Deze toolkit bevat een folder voor jonge suïcidepogers, een folder voor hun ouders, een website voor jongeren (www.ontrackagain.

be) en een app. Meer informatie over deze toolkit vind je hier: https://www.zelfmoord1813.

be/opvang-van-suicidepogers/toolkit-voor-jonge-suicidepogers. De app On Track Again wordt bij voorkeur onder begeleiding van een hulpverlener gebruikt.

AANBEVELINGEN

Specifieke aanbevelingen bij jonge suïcidepogers:

• Ga zo snel mogelijk een gesprek aan met de jongere om het suïciderisico in te schatten en het suïcidale gedrag verder te

onderzoeken. Het instrument KIPEO kan als leidraad dienen voor dit gesprek.

• Start zo snel mogelijk verdere hulpverlening op.

• Betrek de ouders bij het in kaart brengen van de suïcidaliteit, het opvolgen en het ondersteunen van de jongere.

• Ga na of de ouders zelf nood hebben aan ondersteuning.