• No results found

Stuur- en monitordata

In document Jaarrekening en (pagina 21-24)

In 2020 zijn opnieuw verschillende stappen gezet om meer stuur- en monitordata op een effectieve en

gebruiksvriendelijke manier beschikbaar te stellen. De ontwikkeling van de tweede fase van het onderwijsdashboard nadert zijn afronding (de verwachte oplevering is medio 2021). Dit betreffen de cijfers met betrekking tot de KPI’s over studiesucces die worden gemonitord in de planning- en controlcyclus. De definities van de KPI’s en het dashboard zijn volledig op elkaar afgestemd. Dat verbetert de kwaliteit van de informatievoorziening verder, aangezien zo op verschillende plekken en momenten eenduidige data worden gegenereerd.

In 2020 is een aantal nieuwe rapportages beschikbaar gekomen met dynamische data die het monitoren van de voortgang van studenten gedurende het studiejaar mogelijk maken. Dit is onderdeel van de eerder ingezette beweging om de focus te verleggen van statische data voor verantwoording achteraf in de planning- en controlcyclus naar meer dynamische data voor tijdige bijsturing gedurende het studiejaar. Daarnaast is een (eveneens dynamische) rapportage met aanmeld-, annuleer- en exitgegevens ontwikkeld. Een rapportage die de redenen van (aankomend) studenten inzichtelijk maakt om hun aanmelding in te trekken of hun studie te beëindigen. De eerste resultaten van het onderzoek hiernaar worden in 2021 verwacht.

De ontwikkeling van een hogeschoolbrede onderwijsevaluatiesystematiek met behulp van de applicatie DiCe is in 2020 vergevorderd. Na een pilot zijn vanaf september 2020 de applicatie en een aantal specifieke vragenlijsten

hogeschoolbreed beschikbaar gekomen. De afronding van het project is gepland voor zomer 2021.

2. Onderwijs

2.6.2 Studiesucces

Resultaten 2020

Het is zeker dat de coronasituatie invloed heeft gehad op het studiesucces van afgelopen studiejaar 2019-2020. Maar we weten niet hoe precies en in welke mate. Daardoor is het moeilijk om de studiesuccescijfers volledig te duiden. Om die reden is er in 2020 ook niet over de hogeschoolbrede norm voor de rendementsmaten gerapporteerd. Enkele aanvullende gegevens kunnen wel verder inzicht geven in het beeld.

Propedeuse

Zoals verwacht is hogeschoolbreed de KPI Uitval na een jaar gedaald (van 43,4 naar 32,1 procent). Het feit dat er geen negatieve BSA-adviezen zijn uitgegeven, speelt hierbij een rol. De KPI BSA-rendement (positief studieadvies) is gedaald (van 51,1 naar 31,2 procent). De helft van de studenten heeft in plaats van een negatief studieadvies een zogenoemd corona-advies ontvangen, waarmee ze zich konden herinschrijven. Zij hadden minder dan 50 studiepunten. Het merendeel van de resterende studenten bestaat uit februaristakers: studenten die voor 1 februari hun opleiding hebben beëindigd en daarmee ook de mogelijkheid hebben tot herinschrijving. Het gemiddeld aantal studiepunten over het gehele jaar is lager dan vorig jaar: vooral in blok 3 en in mindere mate in blok 4 werden minder punten behaald, in blok 5 was sprake van een beperkte inhaalslag.

Hoofdfase

De KPI Rendement herinschrijvers6 is licht gestegen (van 57,9 naar 59,6 procent). Het aandeel langstudeerders

(studenten die 2 jaar of langer dan de nominale studieduur staan ingeschreven) is gedaald, in lijn met het resultaat van de KPI. Dit geldt ook voor het aandeel studievertragers (die precies 1 jaar langer dan de nominale duur staan ingeschreven).

Het studiesucces van studenten in de afstudeerfase lijkt afgelopen jaar niet erg te zijn beïnvloed door de coronasituatie.

1 februari-regeling

In studiejaar 2019-2020 konden studenten die het jaar daarvoor hun opleiding voor 1 februari hadden gestaakt, zich voor het eerst opnieuw inschrijven bij dezelfde opleiding. Een klein deel van deze februaristakers heeft gebruikgemaakt van dit recht op herinschrijving (9,1 procent). Aan het einde van het jaar heeft 26,7 procent van deze groep een positief advies ontvangen tegenover 39,7 procent van de reguliere populatie. Als groep scoren zij dus wat minder goed. Gezien hun geringe aantal vormen zij geen groot risico voor het studiesucces van De Haagse Hogeschool.

2.7 Student

Studentenwelzijn (in tijden van corona)

Het thema studentenwelzijn is door de coronacrisis nog nadrukkelijker in beeld gekomen. Denk aan het belang van sociale verbinding met medestudenten en de opleiding, en een goede start voor eerstejaarsstudenten. Niet voor alle studenten zijn de omstandigheden thuis geschikt om rustig te studeren en toetsen te maken. Denk daarbij vooral aan internationale studenten, jonge alleenstaande ouders, mantelzorgers en studenten met een functiebeperking. Naarmate de lockdown langer duurt, krijgen steeds meer studenten klachten.

De Haagse Hogeschool heeft ingezet op studentenwelzijn door docenten en docentbegeleiders te voorzien van instrumenten om betekenisvol contact met studenten te onderhouden. Opleidingen hebben extra veel geïnvesteerd in individuele aandacht voor hun studenten. Voor studenten zijn veel zaken gerealiseerd, zoals blogs van

studentenpsychologen met tips hoe om te gaan met deze situatie en laagdrempelige supportsessies bij een studentenpsycholoog. Ook zijn steeds voldoende studieplekken op De Haagse Hogeschool beschikbaar gesteld en konden studenten zo nodig online toetsen op locatie maken. Voor studenten in acute financiële nood door corona zijn de doelstelling en mogelijkheden van het noodfonds van De Haagse Hogeschool uitgebreid. Het fonds is aangevuld dankzij een gift van Fonds Laan van Meerdervoort en een crowdfundingactie onder medewerkers en alumni van De Haagse Hogeschool. Om studenten met geldzorgen beter bij te staan, is met het Jongeren Informatie Punt (JIP) een afspraak gemaakt voor een proef om in-house een “geldspreekuur” voor studenten te openen.

In 2020 is een beleidsmedewerker geworven die zich specifiek met studentenwelzijn en sociale veiligheid bezighoudt.

Studentenpsychologen

De studentenpsychologen hebben hun dienstverlening voor een belangrijk deel online geleverd. Doordat we vorig jaar extra hebben geïnvesteerd, is de wachttijd voor individuele gesprekken structureel lager dan in voorgaande jaren: van 1 à 2 weken in rustiger tijden naar 3 tot 4 weken in piekperioden. Opvallend is dat dit jaar meer studenten zijn aangemeld bij de studentenpsychologen, na doorverwijzing door de studentendecaan, maar dat het aantal gesprekken licht is teruggelopen. Het aantal no-shows blijft hoog en vraagt om voortdurende aandacht.

Er worden 13 verschillende trainingen verzorgd, deels in het Engels, gericht op het omgaan met psychische belemmeringen die de studie in de weg zitten. Nieuw zijn de trainingen ACT en Ontpiekeren. In totaal hebben 275 studenten hiervan gebruikgemaakt, iets meer dan vorig jaar. Dat ondanks corona en dankzij veel extra communicatie.

Tot slot hebben we een online preventieprogramma beschikbaar gemaakt, waar studenten zelf gericht kunnen werken aan hun vitaliteit.

Decanaat

Vanaf 16 maart 2020 hebben alle gesprekken met studenten telefonisch en via Teams plaatsgevonden. Dit heeft veel impact gehad op de wijze van gespreksvoering. Ook werd er door corona een extra beroep gedaan op de studenten-decanen: meer vragen, maar ook complexere vraagstukken. Door alle maatregelen omtrent COVID-19 ontstond er meer regelgeving, waarover studenten via de studentendecanen om uitleg vroegen. Daarnaast zijn er studenten die moeite hebben met de online lessen en toetsen, wat zorgt voor studievertraging en problemen op het gebied van welbevinden.

Het decanaat neemt deel aan de ketenoverleggen binnen de faculteiten en aan de daaruit voortvloeiende overleggen met diverse stakeholders om samenwerking te bevorderen ten behoeve van studentenwelzijn en studeren met

belemmeringen.

Het decanaat heeft daarnaast een aantal procedures voor het aanvragen van voorzieningen vereenvoudigd en de standaardisatie van de bindende studieadviezen geëvalueerd en aangepast. Ook is geïnvesteerd in het opstellen van een blauwdruk, waarmee de koers van het decanaat voor de komende jaren is uitgestippeld.

De belasting op het decanaat is behoorlijk vergroot, zowel vanuit de vragen van studenten als door de uitgebreidere rol in de samenwerking binnen de hogeschool. Dankzij de studievoorschotmiddelen is uitbreiding van het team mogelijk gemaakt.

In document Jaarrekening en (pagina 21-24)