• No results found

Sociale fotografie, Studium generale, zomer 1982/Rijksuniversiteit Groningen

In document Engagement en de GKf (pagina 30-33)

Naoorlogse Nederlandse fotografie:

15 Sociale fotografie, Studium generale, zomer 1982/Rijksuniversiteit Groningen

reportage in boekvorm van Michel Pellanders en auteur Jeroen Terlingen over de sluiting van de Ford-fabriek in Amsterdam.15 De fotografie in dit boek bracht Hans Aarsman tot de uit- spraak dat hij niets meer moest hebben van een fotografie van ‘bedoelingen en boodschappen’. Het blad heeft niet lang bestaan. Eind jaren ’80 was het meer een blad voor kunstfo- tografie geworden.

Een ander voorbeeld is de publicatie Sociale Fotografie, eveneens uit 1982.

Dit boek was het resultaat van een verzoek in 1980 van het Gronings Foto Kollektief aan de Commissie voor het Studium Generale van de Rijskuniversiteit Groningen om een serie te organiseren over het thema ‘Sociale Fotografie’.

Het verzoek resulteerde in een lezingenserie, een workshop en de hiervoor genoemde publicatie. Het boek lezend is duidelijk uit welke hoek het komt. Het staat bol van het links- activistisch proza en men verdedigt de ‘bewuste keuze voor

een bepaald onderwerp, opname, kader, afdrukverwerking, vorm, sequentie, context en gebruik van foto’s’ met het argu-

ment dat de politieke keuze die de fotograaf maakt als uitein- delijk doel heeft de verbetering van de eigen situatie en die van anderen. Uitgewerkt zijn reportages over ‘The horror of

Bloody Brixton’, de ramp bij Aagrunol, de sluiting van bedrijven

als de Domo melkfabrieken in Groningen en de Ford-fabriek in Amsterdam.-

Begin jaren tachtig werden er nieuwe posities ing- enomen ten aanzien van geëngageerde fotografie. Zo ging een fotograaf als Oscar van Alphen (GKf) zich meer richten op het ‘conceptueel engage- ment’.

Een goed voorbeeld hiervan is Het moment voorbij uit 1982. Boek en installatie werden opgebouwd

uit een collage van foto’s en tekstfragmenten die op indirecte wijze verwezen naar ‘terreur van het kapitalisme en de consumptiemaatschappij’ waar de westerse wereld zich schuldig aan zou maken. Van Alphen liet met het project blijken dat hij geen heil meer zag in het ‘toedichten van schoonheid aan de actualiteit’.

Halverwege de jaren tachtig gaat het engagement over in een soort empathie met het lijden van de mens. Met de postmoderne en poststructuralis- tische cultuurkritiek verloren einde van de jaren tachtig begrippen als ‘werkelijkheid’ en ‘objectiv- iteit’ aan betekenis.

Binnen de westerse cultuur gaat de mens zich steeds meer als een superieur wezen voordoen. Kunst en wetenschap worden hieraan gerelateerd. De blik van de westerse mens wordt verdacht, im- mers was gebleken dat deze ‘onlosmakelijk ver- bonden was met onderdrukking en uitbuiting’. Deze ontwikkelingen zijn ook voor de leden van de

31

GKf erg bepalend. De nieuwe en de oude generatie fotografen komen in denkbeelden over bijvoor- beeld documentaire fotografie tegenover elkaar te staan.

-Ad van Denderen (1943 - ) voelt de nieuwe omslag binnen de fotografie aan en maakt in 1991 het boek Welkom in Suid-Afrika. Hierin geeft hij een brede kijk op de apartheid. Zonder direct geweld in beeld te brengen weet hij toch goed te laten zien wat er op dat moment speelt tussen de blanken en zwarte Afrikanen. Wel spreekt Van Denderen in zijn boek een duidelijke voorkeur uit richting de zwarte bevolking. ‘Hij

schroomt er niet voor om stereotypen neer te zetten en heeft in zijn boek ‘nog altijd de hoop dat het nog goed zal komen’.

Kadir van Lohuizen (1963 - ) koestert begin jaren negentig niet langer hoop dat het allemaal nog wel goed zal komen. In ver- schillende projecten laat hij zien wat er gebeurd in de wereld maar met de bittere ondertoon dat hij niet verwacht dat men nog deel wil nemen aan het onrecht.

‘….Het is een paradoxaal gegeven dat de westerse mens vandaag de dag steeds meer van de wereld te zien krijgt, maar het steeds moeilijker voor hem wordt om betrokken te zijn en daadwerkelijk ergens aan deel te nemen…’-

Met het verdwijnen van politieke en sociale ide- alen is in de jaren negentig het privé-leven in

toenemende mate het aandachtsgebied van kunstenaars, fotografen en tv-programmamakers geworden. Fotografen worden van af dat moment teruggeworpen op zichzelf en zijn gedwongen om zich vanuit een subjectieve stellingname te en- gageren met de medemens.

Halverwege de jaren negentig krijgt het ‘persoon- lijke engagement’ een nieuwe uitwerking door het boek van GKf lid Bertien van Manen.

In 1994 komt zij met het boek A hundred sum- mers, a hundred winters. Haar boek gaat over Rus- land en geeft een beeld van de ‘gewone’ Russische mens. Gewapend met kleine cameraatjes maakte van Manen intieme portretten waarbij de mensen haar heel dichtbij lieten komen. Toch werd later de vraag gesteld of van Manen niet een (te) bevesti- gend beeld gaf van de Russische (arme) bevolking. In het voorgaande heb ik in het kort een beeld ge- schetst van de naoorlogse Nederlandse fotografie met nadruk op de fotografen die lid zijn of waren Kadir van Lohuizen

32

van de GKf.

Veel GKf-leden hebben een belangrijke rol hebben gespeeld in de Nederlandse fotogeschiedenis en daarvan zijn sommige nog steeds actief. De maat- schappelijke ontwikkelingen die Nederland na de oorlog heeft doorgemaakt zijn belangrijk geweest voor het engagement van de GKf fotografen. In het volgende hoofdstuk zullen er verschillende fotografen van het eerste uur aan het woord komen.

33

Hoofdstuk 3:

GKf-fotografen aan het woord

In document Engagement en de GKf (pagina 30-33)