• No results found

Merlijn Doomernik ,

In document Engagement en de GKf (pagina 82-85)

telefonisch interview op 14-12-2004

We vallen met de deur in huis. Doomernik legt uit dat hij, bij wijze van spreken tot de fotoboeren be- hoort. Hij is toegepast fotograaf en is lid van zowel de NvF als van de GKf.

Onder fotoboeren verstaat hij fotografen die in een hoge productiviteit veel fotograferen voor veel ver- schillende opdrachtgevers. Hij heeft stage gelopen bij de Volkskrant en werkt nu zelf veel voor kranten en tijdschriften. Hij maakt hoofdzakelijk portretten. Doomernik is lid is van de GKf. omdat hij het een goede club vindt. De origine is daarbij belangrijk, de traditie. Hij legt uit dat zijn moeder ook nog steeds de Volkrant leest vanuit een linkse traditie. Dat was van oorsprong een goede krant.

Zo is het met de GKf ook een beetje. Daar krijg je toch nog steeds een links gevoel bij. Niet echt vanuit een overtuiging, maar vanuit traditie. Doomernik geeft toe dat je inmiddels wel steeds meer over een mythe kan spreken.

Het lidmaatschap is Doomernik ook min of meer een beetje overkomen. Hij vertelt dat er twee mani- eren zijn om lid te kunnen worden van de GKf. De eerste manier is door aspirant-lid te worden en dan via een ballotage commissie lid te worden.

De tweede manier is, dat je wordt voorgesteld door twee leden van de GKf. Hij is lid geworden via de laatste manier. Dit betekent dat er gewoon twee leden waren die het op dat moment een beetje rustig hadden en die toen vrijwillig hebben besloten tijd te stoppen in het lid maken van Doomernik. Zo is het hem een beetje in de schoot geworpen.

“Het klink misschien een beetje nuchter, maar het is dus eigenlijk gewoon een toevalligheid geweest dat ik lid ben geworden.”

De GKf als hoeder van kwaliteit roept wat vraagtekens op bij Doomernik. Als voorbeeld neemt hij het jaarboek van de GKf.

Daar zitten toch aardig wat fotografen bij waar hij zo zijn vraagtekens bij heeft. Hij noemt het zelf hobbyfotografen die in het boek staan. Dus of ze kwaliteit behoeden…?

Als excuus voert hij aan hij dat ik me moet real- iseren dat de GKf zelf eigenlijk alleen bestaat uit een kantoor, waar één parttime medewerkster zit. Het kantoor is alleen op maandag en dinsdag geopend. De beroepsvereniging, bestaat uit het collectief van de leden. Alle bestuurstaken worden gedaan door leden van de verenging op vrijwillige basis.

Doomernik vind dat eigenlijk iedereen lid moet kun- nen worden van een beroepsverenging, als je maar beroepsfotograaf bent. In dat geval zou de GKf dus ook eigenlijk helemaal niet moeten balloteren en gewoon alle beroepsfotografen aannemen. Ik vraag hem of het lid zijn van de GKf een beves- tiging is van zijn fotografie. Hij vindt van niet. Misschien was het vroeger zo, dat kan hij zich heel goed voorstellen, maar nu is dat niet meer. Soms helpt het wel om lid te zijn, vooral bij het maken van boeken en tentoonstellingen. Toch is die inv- loed algemeen geworden en niet meer zo specifiek gericht op de GKf, vertelt hij.

83

erg relatief is geworden. Fotografen die lid worden en een goed niveau hebben bij binnenkomst zouden, volgens Doomernik, eigenlijk in de loop der jaren moeten worden blijven geballoteerd. Zo kun je echt eens kijken hoe het niveau is. Nu blijven veel fotografen nog tijden teren op werk wat ze jaren geleden hebben gemaakt, met als gevolg dat de kwaliteit bij bestaande leden ook niet erg hoog blijft. Zo behoed je kwaliteit, denk hij. Ik vraag Doomernik of hij wel eens naar de verga- deringen gaat. Hij is nog niet zo heel erg lang lid, maar hij moet toegeven dat hij nog niet naar de vergaderingen is geweest.

Hij wil wel, maar het is er nog niet van gekomen. Hij heeft het te druk met fotograferen. Ik vraag hem waarom hij dan lid is, als hij toch ook niet naar de vergaderingen gaat.

En waarom vindt hij het dan een leuke groep mensen als hij geen contact met ze heeft?

Maar hij vertelt dat er leuke projecten zijn waar hij aan mee doet die de GKf organiseert, zoals het jaarboek, waarbij iedereen een foto inlevert en de groepstentoonstellingen.

We raken aan de praat over dat er wel vijf beroeps- verenigingen voor fotografen zijn in Nederland en dat best heel veel is. Doomernik denkt dat de GKf wel de minst professionele is van het stel. Bijvoor- beeld de reclame jongens van Panl. Daar zit toch wel geld.

Die zijn rijker en bij het maken van hun foto’s is inhoud eigenlijk niet van belang. Ook de NvF is veel professioneler dan de GKf. Zij zijn ten eerste al

veel groter. Hebben advocaten in dienst en hebben een professioneel bestuur.

“De GKf had recentelijk het idee om collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekeringen te sluiten”, vertelt Doomernik.

“Maar dat kan natuurlijk bijna niet. In de GKf zitten fotografen die net boven de uitkeringsgrens zitten, maar ook zitten er jongens die goed rond kunnen komen. Het is een heel diverse club, daar kunt je niet zomaar collectieve overeenkomsten voor sluiten.”

Doomernik stelt zelf, aan de hand hiervan de vraag wat de GKf dan bindt. “In geld is er teveel ver- schil.”

Ik vertel hem dat de oude garde, in de oude inter- views zegt dat dit het linkse gedachtegoed van de GKf is, samen met de passie voor een relatief moeilijk vak, namelijk fotografie.

Hij vertelt dat dit waarschijnlijk nog steeds wel een beetje zo is. Het zou hem niet verbazen als het nog steeds voornamelijk fotografen zijn met linkse uitgangspunten die lid worden van de GKf.

Ik vertel ook dat er in de interviews wordt ges- proken van een concurrentie gevoel. Dat de oude garde vertelt dat ze nooit echt openlijk ruzie maak- ten, maar dat ze wel frustraties voelden als iemand anders er met de opdracht vandoor ging.

Doomernik is een beetje verbaasd, “dat hebben wij onderling helemaal niet. Ja, je denkt wel eens, die opdracht had ik ook wel willen doen. Of dat had ik beter gedaan, maar je gunt het elkaar.”

84

We praten verder over het bestuur. Doomernik vertelt dat het heel erg belangrijk is, wie er in het bestuur zitten.

Het zijn altijd vrijwilligers uit de leden. Deze mensen zijn bijna altijd amateurs als het gaat om besturen. Het zijn vaak mensen die op dat mo- ment niet zoveel te doen hebben als het gaat om fotografie, want als je veel werk hebt, dan heb je geen tijd om in het bestuur te gaan.

“Het zijn echt amateurs, dan gaat het bij de NvF een stuk professioneler,” zegt hij Ik vraag of de GKf dan niet groter moet worden en ook een pro- fessioneel bestuur moet nemen.

“Ja, natuurlijk moet het groter wil je professioneler kunnen worden.” Of de GKf als club er ook gezel- liger op wordt dat betwijfeld hij.

Ik maak de opmerking dat als ze groter worden het nog moeilijker is om een mate van kwaliteit te behouden.

Maar Doomernik vindt dat die kwaliteit toch al niet zo hoog is. “Als ze naar buiten toe een kwaliteit willen waarborgen, dan moeten ze dat naar binnen toe ook doen en dus, zoals ik al zei steeds hun leden blijven balloteren. Ook tien jaar later nog.” Doomernik concludeert dat het eigenlijk geen club meer is van deze tijd. Maar juist dat vindt hij er ook zo leuk aan. Bij de NvF is het niet leuk, daar zijn de vergaderingen vreselijk, vertelt hij.

Er is gewoon niet meer zoveel reden om betrokken te zijn bij een club als de GKf. De meeste doelen zijn wel behaald. Er is redelijk werk voor iedereen. Er is meer geld in omloop, meer vraag naar beeld,

dus de noodzaak om samen te spannen in een verenging is er niet meer zo erg, legt Doomernik uit. Wel vindt hij het gewoon erg gebroederlijk bij de GKf, gezellig en dat is dan misschien ook het bestaansrecht van de GKf.

Ik vertel hem dat wij als jonge fotografen op een academie eigenlijk nauwelijks horen van de GKf. De GKf wat is dat? Wie zijn dat, waar staat dat voor? Hij begrijpt dat gevoel wel.

Er zijn veel mensen die niet eens weten waar de afkorting GKf voor staat. De F van fotografie zit er niet eens in.

Toch ziet hij de GKf niet met folders langs de acad- emies gaan, dat past toch niet echt. Wel zouden ze zich meer moeten profileren en zich niet in zaaltjes achteraf moeten laten stoppen. Ze zouden wel meer moeten kunnen vertellen wie ze nu zijn en waar ze staan, denkt hij.

Dat de GKf amateuristisch is vindt Doomernik eindelijk ook wel erg leuk aan de GKf. Toch heeft dit tot consequentie dat je er als beroepserkenning weinig aan hebt. Alleen al dat ze maar twee dagen per week open zijn is al onprofessioneel.

Als je rechtsbijstand nodig hebt dan moet je eerst een halve week wachten voor je überhaupt iemand kunt bellen, vertelt hij. Om die reden moet je dus geen lid worden van de GKf.

Wat dan wel de reden is? Het gezellige sa- menkomen. Het lachen met elkaar en samen dingen doen. Ik vraag hem wanneer hij dit soort dingen dan meemaakt. “Met tentoonstellingen, bij bijeenkomsten van de aspirant leden en dat soort dingen, dan merk je het gebroederlijke heel erg.”

85

Anne-marie Trovato

,

In document Engagement en de GKf (pagina 82-85)