Op
blz. 91 heb ik over dit onderwerp een-en-ander ge-zegd, enmag
dit alzoonu
voorbygaan, vooral daarikthans niet zoozeer de spreek- en pleit-specialiteit bedoel, als wel de juristery.De mannen
van parket enbaliemeenen
aanhun
«vak»
schuldig te zyn de van-buiten geleerde regten boven hetRKGT
te stellen. Het eenvoudig-ware ishun
niet schoon genoeg, zoolang 'X niet gestaafd wordt door 'nzoogenaamd
regUjpnnc^'pe. Indien
wy
dit laatstewoord mogten
opvatten in de letterlyke beteekenis,ware
de zaak gezond.Maar
zoo bedoelt het niet de geschoolde jurist.Waarheid
ishem
niet wat is,maar wat
overeenkomtmet
de uitspraak van dezen of genen voorganger. Gelyk D. V. en T.W.
op 'nZweed,
wacht de regtsman op 'n Cujas , op 'nGrotius
, op 'n D.Meyer
of 'n ander, voorhy
zich verstout eene opinie te hebben.Hy
vraagt niet zoozeerwat
er geschiedde, alswat
er door deze of gene autoriteit over het gebeurde ge-zegd en geschreven is. Feiten zynhem
byzaak, eenwoord
IS
hem
alles. Acten gaan voor actie.En
waarhy
zich niet op personen beroepen kan, klemthy
zich aan 't behouds-plankje van een (ci^egel in regten.»Wees
verzekerd dat er op die regten en dien regel ge-woonlyk iets volgt dat niet regelregt en dikwyls nogal heelkrom
is.Want —
en hierkomen we
terug op de klagt in 't eerste hoofdstuk—
zoo 'n regtsregel isyeelMeen
dicton,118
een 9cie, een fictie, een juridische deun, «eene formule die onder valsch voorgeven van overbodigheid der redenering, de aandacht van onjuist redeneren
moet
afleiden.»De
nneeste regtsregels zyn stellingen die gemakshalve alswaar worden aangenomen
,maar
die voor dendenker bew3^s noodig hebben.Dezeneemt
zedan ook gewoonlyknietaan,voor er wèl en deugdelyk bleek dat het aangevoerd dicton ten-eerste: opzichzelf beschouwd aannemelyk is, enten-tweede:
dat het van volle toepassing kan geacht
worden
op de be-handelde zaak? Dit laatste is zelden het gevalomdat
het verschil der omstandigheden oneindig, en onsuitdrukkings-vermogen
beperkt is.De
regts-specialiteit is zoo keurig niet.Zyn
«vak» noopthem
tot eerbied voor klanken die doorgewoonte werden ver-heven tot afgoodjes, en dezelfdeman
van wienmen
in 'tdagelyks leven eenig verzet zou
mogen
verwachten tegen ongerymdheid, neemt genoegenmet
de grofste absurditeit diehem
in de gedaante van zoo 'n regel in regten wordt opgedrongen.Ik heb de voorbeelden voor 't grypen, doch zal
my
ver-genoegen
met
een paar die nog al sprekend zyn.In Frankryk
waar
de juristeryvooral nietminderweligdan elders bloeit,was
eenman
beschuldigd van kerkroof.By
ge-brek aanbewys werd
hy vrygesproken. Eenigen tyd daarnameende
de justitie den waren schuldigem-handen
tehebben,
die alzoo voor de regtbank
werd
gebragt.Onder
de getuigen a décharge verscheen de vrygesprokene.Hy
bewees de on-schuld van den beklaagde door de volledig geadstrueerde be-kentenis dat hyzelf de dader was.Hy
had de goedheid aller-duidelykst uitteleggen hoehy
het voornemen had opgevat, hoehy
zich had weten te verschuilen in de kerk, de arm-bus open te breken en z'n roof in veiligheid te brengen.Roerende openhartigheid!
Men
liethem
dan ook ongedeerd gaan. Niet uit erkentelykheid evenwel voor die gratisvoor-119
gedragen handleiding in 't stelen
werd hy
vrygelaten, o neen.De
braveman was
onschendbaar wylhy —
eenmaal vrygesproken—
onder bescherming stondvan denfanatieken eerbied voor de regts-fetiche: non bis in idem.Of
de regt-bankhem
behoorlyk bedankt heeft voor degenomen
moeite in de zaak van dien ander—
z'n compère denk ikmet
de Gazette des Trilunaux waaraan ik dit voorval ontleen—
is
my
niet gebleken.Ook
weet ik niet of er een civiele actie tegenhem
is ingesteld tot teruggave van z'n buit.Zeker is het dat
men
den dief in de gelegenheid stelde z'nhandwerk
voorttezetten.Zulke misdadige zotterny is alleen mogelyk in personen die ((levenslang))
hun
gezond verstand kluisterden aan de eischen van een ((vak.))Een
ander voorbeeld. Onlangs inLonden
bestelt zeker echtpaar by 'n voornaam juwelier eenige kostbaarheden, enmaakt
van de gelegenheid, dat 'n bediende een groeten voorraad juweelen aan hunne keuskomt
onderwerpen, ge-bruik,om
dezen tebedwelmen,
te binden,met
den doodte dreigen, enz.
De vrouw
speelde in ditdrama
dehoofd-rol.
Haar
gemaal wistmet
het gestelene aan de nasporing der policie te ontsnappen,maar
zy, gevangengenomen
en voor 'n regtbank gebragt,werd
. .. vrygesproken door de jury,
na eene schoone redevoering van haren verdediger die zich beriep op 't goddelyk ^) en menschelykvoorschrift: «datde
vrouw
harenman
onderdanigheid verschuldigdis.))De
trouwe ega had den koopmansbediende van-achter overvallen,hem
*)Goddelyk^ zoozeidekerel.
Hy
verzuimdeechteronsmedetedeelen waar dat goddelyke wetsartikel te lezen staat, Mogt iemand het wetenj dan' verzoek ikom
inhchting.Men
zie overigens over dit voorval een allergeestigst stuk in 'tHandelsblad. Ik gisdat hetnog wel eens zal aangehaald worden, by gelegenheid van debatten over 't Jury-stelsel.120
by de keel gegrepen, een doek
met
aether tegen neus enmond
gehouden, zy had geholpen aan 't knevelen, aan 'tzoekmaken van het gestolene. . . alles waar, doch: ze deed het op bevel van haren gemaal, en alzoo.. .
Doch
, zegtmen
, hetwas
eene jury diehaar vrysprak...
Dit is juist.
Maar
'twas
'n regtsman, een advoJcaat, die in z'n ^\Q\\jargon daartoe de motieven leverde.Ik
neem
noch die jury, noch onvoorwaardelykhet geheele jury-stelsel in bescherming, doch beweer dat in dit geval de schande der vryspiaak niet grooter is dan de misdaad van 't vrypleiten.Zou
't iemand die nietwas
opgegroeid in 't speciaal-vak van regtsverdraaien, in het hoofdkomen
de voorgeschreven onderdanigheid dervrouw
aantevoeren als verontschuldiging voor roof? Tot zulke afdwaling leidtalleen de speciaal-studie. Alleen 't specialismus geeft denmoed
tot zulke misdaad.Den moed
, ja!Want waar
ieder ander zich schamenzoumet
zoodanige praatjes voor den dag tekomen,
kandejurist dit ongestraftwagen
niet alleen,maar
zelfs oogst hy by zeker deel van 't Publiek lof inmet
z'n impudentie. «Datis een advokaat, zegt