• No results found

In dit onderzoek zijn de jaarverslagen van zorginstellingen onderzocht. Niet in alle gevallen was sprake van één integraal jaardocument, maar was het jaardocument opgedeeld in twee of drie verschillende stukken. De afzonderlijke stukken waren veelal het maatschappelijk verslag, de jaarrekening (met accountantsverklaring) en soms een afzonderlijke accountantsverklaring. Wanneer sprake was van één integraal document is het gehele document doorgenomen op informatie over de zorg en productie van zorg. In het geval van aparte documenten is het maatschappelijk verslag onderwerp van onderzoek geweest. Voor de selectie van zorginstellingen is gebruik gemaakt van het overzicht zorginstellingen in het onderzoek van Ernst & Young naar gedeponeerde jaardocumenten uit 2009 (Ernst & Young, 2010b). De selectie aan zorginstelling in dit onderzoek bestaat uit zowel care als cure instellingen, een overzicht van zorginstellingen naar type is weergeven in tabel 2.

Tabel 2 Overzicht zorginstellingen

Type zorginstelling Aantal instellingen in onderzoek

Percentage van totaal

Cure 50% UMC 8 16% Topklinisch 6 12% Algemeen 11 22% Care 50% GGZ 7 14% VVT 9 18% Gehandicaptenzorg 9 18% Totaal 50 100% 100%

Gezien de deponeringsplicht die zorginstellingen hebben als gevolg van de regeling WTZi, is in dit onderzoek gekozen om de jaarverslagen van de geselecteerde zorginstellingen van de

officiële website van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te halen3. Via deze

website zijn alle jaarverslagen van zorginstellingen die onder de WTZi vallen digitaal beschikbaar.

3.2 VARIABELEN

3.2.1 AFHANKELIJKE VARIABELE

Van de geselecteerde jaarverslagen is onderzocht in welke mate zij informatie over zorg en de productie van zorg bevatten. Om de hoeveelheid informatie over zorg en productie van zorg in het jaarverslag meetbaar te kunnen maken is gebruik gemaakt van de door Ernst&Young opgestelde vragenlijst met betrekking tot corporate governance in het jaarverslag van zorginstellingen (Ernst&Young, 2010a). Met behulp van deze vragenlijst zijn de jaarverslagen doorgenomen en is het mogelijk geweest om per zorginstelling tot een score te komen over de mate waarin de betreffende informatie in het jaarverslag beschikbaar is. Deze score is de afhankelijke variabele in dit onderzoek en wordt in dit onderzoek de disclosurescore genoemd.

Disclosurescore: Deze variabele is samengesteld uit twaalf subvariabelen over zorg en productie

van zorg uit de database met verzamelde gegevens. Op elk van deze twaalf subvariabelen kan een score van 0 (niet aanwezig/wordt geen informatie over verstrekt) of van 1 (wel aanwezig/wordt wel informatie over verstrekt) behaald worden. De disclosurescore is een percentage van het aantal 1 scores van een zorginstelling op de subvariabelen over zorg en productie. De twaalf (sub)variabelen waarop de disclosurescore gebaseerd is zijn opgenomen in bijlage 2 (Ernst & Young, 2010a).

3.2.2 ONAFHANKELIJKE VARIABELEN

Naast de variabelen met betrekking tot zorg en productie zijn voor de zorginstellingen een aantal algemene gegevens uit het jaarverslag opgenomen. Van deze gegevens is in dit onderzoek onderzocht is of deze variabelen van invloed zijn op de mate waarin zorginstellingen informatie over zorg en productie in het jaarverslag opnemen. Deze onafhankelijke variabelen zijn:

LNSize: Dit is de natuurlijke logaritme van het totaal aan activa in euro’s van een zorginstelling

LNResultaat: Dit is de natuurlijke logaritme van het bedrijfsresultaat in euro’s van een zorginstelling

RvBsize: De omvang van de Raad van Bestuur van een zorginstelling in aantal leden/personen

RvTsize: De omvang van de Raad van Toezicht van een zorginstelling in aantal leden/personen

Sector: Een dummyvariabele die de waarde nul (0) aanneemt indien de zorginstelling tot de care-sector behoord en de waarde één (1) aanneemt als de zorginstelling tot de cure-sector behoord

3.2.3 CONTROLE VARIABELEN

Omdat dit onderzoek een relatie onderzocht heeft waarvan van te voren weinig tot niets over bekend was, zijn geen controlevariabelen aan te wijzen waarvan uit eerdere onderzoeken hun invloed op de afhankelijke variabele al aangetoond was. Het zijn juist de variabelen waarvan in eerdere internationale onderzoeken bij profit-organisaties al aangetoond is dat zij van invloed zijn op de mate van vrijwillige informatieverschaffing, die in dit onderzoek specifiek onderzocht zijn op hun mogelijke invloed op de vrijwillige informatieverschaffing van Nederlandse zorginstellingen.

3.3 REGRESSIEANALYSE

In dit onderzoek is ervoor gekozen om de relatie tussen de afhankelijke variabele (disclosurescore) en de onafhankelijke variabelen te toetsen door middel van een lineaire regressieanalyse. Deze lineaire regressieanalyse is uitgevoerd met behulp van het statistische analyseprogramma: SPSS. Het opgestelde regressiemodel om de hypothesen te toetsen is hier weergeven:

Hx: Disclosurescore = c + β1LNsize + β2LNresultaat + β3RvBsize + β4aRvTsize + β4bSector+ ε4

Met behulp van dit model is de invloed van de onafhankelijke variabelen getoetst. Voor de eerste hypothese is de invloed van de sector van belang. Hier is getoetst of een cure-sector (score=1) zorginstellingen een hogere mate van informatieverschaffing over zorg en productie in het jaarverslag oplevert dan een care-sector zorginstelling. De onafhankelijke variabele LNsize is gebruikt om de tweede hypothese te toetsen, waarbij de relatie tussen de grootte van de zorginstelling en de mate van informatieverschaffing onderzocht is. Voor de toetsing van de derde hypothese is LNresultaat gebruikt om aan te tonen wat de invloed van het resultaat is op de afhankelijke variabele. Ten slotte is voor de vierde en laatste hypothese RvBsize en RvTsize gebruikt om een relatie aan te tonen tussen de omvang van de Raad van Bestuur, Raad van Toezicht en de informatie over zorg en productie in het jaarverslag. In het volgende hoofdstuk zullen de resultaten worden gepresenteerd en besproken.

4 c = constante

β = onafhankelijke variabele ε = residu