• No results found

Bij de schildersessie mogen ze de zaken schilderen die volgens hen net verschillend zijn tussen school en thuis of net gelijk zijn. Hieronder wordt kort een beeld geschetst van de kinderen hun eerste inbreng. Tijdens het interview/gesprek worden er nog meer verschillen en gelijkenissen opgesomd die ze niet geschilderd hebben. Ook hier neem ik hun ideeën mee bij het opstellen van de vragenlijst voor het tweede gesprek met de kinderen. Via extra vragen wordt achterhaald hoe de kinderen tegenover die verschillen en gelijkenissen tussen school en thuis staan51.

2.1 Gelijkenissen tussen thuis en school

Bij gelijkenissen tussen school en thuis hebben negen kinderen spelen en spelactiviteiten geschilderd, drie kinderen schilderden over muziek of dans, twee kinderen gaven aan dat hun taken hetzelfde waren (kuisen, helpen), vier kinderen schilderden materialen (kasten, bureau, tuin, computer), drie kinderen schilderden studeren en één kind tekende over eten.

51

Muziek/dans Taken: vegen, poetsen

Materialen: kasten, bureau, tuin,

Huisdieren Dansen

2.2 Verschillen tussen thuis en school

Zowel bij de opdracht waarbij de kinderen naar verschillen, als naar gelijkenissen tussen school en thuis zoeken, komen gelijke thema’s aan bod. Ieder kind plaatst gewoontes, gebeurtenissen en activiteiten in een ander perspectief en dat naargelang zijn of haar eigen perceptie. De thema’s die aan bod komen in de schilderijen betreffende verschillen, zijn gevarieerder in vergelijking met de schilderijen omtrent gelijkenissen, zie in hun schilderijen hieronder afgebeeld.

Drie kinderen schilderen dans of muziek, vijf kinderen tekenen rond meer vrijheid in koken, weggaan, spelen, praten en frisdrank drinken, twee kinderen tekenen iets rond spelen, vijf kinderen schilderen elektronische media: computer, laptop, IPhone en klok, vier kinderen tekenen iets omtrent slapen. Opnieuw komt eten aan bod bij één kind, één kind heeft het over huisdieren en één kind heeft het over thuistaken.

Elektronische media: computer, laptop, IPhone

Slapen Eten

Taken Vrijheid: koken, weggaan, spelen,

2.3 Positie ten opzichte van verschillen en gelijkenissen tussen thuis en school

Bij de vraag of dingen thuis en op school dezelfde of anders moeten zijn, verschillen de meningen van de Roma-kinderen.

Veertien jongeren hebben een eenduidig antwoord ‘zelfde’ OF ‘verschillend’. Vijf kinderen zijn meer genuanceerd en vinden dat sommige dingen ‘verschillend moeten zijn EN andere zaken dan weer niet’. Hun antwoord valt soms samen met hun visie omtrent regels en afspraken52. Maar voor het rapporteren neem ik hun antwoorden apart. Voor drie kinderen bleek de vraag te moeilijk.

Het is opvallend dat tweeëntwintig kinderen verschillen opsommen tussen thuis en school, die meer vrijheid en meer zelfstandigheid omvatten, terwijl er vijf kinderen effectief over geschilderd hebben.

Het is niet omdat alle tweeëntwintig kinderen verschillen opsommen die meer vrijheid omvatten, dat ze allemaal de mening delen dat die vrijere activiteiten, dingen en gewoontes effectief doorgevoerd moeten worden in de schoolse context.

2.3.1 Zelfde activiteiten en dingen

De redenen waarom bepaalde activiteiten, gewoontes en dingen volgens de kinderen dezelfde mogen zijn, zijn divers.

Zes kinderen vinden het goed dat bepaalde activiteiten dezelfde zijn thuis en op school. Wat ze op school leren of doen, kunnen ze verder zetten thuis (leren, spelen, pc-gebruik, tekenen, schilderen …). Twee kinderen geven de omgekeerde redenering. Wat ze thuis leren of doen, kunnen ze verder zetten op school (strijken, kleren mooi maken, onbezonnen zingen… ). Eén kind vertelt dat enkel één bepaalde activiteit dezelfde mag zijn, nl. voetballen omdat hij dit spel heel graag doet. Straffen zou ook hetzelfde mogen zijn volgens één van de kinderen. Naar zijn gevoel verloopt het straffen eerlijker thuis in vergelijking met school.

“Vind je dat leuk dat er dingen ongeveer hetzelfde zijn op school en thuis?” “Ja.” “Waarom vind je dat leuk?” “Als, bijvoorbeeld we hebben nu een spel uitgevonden. Het is zoals tikkertje, maar als iemand tikt dan

moet je uw hand doen…als nog iemand nog niet getikt is, dan kan die terug tikken dan is hij vrij. Dan leer ik dat aan mijn zus…dan spelen wij dat.” “Dus dingen die je leert op school kan je dan ook thuis uitproberen?” “Ja.”

Mirela (10 jaar)

“Vind je dat leuk dat er dingen ongeveer hetzelfde zijn thuis en op school?” “Ja.” “Waarom vind je dat plezant?” “Want als je leert thuis dan kan je ook op school dat doen.”

Simza (9 jaar)

52

2.3.2 Andere activiteiten en dingen

Sommige kinderen vinden dat activiteiten, gewoontes en dingen (ook) mogen verschillen. Ook daar geven ze verschillende redenen voor.

Zes kinderen vinden dat de activiteiten mogen verschillen omdat ze thuis meer vrijheid omvatten in vergelijking met school. Een ander kind vindt dat dingen anders mogen zijn op school dan thuis, omdat er op school meer kinderen zijn om te spelen en het leuker is. Nog een ander meisje vertelt dat verschillen plezant zijn omdat ze houdt van verandering. Een van de oudste jongeren preciseert dat er op school ander activiteiten moeten zijn, omdat de school een plaats is waar geleerd moet worden. Die laatste visie vinden we frequenter terug als de kinderen bevraagd worden hoe ze staan tegenover afspraken en regels thuis en op school53. Vier kinderen vonden deze vraag te moeilijk en hadden geen mening.

“Vind je dat leuk dat er dingen anders zijn thuis en op school?” “Ja, omdat thuis mag ik doen wat ik wil,

maar op school niet.” “En je vindt dat plezant?” “Ja.” “Je zou niet willen dat hetzelfde is thuis en op

school?” “Ja.” “Het mag anders zijn?” “Ja.”

Jaelle (9 jaar)

“Vind jij het leuk dat er dingen anders zijn thuis dan op school?” “Ja.” “Waarom vind jij dat plezant?”

“Euhm…want je hebt ook andere dingen thuis en andere dingen op school.” “Je hebt graag verandering

dan?” “Ja.”

Vadoma (11 jaar)

“Vind je dat plezant dat er dingen anders zijn op school en thuis?” “Ja.” “Ja, waarom vind je dat leuk?” “Op

school kunnen we geen Playstation spelen, thuis wel, hier kunnen we geen film kijken, slapen….” “En vind je

dat normaal dat we op school niet kunnen slapen, geen film kunnen kijken?” “Ja.” “Waarom vind je dat normaal?” “We komen naar school op te leren en als we slapen kunnen we niks leren.”

Shandor (12 jaar)

53

10.2 Verdieping wisselwerking school- en thuiswereld