• No results found

Schatting omvang van onwettige religieuze huwelijken

In document Gewoon Getrouwd (pagina 107-111)

Hoofdstuk 4 Omvangschatting kindhuwelijken in Nederland

4.7 Schatting omvang van onwettige religieuze huwelijken

Naast het geven van een schatting van het aantal kindhuwelijken hebben we ook ge-probeerd inzicht te krijgen in het aantal gesloten onwettige religieuze huwelijken in Nederland. Aangezien hier geen registraties beschikbaar van zijn, baseren we ons voor deze schatting enkel op de interviews en de focusgroepen.60 Zoals reeds be-schreven in Hoofdstuk 2 komt uit de focusgroepen naar voren dat er, ondanks toe-lichting op de gehanteerde definitie van onwettige religieuze huwelijken tijdens de focusgroepen, onduidelijkheid onder de deelnemers bestond over de invulling van dit begrip.

Deelnemers gaven voorts aan niet altijd op de hoogte te zijn of en wanneer er een burgerlijk huwelijk gesloten wordt (bijvoorbeeld voor of na een eventueel religieus

60 In de landelijke enquête zijn geen vragen opgenomen die betrekking hebben op onwettig religieuze huwelijken.

huwelijk). De onduidelijkheid over de definitie konden we niet altijd wegnemen tij-dens de focusgroepen waardoor het waarschijnlijk is voorgekomen dat de gegeven schattingen niet op de door ons geformuleerde en toegelichte definitie werden geba-seerd. De schattingen zijn hierdoor niet goed met elkaar te vergelijken en kunnen een vertekend beeld geven. Met deze kanttekening in het achterhoofd kunnen wij op ba-sis van de ingevulde omvangschattingen, wel constateren dat deelnemers aangaven dat onwettige religieuze huwelijken waarschijnlijk (veel) vaker voorkomen dan kind-huwelijken binnen de verschillende gemeenschappen. De meeste deelnemers geven aan dat het ‘vaak’ of ‘veel’ voorkomt binnen hun eigen gemeenschap, zonder dit in een aantal te kunnen specificeren. Er zijn echter ook in bijna elke focusgroep enkele deelnemers die aangeven dat het ‘zelden’, ‘nauwelijks’ of ‘niet’ voorkomt.

De geïnterviewde respondenten is ook gevraagd een schatting te geven van het aan-tal onwettige religieuze huwelijken in de periode 2013-2014. De schattingen lopen uiteen: de helft van de respondenten geeft aan hier geen zicht op te hebben of aan te geven dat het niet of minimaal voorkomt. De andere helft geeft aan dat het gaat om

‘honderden’ of, waar het islamitische huwelijken betreft, om de helft van de huwelij-ken. De respondenten geven overigens wel aan het erg lastig te vinden om een schat-ting te geven omdat zij hier geen duidelijk beeld van hebben.

4.8 Conclusie

In dit hoofdstuk hebben we een educated guess beschreven van het aantal kindhu-welijken in Nederland in de periode 2013-2014. De educated guess is gebaseerd op schattingen, afkomstig van verschillende bronnen en onderzoeksmethoden. Zo heb-ben we gebruik gemaakt van bestaande registraties, een landelijke enquête uitgezet onder professionals, interviews en focusgroepen. Tot slot heeft er nog een toetsing plaatsgevonden bij experts.

Allereerst hebben we de bestaande registraties van de IND bekeken. Hoewel er niet apart op kindbruiden wordt geregistreerd, zijn er bij de IND 29 (mogelijke) kindbrui-den bekend. Dit aantal kan gezien workindbrui-den als een minimale ondergrens. Vervolgens zijn de resultaten van de landelijke enquête geanalyseerd waarin we 265 professio-nals hebben gevraagd een schatting te geven van het aantal keer dat zij te maken hebben gehad met kindhuwelijken in de jaren 2013-2014. Van de 265 professionals geven 102 professionals aan te maken te hebben gehad met kindhuwelijken. Deze 102 professionals weten dit zeker of hebben hier een vermoeden van. Als we deze groep nader analyseren komt naar voren dat het aantal professionals dat zeker weet of vermoedt dat kindhuwelijken voorkomen hoger is in de kleinere gemeenten dan in de middelgrote- of grote gemeenten. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de meeste asielzoekerscentra gevestigd zijn in de kleinere gemeenten. Daarnaast blijkt dat

pro-fessionals werkzaam in de vluchtelingenopvang veel vaker te maken hebben met kindhuwelijken dan professionals werkzaam bij andere organisaties.

Als we de schattingen van de groep professionals bij elkaar op tellen dan hebben zij minimaal 211 keer te maken gehad met kindhuwelijken. We kunnen spreken van een minimale omvangschatting van 211 kindhuwelijken over een tweejarige periode op basis van de resultaten van een beperkte groep bevraagde professionals. Afgerond zijn dit 106 kindhuwelijken per jaar. Bij deze schatting moeten we in ons achterhoofd houden dat de kans op dubbeltellingen of overschatting ook aanwezig is. Wij hebben dit echter proberen te ondervangen door te kiezen voor een conservatieve schatting.

Om te komen tot een beeld van de landelijke omvang van het aantal keren dat pro-fessionals met kindhuwelijken te maken hebben, is ervoor gekozen om dit te doen in twee stappen. We hebben allereerst de schattingen van de bevraagde professionals die niet werkzaam zijn binnen de vluchtelingenopvang geëxtrapoleerd, om zo te voorkomen dat er een overschatting ontstaat onder invloed van de schattingen van de professionals werkzaam binnen de vluchtelingenopvang. We komen vervolgens uit op een totale omvangschatting van 337 kindhuwelijken over een periode van twee jaar, oftewel 169 per jaar. Vervolgens hebben we gekeken naar de schattingen ge-daan door de professionals werkzaam binnen de vluchtelingenopvang. Waarbij we uitkomen op een schatting van 160 over twee jaar, wat neer komt op 80 gemiddeld per jaar. Als we vervolgens beide omvangschattingen bij elkaar optellen komen we tot een landelijke omvangschatting van 249 kindhuwelijken per jaar waarmee profes-sionals gemiddeld te maken hebben gehad in de periode 2013-2014. Aannemelijk kan worden geacht dat dit cijfer voor 2015 mogelijk anders (hoger) uitvalt, aangezien het aantal asielzoekers in 2015 hoger ligt dan de voorgaande jaren.61 Daarbij hebben kindbruiden onder deze nieuwe stromen asielzoekers de specifieke aandacht van de IND.

Tabel 11 Overzicht van de gegeven schattingen

Soort schatting Aantal (gemiddeld aantal per jaar over periode 2013-2014) Minimale ondergrens op basis van

cijfers IND

15 gemiddeld per jaar Minimale omvangschatting op basis

van de bevraagde professionals

106 gemiddeld per jaar

Landelijke omvangschatting 249 gemiddeld per jaar (waarvan 80 asiel)

61 Op 1 januari 2015 bevinden zich 24.836 personen in een COA-opvanglocatie, op 30 november zijn dit 48.536 personen (https://www.coa.nl/nl/over-coa/feiten-en-cijfers/bezettingsgraad-opvang) geraadpleegd op 1-12-2015.

De schattingen die naar voren zijn gekomen uit de interviews en de focusgroepen zijn vergelijkbaar met de aantallen die genoemd zijn door de professionals in de landelijke enquête, waarbij het doorgaans gaat om ‘enkele’ kindhuwelijken in de periode 2013-2014. De meeste respondenten vinden het lastig om een schatting te geven aange-zien zij zelf niet altijd met kindhuwelijken in aanraking komen, maar zij durven wel elk met enige zekerheid te zeggen dat dit soort huwelijken in Nederland voorkomen. Uit de landelijke enquête komt naar voren dat professionals werkzaam met vluchtelingen het meest in aanraking komen met kindhuwelijken, dit beeld komt ook naar voren als we de focusgroepen met elkaar vergelijken. Alle deelnemers van de focusgroep Asiel geven aan meer en vaker te maken te hebben met kindhuwelijken dan deelnemers van de andere focusgroepen. Ook tijdens de interviews worden ‘vluchtelingen’ ge-noemd als groep waar kindhuwelijken zich voordoen.

Een schatting geven van de omvang van het aantal gesloten onwettige religieuze hu-welijken in Nederland bleek niet haalbaar. Het begrip ‘onwettige religieuze huwelij-ken’ werd door de deelnemers van de focusgroepen, ondanks de vooraf voorgelegde definitie, veelal anders geïnterpreteerd. Daarom berusten de gegeven schattingen mogelijk op een andere interpretatie van de door ons gehanteerde definitie. De res-pondenten hadden veelal geen duidelijk beeld van de omvang van ‘onwettige reli-gieuze huwelijken’; enkelen spraken over ‘minimaal’ of ‘enkele honderden’. Met deze kanttekening in het achterhoofd kan wel worden aangenomen dat onwettige reli-gieuze huwelijken vaker voorkomen binnen de verschillende gemeenschappen dan kindhuwelijken.

In document Gewoon Getrouwd (pagina 107-111)