• No results found

Huwelijkse gevangenschap

In document Gewoon Getrouwd (pagina 130-136)

Hoofdstuk 5 Achtergronden en gevolgen

5.5 Huwelijkse gevangenschap

De gevolgen van een in het buitenland rechtsgeldig religieus gesloten en in Nederland erkend huwelijk werden door sommige deelnemers van de focusgroepen als proble-matisch gezien. Een Iraanse deelnemer vertelde dat wanneer een huwelijk naar Ne-derlands recht ontbonden is, maar nog niet naar Iraans recht, het echtpaar in Iran nog steeds als gehuwd wordt gezien. Deze situatie kan nadelige gevolgen hebben voor het aanvragen of verlengen van een Iraans paspoort door de vrouw, omdat zij dan de toestemming van haar (ex-)man nodig heeft.69 Wanneer een vrouw in zo’n situatie een nieuwe relatie aangaat, kan zij in Iran worden beschuldigd van overspel

68 Voor soortgelijke observaties w.b. rechtsbescherming van vrouwelijke partners in een informeel huwelijk in relatie tot salafistische/radicale jongeren, zie de onderzoeken van Roex et al., 2010 en de NCTb, 2005.

69 Iraanse Nederlanders kunnen alleen op hun Iraanse paspoort naar Iran reizen; reizen op een Ne-derlands paspoort is dan niet mogelijk.

omdat zij naar Iraans recht (nog) een getrouwde vrouw is. Een andere deelnemer vulde aan: “Doordat je niet automatisch in Iran bent gescheiden heeft de man de macht.”

Enkele Somalische deelnemers verhaalden over problemen die zij ondervonden door de erkenning van hun in Somalië gesloten huwelijk. Erkenning van het huwelijk door de Nederlandse autoriteiten leverde over het algemeen geen problemen op, maar een succesvolle ontbinding van een dergelijk huwelijk werd door enkele deelnemers als een moeizaam en kostbaar proces omschreven. Dit komt overeen met wat deel-nemers vertelden over de problemen rondom het sluiten van een burgerlijk huwelijk;

mensen met een vluchtelingenachtergrond beschikken vaak niet over de benodigde papieren om een huwelijk voor de Nederlandse wet aan te kunnengaan. Soortgelijke problemen kunnen zich voordoen bij het willen laten ontbinden van een in het bui-tenland gesloten (en door Nederland erkend) huwelijk; vooral wanneer medewerking van de autoriteiten van het herkomstland verkregen dient te worden.

De meningen over het wel of niet kunnen of moeten scheiden naar religieus recht liepen uiteen in de verschillende focusgroepen. Enkele deelnemers van de Somalische focusgroep waren van mening dat het vooral voor vrouwen moeilijk is om te scheiden omdat de man moet meewerken aan een islamitische scheiding. Eén deelnemer zei hierover:

Er is veel onwetendheid, je moet wel de weg weten. Veel vrouwen die dat probleem hebben, worden steeds verwezen naar een andere imam. Ze zit dan vast in het hu-welijk. Als ze niet meer wil en ze weet het niet, ze durft ook niet en de imam die haar kan helpen, zie ik niet.

Een andere deelnemer vulde aan: “Bij scheiden is de mans wil wet. De medewerking van de man als een vereiste bij het verkrijgen van een echtscheiding werd ook onder-schreven door deelnemers van de (nieuwe) Nederlandse moslims, Pakistaanse en Afghaanse focusgroepen. Een Pakistaanse deelnemer zei bijvoorbeeld: “In de regel, als je burgerlijk huwelijk is ontbonden, is ook het religieuze huwelijk ontbonden. Dus mensen die willen scheiden gaan naar de Nederlandse rechter.” Problemen doen zich echter voor wanneer de man niet wil meewerken aan de scheiding, zo erkenden de Pakistaanse deelnemers: “Wanneer het burgerlijke huwelijk is ontbonden, maar het religieuze huwelijk nog niet, dan moet er islamitisch iets gebeuren om het religieuze huwelijk te ontbinden.” De eerstgenoemde deelnemer gaf het voorbeeld van een vrouw in een dergelijke situatie. Deze vrouw heeft zich uiteindelijk tot islamitische instanties in Engeland gewend om daar het religieuze huwelijk te laten ontbinden.

Een deelnemer van de Afghaanse focusgroep was een soortgelijke mening toege-daan:

Volgens sommige imams kan je niet scheiden zonder toestemming van de man. (…) Afghaanse mannen zijn nooit akkoord met een scheiding. Veel vrouwen zijn onge-lukkig. Vaak willen mannen niet scheiden als een soort straf voor de vrouw. Ze wil-len haar straffen door niet te scheiden. De vrouw moet dan bij hem blijven; soms van de man, maar soms ook van de familie. In de Afghaanse gemeenschap is het lastig om te scheiden, mensen gaan roddelen; of je man wil niet of de familie wil niet. Maar dit gaat over de oudere generaties, voor jongeren is het nu heel makke-lijk om te scheiden.

Een andere deelnemer was het hiermee eens: “Ja, de man moet ook akkoord zijn met de echtscheiding. Echtscheiding kan absoluut niet zonder toestemming van de man.”

Verscheidene deelnemers en respondenten waren van mening dat een islamitisch huwelijk in Nederland of het buitenland uiteindelijk wel ontbonden kan worden. Ech-ter is dat voor sommigen, vooral vrouwen, een moeizaam en soms kostbaar proces is, vooral wanneer de scheiding in het buitenland geregeld moet worden. Volgens één van de respondenten die werkzaam is in de hulpverlening/vrouwenopvang zijn er vaak ook financiële belangen in het spel bij huwelijkse gevangenschap; hetzij in het buitenland, hetzij in Nederland. Daarnaast kan de situatie extra ingewikkeld zijn wan-neer er familieverbanden bestaan tussen de huwelijkspartners.

Volgens één van de geïnterviewde advocaten is het taboe op echtscheiding onder veel migrantengemeenschappen doorbroken. Om deze reden is het aantal echtschei-dingen de laatste tijd sterk toegenomen. Het thema scheiden ligt bij Hindoestanen en kopten echter anders. Enkele deelnemers van de Surinaamse focusgroep vertelden dat het volgens het hindoestaanse geloof niet mogelijk is om te scheiden, maar dat het aantal echtscheidingen desondanks hoog is, vooral onder jongeren. Een deelne-mer van de Egyptische focusgroep vertelde dat het voor mensen uit de koptische gemeenschap officieel onmogelijk is om te scheiden omdat echtscheiding niet door de kerk erkend wordt. Wanneer echtscheiding niet mogelijk is, kiezen kopten er vaak voor om van tafel en bed te scheiden.

Eerder al werd het voorbeeld aangehaald dat een deelnemer van de Marokkaanse focusgroep vertelde van een meisje dat wilde trouwen met een jongen zonder geldi-ge verblijfsvergunning. Zij konden niet burgeldi-gerlijk trouwen en dus trouwden ze alleen voor een imam. De deelnemer was mening dat enkel een religieus huwelijk in som-mige gevallen goed uitpakt. Trouwen en scheiden voor de imam gaat snel en is soms financieel voordeliger dan een burgerlijk huwelijk en echtscheiding (zie ook Van der

Leun & Leupen, 2009, p. 34). Een deelnemer uit de Turkse focusgroep en enkele res-pondenten waren min of meer dezelfde mening toegedaan: scheiden is veel gemak-kelijker bij slechts een religieus huwelijk.

Huwelijkse gevangenschap bij kindhuwelijken werd door de respondenten van de enquête niet veel gezien (15x ‘ja’; 56x ‘nee’). De vijftien keer dat het door responden-ten werd gezien, werden als voornaamste redenen ingevuld: ‘druk vanuit de religieu-ze en/of etnische gemeenschap’, ‘sociale isolatie’ en ‘familie wil niet dat echtpaar gaat scheiden’.

5.6 Conclusie

In dit hoofdstuk is nader ingegaan op de achtergronden en gevolgen van (het sluiten van) religieuze huwelijken en kindhuwelijken. Uit de interviews en focusgroepsbij-eenkomsten komt naar voren dat het religieuze huwelijk voor de onderzochte ge-meenschappen zeer belangrijk is en met regelmaat als ‘het echte huwelijk’ werd aan-geduid. Kindhuwelijken of huwelijken tussen jongeren werd door vele deelnemers van de focusgroepen en respondenten van de interviews minder herkend, en wan-neer het minderjarigen betrof ging het vooral om de leeftijdscategorie 16-17 jarigen;

de leeftijd dat jongeren verliefd worden en verkering krijgen. In de focusgroep Asiel daarentegen, ging de discussie voornamelijk over huwelijken waarbij een minderjari-ge betrokken was. Het ging in bijna alle minderjari-gevallen om huwelijken die in het buitenland gesloten waren. De achtergronden van dergelijke kindhuwelijken lagen vooral op het terrein van armoede, het veiligstellen van (de eer van) het meisje en traditie van jong trouwen in het land van herkomst.

Op de vraag wat de belangrijkste redenen, motieven of aanleidingen voor het aan-gaan van religieuze huwelijken en kindhuwelijken waren werden door deelnemers en respondenten vele verschillende antwoorden gegeven. De belangrijkste reden die herhaaldelijk werd genoemd was echter ‘het legitiem samenzijn’, d.w.z. dat een reli-gieus huwelijk nodig is om samen te kunnen zijn om met elkaar om te kunnen gaan.

Andere redenen die genoemd werden en in dit hoofdstuk besproken zijn, waren:

• Wens van de ouders, familie of sociale kring;

• Traditie, cultuur;

• Religie;

• Onmogelijkheid om een burgerlijk huwelijk aan te gaan;

• Pragmatische of praktische redenen;

• Eer en veiligheid;

• Relatie met een moslim (bekeerlingen);

• Zwangerschap.

De vraag in hoeverre er sprake is van dwang en druk bij religieuze en kindhuwelijken werd wisselend beantwoord. In belangrijke mate werd dit bepaald door het feit aan wie de vraag gesteld werd. Uit de focusgroepen kwam het beeld naar voren dat er een verschil waarneembaar is tussen de oudere en jongere generaties. De jongeren zouden meer (keuze)vrijheid hebben dan bijvoorbeeld hun ouders. Vele deelnemers waren van mening dat huwelijksdwang niet veel (meer) voorkwam. Enkele deelne-mers zagen echter wel lichtere vormen van druk, zoals ‘stimuleren’, ‘manipuleren’ of

‘bemoeienis’ door ouders en familie. Respondenten die werkzaam in de hulpverle-ning/vrouwenopvang zijn, kwamen echter wel regelmatig in aanraking met verschil-lende vormen van huwelijksdwang, uithuwelijking en eergerelateerd geweld in relatie tot huwelijksdwang. Het wel, niet of minder herkennen van huwelijksdwang, hangt dus ook af van het type respondent dat bevraagd wordt; professionals en hulpverle-ners die veelvuldig werken op het terrein van huwelijksdwang (of aanpalende terrei-nen) zien en benoemen het vaker dan niet-professionals. In dit hoofdstuk wordt ook nader ingegaan op de gevolgen van een religieus huwelijk en kindhuwelijk. Bij de dis-cussies tijdens de focusgroepen en interviews ging het wat betreft gevolgen vooral over informele religieuze huwelijken. De gevolgen van dergelijke huwelijken werden door enkelen als positief gezien. Scheiden kan namelijk makkelijker gaan en soms is het financieel voordeliger voor een vrouw. Negatieve gevolgen werden ook ge-noemd. Deze betroffen veelal problemen omtrent het gezag van vaders over kin-deren die zijn geboren uit een dergelijke informele (onwettige) relatie, en het ont-breken van rechtsbescherming voor kwetsbare partijen, met als gevolg bijvoorbeeld geen aanspraak kunnen maken op alimentatie of pensioen. Weliswaar kunnen er geen juridische rechten ontleend worden aan een informele verbintenis, desalniet-temin kunnen betrokkenen wel last hebben van de (morele of sociale) rechten en plichten die aan een dergelijke verbintenis verbonden kunnen worden, zoals het niet vrijelijk kunnen aangaan van een nieuwe relatie omdat men nog als getrouwd wordt gezien. Dit laatste wordt aangemerkt als ‘huwelijkse gevangenschap’, hetgeen in de laatste paragraaf aan bod kwam. Ten aanzien van deze problematiek zagen deelne-mers en respondenten met name moeilijkheden bij het ontbinden van een buiten-lands rechtsgeldig religieus huwelijk; dit kost veel tijd en geld, met name voor vrou-wen.

Verscheidene deelnemers uitten ook hun zorgen over de snelheid waarmee jongeren een religieus huwelijk sloten en vervolgens veelal snel scheiden.

Hoofdstuk 6 Interventies

6.1 Inleiding

Voor Nederland staat vanuit internationaal perspectief de aanpak van kindhuwelijken hoog op de politieke agenda. Zo stelt Minister Ploumen dat kindhuwelijken in strijd zijn met de fundamentele mensenrechten en heeft zij in 2013 tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een internationale actie aangekondigd tegen kindhuwelijken.70 Daarnaast heeft Nederland de bestrijding van kindhuwelijken in ontwikkelingslanden geïntensiveerd.71 Uit dit onderzoek is gebleken dat Nederland zelf ook te maken heeft met kindhuwelijken. Het gaat hierbij zowel om kindhuwelij-ken die werden gesloten in landen van herkomst, als ook om huwelijkindhuwelij-ken die binnen Nederland tot stand komen.

In de vorige hoofdstukken hebben we niet alleen meer zicht gekregen op de omvang en aard van kindhuwelijken in Nederland, maar ook op informele en onwettige reli-gieuze huwelijken in Nederland. De indruk die op basis van de onderzoeksbevindin-gen is ontstaan, is dat informele huwelijken door de deelnemers en meerderheid van de respondenten niet als een probleem worden beschouwd, maar veeleer als een vanzelfsprekend bij de religie, cultuur of traditie behorend fenomeen. Deelnemers en respondenten konden vaak wel voorbeelden geven van situaties die zij kenden of waarover zij gehoord hadden waar een informeel huwelijk tot bepaalde problemen had geleid, maar dit was niet wat de boventoon voerde. Uit het onderzoek bleek wel wat anders, namelijk dat niet iedereen wist dat en wanneer informele huwelijken in Nederland niet zijn toegestaan en wat de risico’s kunnen zijn van informele huwelij-ken. Dat vraagt om andere ‘interventies’ om deze huwelijken aan te pakhuwelij-ken.

Gelet op het voorgaande zullen in dit hoofdstuk daarom niet alleen interventies wor-den besproken die informele huwelijken kunnen voorkómen, maar ook interventies die huwelijkspartners bescherming kunnen bieden tegen mogelijke ongewenste ge-volgen van informele huwelijken, alsmede interventies die de positie van huwelijks-partners in een in formeel huwelijk kunnen verbeteren. Op deze manier wordt een overzicht geboden van mogelijke interventies die aansluiten bij de bevindingen die het onderhavige onderzoek heeft opgeleverd. Daarbij kan opgemerkt worden dat uit het onderzoek niet volgt dat het tegengaan van informele huwelijken in alle gevallen de meest passende interventie is, maar dat interventies gedifferentieerd zouden

70 Rijksoverheid (26-09-2013) Ploumen wil internationale actie tegen kindhuwelijken. Geraadpleegd op 01-12-2015 van https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2013/09/26/ploumen-wil-internationale-actie-tegen-kindhuwelijken

71 Ibidem.

moeten worden aangeboden, al naar gelang de aard, oorzaak en gevolgen van aan-wezige problematiek en naar gelang behoefte.

We hebben allereerst een beknopte deskresearch uitgevoerd waarbij we ingaan op verschillende interventies op aanpalende onderwerpen en de succesfactoren. Vervol-gens hebben we in de interviews en de landelijke enquête gevraagd naar geschikte interventies en ook tijdens de focusgroepen was dit een van de thema’s die is be-sproken.

In document Gewoon Getrouwd (pagina 130-136)