• No results found

Scenario 1: actuele situatie in de Dommelvallei

In document NICHE Vlaanderen: SVW: 1-7 (pagina 184-189)

Tabel 5.7  Overzicht van toegekende mestgiften bij verschillende klassen van landgebruik

HOOFDSTUK 6  NICHE Vlaanderen in referentiegebieden

7.2  Vallei van de Dommel ter hoogte van het Hageven (VMM ‐  afdeling water)

7.2.5  Scenario 1: actuele situatie in de Dommelvallei

 

   

Figuur  7.2.12:  Voor  meerdere  percelen  is  geen  berekening  door  Niche  mogelijk:  bruin  =  intensief landgebruik, grijs = bebouwing, antropogeen of te droog, blauw = open water). De  groene polygonen geven de percelen weer waarvoor NICHE berekeningen kan doen. 

 

7.2.5 Scenario 1: actuele situatie in de Dommelvallei  

 

Zoals  reeds  aangekaart  in  de  inleiding  is  het  moeilijk  om  de  vegetatie  berekeningen  te  controleren  aan  de  hand  van  waarnemingen.  De  BWK  is  niet  gedetailleerd  genoeg  om  conclusies  te  trekken  tot  op  verbondsniveau,  daarnaast  is  de  beschikbare  vegetatiekaart  te  beperkt. Het gaat in dit gebied vaak om een verstoorde toestand of een vegetatie welke nog  in  evolutie  is  en  niet  in  evenwicht  met  de  hydrologie.  Toch  kan  er  door  middel  van  de  berekeningen een idee gevormd worden van wat de potenties aan vegetatietypen zijn in het  gebied.  

 

A) Abiotische berekening  

 

In  figuur  7.2.13  wordt  de  berekening  gegeven  van  de  abiotiek  van  de  standplaatsen  in  het  studiegebied.  Het  gebied  wordt  bijna  volledig  als  zuur  bestempeld  bij  de  zuurgraad‐ berekening.  Verder  gaat  het  duidelijk  om  een  voedselarm  gebied  met  toegekende  trofieklassen oligotroof en mesotroof. 

                                    Figuur 7.2.13 : Berekening van de abiotische standplaats (links trofie, rechts zuurgraad)    B) Vegetatieberekening   

Als  we  alle  berekende  vegetatietypen  samen  voegen,  hebben  we  een  beeld  van  de  totale  berekening.  Bij  de  vegetatieberekening  zien  we  enkele  locaties  waarvoor  NICHE  geen  potenties aangeeft (blanco zones). Dit kan het gevolg zijn van het te diepe grondwater of een  combinatie  van  abiotische  omstandigheden  die  niet  zijn  opgenomen  in  de  NICHE‐tabel.  Voor  de  evaluatie  zijn  akkers,  open  water  en  bebouwing  aangeduid,  zodat  hiervoor  geen  potenties worden aangegeven. De Dommel is weergegeven in het blauw.  

 

 

Figuur 7.2.14: De totale berekening met NICHE voor de Dommelvallei in scenario 1 (groen).   

Voor enkele vegetatietypen is een  vergelijking gemaakt met de BWK‐kartering. Zoals reeds  gezegd  zijn  de  karteringseenheden  van  BWK  vaak  niet  vergelijkbaar  met  onze  NICHE‐ vegetatietypen.  Wel  is  dit  mogelijk  voor  de  natte  en  droge  heides  en  de  Grote  zeggevegetaties.  

 

De  BWK  selectie  voor  natte  tot  vochtige  heides  (cd,  cdb  en  ce)  liggen  in  de  buurt  van  de  potentiële  NICHE  heide  types  (vegetatietype  22,  23  en  24)  in  het  oosten  (figuur  7.2.15).  De  zone centraal in het Hageven wordt niet berekend. Dit is te wijten aan een zone waarvoor de  bodemkaart  een  drainage  klasse  a  toekent,  het  gaat  om  droge  zandgronden.  Volgens  de  BWK  echter  komt  hier  vochtige  tot  natte  dopheide  voor.  In  realiteit  gaat  het  hier  om  een  afwisseling van droge en natte heide. Door het microreliëf komt er natte heide voor aan de  rand  van  de  vennen  afgewisseld  met  drogere  heiden.  Deze  microverschillen  zijn  uiteraard  niet  te  modelleren  met  een  grondwatermodel  met  grids  van  50*50m².  De  zone  die  als  potentieel  gebied  wordt  aangegeven  in  het  westen  gaat  in  werkelijkheid  om  een  sterk  verstoord gebied (mond.mededeling van Werner Mennen).   

 

        

Figuur  7.2.15:  Selectie  van  natte  tot  vochtige  heides  via  BWK‐karteringseenheden  (links  in  geel), berekening van de heides in NICHE (rechts in groen). 

 

Droge  heide  komt  volgens  BWK  (cg,  cgb)  slechts  zeer  sporadisch  voor  (figuur  7.2.16).  De 

potenties  voor  droge  heide  worden  door  NICHE  groter  aangegeven.  Het  betreft  hier  natuurlijk enkel droge heide die zich in het algemeen vochtinterval van NICHE Vlaanderen  situeert. Men kan ervan uitgaan dat de potenties van dit vegetatietype zich ook voordoen op  de percelen die ‘te droge’ zijn voor NICHE berekeningen. 

            Figuur 7.2.16: Selectie van droge heides via BWK‐karteringseenheden (links), berekening van  droge heide met NICHE (rechts).    De karteringseenheden van de BWK die overeenstemmen met Grote zeggevegetaties (mc,  mr, mrb) tonen duidelijke overeenkomsten met de berekende vegetatietypen 7 en 12, zijnde  Verbond van Scherpe zegge en Grote zeggevegetatie met Riet (figuur 7.2.17).             

Figuur  7.2.17:  Selectie  van  Grote  zeggevegetaties  via  BWK‐karteringseenheden  (links,  in  geel), berekening van Grote zeggevegetatie met en zonder Riet (rechts, groen). 

 

 

Tabel  7.2.1:  NICHE  vegetatietypen  al  (+)  dan  niet  (‐)  berekend  voor  de  Vallei  van  de  Dommel. 

Code Verbond berekend opmerking

1 Berkenbroekbos + centraal in studiegebied aan Dommel 2 Mesotroof elzenbroekbos + verspreid over studiegebied 3 Ruigte elzenbroekbos + langs de Dommel

4 Vogelkers-essenbos +

5 Haagbeuken - verbond / geen berekening 6 Berken-eikenbos + bijna volledige gebied

7 Verbond van Scherpe zegge + beperkt tot het noorden van het gebied, aan de Dommel 8 Moerasspirea - verbond + zones aan de Dommel

9 Verbond van Look-zonder-look (+) beperkte locaties 10 Rompgemeenschap van Rietgras / geen berekening 11 Rompgemeenschap van Pitrus (+) beperkte locaties 12 Grote zeggevegetatie met Riet + 1 duidelijke locatie 13 Rompgemeenschap van Liesgras / geen berekening

14 Verbond van Zwarte zegge + In noorden langs dommel, centraal op verstoord terrein 15 Knopbies - verbond/ kalkmoeras / geen berekening

16 Zilverschoon - verbond / geen berekening 17

Verbond van Biezenknoppen en

Pijpestrootje + zwak verspreid over het gebied

18 Dotterbloem - verbond + zowel aan Dommel en centraal in studiegebied 19 Verbond van Grote vossestaart + berekening langs Dommel en oosten 20 Glanshaver - verbond (+) beperkte berekening in oosten

21 Kamgras - verbond + uitgebreidere berekening meer centraal in het studiegebied

22 Dophei - verbond +

vertoont overeenkomst met berekening van kleine zeggevegetatie, verstoord terrein

23 Venige heide (+) zeer beperkte locatie, op verstoord terrein 24 Hoogveenmos - verbond (+) zeer beperkte locatie in buurt van type 23 25 Verbond van Veenmos en Snavelbies / geen berekening

26 Rompgemeenschap van Pijpestrootje + uitgebreid in het gebied

27 Rompgemeenschap van Wilde gagel + toont overeenkomst met Dopheide 28 Verbond van Struikhei en Kruipbrem + In het noordoosten van het Hageven

 

In  totaal  worden  17  vegetatietypen  berekend.  Aangezien  er  geen  actuele  vegetatiekaart  voorhanden is, is het moeilijk om te beoordelen of deze berekende  vegetaties ook werkelijk  voorkomen. NICHE geeft weliswaar enkel de potenties aan, maar deze lijken een realistisch  beeld  te  geven.    De  menselijke  beïnvloeding  is  een  belangrijke  factor  die  mee  in  rekening  moet genomen worden maar waarover NICHE (buiten het beheer) geen uitspraak doet. Zo is  er in het westen een verstoord terrein aanwezig langs de autosnelweg, waar vegetatietypen  zich  moeilijk  kunnen  ontwikkelen  (o.a.  dwerggroei).  Hiervoor  geeft  NICHE  toch  enkele  potentiële  vegetatietypen  aan.  Er  is  dus  achtergrondinformatie  nodig  om  de  NICHE  berekeningen te kunnen interpreteren. 

 

 

7.2.6 Scenario 2: Hermeandering Dommel 

  Bij dit scenario zouden er oude meanders terug aangesloten worden op de Dommel zodat  deze meer zijn oude loop terugkrijgt. Deze hermeandering zal uiteraard een effect hebben op  de grondwaterstanden. Voor meer informatie zie 7.2.2 Invoergegevens – GxG  en kwel.    A) Abiotische berekening  De duidelijkste verschillen met scenario 1 zien we in de zuurgraadberekening. De basische  zones  zijn  duidelijk  uitgebreid.  Dit  is  te  verklaren  door  de  verhoogde  grondwaterstand  (GLG).  Voor  de  trofie  zijn  de  verschillen  beperkt.  De  berekening  bij  scenario  2  is  minder  voedselrijk, maar de verschillen zijn enkel aan de overgangen tussen de klasse op te merken.               Figuur 7.2.18: Berekening van de zuurgraad bij  de huidige situatie (links, scenario 1) en na  hermeandering (rechts, scenario 2)           Figuur 7.2.19: Berekening van de trofie van de standplaats met NICHE voor scenario 1 (links)  en scenario 2 (rechts) 

In document NICHE Vlaanderen: SVW: 1-7 (pagina 184-189)