• No results found

Samenwerking met andere partijen op het gebied van CO-problematiek

Kwaliteitsaspecten van de indicator

Stap 11. Beoordeel de ontwikkelde indicatoren met een consensusmethode De (beschrijvingen van de) vier conceptindicatoren uit stap 10 zijn via een ‘Delphi-onderzoek’F

6. Samenwerking met andere partijen op het gebied van CO-problematiek

Rationale Op het gebied van binnenmilieu spelen regelmatig afstemmingsproblemen omdat er veel verschillende actoren bij de aanpak betrokken zijn. Het gaat dan om actoren met een gezondheidskundige, een technische en een beleidskundige achtergrond. Een voorbeeld van een onderwerp waarbij afstemming tussen partijen erg belangrijk is, is de bestrijding van CO-vergiftiging (Kerkhoff et al., 2008).

Kanttekeningen Om afstemmingsproblemen te voorkómen, moet ook tijd en mankracht beschikbaar zijn. Het management van een GGD en de gemeente spelen bij beslissingen hierover een belangrijke rol. De vraag rijst of er met een indicator over samenwerking niet al snel ook het functioneren van een gemeente wordt gemeten. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, mits een GGD op het beleid van een gemeente ook daadwerkelijk (aantoonbaar) invloed kan uitoefenen. Dit is vanwege de complexe relatie tussen GGD als opdrachtnemer en de gemeente als opdrachtgever nog niet eenvoudig vast te stellen. Hoewel er juist voor het voorbeeld koolmonoxide in de richtlijn van Kerkhoff et al (2008) een concrete aanbeveling wordt gedaan om te komen tot betere

afstemming, is het wellicht niet het best gekozen onderwerp. Koolmonoxide- vergiftiging komt immers weinig voor.

Besluit Doordat afstemmingsproblemen bij complexe binnenmilieuvraagstukken, zoals de bestrijding van koolmonoxide, met enige regelmaat voorkomen, lijkt het nuttig om voor het onderwerp Samenwerking met andere partijen op het gebied van CO- problematiek een indicator te ontwikkelen.

Samenvatting stap 6

Uiteindelijk zijn de volgende kernactiviteiten voor het onderwerp binnenmilieu geselecteerd om indicatoren voor te ontwikkelen:

1. Monitoring van gunstig gebruik van ventilatie. 2. Afhandeling van klachten.

3. Voorlichting.

6. Samenwerking met andere partijen op het gebied van CO-problematiek.

De activiteiten proactief onderzoek (nummer 4) en beleidsadvisering (nummer 5) zijn afgevallen.

33B

7.3 Totstandkoming conceptindicatoren

Voor de kernactiviteiten die aan het eind van de vorige paragraaf zijn opgesomd, zijn potentiële indicatoren voor binnenhuismilieu ontwikkeld. Dit proces is beschreven in deze paragraaf.

Stap 7. Voer literatuuronderzoek uit

Omdat voor een groot aantal aspecten van de OGZ slechts in beperkte mate wetenschappelijk bewijs beschikbaar is, en daarom ook nog geen indicatoren zijn ontwikkeld, richtte het literatuuronderzoek zich vooral op bestaande richtlijnen en de nieuwste Nederlandse onderzoeken op het vlak van

van de kernactiviteiten bij stap 6. Uit die kernactiviteiten zijn vervolgens door het RIVM indicatoren afgeleid.

Bij het aanvullende literatuuronderzoek is gebruikgemaakt van de zogenaamde sneeuwbalmethode (in de periode augustus-oktober 2008). In die methode is de literatuurlijst van een document het

uitgangspunt voor verdere zoekacties. Voor binnenmilieu waren de richtlijn Voorlichting Gezond Wonen (Jochems et al., 2005) samen met het Handboek Binnenmilieu (Peeters, 2007) de twee

belangrijkste kerndocumenten. Studies en richtlijnen die zich alleen richten op buitenmilieu zijn buiten beschouwing gelaten omdat de basisset al een indicator over buitenmilieu kent namelijk geluidsoverlast (IGZ, 2007a). Daarnaast is aan deskundigen gevraagd of de belangrijkste studies in de literatuurlijst terug te vinden waren. Indien nodig zijn de door hen genoemde studies toegevoegd aan de lijst van de voor dit rapport bestudeerde documenten. Aanvullend hebben wij gesprekken gevoerd met

medewerkers van RIVM/Centrum Inspectie Milieu- en Gezondheidsadvisering (IMG) en een vertegenwoordiger van de landelijke werkgroep MMK van GGD Nederland.

Stap 8. Geef een overzicht van potentiële indicatoren

In stap 6 hadden wij vier kernactiviteiten geselecteerd waarvoor indicatoren ontwikkeld kunnen worden. Deze vier kernactiviteiten zijn uitgewerkt tot acht indicatoren (zie Tabel 18). Indicator 1.1 is reeds opgenomen in de IGZ-basisset 2007.

In Tabel 19 zijn enkele kenmerken van de indicatoren weergegeven: de activiteit waar ze betrekking op hebben, de typering en het kwaliteitsdomein dat de indicatoren meten.

Tabel 18 Overzicht potentiële indicatoren.

Binnenmilieu

1.Vóórkomen van gunstig gebruik van ventilatie

1.1 Het percentage personen van 19-65 jaar dat woont in een huis met gunstig gebruik van ventilatie, van alle personen van 19-65 jaar die de vragen over binnenmilieu uit de Lokale en Nationale Monitor hebben ingevuld.

2. Afhandeling klachten

2.1 Het percentage in behandeling genomen klachten dat is afgehandeld, van alle in behandeling genomen klachten. 2.2 Het percentage in behandeling genomen klachten dat is afgehandeld, van alle binnengekomen klachten. 2.3 Het percentage klachten dat is afgehandeld of waarbij is doorverwezen, van alle binnengekomen klachten. 2.4 Het percentage indieners van klachten over CO waarbij aan nazorg is gedaan, van alle indieners van klachten over CO.

2.5 Het percentage indieners van klachten dat tevreden is over de afhandeling, van alle indieners van klachten bij wie navraag is gedaan.

3. Verstrekken ventilatieadvies basisscholen

Tabel 19 Potentiële indicatoren naar activiteit, type en kwaliteitsdomein.

Indicator Activiteit Type indicator Kwaliteitsdomein indicator

1.1 Gunstig gebruik ventilatie Monitoren Uitkomst Effectiviteit 2.1 Afgehandelde van in behandeling

genomen klachten

Afhandeling klachten Proces Effectiviteit, klantgerichtheid 2.2 Afgehandelde van binnengekomen

klachten

Afhandeling klachten Proces Effectiviteit, klantgerichtheid 2.3 Afgehandelde of doorverwezen van

binnengekomen klachten

Afhandeling klachten Proces Effectiviteit, klantgerichtheid 2.4 Nazorg bij CO Afhandeling klachten Proces Effectiviteit, klantgerichtheid 2.5 Tevredenheid afhandeling klachten Afhandeling klachten Uitkomst Effectiviteit, klantgerichtheid 3.1 Bezochte scholen Voorlichting Proces Effectiviteit

4.1 Afstemming aanpak CO Samenwerking CO Proces Effectiviteit

Stap 9. Maak een selectie van indicatoren

De indicatoren uit de ‘groslijst’ (zie stap 8) zijn door de werkgroep IGZ-RIVM (Bijlage 2) aan de hand van een aantal criteria (relevantie, bruikbaarheid, verbeterpotentieel en haalbaarheid) beoordeeld. Na discussie in de werkgroep bleek dat men graag zag dat alle acht potentiële indicatoren doorontwikkeld zouden worden. Voor alle indicatoren zijn beschrijvingen gemaakt. Omdat de indicatoren voortvloeien uit de kernactiviteiten die in stap 6 al min of meer getoetst zijn aan bovenstaande criteria, worden zij hier niet meer besproken.

Stap 10. Ontwikkel descriptive sheets

Op basis van de gevonden informatie en de gemaakte keuzen in de eerdere stappen zijn voor de acht geselecteerde indicatoren beschrijvingen gemaakt; zogenaamde ‘descriptive sheetsF

18

F’. De

beschrijvingen zijn niet allemaal opgenomen in dit rapport. De descriptive sheets van de indicatoren die zijn voorgesteld na afloop van het Delphi-onderzoek en de panelbijeenkomst zijn wel als bijlage terug te vinden (Bijlage 6).

Stap 11. Beoordeel de ontwikkelde indicatoren met een consensusmethode