• No results found

Ervaringen met het verbeteren van enkele van de huidige indicatoren uit de basisset Op basis van geconstateerde verbeterpunten van de huidige indicatorset, de voornoemde kernelementen

Tekstblok 5 Doel van consensusmethoden (Campbell et al., 2001)

Stimuleren van besluitvorming.

Faciliteren van de ontwikkeling van indicatoren.

Ondersteunen bij de beoordeling van kwaliteit en daarmee bijdragen aan kwaliteitsverbetering. Creëren van gemeenschappelijk gedragen oordelen/opinies van deskundigen en professionele normen. Identificeren en kwantificeren van gebieden met onzekerheid, controversen of incompleet bewijs. Genereren van ideeën.

Voorbeeld bij het item ‘Kwaliteitsdomein’ uit descriptive sheet: Opsporing van zeldzame ziekten met de hielprik

Bij het voorbeeld opsporing van zeldzame ziekten met de hielprik zijn de kwaliteitsdomeinen tijdigheid en effectiviteit als volgt uitgewerkt:

Tijdigheid

• Bij de keuze ‘tijdigheid’ kan gedacht worden aan het feit of er binnen zeven dagen na de geboorte een hielprik gedaan is bij pasgeborenen.

Effectiviteit

• Bij de keuze ‘effectiviteit’ kan het gaan om de vraag of vroege opsporing en tijdige behandeling van het kind ernstige gezondheidsproblemen daadwerkelijk kan voorkómen.

experts. De experts ontmoeten elkaar niet en zij vullen de vragenlijsten anoniem in. De hoofdfasen zijn achtereenvolgens:

• opstellen van beoordelingsformulieren; • experts selecteren;

• doorlopen van meerdere anonieme schriftelijke ronden met tussentijdse feedback; • samenvatten en feedback geven over de bevindingen.

Het Delphi-panel kan worden samengesteld door relevante beroepsgroepen (via bijvoorbeeld wetenschappelijke verenigingen) en/of brancheorganisaties te informeren over het onderzoek en te vragen om namen te leveren van mogelijke kandidaten. Daarbij is het belangrijk om te benadrukken dat de kandidaten voldoen aan een aantal criteria, waaronder: praktiserend zijn of dat recentelijk waren, leidinggevend zijn in hun vak, een goede kijk hebben op het dagelijks functioneren op hun eigen werkterrein (maar ook oog hebben voor aanpalende terreinen), interesse hebben in kwaliteit binnen de OGZ, en een helicopterview hebben. Of deze eigenschappen vooraf worden gekwantificeerd

(bijvoorbeeld aan de hand van lijstjes met aantal publicaties of deelnames aan adviescommissies of richtlijnontwikkelingen) of impliciet zullen worden meegewogen, is iets dat de werkgroep zal bepalen. Ook kunnen wetenschappers die niet aan verenigingen of brancheorganisaties zijn gebonden, of deskundigen uit het veld gevraagd worden om deel te nemen aan het Delphi-onderzoek.

In de eerste ronde vullen de panelleden de beoordelingsformulieren in, sturen ze op naar de uitvoerders van het onderzoek, en deze analyseren de antwoorden. Indien er een tweede schriftelijke ronde

plaatsvindt, worden de resultaten van de eerste ronde anoniem teruggekoppeld aan alle deelnemers en vullen zij nogmaals beoordelingsformulieren in. Elke deelnemer beschikt dan over de antwoorden van de overige deelnemers en kan hierdoor besluiten zijn eigen standpunt aan te passen. In voorbeeld op de volgende pagina is een beoordelingsformulier te zien.

Afsluitend kan een panelbijeenkomst worden gehouden. Hiervoor kunnen alle panelleden uitgenodigd worden, of een deel van het panel. Het is van belang dat minstens één vertegenwoordiger van alle betrokken disciplines op de panelbijeenkomst aanwezig is. Tijdens de bijeenkomst worden de uitkomsten van de schriftelijke ronde(n) gepresenteerd en worden de indicatoren vervolgens plenair besproken. Het doel van een panelbijeenkomst kan zijn om te komen tot consensus over de kwaliteit van de indicatoren, vaststellen over welke aspecten overeenstemming bestaat en over welke verschil van mening, en helder te krijgen wat dan precies de problemen zijn. Tevens kan er worden ingegaan op mogelijke oplossingsrichtingen en kan een eindwaardering van de voorgelegde indicatoren gevraagd worden. Indien nieuwe indicatoren worden voorgesteld, is het aan te raden om stappen 7 en 10 opnieuw uit te voeren (literatuuronderzoek en ontwikkelen van descriptive sheets).

Voorbeeld bij stap 11 Beoordelingsformulier gebruikt bij het ontwikkelen van indicatoren voor de spoedeisende keten

Hieronder is een deel van het beoordelingsformulier weergegeven dat is gebruikt bij het ontwikkelen van prestatie-indicatoren voor de spoedeisende keten (Gijsen et al., in prep.). Voor vier indicatoreigenschappen is de frequentieverdeling van de scores uit de eerste ronde te zien. Bovendien is de score van de betreffende deelnemer in de eerste ronde onderstreept. Na beschouwing van de eigen score en die van de andere panelleden, kan het panellid een nieuwe score geven. In dit geval hadden de onderzoekers ook een

samenvatting van de bijgeschreven commentaren van de deelnemers in de eerste ronde meegestuurd, zodat het panellid dat ook kon laten meewegen.

Indicator 7 Het percentage patiënten bij wie binnen 48 uur na het ontstaan van symptomen van een beroerte, aspirine is toegediend.

helemaal niet mee eens

helemaal mee eens

Relevantie

Zeer relevant

Betrekking op veel patiënten en veel gezondheidswinst/ doelmatigheidswinst te behalen

1 2 3 4 5 6 7 8 9

ÖFrequentieverdeling 1e

ronde + eigen score 1 0 1 0 1 5 4 8 3

Zeer relevant voor de ketenzorg

Verwijst naar afstemming en samenwerking 1 2 3 4 5 6 7 8 9 ÖFrequentieverdeling 1e

ronde + eigen score 2 3 2 1 4 4 2 3 2

Kwaliteitsaspecten van de indicator

Goede validiteit

Goede afspiegeling van geboden kwaliteit van zorg 1 2 3 4 5 6 7 8 9 ÖFrequentieverdeling 1e

ronde + eigen score 1 0 0 0 1 4 9 8 0

Goed meetbaar

Op dit moment en in de toekomst 1 2 3 4 5 6 7 8 9 ÖFrequentieverdeling 1e

blijkt welke indicatoren in de praktijk goed meetbaar zijn. Men kan overwegen om indicatoren waarvoor de gegevens lastig te verkrijgen zijn of de gegevens van slechte kwaliteit zijn, te excluderen uit de set. Het laten prioriteren van de indicatoren door een panel van deskundigen, kan schriftelijk gebeuren of via een plenaire bijeenkomst. Men laat de deskundigen, eventueel na discussie, individueel een rangordening maken van de indicatoren, van meest belangrijk naar minst belangrijk. Idealiter wegen de deskundigen in gedachte alle indicatoreigenschappen (zoals weergegeven in Bijlage 1) mee. De rangordening kan eventueel per indicatoronderwerp worden gemaakt. Elke deelnemer geeft

bijvoorbeeld de vijf belangrijkste indicatoren een score, aflopend van belangrijk naar minder belangrijk van 5 naar 1. De scores van alle deelnemers worden vervolgens opgeteld, waarna men een

rangordening van de somscores maakt. Na bepaling van het afkappunt blijkt welke indicatoren door de deskundigen als belangrijkste worden aangemerkt. Twee opmerkingen hierbij: (1) in plaats van de belangrijkste vijf indicatoren te laten scoren, kan men ook een ander aantal laten scoren, afhankelijk van het aantal indicatoren waarmee men start; (2) waar het afkappunt gelegd wordt, staat niet vast. Het is afhankelijk van de vraag hoeveel indicatoren men wil overhouden. Het afkappunt kan ook volgen uit de resultaten (bij een duidelijke afstand tussen twee somscores, bijvoorbeeld 18-15-13-4-2, kan men besluiten het afkappunt tussen 13 en 4 te leggen).

21B

3.6 Toelichting blok IV

In blok IV staat de praktische haalbaarheid van de indicatoren centraal (zie Figuur 5). Dit blok is dan ook van toepassing op de gehele set van indicatoren (uitkomsten blok III).