• No results found

4. Resultaten

4.2. Ruimtelijke kenmerken

In deze paragraaf wordt belicht hoe buurt georiënteerde broedplaatsen zich ruimtelijk kenmerken in Amsterdam en waarom een broedplaats op een bepaalde locatie is gevestigd. Zoals in het theoretisch kader naar voren is gekomen wordt in dit onderzoek de perceptie van de respondenten in de invulling van de ‘home area’ van de broedplaats aangehouden. Echter is het van belang om een korte schets te weergeven van het sociaal-economische en demografische karakter van de drie buurten waarin de cases zich bevinden. Hiervoor worden de administratieve grenzen van de gemeente Amsterdam aangehouden, omdat de kwantitatieve gegevens op deze manier geordend zijn. Hierdoor kan er een beeld worden geschetst van de buurt waarbinnen de broedplaatsgebruikers zich bewegen en waar de programmering op wordt gericht. Na de buurtschets zal de locatiekeuze van Bureau Broedplaatsen, Urban Resort en de broedplaatsgebruikers beschreven worden.

De Vlugt is gelegen in de buurtcombinatie Slotermeer Noordoost, die opgedeeld is in Buurt 2 en 3. De Vlugt ligt in Buurt 2 en die buurt heeft 3365 inwoners, waarvan 514 inwoners autochtoon zijn. Met 1183 zijn de Marokkaanse-Nederlanders de grootste bevolkingsgroep en in figuur 9 is de demografische verdeling van Buurt 2 zichtbaar. Er zijn 609 werkzame personen en de werkzaamheden zijn voornamelijk te vinden op winkelstraat Burgemeester de Vlugtlaan. De 1389 woningen zijn in de jaren vijftig en zestig gebouwd, als onderdeel van het Algemeen Uitbreidingsplan. Daarvan zijn nu 1007 sociale huurwoningen, 75 particuliere huurwoningen en 307 koopwoningen (Bureau Onderzoek en Statistiek, 2013).

36

Figuur 9: Demografie inwoners Buurt 2, D-Buurt en Transvaalbuurt Oost en West (Bron: Bureau Onderzoek en Statistiek, 2013)

Wijk7 is gelegen in de D-buurt in Amsterdam Zuidoost, die de minste inwoners heeft van de drie cases. Van de 1275 bewoners, zijn 653 bewoners niet-westerse allochtoon, zoals zichtbaar is in figuur 9. Het is een gemengde buurt, er wonen veel studenten en niet-westerse allochtonen. In de buurt zijn 130 werkzame personen en de D-buurt heeft daardoor voornamelijk een woonfunctie. De meeste woningen zijn in de jaren zestig en zeventig gebouwd (Bureau Onderzoek en Statistiek, 2013).

Tugela85 is gelegen in de Transvaalbuurt in Amsterdam Oost, die is opgedeeld in Oost en West. In dit onderzoek worden deze twee buurten samengenomen, omdat Tugela85 de projecten op de gehele Transvaalbuurt richt. Hierdoor lijkt het in figuur 9 dat de Transvaalbuurt meer inwoners heeft dan, de andere twee buurten. Wel is de dichtheid in de Transvaalbuurt hoger, omdat het gebied een meer stedelijke functie heeft dan de andere twee buurten. In Transvaalbuurt Oost en West wonen 8918 mensen, waarvan 3446 autochtoon, daarnaast zijn er veel inwoners van Marokkaans-Nederlandse afkomst. In de buurt vertrekken ongeveer evenveel bewoners als dat er binnenkomt. Van de 4370 woningen zijn er 2818 sociale huur, 708 particuliere huur en 844 koopwoningen. De meeste woningen zijn in de jaren dertig gebouwd en de Transvaalbuurt is een oudere buurt met een andere bouwstijl dan

0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000 8000 9000 10000 Buurt 2, Slotermeer Noordoost

D-Buurt Zuidoost Transvaalbuurt Oost en West

westerse allochtonen

Overige niet-westerse allochtonen Antillianen

Surinamers

Turkse-Nederlanders Marokkaanse-Nederlanders Autochtonen

37

de D-buurt en Slotermeer Noordoost. Er zijn 1113 werkzame personen en de buurt heeft een meer gemengd functieaanbod dan de D-buurt (Bureau Onderzoek en Statistiek, 2013).

De drie buurten hebben een diverse bevolkingssamenstelling met veel niet-westerse allochtonen. Het zijn buurten waar de woonfunctie overheerst en waar er ongeveer evenveel inwoners vertrekken als er binnenkomen. Volgens Bureau Broedplaatsen (2008) liggen broedplaatsen met een sociale functie voornamelijk in buurten met een grote woonfunctie, wat ook bij de drie cases het geval is.

In het interview geeft Schoufour aan dat Bureau Broedplaatsen zich niet actief inzet om broedplaatsen ruimtelijk te spreiden over Amsterdam en lichtvolgend is in de locatiekeuze. Er worden geen extra middelen ingezet om een broedplaats in een bepaalde buurt te vestigen, waar bijvoorbeeld nog weinig broedplaatsen zijn. Enerzijds kunnen initiatieven bijvoorbeeld zelf een locatie aandragen, die tot broedplaats kan worden geëxploiteerd. Sommige kunstenaars en creatieven worden bijvoorbeeld geïnspireerd door een oud (school)gebouw of een buurt, waardoor ze zich daar willen vestigen. Anderzijds is de realisatie van broedplaatsen afhankelijk van de mogelijkheden die er zijn om gebouwen te transformeren. Hiervoor wordt er samengewerkt met woningcorporatie, vastgoedeigenaren, ontwikkelaars of stadsdelen.

Van de Geyn van Urban Resort geeft in het interview aan dat de mogelijkheden om panden ter beschikking te krijgen beperkt zijn. Er zijn veel huurders en er is veel leegstand, maar er zijn weinig panden die in aanmerking komen om tegen een betaalbare prijs tot broedplaats te kunnen exploiteren.

Uit de persoonlijke communicatie met Schoufour blijkt dat broedplaatsen die hoog scoren op de sociale pijler voornamelijk buiten de ring liggen. Dit heeft volgens het hoofd verschillende oorzaken, maar de voornaamste reden is dat er meer betaalbaar leegstaand vastgoed zich buiten de ring A10 bevindt zoals hieronder wordt verwoord:

“Er zit wel enige samenhang tussen de beschikbaarheid van goedkoop vastgoed en de moeilijke buurten. Dus Noord, Nieuw-West en Zuidoost dat zijn de wijken in Amsterdam die het minst geliefd zijn, dus waar het vastgoed soms nog betaalbaar is. De geliefde wijken als Zuid en Centrum daar is de druk op de ruimte zo hoog dat daar heel lastig betaalbare ruimte beschikbaar komt.” (Schoufour, Hoofd Bureau Broedplaatsen).

Van de Geyn onderschrijft dit en geeft aan dat inmiddels veel panden van Urban Resort buiten de ring staan, omdat vastgoedeigenaren daar bereid zijn om te zakken in de prijs. Het aanbod van betaalbaar leegstaand vastgoed lijkt de reden te zijn dat veel broedplaatsen met

38

een buurtfunctie zich buiten de ring bevinden.Een andere reden is dat broedplaatsen vaak worden opgenomen in de herstructureringsplannen van een buurt, waardoor vanuit de gemeente ruimte en geld beschikbaar wordt gesteld om een pand in dergelijke buurten te ontwikkelen. Wanneer aan de respondenten van de cases wordt gevraagd waarom ze op deze locatie zitten, dan wordt er aangegeven dat de buurt aantrekkelijk wordt bevonden.

Volgens de respondenten van Wijk7 zijn er verschillende redenen voor de vestiging in de D-buurt in Zuidoost. Ten eerste omdat er een gebouw beschikbaar is, die geschikt is voor een creatieve woon-werkfunctie. Ten tweede geven de bewoners aan dat ze graag in Zuidoost leven, vanwege de ruimte, het groen en de cultuur, waar ze zich mee verbonden voelen. Van de Geyn van Urban Resort bevestigd dat de bewoners op die plek gevestigd zijn omdat ze een binding hebben met Zuidoost.

In het geval van De Vlugt is de locatiekeuze niet zo eenduidig als bij Wijk7. De ene huurder zoekt vooral een betaalbare werkplek, terwijl de andere deze locatie heeft gekozen vanwege de omgeving. Koningsberger heeft als architectuurhistorica een speciale interesse in naoorlogse stedenbouw, waardoor zij in de persoonlijke communicatie aangaf graag in Nieuw-West te werken. Het Zina Platform vindt hun eigen identiteit goed bij de locatie in Slotermeer passen. Het multiculturele en Marokkaanse karakter van de buurt past bij de doelgroep van de projecten. Terwijl Public Cinema en Goleb vooral een betaalbare en inspirerende werkplek zoeken en daarmee dus minder een connectie met de omliggende buurt hebben.

Tugela85 ligt in de Transvaalbuurt in Amsterdam Oost en heeft door de tijd heen een grote verbondenheid met de buurt opgebouwd. Bijna alle huurders hebben voor het bestaan van Tugela85 in Oost gewerkt waardoor ze bekend zijn met de buurten en de bewoners. De ‘Tugenoten’ voelen een grote verbondenheid met de Transvaalbuurt en Amsterdam Oost en zouden niet graag willen wisselen van locatie.

Concluderend kan gesteld worden dat buurt georiënteerde broedplaatsen, zoals Bureau Broedplaatsen (2008) heeft gesteld, zich bevinden in buurten met een grote woonfunctie. De achterliggende redenen hiervoor zijn, dat de panden afhankelijk zijn van beschikbaar betaalbaar vastgoed. Doordat buurten buiten de ring A10 minder populair zijn, is daar meer vastgoed beschikbaar. Tevens zijn er vanwege herstructureringsprojecten in die buurten geld beschikbaar om in projecten en activiteiten van broedplaatsen te steken. Voor de broedplaatsgebruikers zijn buurten met een grote woonfunctie aantrekkelijk, omdat daar de mogelijkheid is om projecten met en voor buurtbewoners te organiseren. Wat de intentie van

39

de creatieven is om programmering en activiteiten in dergelijke buurten te organiseren, komt in de volgende paragraaf ter sprake.