• No results found

4. Resultaten

4.1. Doelstellingen van de broedplaatsen

In deze paragraaf worden de resultaten van de eerste deelvraag besproken. Het broedplaatsenbeleid in Amsterdam is gericht op vier speerpunten, namelijk betaalbare werkruimtes voor kunstenaars en creatieve ondernemers, de aanpak van leegstand, economisch profijt en sociaal profijt. Elke broedplaats past minimaal bij een van die vier speerpunten. De broedplaatsen kunnen getypeerd worden op bovengenoemde pijlers en Bureau Broedplaatsen houdt een dergelijke aanduiding aan. Een broedplaats kan op meerdere componenten goed scoren en dus bijvoorbeeld zowel een sociale en economische pijler hebben. Sommige broedplaatsen scoren bijvoorbeeld op de economische pijler, omdat jonge ondernemingen een kans krijgen om op een betaalbare locatie een bedrijf te starten. Terwijl andere broedplaatsen voornamelijk op het ruimtelijk vlak scoren, door de aanpak van leegstand en het creëren van meer een stedelijke functie in een gebied.

Het sociale component betreft de meerwaarde die een broedplaats kan hebben voor een buurt. Een minderheid van de broedplaatsen die onder Bureau Broedplaatsen valt, richt zich op de sociale pijler. Uit de analyse over de beleidsdocumenten blijkt dat ongeveer tien van de zestig broedplaatsen in het visiedocument beschrijven dat er de intentie is om een functie voor de buurt te vervullen. Er wordt bijvoorbeeld beschreven dat de broedplaats activiteiten en programmering organiseren en willen bijdragen aan de leefbaarheid in een buurt. Het hoofd van Bureau Broedplaatsen geeft in het interview aan dat broedplaatsen met een buurtfunctie geen voorkeurspositie bekleden. Bureau Broedplaatsen beoordeelt niet of een voorgesteld plan een sociale (of andere) functie heeft, maar er wordt gekeken of een plan klopt, de visie is uitgewerkt en aan de voorwaarden van de CAWA-commissie voldoet. Bureau Broedplaatsen vindt het van belang dat de diversiteit in het broedplaatsenbeleid gehandhaafd blijft, zodat er broedplaatsen bestaan met een verschillend karakter en dat alle speerpunten uiteindelijk worden bediend. Bureau Broedplaatsen neemt voornamelijk een faciliterende rol op zich. Het initiatief voor het creëren van broedplaatsen komt vaak uit andere partijen. De voornaamste taken van Bureau Broedplaatsen zijn het verlenen van subsidie en advies.

Bij de drie cases in dit onderzoek huren de creatieven de werkplek of atelier van Urban Resort. De uitgangspunten waar Urban Resort zich op richt in de invulling van projecten is (1) om te voorzien aan de vraag van (startende) kunstenaars met een gering inkomen, (2) het bedienen van creatieve ondernemers in een (door)startende positie die veelal

32

een onzekere economische basis hebben en (3) hulp bieden aan sociale initiatieven en organisaties.

De drie cases uit dit onderzoek vallen onder de sociale en culturele pijler. Hieronder volgt een beschrijving van de belangrijkste aspecten uit de visiedocumenten en waarmee de drie broedplaatsen zich profileren en van elkaar onderscheiden.

De Vlugt

Broedplaats De Vlugt bevindt zich in een buurt waar nauwelijks een stedelijke functie is en waar een grote Turkse en Marokkaanse gemeenschap leeft. Urban Resort wil met de De Vlugt de buurt een meer stedelijke uitstraling geven. Dit wordt gerealiseerd door 50% van de ruimte te verhuren aan ‘nieuwe Nederlanders’, met voornamelijk een Turkse achtergrond. Eveneens wordt 50% van de ruimte verhuurd aan kunstenaars en of creatieve initiatieven uit de buurt of die op de buurt zijn gericht. Een (overlappende) 50% van de huurders zijn starters op de arbeidsmarkt. Urban Resort vindt het van belang dat de broedplaats bijdraagt aan verbeteringen in de buurt en voor een creatieve dynamiek zorgt en daarvoor zoekt Urban Resort de ideale mix van huurders. Er wordt gestreefd om zoveel mogelijk openbare activiteiten en semi-publieke functies in de broedplaats te laten plaatsvinden, dit kan gerealiseerd worden door huurders te selecteren die cursussen en workshops geven.

Kortom, De Vlugt bedient alle vier de pijlers die Bureau Broedplaatsen (2008) aanhoudt. De Vlugt richt zich meer dan de twee andere broedplaatsen op de economische pijler door veel startende ondernemers een werkplek te bieden. Ook wordt er getracht om de ruimtelijke pijler te voorzien door Slotermeer een meer stedelijke uitstraling te geven. Eveneens is er in De Vlugt veel ruimte voor de culturele pijler doordat veel kunstenaars een autonome kunstfunctie bekleden. Tot slot nemen sommige huurders in De Vlugt een sociale functie op zich door programmering voor de buurt te organiseren.

Wijk7

De visie van Wijk7 is gebaseerd op drie uitgangspunten, namelijk dat het een broedplaats is waar de woon- en werkfunctie wordt gecombineerd, dat het pand van betekenis is voor de buurt middels het aangaan van culturele relaties met andere organisaties als omliggende scholen, buurthuizen en instellingen en als laatste dat er ruimte is voor zelfstandige kunstenaars die hun eigen beroepspraktijk vorm kunnen geven. Wijk7 richt de doelgroep voor de projecten en activiteiten op kinderen uit Zuidoost. Door samenwerkingen aan te gaan

33

met instanties als kindercrèches, buurthuizen en scholen zoekt Wijk7 contact met kinderen en hoopt daardoor ouders en begeleiders te interesseren voor de programmering.

Wijk7 heeft als doel om een onderdeel van de buurt te worden en dat hun aanwezigheid van toegevoegde waarde is voor bewoners, instellingen en scholen. Op drie vlakken zetten de broedplaatsgebruikers zich in om profijt voor de buurt te creëren (Urban Resort, 2010). Ten eerste richt het pand zich op het sociale, culturele en educatieve vlak middels het organiseren van programmering, als exposities, optredens, presentaties, de jaarlijkse open dag, culturele bijeenkomsten en het mee-organiseren van de jaarlijkse Open Atelier Route van Zuidoost. Ten tweede richt Wijk7 zich op het ruimtelijk vlak door bij te dragen aan de aantrekkelijkheid en de positieve uitstraling van de buurt. Dit wordt onder andere ingevuld door het groenonderhoud rondom Wijk7 in samenwerking met een landschapsarchitect. Tot slot hoopt Wijk7 een bescheiden bijdrage te leveren aan de lokale economie van Zuidoost. Wijk7 creëert ruimte voor huurders voor het opzetten van een bedrijf of initiatief, waardoor nieuwe ondernemers in Zuidoost een kans wordt geboden. Tevens worden er voor opdrachten en projecten ondernemers uit Zuidoost gezocht, om op die manier zakelijke relaties aan te knopen met lokale ondernemers. In de toekomst is de broedplaats van plan om ecologische producten, als theekruiden, uit de eigen tuin te verkopen.

Wijk7 poogt om eveneens de vier pijlers van Bureau Broedplaatsen (2008) te bedienen. De sociale pijler komt het duidelijkst bij Wijk7 tot uitdrukking en de hoofdfocus ligt op het organiseren van educatieve culturele activiteiten.

Tugela85

Tugela85 beschrijft in het visiedocument (2013) dat er gewerkt wordt vanuit een vierpoot- model. De eerste poot waar de broedplaats zich op richt is de community arts / participatiekunst. Bij deze kunstprojecten wordt de buurt actief betrokken en het is zichtbaar voor de stad omdat de activiteiten grotendeels in de openbare ruimte plaatsvindt. De tweede poot is kunsteducatie en talentontwikkeling. Hierbij worden er met verschillende partners (scholen, welzijns- en buurtorganisaties) workshops, projecten en trajecten aangeboden voor kinderen en volwassenen. De derde poot houdt de autonome en professionele kunst in en biedt ruimte voor autonoom werk en geeft de mogelijkheid om op artistiek inhoudelijke gronden verbindingen te zoeken met een breder kunstnetwerk. Ten slotte bestaat de vierde poot uit het kennisplatform, waar de expertise, advies en organisatie worden uitgewisseld betreffende de drie voorgaande poten.

34

In het onderstaande model wordt Tugela85 gepositioneerd en wordt de verhouding weergeven met instanties, organisaties, het stadsdeel en de buurt en welke doelen daarmee worden uitgedragen.

Figuur 7. Positionering Tugela85. (Bron: Ondernemingsplan Tugela85, 2013)

In het visiedocument (2013) noemt Tugela85 dat ze bijdragen aan de sociale cohesie en leefbaarheid in de Transvaalbuurt. De groep probeert mensen te betrekken, te verbinden, te ondersteunen en te laten communiceren door middel van het organiseren van maatschappelijke activiteiten en innovatieve multidisciplinaire projecten. Wanneer Tugela85 haar meerwaarde in het visiedocument beschrijft, worden de vier pijlers van Bureau Broedplaatsen aangehouden zoals hiernaast weergeven is.

Figuur 8: Verdeling Tugela85 volgens de 4 thema’s van Bureau Broedplaatsen (Bron: Ondernemingsplan Tugela85, 2013) 35% 35% 20% 10% Cultuur Sociaal Economisch Ruimtelijk

35

Uit bovenstaand figuur blijkt dat Tugela85 zich voornamelijk richt op de sociale en culturele pijler. Tevens heeft de broedplaats in vergelijking tot de andere broedplaatsen de meest uitgebreide buurtprogrammering, waarmee de sociale en culturele functie wordt bekleed. Samenvattend kan worden gesteld dat het beleid waar Bureau Broedplaatsen zich op richt en de visies van de drie broedplaatsen samenhangen. De drie broedplaatsen leggen voornamelijk de nadruk op de sociale en culturele pijlers en vullen de sociale pijler in via kunst en cultuur projecten en activiteiten. De broedplaatsen zoeken samenwerkingsverbanden met andere organisaties in de buurt, om in het sociale weefsel van de buurt geïntegreerd te raken. De culturele pijler wordt bij de drie cases bedient omdat er ruimte is voor autonome kunst, waarbij de mogelijkheid aanwezig is dat een kunstenaar individueel werkt.